to in
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
lie Jaargang.
Zaterdag 2 Juni 1894.
No. 3347.
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIËN:
J. C.
STADSNIEUWS.
FEUILLETON.
HAARLEMS DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers0,05.
Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30.
franco per post 0,37 J.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat X-*=l=9 Haarlem. Telefoonnummer 122.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cents per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiers.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE CoJOHN F. JONESSucc., Parijs 31 bis Faubourg Montmartre.
Het Bijvoegsel van het blad dat
Zaterdagavond verschijntzal bevatten
[Het gevaarlijke Ledikant. Haar-
Immer s Halletjes CCII1. Binnen-
en\ Buitenlcundsche berichten. Varia.
Advertentïèn enz.
r
Nota's, Rekeningen, Wissels, Qui-
tantiën, Brievenhoofden, Memoranda
8ii alle overige Drukwerken, die op
kantoren voorkomenworden ter
Stoomdrukkerij van dit blad goed,
'billijk en vlug gedrukt.
Directeur- Uitgever
Haarlem1 Juni '94
Gedurende de maand Mei jl. is het
■Stedelijk Museum van Schilderijen
en oudheden op het Raadhuis alhier
bezocht door 397 personen tegen, en
250 personen zonder betaling.
IV."
Begrafenis van Jhr. J. W. M
van de Poll.
Hedenmorgen te 12 uren werd het
stoffelijk overschot van wijlen Jhr.
J. W. M. van de Poll op de begraaf
plaats aan den Schoterweg ter aarde
besteld.
Tal van koetsen volgden den lijk
wagen, die slechts (in overeenstem
ming met het eenvoudig karakter van
den overledene) met een groene varen
was getooid.
||0p de begraafplaats wachtte een
groote schare vrienden en belangstel
lenden. Wij merkten daarbij op den
Commissaris der Koningin in deze pro
vincie Jhr. Schorer, met den griffier
der Staten mr. A. A. Land, voorts
leden van den Raad, gemeente-amb
tenaren, dijk- en polderbesturen, eene
deputatie van de Vereen, voor Moed,
Beleid en Trouw, de garnizoens-kom-
mandant en andere officieren, Re
genten van het Hnis van Bewaring
en van het Hofje van Staats, de bur
gemeester en de gemeenteraad van
Haarlemmermeer, de kamerleden de
heeren Lieftinck en de Kan ter en tal
van anderen.
De twee machinisten van het
stoomgemaal „de Lynden" fungeerden
als slippen dragers. In den stoet van
familieleden en vrienden, die in de
"volgkoetsen gezeten waren, merkten
wij o. a. onzen voormaligen burge
meester Mr. E. A. Jordens op.
Nadat de kist in het graf was af
gelaten nam de heer H. Crommelin
het woord on bracht namens heem
raden, hoofdingelanden en ambtena
ren van den polder een laatste hulde
aan den diepbetreurden dijkgraaf.
Toen hij 34 jaar geleden die betrek
king aanvaardde was de polder nog
in wording en zijn buitengewone
ijver en liefde voor de zaak hebben
dien gemaakt tot wat hij nu is.
Iedereen werd door hem vriendelijk
ontvangen en aangehoord, zoowel de
eigenaar van vele bunders als de
pachter van het kleinste stukje gronds.
Nimmer zullen de heemraden, inge
landen en ambtenaren vergeten, wat
hij voor hen geweest is.
Daarop sprak de heer Jhr. Mr. J.
W. G. Boreel van Hogelanden, bur
gemeester van Haarlem. Het was,
zeide deze spreker, de wenseh van
den overledene (een wensch, ken
schetsend voor zijn eenvoud) dat er
aan zijn graf geene redevoeringen
zouden worden gehouden. Spreker
wil daarop geen inbreuk maken,
maar als hoofd der gemeente en als
voorzitter van den Raad zich de vrij
heid veroorloven een enkel woord in
het midden te brengen.
Zooals de heer van de Poll alles
deed met hart en ziel zoo vervulde
hij ook zijn lidmaatschap van den
Raad. Allen die hem gekend hebben
weten met welk een ernst hij de
zaken der gemeente behartigde en
hoe vriendelijk hij was voor ieder.
Nimmer heeft men een onaangenaam
woord uit zijn mond vernomen.
„Evenals gij, vriend Van de Poll,"
gaat spreker voort zich tot den .zoon
des overledenen, Jhr. Ch. F. van de
Poll wendende, „evenals gij heb ik
ook een vader gehad die mij voorging
in het goede. Als wij op ons zeiven
staan hechten wij daaraan nog meer
waarde, dan wij deden in onze jon
gensjaren en als nu een diepe smart
u door de ziel gaat, wees overtuigd
dat wij allen met u gevoelen.
Ik kende den heer Van de Poll
lang, maar heb hem nog meerleeren
kennen sinds ik aan het hoofd der
gemeente 6ta. Nooit drong hij zich
op, maar hij heeft mij menig woord
van raad gegeven, waarvoor ik niet
dankbaar genoeg kan zijn. Hij was
een braaf godvruchtig man. Hij ruste
in vrede 1"
De heer Mr. H. Enschedé herdacht
daarna den overledene als regent,
later ook president van het huis van
Bewaring.
De heer Jhr. Ch. F. van de Poll
zeide daarop aangedaan de aanwezi
gen dank voor hunne tegenwoordig
heid aan deze plaats. Hij erkende
dankbaar, dat de overledene meer
dan een edel vader was ge
weest hij had (zijnen kinderen ook
gegeven een toonbeeld van een nobel
leven. „Mogen later," zoo eindigde
spreker, „onze kinderen, dat ook van
ons kunnen zeggen 1"
Ds. M. A. Perk predikant der
Waalsche Gemeente te Amsterdam
deed hierop een kort gebed, waarna
de aanwezigen den doodenakker
verlieten, i
Het leven is kort, maar voor hem
die wil, lang genoeg om veel goeds
te kunnen doen. Dit heeft Jhr. van
de Poll begrepen en gedaan en wie
hem kende zal nog lang aan hem
denken alsaan een braaf en nobel man.
Haarl. Wereldtaal vereeniging.
Gisterenavond hield de Haarlem-
sche Wereldtaal vereeniging „Stenüdik
dubü balif" hare eerste vergadering
in het r'ebouw „Felix Fa vore".
De dames en heeren welke aan
de oproeping gehoor geschonken heb
ben zijn allen opgekomen (eenigen
met kennisgeving afwezig).
Nadat de vergadering door den heer
synoniemus Jean Balug geopend was
en het streven en doel der vereeni
ging op duidelijke wijze was uiteen
gezet, werd een ontwerp-reglement
met algemeene stemmen aangenomen,
tevens werd op voorstel van den
Directeur der vereeniging aangeno
men een jaar te werken zonder ko
ninklijke goedkeuring om te zien
welke wijzigingen in het reglement
noodzakelijk blijken te zijn.
Nadat de Directeur nog eenige
vragen betreffende de volapükbewe-
ging in ons land en daarbuiten
had beantwoord, werd de eerste cur
sus-vergadering vastgesteld op Zon
dag den 3n Juni 's middags van
13 ure in het gebouw „Felix Fa-
vore".
Hiermede was de le vergadering
van deze jeugdige vereeniging ge
ëindigd.
Dat ieder die het internationale
vraagstuk ter harte gaat zich aan-
slnite bij bovengenoemde vereeniging
is de wensch van den Directeur Jean
Balug.
In de gisteren gehouden vergade
ring is met groote meerderheid van
stemmen de heer J. A. Houders' com
missaris van de Noord ZuidholL
Stoomtram, benoemd tot commissa
ris der Haarl. Tram maatschappij,
nadat een voorstel van den heer W.
Ramaer om geen 5den commissaris
te benoemen, was verworpen en de
voordracht met den naam van Mr.
Th. de Haan Hugenholtz was aan
gevuld.
Weldadigheid naar Vermogen.
Maandelijksch overzicht der uit
gaven.
Aan behoeftigen werd na onder
zoek uitgereikt
Aan brood en levensmiddelen Nov.
'93, f379.62. Dec. '93, f420.70%Jan.
'94, f727.91% Febr. '94, f696.68. Mrt.
'94, f454.33%. April '94 f 324,67J4.
Mei '94 f278,79. Totaal van 1 Nov.
'93 tot 31 Mei '94 f3282,72.
Aan brandstoffen Nov. '93, f 22.29Va
Dec. '93, f 191.31. Jan. '94, f 137.11%.
Febr.'94, f88.78%Maart'94, f 149.99%
April '94 f 1,11%Totaal van 1 Nov.
'93 tot 30 April '94 f 590.61JL
Aan ligging en kleeding Nov. '93,
f39.10. Dec. '93, f 62,62%. Jan. '94,
f 96.27%Febr. '94, f89:85. Maart
'94, 146.15. April f25,25. Mei '94
f6,40. Totaal van 1 Nov. '93 tot 31
Mei '94 f 365,65.
In geld Nov. '93, f784.271/". Dec.
'93, f 847.17%Jan. '94, f 1065.46. Febr.
'94, f 1259.55. Maart '94, f 806.84%
April '94 f753,40. Mei '94 f611,
Totaal van 1 Nov. '93 tot 31 Mei '94
f 6127.70%.
Voor werkverschaffing Jan. '94,
f300.—.
Totaal in Nov. '93, f1225.29. Dec.
'93, f1521.81 Va. Jan. '94, f2326-76V».
Febr. '94, f2134.86VaMaart '94,
f 1457.32VsApril '94 f 1104,44. Mei
'94 f896,19. Totaal van 1 Nov.'93 tot
31 Mei '94 f 10666,69.
Bovendien werd eene groote hoe
veelheid ten geschenke ontvangen
kleedingstukken enz. uitgereikt.
Drukpersvrijheid.
Men zal zich herinneren, hoe de^er
dagen de directeur-uitgever van de
Zierikseesche Nieuvjsbodede heer Jac.
Waale, in gijzeling werd gezet omdat
er uit den Raad dier gemeente ge
klapt was en uit een berichtje in be
doeld blad werd opgemaakt dat de
heer Waale wist wie de schuldige was.
Dit berichtje luidde aldus
„Indien er zoogenaamde geheimen
geopenbaard worden, zoeke men voor
taan den schuldige niet bij het amb
tenaars-personeel, noch in de Raads
zaal, noch op de bovenzalen, waar
men hem heden ook zocht, maar
in den welbekenden schoorsteen der
Raadszaal zelve, waar nog altijd de
zelfde beken de kraaien zitten van
voorheen en nog steeds alles opvan
gen."
Voor een niet-Zieriksëeenaar heelt
dit berichtje niets belangrijks, de hu
mor die men er heeft trachten in te
leggen door te spreken van kraaien
in den schoorsteen, is vrij laag bij
den grond. In Zieriksee schijnt men
het echter van gewicht te hebben ge
vonden althans de heer Waale heeft
een dag of vijf in de gijzeling moe
ten doorbrengen, omdat hij aanvan
kelijk den zegsman (dien men onder
de Raadsleden zocht) niet had willen
noemen en toen hij die noemde, men
geen geloof sloeg aan zijne verklaring.
In de gijzeling kreeg hij de gevan
geniskost maar kon uit zijn eigen
zak beter eten krijgen.
Nu laat ons en zeker wel onze le
zers evenzoo, die Zierikzeesche quaestie
koud. Buiten de landpalen van dat
stadje maakt het zeker niemand warm,
of en zoo ja welk Raadslid uit de
school heeft geklapt. Anders is het
evenwel met het feit, dat een uit
gever voor het niet noemen van een
zegsman, maar zonder omslag in de
gevangenis kan worden gestopt, al
heet die kerker dan ook gijzeling.
Zeer terecht dan ook o. i. beklaagt
de heer Waale zich over het voorge
vallene en wel bij de Tweede Kamer;
misschien had hij beter gedaan door
dat beklag te richten tot den Minis
ter van Justitie.
„Een dergelijke wijze van hande
len", aldus het stuk, „is een moreele
pijnbankde vrijheid van eiken bur
ger kan zoodoende elk oogenblik ge
vaar loopen, daar ieder bloot staat
aan het enkele vermoeden van een
rechter van instructie, dat hij wel
meer van een zaak kan weten en de
vrijheid der pers wordt een ijdele
klank, wanneer ieder Redacteur kan
worden gedwongen, door gijzeling te
openbaren hoe hij aan een of ander
bericht is gekomen, al is dat bericht
op zich zelf volkomen onschuldig, zoo
als in dit geval.
Wat den heer Waale overkomen
is, hangt althans indien de opvatting
van den Zierikseeschen rechter alge
meen mocht worden, zonder twijfel
eik zijner vakgenooten dagelijks boven
het hoofd. In Haarlem loopen wij
voor eene dergelijke handelwijze voor
zeker geen gevaar, maar dat neemt
niet weg, dat wij hier in het belang der
drukpersvrijheid ons bezwaar willen
uitspreken tegen de daad der justi
tie te Zieriksee. Ware het bericht las
terlijk of beleedigend geweest (zooals
wij zeiden kunnen niet-Zierikseëenaars
er de portée niet van beoordeelen)
dan had o. i. de justitie op de ge
wone wijze kunnen verzoeken om zijn
zegsman te noemen en wanneer deze
dat weigerde, proces-verbaal opmaken
tegen hem zeiven. Geen rechter zou
er echter dan zelfs nog a m gedacht
hebben den man in verzekerde bewa-
Naar het engelsch
van HARRY ROCKWOOD.
25)
HOOFDSTUK XXII.
De vijandelijke posten.
„Wij zullen haar niet alleen laten; wij zullen ons alleen
verwijderen en haar de gelegenheid geven om na te denken;
au kunnen wij niets anders doen dan haar lijden ver-
Dieerderen."
Be jonge man maakte eene ongeduldige handbeweging.
„Wacht," riep hij uit. „Zij kan nog beslissen of zij met
wil gaan."
„Over zooiets kan zij niet zoo oogenblikkelijk beslissen;
aet gij niet in, dat het uwe tegenwoordigheid is, die hare
besluiteloosheid doet toenemen; het is moeielijk voor hare
overtuiging om tegen uw wil te strijden. Laat alles liever
fcui hare eigen overtuiging over. Wanneer zij gelooft, dat
bet Noorden in zijn recht is, dan zal zij niet aarzelen om
bescherming aan te nemen in Washington, of in Vermonth."
„Maar hoe zal zij ooit van inzichten veranderen, wan
neer niemand er haar toe aanspoort dit te doen?"
„Misschien verandert zij wel nooit. Uwe vragen zal ik
echter wel spoedig beantwoorden, maar het is hier niet de
goede plaats, noch het goede tijdstip voor zulk eene bespre
king. Neem van de jonge dame afscheid, en geef haar de
verzekering, dat zij kan rekenen op de bescherming, die gij
en Lukas Leighton haar maar eenigszins kun aanbieden,
zelfs als zij onder de Geconfedereerden blijft. Haast n voor
dat onze paarden hunne teugels hebben losgewerkt en er
van doorgaan."
Mark Hamilton moest den spion, zooals iedereen deed,
gelijkgeven. Zijn oordeel scheen juist en steeds onfeilbaar.
„Wees op uwe hoede, Louise, en vergeet niet, dat ik n
niet uit het oog zal verliezen. Gij zult vrienden hebben
zoowel onder de Unionisten als onder de Zuidelijken. Cres-
ton is uw vijand, vertrouw hem dus niet. Uw vader is een
veilige beschermer en gij moet er zooveel mogelijk voor zien
te zorgen, dat hij tot u komt."
Dit was de iaad, dien Mark bij het afscheid nemen aan
Louise gaf. Zij nam zijne hand tot afscheid, fluisterde eenige
woorden bij het vaarwel en keerde zich toen vastberaden
om, waarna zij hare schuilp'aats in de binnenkamer weer
opzocht.
Annette en de neger waren bij het venster blijven staan.
Slechts gedeeltelijk verstonden zij van wat er tusschen Mark
en Louise voorviel. Het was echter genoeg om hen te doen
begrijpen dat de laatste niet met de Unionisten zou mee-
Deze zekerheid deed hun argwaan verminderen.
„Wij zullen u goeden morgen moeten wenschen, Annette
en Sambo," merkte Leighton op met spottende beleefdheid,
toen zij de ongastvrije woning verlieten.
Zij werden met geen antwoord verwaardigd. Nauwelijks
hadden zij de deur achter zich, of zij hoorden den grendel
van den binnenkant er voor schuiven.
De paarden werden nog op dezelfde plaats gevonden. Onder
een stilzwijgen stegen beide mannen op en reden haastig
terug naar het kamp der Unionisten. Zonder ongevallen
werd hun tocht volbracht.
Toen zij het kamp bereikten was het reeds bijna dag ge
worden en de mannen waren allen op de been. Ondanks
hunne vermoeienis konden zij dus zelfs geen uur rusten.
Behalve de ontdekking van het komplot tegen Louise
Edgeworth had hun nachtelijke tocht hun nog iets anders
opgeleverd. Kolonel Creston had tot zijne manschappen ge
zegd, dat zij voor het aanbreken van den dag in het kamp
konden zijn teruggekeerd na het huis van Annette te heb
ben verlaten. Leighton had ontdekt, dat zij eene richting
hadden ingeslagen, die hen voorbij het kamp der spionnen
zou voeren, dus Crestons regiment was ongetwijfeld in de
nabijheid van zijne vijanden gebivakkeerd.
Dit was belangrijk genoeg, maar gaf nog te weinig zeker
heid. Het was dus wenschelijk om zich geheel op de hoogte
te stellen van de positie der Geconfedereerden en van hunne
strijdkracht.
Den spionnen werd bevolen zich zoo omzichtig mogelijk op