1 den Burgeroorlog in Amerika. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. lie Jaargang: Dinsdag 5 Juni 1894. No. 3349. ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIËN: J. C, PEEREBOOM. STADSNIEUWS. FEUILLETON. HAARLEMS DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65. Afzonderlijke nummers0,05. Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30. franco per post 0,37 J. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat Haarlem. Telefoonnnnimer 122. van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents. Groote letters naar plaatsrnimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cents per regel. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiers. Direetenr-TJitgever J. C. PEEREBOOM. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangére G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ.Parijs 31 Ata Faubourg Montmartre^ De 20 bijdragen tot onzen Poëzie wedstrijd zijn ingezonden onder de navolgende motto's Espérance. Poezie is overal. Elbe. Poezie is Leven. Frisch gewaagd is half gewonnen. Best gedaan, al Een eerste Proef. Heü Kennemerland. Bescheidenheid hoopt, doch vreest. Oorspronkelijk. Puck. De Natuur is de meesteresse der (Kunst. Sensi. Poësie. B. L. A. D. Morgenstond. Een Gedachte. Haarlem. Dilettant. De jury bestaande uit de heeren J. G. Tuytel, Philip Loots en den on- dergeteekende, zal op 15 Juni uit spraak doen. De Directeur-Uitgever Haarlem4 Juni '94 Koloniaal Museum. Gedurende de maanden April en Mei werden door het Koloniaal Mu seum alhier de volgende geschenken ontvangen. Van den heer H. Th. Karsen te Amsterdam ter aanvulling van de vroeger reeds gezonden col lectie 42 monsters thee, afkomstig van 17 verschillende plantages op Java; zoodat thans van alle javaan- ecbe theeplantages, waarvan de pro ducten hier ter markt worden gebracht, monsters aanwezig zijn. Van den heer E. van Heerdt tot Eversberg te Buitenzorg een belang rijke verzameling kevers nit tropische en andere landenvan deze collectie wordt tijdelijk een gedeelte in het Museum tentoongesteld. Van dr. J. E. de Vrij, vrucht van den Nectan- dra Rodici, Suriname (surinaamschen Groenhartboom). van jhr. W. van Heerdt tot Eversberg een monster Liberia koffie uit Suriname. Van den resident van Palembang een belang rijke verzameling betreffende de Ben zoë hars, n.l. stam met uitvloeiend hars, bladeren en vruchten van den boom, 4 soorten van hars op ver- Bchillende wijzen ingezameld. Van den resident van Madioen, herbarinm van den Kajoelemok boom. Van den directeur van onderwijs, eeredienst en nijverheid te Bavia 2 monsters zout uit de bron Sohadjadi, water uit de bedding van de Ajer Medidi, opbor relende, en 10 stellen zeven, Java. Haarl. Amateur Fotografen Club. Op de internationale tentoonstelling voor fotografie te Groningen werden door werkende en buitenleden der Haarlemsche AmateurFotografen Clnb de volgende onderscheidingen behaald: Manrits H. Binger, te Haarlem, eere-diploma. Ign. Bispinck, te Bloemendaal, zil veren medaille. Joh. H. Hnijsser, te Amsterdam, zilveren medaille. C. G. H. Bakker, te Haarlem, zil veren medaille. K. Job Jr., te Amsterdam, bronzen medaille. Jan de Grijs, te Abcoude, bronzen medaille. Frans Huijsser te O ver veen, eervolle vermelding. De club heeft zich dus kranig g houden. {Zie verder Letteren en Kunst.) Gisterenavond is hier ter stede in den leeftijd van bijna 51 jaren ont slapen de heer Jan Ursimus Pruim, directeur der hoogere burgerschool ter opleiding voor handel en nijverheid alhier, welke betrekking hij sinds 1882 met lust en ijver heeft bekleed. Bij bet in leven roepen van die inrich ting in 1880 werd hij daaraan ge plaatst als leeraar in de engelsche taal en aardrijkskunde. Zijn heen gaan, na een kortstondig lijden van slechts tien weken, mag voor velen een gevoelig verlies heeten. Een eigenaardige feestviering Drie jaren geleden gaven wij eene beschrijving van eene school, die door de firma Gebr. Figee alhier was op gericht ten dienste van het jeugdige personeel harer fabriek. Uitgaande van het denkbeelddat wetenschap en praktische ontwikkeling samen moe ten gaan, stelde de heer H. Figee, chef der genoemde inrichting, de jongens en jongelieden van het perso neel in de gelegenheid, des avonds in daartoe expresselijk ingerichte lo kalen in de fabriek zelve, les in het teekenen, van den heer de Graaffjen lager onderwijs van de heeren B. J. Visscher en O. J. ten Thije te ont vangen. Zondag had de eerste prijsuitdee- ling aan leerlingen van deze school op feestelijke wijze plaats. In een van de groote zalen der fabriek was aan het einde een soort van podium opgericht, waarop de heer H. Figee met zijne echtgenoote en familie, het personeel van het technisch bureau en van het kantoor met dames en eenigen heeren als gasten, onder wie de heer mr. A. J. W. Farn- combe Sanders, hadden plaats geno men, terwijl de groote ruimte geheel gevuld was met de werklieden der fabriek, hunne vrouwen en meisjes. De bijeenkomst werd geopend met een feestzang door het mannenkoor van de fabriek „Onder Ons", onder directie van den heer Visscher. Daar op nam de heer H. Figee het woord. Spreker herdacht de oprichting der school bij gelegenheid van zijn 25jarig bruiloftsfeest. Hij schetste daarna de moeilijkheid om een fabriek als deze voortdurend van werk te voorzien en hoe de fabrikant om het personeel aan den gang te kunnen houden, soms contracten sluit die hij anders niet gesloten zou hebben. Er is scherpe concurrentie, onnatuurlijke concur rentie en concurrentie metmenschen die ons vooruit zijn in het vak. Aan de beide eerstgenoemde is niets te doen, maar wel aan de laatste. De school voor de jongelui is ge sticht om hen op te leiden, dat zij daartegen met goed gevolg zullen kunnen kampen. Als men over de grenzen komt, dan ziet men dat men ons daar voor is. Het vak is buitengewoon moeilijk eerst hadden we te doen met stoom werktuigen, toen met hydraulische en met electrische werktuigen en thans komen de werktuigen met samengeperste lucht. Het is noodig dat niet alleen de heeren van het technisch bureau en van de admini stratie, maar ook dat de werklieden van al die nieuwe zaken doordrongen zijn, zal de fabriek kunnen blijven concurreeren. Binnenkort zal de stoomhamer in de .vuurwerkerij moeten plaats ma ken voor een hamer met sa mengeperste lucht, de accumulator der hydraulische inrichting het veld moeten ruimen voor een veel be knopter cilinder, die bewogen wordt met samengeperste luchtalle werk tuigen, als draaibanken en boorma chines, zullen hun eigen machine heb ben, de zoogenaamde separate motor, een electrisch machinetje, waardoor langzamerhand alle riemen en riem- schijven onnoodig worden. Ik doe dat, opdat wij allengs vol komen op de hoogte zullen zijn van deze machines, die zelf zullen kunnen maken, verkoopen en stellen en het zal nw arbeidsloon (dat kan niet an ders, wanneer er volop werk is) ten goede komen. Daartoe moeten ook de werklieden er verstand van hebben. De jeugd is het die daarin moet worden onder legd. Het onderwijs in Nederland, hoe goed ook geregeld, kan niet worden gegeven in elk vak afzonderlijk. Daar om is het zoo wen3chelijk, dat elke fabriek hare eigen school heeft." Na eene opwekking tot samenwer king deelt spreker mede, dat het vol gende jaar ook de engelsche taal op de school zal worden onderwezen. Het eerste jaar ving de school aan met 35 leerlingen, daarvan vielen eenigen af, die zich te oud gevoelden om nog op de schoolbanken te zitten, het tweede jaar waren er 26, het derde jaar 20. Behalve deze 20, hadden er in het 3e jaar nog 17 jongelui van het onderwijs kunnen gebruik maken» Dat zij dit niet gedaan hebben, heeft spreker teleurgesteld. Het vol gend jaar zal hij op hen die niet aan den cursus deelnemen en daar voor toch in de termen vallen, een kleinen drang uitoefenen tot hun eigen welzijn, doch hij hoopt, dat zij zelve zullen zorgen dat die drang niet al te sterk behoeft te wezen. Het gedrag was over 't algemeen heel goed, de jongelui waren niet alleen ordelijk, maar ook ordentelijk. (applaus.) Spreker brengt ten slotte een woord van hulde aan de drie heeren die den cursus leiden en spreekt, hoe wel zich voor den heer Visscher ver heugende, zijn leedwezen uit dat de ze wegens vertrek naar Indië zijne goede diensten niet meer aan de school zal kunnen wijden. Hierop zongen de leden van „On der Ons" hunnen directeur een af scheidslied toe, dat met animo voor gedragen werd en een zeer goeden indruk maakte. Uit handen van mevr. Figee ontvin gen daarop enkele leerlingen prijzen. W. G. Welsenes ontving den hoofd prijs, een fraaie globe, de anderen at lassen, nuttige boekwerken etc. Het waren Hoogeboom, A. Tapé, B. de Nijs, -S. Zondervan, A. Saeijs, EJ C. de Vos, A. van Meurs, H. van Hon- schoten, H. Aarts en J. van der Aar. De heer de Graaff, dankende voor de vriendelijke woorden tot hem en de andere instructeurs van den cursus gesproken, deelde mede dat deze prijzen zijn uitgedeeld naar den maat staf van trouw bezoek der lessen, aard van het verzuim en vorderin gen. Een van de leerlingen dankte d arop in zeer goedgekozen bewoor dingen den heer Figee ;voor dezen cursus en de heer Visscher sprak een woord van afscheid tot den heer Figee, het zangkoor en de leerlingen der school. Ten slottejvroeg de heer Farncombe Sanders het woord en betuigde er zijne erkentelijkheid voor, dat de heer Figée hem heeft uitgenoodigd, deze feestelijkheid bij te wonen ten eerste omdat het geldt eene haarlemsche inrichting en voorts, omdat hij ge troffen is door de ongekunstelde wijze waarop thans blijkt van de goede verstandhouding, de goede overeenstemming tusschen het hoofd der fabriek en de werklieden. Het gaat tegenwoordig niet meer als vroeger. Wil men thans een vak goed uitoefenen, dan moet men eene zekere wetenschappelijke opleiding hebben. Alleen met praktijk komt men er niet, evenmin als enkel met wetenschap. Het eene moet strekken om het andere beter te doen be grijpen, Na er op gewezen te hebben, dat het verzuimen der lessen niet alleen voor eigen vorderingen maar ook voor die van anderen zeer nadeelig werkt, verzocht de spreker aan de aanwzigen een „leve meneer Figee aan te heffen, waaraan met geestdrift werd voldaan. Hiermee was de bijeenkomst afge- loopen. De werklieden lieten aan hun gezelschap de fabriek zien, terwijl allen ververschingen werden aange beden. Wij voor ons achten de school van den heer Figee nuttig genoeg en deze feestelijke prijsuitdeeling eigenaardig genoeg, om daaraan een paar kolom men te wijden. Noord. Holl. Vereemng „Meerenberg." Van bovengenoemde vereeniging is het eerste jaarverslag over 1893 ver schenen. Deze vereeniging, in het leven ge roepen op initiatief van den lsten Geneesheer-Directeur van Meerenberg Dr J. van Deventer Sz. en diens Echtgenoote, stelt zich zooals bekend is, ten doel, te trachten het verblijf der minvermogende verpleegden in het krankzinnigengesticht Meerenberg zooveel mogelijk te veraangenamen, door zich persoonlijk tot hen in be trekking te stellen, hen zoo mogelijk geregeld van bloemen, planten en vruchten te voorzien en de zalen, waarin zij verblijf houden, een meer gezellig aanzien te geven. Naar het engelsch van HARRY ROCKWOOD. HOOFDSTUK XXII. De vijandelijke posten. „Het is best mogelijk, maar dat beteekent nog niet veel. Waarom kruipt gij hier rond? Aan het spionneeren?" „Het is best mogelijk om uwe wijze van antwoorden te volgen. Ik verwachtte echter niet zulk een geluk te hebben ^8 mij nu wedervaart." „Welk geluk?" „Wel, het bespaart mij heel wat moeite u bier te ontmoe- Gij kunt mij alles vertellen over den troep, die ginds gekampeerd is, zonder dat ik gevaren loop door op kond schap uit te gaan. Hoeveel man hebt gij daar? En hoe zijn jze gewapend en uitgerust! Vertel er mij eens alles van en Verlies geen tijd De Geconfedereerde staarde Leighton in stomme verbazing iaa& en lachte daarop, als vermaakte het hem bijzonder. „Gij zijt een koelbloedige kerel dat verzeker ik u," zei hij in een onverschillige houding. Maar bij had de beteekenis van Leightons gebiedende woorden niet gevat. Het geluid van het overhalen van de haan van des spions geweer bracht hem tot het juiste be grip daarvan. „Ik maak volstrekt geen praatjes, vriend, en ik zal daar naar niet luisteren ook. Zet af het geweer of ik schiet I" De ander gehoorzaamde, maar terwijl de kolf van zijn wapen den grond raakte, zei hij met een nijdigen vloek „Schiet, als je daar lust in hebt, maar je zult zien in welk wespennest je je hebt gestoken en ik zal geen van je vragen beantwoorden." HOOFDSTUK XXHI. Nog eens Harry Wallace. Lukas Leighton zag iets uitdagends op het gelaat van zijn vijand. Blijkbaar verwachtte hij hulp, want dat hij hem zou trotseeren uit dapperheid, kwam Leighton niet waarschijn lijk voor. Onze held besloot dus voorzichtig te zijn en op hetzelfde oogenblik had hij daartoe de gelegenheid. In de onmiddel lijke nabijheid klonk hoefgetrappel. Wilde hij gevangenne ming ontgaan, dan was er geen oogenblik te verliezen. Den Geconfedereerde koelbloedig dood te schieten kwam niet in zijn ridderlijk gemoed op. Toch zou dit voor hem het veiligst zijn geweest. Maar hij had een ander plan. Met op geheven geweer sprong hij op zijn vijand aan, die, verwach tende dat hij zou vuren, terugsprong en zich toen plat op den grond liet vallen. Dit gaf de Unionist een gelegenheid om te vluchten naar de boomen, waar hij zijn paard had achtergelaten. Hij bereikte juist de plek, toen deGeconfede- reerden op den heuveltop verschenen. Toen hij zich in den zadel wierp, werden achtereenvolgens een tiental schoten afgevuurd. Enkele kogels vlogen langs hem heen, éen raakte het oor van zijn paard en deed het dier in woesten galop wegrennen. Leighton keek zelfs niet om, ten einde zich van het aan tal zijner vervolgers te overtuigen. Eerst eenige oogenblik- ken daarna keerde hij zich in den zadel om en schoot, ter wijl zijn paard voortgaloppeerde op zijne vijanden. Of het schot doel getroffen had of niet kon hij natuurlijk niet ge waar worden. Vijf minuten later kwam hij uit op een br. eden straat weg en was op het punt dien weer te verlaten, c m te trach ten een zijweg te vinden, wetende dat hij anders teveel aan het vuur zijner vervolgers zou zijn blootgesteld, to n hij het geluid van hoefslagen niet enkel achter, maar ook vóór zich vernam. Een oogenblik hield hij zijn paard in, tuurde voor zich uit en zag tot zijn vreugde, dat het zijn eigen man schappen waren, die daar naderden. Hij riep hen aan en gaf haastig, maar duidelijk, zijne be velen. Nauwelijks waren zijne mannen op de hoogte van den toestand, toen de Geconfedereerden in het gezicht kwamen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1894 | | pagina 1