BINNENLAND. Ejh wanhopige daad. Letteren en Kaast. Wedstrijden Den heer Bamhoorn werd op verzoek, wegens zijne benoeming tot hoofd der scboi 1 te Assendelit, eervol ont slag als onderwijzer aan de school te Overveen tegen lo. Aug. verleend, evenals aan de verloskundige mej. J. A. S. Strandherg. Ingekomen was nog een adres van mevrouw Bi rski-Sillem met verzoek verbetering te brengen in de verre gaand verontreinigde sloot langs hare Elaats „Hartelust". In het door den eer Verkoren uitgebracht rapport werd op de noodzakelijkheid van ver betering van die sloot eveneens de aandacht gevestigd, maar dit zal moe ten blijven wachten tot de herziening der politieverordening die in het na jaar zal worden voorgesteld. Immers men moet daartoe een onderzoek in stellen bij daarnevens gelegen percee- len en bet zou kunnen zijn, dat de eigenaars daarvan, evenals indertijd de heer Bispinck, niet wilden mede werken. De Raad besloot dienovereenkom stig en keurde ten slotte goed, om een rekening van de firma D. Veen Co. van 1892 ad f 19.34 voor ge leverde desinlectiemiddelen, alsnog te betalen. Hierna werd de vergadering gesloten. Verpakkingsmiddel voor Indisch zout. Door de daartoe in Indië benoem de commissie is uitgebracht het ver slag betreffende het gehouden onder zoek en de beoordeeling der ingeko- meiwantwoorden op de prijsvraag voor een geschikt verpakkingsmiddel van Indisch zout. Dit verslag wordt in afzonderlijke bijvoegsels van de Staatscourant van 15 dezer nr. 137 medegedeeld. Ingezonden zijn 188 antwoorden van meerderen of minderen omvang gesteld in vier talen als 21 in 't Ne- derlandsch, 28 in 'tFransch, 73^ in 'tEngelsch en 66 in 'tDuitsch. Van deze 188 antwoorden werden deNos. 1 tot en met 183 ingediend voor den door de prijsvraag bepaalden datum van inzending nl., vóór 1 September 1891; de overige 5 werden na dien datum ingezonden en kunnen dus voor bekroning niet in aanmerkiüg komeneene beoordeeiing dier schrif turen is evenwel gegeven door den secretaris der commissie, dr. Th. van Buuren, te Soerabaya, in een „Be knopt overzicht", bijlage no. 6 Uit de conclusie blijkt dat: wat betreft droging met behulp van warme lucht de beste inlichtinge ven werden door No. 147 door middel van centrifugeeren, door N os. 49 en 100 Wat betreft verpakmiddelen, de beste verpakking aangeboden werd door Nos. 98 en 100 wat betreft vulling, de volledigste machinale vulmethode gegeven werd door No. 100 wat betreft berekening van kosten, het veiligste werk werd geleverd door No. 100. Hieruit blijkt dat het aan geen twijfel onderhevig kan zijn of No. 100 zal in de eerste plaats in aan merking kunnen komen om de door het Nederl.-Indisch goevernement vastgestelde premie van f 10.000 te mogen ontvangen. Wenschelijk ware het echter dat deze inzender nader van advies diende op het punt van „droging", hetgeen voor hem, die blij kens zijne geschriften aan het hoofd staat van de Salinen te Ischl, niet bezwaarlijk kan zijn. Dezelfde inzender heeft eene tweede oplossing van de verpakkingi tie aan de hand gedaan door het zout tot briqnettenvorm te brengen, Deze werkwijze is eveneens op meesterlijke wijze behandeld en zal ianleiding kunnen geven om langs dezen weg tot de oplossing van de qnaestie eener geschikte zo ut verpak king te geraken, die voorzeker finan cieel voordeeliger zal blijken te zijn dan de werkwijze aangegeven in diens eerste beantwoording, waarbij het zout den kristalvorm behoudt. Koninginne-prijs. Bij den Commissaris der Koningin van Friesland is van de Koningin- Regentes, namens de Koningin, ont vangen, een prachtig zilveren theeser vies, bestaande uit blad, theepot, melkkan, suikermand en theekist, bestemd als prijs voor eene harddra verij te Leeuwarden, waarvan de da tum is bepaald op 31 Augustus a. s., den verjaardag der Koningin. Kwartjesvinders Jaopik had gisteren zaken gedaan in de hoofdstad. Eens in 't jaar kom hij over om met zijn klantjes at te rekenen, en dan gaat hij met een grooten groenen zak met geld en wat geschenken voor vrouw en kinderen naar zijn dorp terug. Om een uur of vier had hij al zijn postjes geïnd. Toen ging hij eten bij „Kras", een diner voor een rijksdaal der en daarna had hij voor den laatsten trein nog een paar uurtjes tijd. Die wilde hij besteden met wande len door de muoie winkelstraten. Hij staat dan zoo te kijken voor' ^schitterend m gazijn van Focke Meitzer, toen er een heertje op hem afkomt, hem met hartelijkheid op den schouder klopt, hem de hand drukt en zegt: „Wel Jansen, jongen, hoe gaat het er mee, en hoe gaat 't met de vrouw en met de koetjes..." Jaopik begreep niet veel van die vriendschappelijke begroeting„Dank u, meneer, zegt-ie, dat gaat zoo zoo, maar ik ken je niet en ik heet geen Jansen." „Wat zeg je roept de ander ver baasd uit geen Jansen. Maar kerel hoe heet je dan „Ik heet Jaopik N..." „Neem me dan niet kwalijk hoor, dan heb ik den verkeerde voor" en heel beleefd groetend neemt hij af scheid. Een half uurtje later gaat Jaopik een glaasje bier drinken in „Com merce." Erg gezellig zit hij voor het open venster, verbaasd te kijken naar dien stroom van wandelaars, altijd aar voort flaneerend achter elkaar, een massa menschen zooals hij er slechts ziet in Amsterdam. Juist maakt hij plannen voor de toekomst: Als hij rijk is, wil hij ook komen wonen in de stad, en dan gaat hij eiken avond zitten in een café en dan gaat hij naar de comedies en naar de Fransche bazar.... „Pardon, meneer," zoo stoort plot seling iemand zijn blij gefantaiseer, „heb ik niet het genoegen meneer Japik N... te spreken?" „Ja, dat ben ik," zegt 't boertje verbaasd. „Dat bent u," roept de ander, „waarachtig, neen maar, hou je me niet voor den gek, ben je werkelijk Jaopik N..." „Ja, man 1" Plotseling valt de vreemdeling den man om den hals en met tranen in de oogen flu.stert hij,En kent u dan je neef Herman niet meer Och, och, wat is het lang geleden, dat ik u voor 't laatst heb gezien. Ik was toen drie jaar, maar ik zal't altijd onthouaen..." en onafgebroken ratelt neef Herman door, altijd gauwer, zon der Jaopik in de gelegenheid te laten tegen die aangewaaide familie-betrek king te protesteeren. Want hij herinnerde zich niets van een neef in Amsterdam, van een Her man, maar de jongeheer was zoo vriendelij khij bood hem telkens weer een cognacje aan, en hij sprak zoo hartelijk over zijn tante en zijn neef en zijn nichten, dat 't boertje eindelijk begon te twijfelen. En toen „neef" dit begon te mer ken, stelde hij hem voor nog een eindje verder op te gaan. Vriendschappelijk koutend wan delden zij samen de Kal verstraat uit den Dam] over, de Warmoesstraat door en eindelijk sloegen zij een nauwe dwarsstraat in. „Daar is een café, zei neef Herman, waar je bier kan krijgen, bic, me neertje, zooals nergens anders in Am sterdam." „Goed, zei Jaopik, dat wil ik wel doen, als jij me maar helpt onthou den aan m'n tijd, want ik moet be paald met den laatsten trein weg.' O, daar kon hij op rekenen. Juffrouw, wilt u eens twee biertjes brengen?" 't Waren kolossale pot ten. Jaopik schrok er van en hij voelde zich heelemaal niet erg op zijn gemak, 't Was er zoo warm en zoo rookerig en dan hing er een groot groen gordijn, waarachter voortdurend een geroes van stemmen klonk, har de stemmen, tusschenbeide aanzwel lend tot den ruzietoon. Maar „neef" wist hem gerust te stellen met allerlei praatjes. Na een poosje kwam toevallig ook de heer binnen, die den buitenman 't eerst had aangesproken, 't Bleek een goede kennis te zijn van Herman en zoo schoot hij bij aan 't tafeltje. Willen we een potje kaarten stel den de beide heeren voor. Jaopik had er niet tegen, en hij had nergens meer tegen, want al dat lekkere bier en die cognac, zoo welwillend aan geboden, benevelden hem het verstand. Da dria orang oecana. De apen die in Artis zoo veel be zoek hebben getrokken, zullen van Zaterdag af gedurende negen dagen in de Rotterdamsche diergaarde ten toongesteld worden. Tot geruststelling der Rotterdam sche bezoekers deelt de N. R. Ct. mee, dat de dieren in groote kooien blij ven opgesloten, hoeveel ze ook op menschen mogen gelijken. Een k^aase oude. Zaterdag zal de oud-strijder Hen drik Snijder te Nijmegen, die aan den slag bij Waterloo deelnam, zijn 101 sten verjaardag vieren. De oude man is voor zijne jaren nog vrij kras. Overreden. Donderdagochtend is te BeelEls- loo door trein 36 een meisje overre den en onmiddellijk gedood. Woensdag heeft zich te Lonneker de 28-jarige J. W., vrouw van H. J. K. met haar kind, een tweejarig meisje, dat zij met zakdoeken om haar lichaam _iad gebonden, ver dronken. zich zelf genomen niet zeer dichter lijke stof: een latere inrichting, die meer impressie geeft, dan wezenlijk heid van vorm. Van de voorlaatste „driej aarlij k- sche" herinneren wij ons een groot doek met hyacinthen, vandenAme- rikaanschen schilder Hitchcock, dat een rammelenden indruk maakte en waarop dan ook iedere bloem op zich zelf behandeld was. Ter expositie thans in Arti, geeft A. L. Koster uit Haarlem een aquarel van bloeiende tulpen- en hyacinthen- velden, en gelijk hij dit ook reeds in schilderijen, die wij van hem za gen, mocht bewijzen zijn werk beves tigt de waarheid dat aan de o p v a t- t i n g der dingen de beslissing is over hetgeen de schilder al dan niet binnen het kader zijner kunst mag trekken. En zoo trof de teekening van Koster ons door het frissche en ongemeene van het onderwerp en den harmonischen indrukwaartoe de sterke kleuren zijner bloembedden samenvloeien. Jaopik verloor, en verloor, hij ver loor al 'tgeld, dat hij bij zich had, en bovendien de presentjes voor zijn gezin, en toen hij des morgens met barstende hoofdpijn wakker werd op een stoep, had hij alleen nog maar zijn retourbiljet om huiswaarts te keeien. ,Neef" en zijn vriend waren natuur lijk gevlogen en Jaopik schaamde zich over zijn zwakheid, dat hij zon der kennis te geven van het voorval vertrok naar zijn dorp. Tel. Werkstaking. Twee honderd van de 260 arbei ders, t« Winschoten bezig met het hergraven van hetBeersterdiep, staak ten Donderdag morgen het werk. Zij kregen J 2 en vroegen nu 3 per strekkenden meter en hun eischis niet ingewilligd. Ruim 100 personen ston den voor den woning van den burge meester doch waren(rustig. Marechaus sees uit Finsterwold zijn aanwtzig. De vreemde arbeiders zijn vertroktten en de aannemers hadden het voorne men des avonds een stoommachine in werking te stellen om den arbeid voort te zetten. De werktijd was 10 uren en het dagloon bedroeg 1.30. Moordaanslag te Amsterdam. Een treurig voorval heeft Woens dagavond in de Blankenstraat te Am sterdam plaats gehad. Al sedert ge- ruimen tijd was zekere Maaren van zijn vrouw gescheilen, en deze woonde bij hare moeder in. Woensdagavond nu vervoegde de man zich aan het huis van zijn gewezen schoonmoeder om zijne vrouw te spreken, en haar te bewegen met hem mede te gaan. Zij had hier geen ooren naar, en Maa ren, op de trap staande, haalde toen plotseling een geladen revolver uit zijn zak, en loste drie schoten op haar. Twee schoten troffen haar in den rug en één in 't gezicht. Op het knallen der schoten en het gekerm der vrouw kwamen de buren toe snellen, en spoedig was er een heel oploopje voor de deur. Weldra was ook de politie ter plaatse, die den moordenaar arresteerde en naar het politiebureau op de Kattenburger gracht overbracht. Het wapen en de doos met patronen werden in beslag genomen. De vrouw werd per vigelante naar het Binnen-Gasthuis vervoerd, waar gelukkig bleek, dat de wonden niet levensgevaarlijk waren. Zij werd daar verbonden, en kon nog's avond huis waarts keeren. Een middel om natte lucifers goed te doen branden, wordt door de Jus tice medegedeeld. Als men de luci fer, hoe vochtig ze ook is, een paar maal door de haren strijkt, zal ze zoo goed branden, als de beste. De vocht- opslurpende eigenschappen van menschen hoofdhaar doen aanstonds alle vochtdeelen uit de natte lucifer verdwijnen. Een proef, met dit middeltje van de Justice genomen, gaf de beste re sultaten. Een lucifer, die eenigen tijd behoorlijk doorweekt was, en indien toestand weigerde te ontvlammen, brandde ffink, toen ze een oogenblik met het hoofdhaar in aanraking was Tulpen- en hyaeinthenvelden. schrijft uit Amsterdam i Men de N. R. CL Het verdient opmerking, dat tot heden onze schilders zich zoo goed ale nooit lieten gelegen liggen aan onz bloeiende hyacinthen-en Tulpen velden, die zich in het voorjaar als veelkleurige bloemtapijteu over de akkers van Kennemerland gezichten ver uitspreiden. Zelfs kunstenaars, te Haarlem geboren en getogen, maak ten op den regel geene uitzondering. Waarschijnlijk is van die onthouding eene der redenen, dat de stijve bloem der hyacinth het schilder3oog weinig kon bekoren. Reëel opgevat, zou zoo'n in felle kleurvakken mathematisch verdeeld hyacinihenveld op schilderij of teekening dan ook geen smaak volle vertooning maken, en het schijnt voor een latere inrichting in de schil derkunst bewaard te zijn gebleven, in deze zich te wagen aan eene op Zeeweringen en WaterBehap pen ia N.-Hollaad In 1862 besloten de Staten van het Noord-Holland te doen uitgevende „Beschrijving der Zeeweringen en Waterschappen in Noord-Holland", bewerkt door den toenmaligen grif fier mr. A. G. de Vries Az. De dik werf ingewikkelde toestand van het dijks- en waterstaatswezen in Noord- Holland is door die beschrijving tot meerdere klaarheid gebracht, en het hoogst belangrijke boek werd de vraagbaak voor ieder die zich met de polderaangelegenheden vertrouwd wenschte te maken. Het was echter door den loop der omstandigheden verouderd de toe stand van een belangrijk deel der provincie was, nit een waterstaat kundig oogpunt, in de laatste 39 jaren zéér veranderd. Wij noemen o. a. de doorgraving van Holland op zijn smalst, de droogmaking der IJpolders, den aanleg van het Mer- wede-kanaal enz. om niet te spreken van de vele stoombemalim.swerktui- gen in tal van polders. Met het oog op al die veranderin gen is nu een tweede uitgaaf van het boekwerk in gereedheid gekomen. En dit groote werk is geheel ten einde gebracht door den commissaris der Koningin in Noord-Holland, jhr.mr. J. W. M. Schorer. Persoonlijk heeft de heer Schorer zich de moeite ge troost, dezen hoogst omvangrijken ar beid tot stand te brengen. Ooi één staaltje van den omvang te noemen, vermelden wij dat, sedert de uitgave van mr. G. de Vries Az., voor ruim 140 waterschappen een bijzonder re glement door de Staten is vastgesteld. De commissaris der Koningin in dit gewest heeft hierdoor opnieuw getoond dat de belangen van Noord- Holland hem na aan het hart liggen. Het werk telt ruim 900 pagina's en is van kaarten voorzien. N. R. Ct. Coa cours hippique. Als m sde ter gelegenheid van het Landhuishoudkundig Congres, Utrecht gehouden, werd daar Don derdagmiddag door het Genootschap van Landbouw en Kruidkunde aan geboden een concours hippique, be-: staande uit negen nommers. Voor het eerste nommer het schoon-, ste paard (inl.), eigendom van land-, bouwers van beroep in de provincie Utrecht, ingespannen voor tweewielig rijtuig (prijzen ƒ30 en ƒ15), waren ingeschreven en opgekomen 16 paar den, waarvan den in prijs won Bataa)\ dat haar zoo deed ontstellen, dat zij onwillekeurig den adem inhield. Wat zij zag was echter niets afschrikwekkends. Niets dan een grooten regenmantel op een stoel, een paar pantoffels op den grond en op een tabonret een sitsen japon, een rok, manchetten en een paar kousen. Met een ontstelden blik op het bed naderde Ailsa deze voorwerpen. Zij nam de pantoffels op. Aan de zolen en het leer kleefde aarde, door den dauw nat geworden. Zij wierp den rok over haar arm en nam de manchetten in haar hand. Deze droegen ook de sporen van moddervlek ken, de sitsen japon was nog schoon, maar verkreukt door dat ze aan de vochtige nachtlucht was blootgesteld geweest. „Arm kind!" zeide Ailsa en keek bedroefd naar het meisje, dat zuchtende onrustig in bed lag te woelen. „Zij is weer aan het slaapwandelen geweest. Voor het eerst na haar zes tiende neen vijftiende jaar. Zij is ook zoo onrustig. Zij mag echter niet weten, dat zij geslaapwandeld heeft. Het zon haar maar doen schrikken en het gevolg hebben, dat zij het weer deed." Ailsa borstelde den regenmantel af en hing dien in de kast. De andere kleedingstukken bracht zij naar haar eigen kamer en legde ze neer in een lade om ze op haar gemak schoon te maken. Iets later in den morgen ontwaakte lady Barth en lag eenigen tijd in de kamer rond te kijken. Door eene open staande deur eener anti-chambre kon zij een harer onderge schikten, eene nurse uit Londen, zien slapen. „Nurse 1 nurse 1" riep lady Barth. Hare stem was nooit sterk, zelfs niet wanneer zij gezond was; deze was dan nu ook niet in staat om de vrouw te doen ontwaken, en naar een koord grijpende, dat naast haar hing, trok lady Barth nu de bel over, die dicht boven het hoofd der slapende hing. „Nurse, ik wil het kind hier hebben 1 Ik voel mij zoo een zaam." Deze woorden klonken als een deerniswekkende jammer klacht. De nurse, die eene veel te groote personage was om het kind te halen, belde eene dienstbode. Mevrouw Barth had ruimschoots den tijd om te liggen nadenken over de onschat baarheid van het eenige wezen in de wereld, dat haar toe behoorde, al wachtende op de komst van het kind, dat bij haar het gevoel van eenzaamheid zon verdrijven, terwijl de dienstbode langzaam kwam aanloopen om het bevel te ont vangen de kleine bij mevrouw te brengen. De dienstbode nam er den tijd voor zooals iedereen in Barth House deed en begaf zich naar de kinderkamer, die zich midden in het gebouw bevond, en waarin de gangen, die naar beide vleugels leidden, uitkwamod. Zij klopte op de deur, stak haar hoofd naar binnen en riep eene forsche jonge vrouw, die in een grooten, luien stoel gezeten, verondersteld werd over de wieg te waken, toe „Lady Barth wil het kind bij zich hebben De min, die even vast sliep alsof zij in haar bed i wreef zich de oogen uit, ging rechtop zitten, keek om zich heen en wendde zich naar de wieg. De wieg was leeg! Natuurlijk was de verbijstering der vrouw de reden, zij zelfs de gordijnen schudde, de kussens en uekens c lichtte alsof het kind zich daaronder had verstopt, als war het een miniatuurpoppetje in plaats van een engelsch kind van redelijke grootte. „Bahzeide zij. „De nurse heeft mij hier slapende j vonden en het kind meegenomen om mij te plagen. Wie kan nu ook|voortdurend waken?" In plaats van nu naar de kamer harer meesteres te g begon zij haar morgentoilet te maken. Er verliep eenige tijd, toen haastige voetstappen zich ia de gang deden hooren, en lady Barths nurse binnentrad, met rood gelaat en toornig. „Waaroai brengt gij het kin! niet? De moeder vergaat van ongeduld. Ik heb nog nooit iemand gezien, die op zulk eene manier voor een kind zorgde. Breng het dadelijk!" Zij sloot de deur verontwaardigd, toen de andere uitriep! „Het ie hier nietGij hebt het zelf „Ik? Het kind hebben? Gij ijlt!" Zij begaf zich naar de wieg en bevond dat deze leeg wa?* Beiden zagen elkaar aan. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1894 | | pagina 2