W e dstrijden.
Rechtszaken.
Politiek Overzicht.
GEMENGD NIEUWS.
Wereldtentoonstelling te
Antwerpen.
Genie h. t. 1.J. van Oldenborgh,
O. Gunning, J. Gualthérie vanWee-
zel.
Infanterie 0. I.A. Hartevelt, P
H. van der Linde, J. H. C. Vastenou.
J. E. W. Verschuir, W. V. B. van Bijle-
velt* J. D. Cox, C. W. van Ginkel,
J. J. Mulder, M. W. Broekman, W.
B. Regenhart, J. H. Kruijt*, T. D.
Struijck, C. H. C. Smit, J. F. E. Wil-
lemsz, A. J. Ensink, H. vanderSan-
de, H. P. C. Hoetjer*, H. J. van Zij 11
de Jong, W. A. H. du Cloux, F. M.
L. Horsting*, H. Romswinckel, J. B.
van Aken*, F. B. Nunnink.
Cavalerie 0. I.A. W. Schneider,
O. L. C. de Bruin, J. Amesz, C. D. A.
Deibert*, G, E. Visscher.
Artillerie 0. I.R. van Eek, C.
Fuhri*. W. H. C. Holle. N. J. Ruc-
kert, A. R. T. Bouman*, H. J. D. de
Fremery, W. A. Blits, G. J, Voor-
wijk, J. J. F. A. Beunk, J. Schultz, H.
Kerremans*.
Genie O. I.: H. van Tongeren, T.
van Erp.
Drie cadets zullen andermaal de
lessen moeten volgen, terwijl een ca
det, wegens ziekte, niet aan het exa
men heeft kunnen deelnemen.
weezen wachten op eene uitkeering,
groot 500. De weduwen eischen na
tuurlij k uitbetaling.
Er heerscht eene algemeene paniek
onder de leden van den Bond over
de wijze, waarop zij zijn bedrogen ge
worden.
Een 3 a 4tal jaren terug gingen er
al stemmen op tegen de groote uit
gaven, die het hoofdbestuur maakte
Dij jaarvergaderingen enz., doch nooit
werd er aan gedacht dat alle uitga
ven voor rijtoertjes, die het hoofdbe
stuur na afloop der algemeene verga
deringen maakte, uit de beurs wer
den betaald van den armen contri-
bueerenden politie-ambtenaar.
Uit het verslag van den penning
meester over het afgeloopen boekjaar
1893 bleek, dat er ruim 4000 was
ontvangen, maar ook dat er ruim
ƒ3000 was uitgegeven (o. a aan boek
werken ruim 400).
Voorwaardelijk.
en de verkoop had op de als vroeger
gewone conditiën zonder stoornis
plaats, tot groote spijt van Z. en zijne
eestverwanten.
Da „Koningin Wilhelm ina".
Het pantserdekschip Koningin Wil-
helminais Woensdagnamiddag na te
zijn gelicht, vlot gebracht en in de
haven van Nieuwe Diep gesleept,
oogenschijnlijk zonder schade.
Tuijnenburg.
Uit Amsterdam schrijft men
de N. R. Ct
Nu van andere zijde gewaagd is
van eene reisgezellin van den voort-
vluchtigen voorzitter van den Alge-
meenen Nederlandschen politiebond
Tuijnenburg, is er geen bezwaar meer
mede te deelen, dat de bedoelde jon
ge dame reeds vóór eenigen tijd te
Hilversum in het gezin van T. de
betrekking van gezelschapsjuffrouw
vervulde, doch door de vrouw des hui
zes ontslagen werd.
Kort daarna had het vertrek naar
Antwerpen plaats. Tuynenburg had
zijne vrouw in den waan gebracht,
dat hij dé&r gemakkelijker dan in
Nederland opnieuw een politiecom
missariaat zou kunnen machtig wor
den. Het schijnt, dat hij de meerbe-
doelde jonge dame heeft uitgenoodigd
zich mede naar Antwerpen te bege
ven, om daarna met hem \erder te
reizen. Zijne vrouw keerde alleen uit
Antwerpen naar Amsterdam terug.
Men weet reeds, dat de aandacht
der justitie allereerst op Londen als
de vermoedelijke verblijfplaats van
T. was gericht. Nu echter heeft men
vermoeden op eene gansch andere
Jlaats in Europa, waarheen T. reeds in
anuari dezes jaars eene reis ondernam
en waar ook zijne tegenwoordige reis
gezellin, die in staat is zijn gemis aan
kennis van vreemde talen aan te vul
len, evenmin eene onbekende is.
Waar nu het onverwijld nemen van
maatregelen tot opsporing uiterst ge-
wenscht moest schijnen, is het wel
een weinig zonderling, dat de justitie
zich eerst langdurig heeft bezig ge-
houden met de vraag, of deze zaak
behandeld moest worden door den
officier van justitie te Amsterdam,
dan wel door diens ambtgenoot te
Utrecht.
Met het oog op eene aanvrage tot
uitlevering door het buitenland, is de
aanklacht thans gegrond op „verduis
tering, subsidiair diefstal met braak."
Van het verdwijnen van den voor-
maligen president van den Algemee-
nen Nederlandschen Politiebond zijn
dupe geworden ruim 300 politie-amb-
tenaren van den laagsten rang, die
zich in de afdeeling C. hadden laten
inschrijven voor eene uitkeering in
eens van ƒ100 bij overlijden, alsmede
degenen die zich in het pensioenfonds
en de weduwen en weezenkas hebben
laten inschrijven.
Er doen zich thans 2 gevallen van
overlijden voor, maar de weduwen en
Op straat gezet.
Dinsdagmiddag is te Amsterdam
bij rechterlijk bevel, op verzoek van
de tegenwoordige eigenaren, die over
hun huis wenschen te beschikken,
wat niet tot den Artisschouwburg be
hoorde, op straat gezet.
Decors, stoelen, costuums, gordij
nen lagen in eene bevallige wanorde
in de Plantage. Aan nieuwsgierigheid
geen gebrek. Een van de populairste
leden van het vroeger gezelschap riep:
ik ben onschuldig, ik heb een alibi!"
Een ander mompelde spottend met
de herinnering aan eens gezongen
coupletten„de Artisschouwburg gaat
nóóit verloren!"
Thans is de schouwburg gesloten
en zijn alle deuren van hangsloten
voorzien.
De onttroonde directie Kreeft en
Buderman zal nu wel gaan pr^cedee-
ren, doch daarmee blijven zij toch de
onttroonde heerschers van den Artis
schouwburg.
Welk een einde van een zoo glans
rijk en hoopvol begin
(Amst. Ct.)
Sic transit enz.
De victorie- of zoogenaamde Se-
quah-wagen deed in het Ginneken
steeds dienst bij feestelijke gelegen
heden en zou ook de schutters der
kouinklijke handboogschutterij Wil
lem III onder de zinspreuk Vlijt en
Volharding ronddragen in het fees
telijk versierde Etten, ter gelegenheid
van het groote concours op 22 Juli
3. Doch het zal niet zoo zijn.
De Sequahwagen, die overal in
den lande roemrijke zegetochten heeft
medegemaakt, zal weldra de werk
plaats van den rijtuigfabrikant ver
laten alslijkwagen.
Worstelen,
De tweede avond van den worstel
wedstrijd in Victoria te Amsterdam
is onbeslist gebleven. De Franschman
bewee3 weer zijn meerdere kracht in
de handen, terwijl hij steeds veel
voordeel heeft van zijn langere armen,
Daarentegen is Remus buitengewoon
vlug in het wentelen om zijn lengteas
en het omwerpen van zijn beenen,
terwijl zijn nek zoo sterk is, dat het
voor Gérardy onmogelijk was hem
op den grond te drukken, hoewel hij
zulks soms op minder faire wijze door
herhaald bonzen poogde gedaan te
krijgen. Over 't algemeen worstelde
Remus Dinsdagavond mooier dan Gé
rardy, die zeer ruw was.
Een rumoerige verkoopiiig.
Maandag had te Voorst in „Het
Wapen van Gelderland" ten overstaan
van notaris Wilbrenninck de meer
malen aangekondigde verkoop van
rijzen plaats. Gesterkt door het op
den vorigen verkoop toegeven om
geen perceelgeld te heffen en aange
moedigd door eenige opruiers, kwam
men nu met nieuwe eischen. Zekere
H. voerde het woord en werd door
een zestal anderen bijgestaaner
mocht geen 10 pet. opgeld doch slechts
6 pet. geheven worden.
Nauwelijks was hun duidelijk ge
maakt, dat dit onmogelijk wis en
daarmede de onkosten niet eens kon
den gedekt worden, of het zestal stond
op met de woorden: „die zijn geld
niet moe is, volgt ons." Eerst volg
den enkelen, langzamerhand meer, en
toen er'gedreigd werd, verlieten allen
het verkooplokaal; die achterbleef
werd bij den arm mede getroond.
Men gaf een half uur tijd en trok
toen naar de herberg van Koldeweij
om het antwoord af te wachten. Wat
te doen? De rijzen moesten 25 Juni
uit de bosschen verwijderd zijn. Na
eenig beraad werd door verkoopers
besloten de 4 pCt. zelf te betalen.
Hiervan werd aan de afwezigen ken
nis gegeven en onder het zingen van
sociale liederen trok men weder naar
Het Wapen van Gelderland", alwaar
de verkoop na een daverend hoerah
zonder verdere stoornis plaats had.
Om zes uur zoude een 2de verkoop
aan de Gietelsche Brouwerij plaats
hebben. Ook hier hadden eenige op
ruiers post gevat. Zekere Z. wilde het
woord voeren en noodigde de koopers
uit met hem de zaal te verlaten. Zij ne
woorden vonden echter geen ingang
Woensdagavond heeft Gérardy we
der de partij van Remus verloren.
De stand der match er moet nog
viermaal geworsteld worden is nu
dat Remus twee keer gewonnen heeft
en dat een keer de strijd onbeslist
bleef.
Valache bankbiljetten.
Het verhoor der getuige wed. Leu
gens heeft hedenmorgen weinig bij
zonders opgeleverd. De koopman Jor
dan bevindt zich te Antwerpen en
was opnieuw verhinderd. Het onder
zoek is nu gesloten en de uitspraak
bepaald op Donderdag 28 Juni,
morgens 10 uur. Hbld.
wetten heeft te stellen ten aanzien
van hetgeen ligt binnen haar gebied,
zonder aan eenig mensch onderwor
pen te zijn, maar zich gaarne verstaat
met het burgerlijk gezag. Z. H. geeselt
vervolgens de vrijmetselarij en ver
klaart te rekenen op de samenwerking
van alle godsdienstigen, om de ram
den van den oorlog te bezweren.
W.rnt: Europa heeft meer den schijn
dan de werkelij kheid van vrede. Het
sociale vraagstuk wordt vervolgens
aangeroerd, naar aanleiding waarvan
de Paus zegt dat de vrijheid der vol
keren zich voegen moet naar en in
overeenstemming moet zijn met de
macht der regeerenden, welke ook de
naam der regeering zij, opdat verme
den worde, dat het einde dezer eeuw
gelijke op dat der vorige.
Woensdag is de russische troonop
volger aan boord van het russische
jacht Polarstern te Gravesend aan
gekomen.
De twist over het belgisch-engelsche
Congo-tractaat, dat zoo de algemeene
aandacht trekt, wijl Duitschland en
Frankrijk er ook in betrokken zijn,
zal waarschijnlijk spoedig zijn bijge
legd, daar Engeland en koning Leo
pold rekening zullen houden met de
door Duitschland tegen dit tractaat
opgeworpen bezwaren.
Men schijnt het er reeds bijna over
eens geworden te zijn in de grensdis
tricten tusschen Duitsch Oost-Afrika
en den Kongo-staat het status quo
ante onveranderd te laten blijven."
Als daardoor het pachtcontract (dat
aan de Engelschen officieel eene reeks
stations in den rug van het Duitsch-
Oostafrikaansche bezit zou waarbor
gen) kwam te vervallen, zoo zou dit
natuurlijk toch niet uitsluiten dat
Engelsche particuliere maatschappij
en over het Kongo terrein voor eigen
rekening telegraaflijnen en spoorwe
gen konden a nleggen, om ten be
hoeve van handel en verkeer de ver
schillende deelen van het Engelsche
gebied met elkaar in verbinding te
brengen,
De toestand in Marokko blijft be
vredigend. Ook de Kabyien hebben
Abdoel Azis als sultan erkend. Ook
is men algemeen van oordeel, dat de
nieuwe sultan de verplichting tegen
over Spanje zal nakomen, tot betaling
van de 5 millioen pesetas, die zijn
voorganger gecontracteerd had te be
talen als oorlogsschatting.
De Transvaalsche strijdmacht heeft
na een hardnekkig gevecht de ver
sterkte positie van net opperhoofd
Malaboeh stormenderhand ingeno
men. Malaboch, door zijne aanhangers
verlaten, is naar de hoofdkraal ge
weken. De blanken hebben geen en
kel verlies geleden. De aanvoerder
der Sewaas, van wien men meende
dat hij goedgezind was, heeft eene
dreigen .e houding aangeno -en. De
pachters in dat district zijn uit voor
zorg naar het kamp getrokken.
ging aangeplakt:
Uytdaeginghe.
!Een vreemde |ridder soeckende
gansch de weirelt door eene gunstighe
ghelegenheyt om sijnen moedt te
toonen is aenghecomen om deze stadt
van Antwerpen, wijd ende sijd ver-
maert ende besocht door vele edele
Heeren. Daer hij te weten is gheco-
men dat hij hymelyck wordt aenge-
claeght de edel vrouwen uytmuntende
door haere schoonheydt ende door
haeren hoogen rang niet den ver-
schuldigden eerbiedt ende ghenegen-
heydt te wijden, sooals het mannen
van sijnen stand betaemt, ende dat
verscheydene deser edel vrouwen hem
van sulcke onheuscheydt verdencken,
soo ist dat hij besloten heeft in het
strijdperek te treden op Dinsdaghl9
juni 1894, ten twee ueren, des nae-
middaghs, op de Merckt van Oud-
Antwerpen, ende bereyt is te houden
staen dat men hem belastert ende te
be wij sen, te paerd, met de lans in de
handt, dat hij de vrouwen sooveel
eerbied toedraeght als eenigh ander
ridder ter weirelt ende hierin niet
ten achter en staet tegen wie het
oock sij of tot welcke natie of stand
hij behoore.
Deze uitdaging is opgenomen ge
worden door een vijftigtal ridders van
alle naties, die met hunne pages, ho
velingen, narren en slaven waren toe
gestroomd; jmeer dan 200 man en
69 paarden, kemels enz. in rijk ge
waad.
Om een gedachte te geven van dit
schoon feest, deelen wij het program
ma mede
PROGRAMMA.
Ringsteken in den
In de jongste Encycliek van den
Paus, waarvan de openbaarmaking
ophanden is, worden in herinnering
gebracht de betoogingen van 's Pau
sen jongste jubileum.
Hij gewaagt met smart van de na
tiën welke van de Roomsche kerk
zijn losgescheurd, en erkent dat te
genwoordig de oostelijke volken beter
gezind zijn ten opzichte van het ka
tholicisme. Dezen laatsten spoort hij
aan tot eendrachtige aaneensluiting,
onder belofte zijnerzijds hunne kerke
lijke gebruiken en privilegiën te zul
len handhaven. De Paus noemt ver
der de protestanten op, die tot de
Kerk teruggekeerd zijn, en roept den
overigen toe, dit voorbeeld te volgen.
Hij beveelt den katholieken aan zich
te onderwerpen aan de Kerk, welke
Antwerpen, Dinsdag 18 Juni 1894.
Heden had plaats in de wijk
oud-Ant werpendie waarlijk het
kunstjüweel der expositie is, eene
reproductie der zoo beroemde tour-
nooien of steekspelendie rond
1594 in vollen bloei waren. Het we
der was helder en aangenaam, ook
was er eene menigte volks to€
stroomd, die wel op 10000 man kan
gerekend worden, en die met geest
drift bezield door het yverschoone
schouwspel in een „cader ad hoe'
menigmaal in luide toejuichingen is
losgebarsten.
Reeds voor eenige dagen was in
Oud-Antwerpen de volgende uitda-
ALGEMEEN
le Tooneel.
aard van diegene, welke door aarts
hertog Ernest gevierd werd tijdens
zijne Intrede te Antwerpen in 1594.
2e Tooneel. Het steekspel.
3e Tooneel. De wedloop met de
werpspiesen.
4e Tooneel. De uitdeeling der
prijzen aan de overwinnaars in de
ringsteking en in het steekspel.
5e Tooneel. Uittocht van den
stoet.
UITVOERIG PROGRAMMA.
Eeste Tooneel.
le Figuur. Intrede der voorname
personages, die plaats nemen op de
tribuun, die hun voorbehouden is.
2e Figuur. Intrede aer vier Voor
zitters van het steekspel, die hunne
trede bestijgen.
3e Figuur. Aankomst van twee
edele Boden gevolgd door drij Rid
ders, gekleed alsof zij van verre lan
den kwamen, die aan de Voorzitters-
Rechters van het steekspel de geschre
ven uitdaging overhandigen.
4e Figuur. Intrede van den stoet
aangevoerd door den aartshertog Er-
nest en samengesteld als volgt:
A. Een Ruiter, die op de trommel
slaat.
B. Acht romeinsche trompetters.
C. Zes dienaars te voet in zijden
kleederen.
D. De aartshertog Ernest, gekleed
op zijn Romeinsch.
E. De heeren van zijn gevolg insge-
lijk gekleed als Romeinen:
Peter Henriquez de Gusman, Graaf
van Fuentes, afgezant van den Ko
ning van Spanje.
Karei van Aremberg, Prins van het
Duitsche Keizerrijk, Ridder van het
Gulden Vlies.
Karei, Graaf van Egmont.
De heer van Vorsen.
F. Dienaars te voet die de Heeren
vergezellen.
G. Twee jonge Edellieden, die de
lansen dragen, waarvan de aartshertog
zich bedient en rond welke zijne kleu
ren gerold zijn.
ziel brandde. Zij hoorde het kind weeklagen; zij hoorde het
gekreun der ontroostbare moeder. Zij meende, dat zij terug
keerde om het kind uit zijn graf in het water weer te voor
schijn te halen, maar te laat. Het lichaam was reeds onder
water verdwenen.
Bij haar ontwaken was hare eerste gewaarwording een ge
voel van afgrijzen' Daarna gevoelde zij eenige verlichting bij
het besef, dat er geen misdaad was begaan, en was ook de
haat voor den zuigeling verdwenen.
Maar nu bereikte haar plotseling het bericht, dat het kind
verdwenen was!
Verdwenen? Zonder een spoor achter te laten?
Dus haar droom was werkelijkheid geweest?
Had zij het kind vermoord?
Indien dat zoo was dan drukte niet alleen het verplette
rende wicht van het schuldbesef op haar het ondragelijk
medelijden voor de ontroostbare moeder maar de ont
dekking zou volgen; men zou te weten komen, dat zij den
dood van het kind had veroorzaakt.
Wie zou geloof hechten aan de geschiedenis van het slaap
wandelen? Wie zou gelooven, dat zij, die zulk een grootbe
lang had bij den dood van het kind, het niet in koelen
bloede had vermoord?
Als zij werkelijk het kind had gebracht naar het bassin
te Willesden, dan moest men haar gezien of het lijkje spoe
dig gevonden en herkend hebben.
Terwijl aldus de gevoelens waren van haar, die onbewust
den erfgenaam van de familie Barth uit den weg had ge
ruimd, waren de gewaarwordingen van James Wrigley, die
eene zelfde daad had willen begaan, geheel anders.
„De jonge Barth is door iemand gestolen of van het leven
beroofd riep hij tot zijne vrouw.
„Wat wie?" gilde mevrouw Wrigley, haar echtgenoot
veelbeteekenend aanziende.
„Weet ik wie? Maar nu hij eenmaal weg is, verlang ik hem
niet terug."
„O James," zeide zijne vrouw hierop, „denk eens aan zijne
moeder."
„Wel vrouw, denk jij eens aan je kinderen."
„Maar Myra dan?"
„Die zal jong sterven evenals hare moeder. Het is een
groot schandaal, dat meisjes erven.",
„Er is een man mijnheer om u te spreken," zeide eene
dienstbode.
Die man was Tony Pettigrew.
Hij nam zijn heer ter zijde.
„Nu mijnheer, heb ik geen gelijk Mijn neef Timmy Titlow
vertelt en bezweert het, dat hij van nacht om een uur eene
vrouw een kind in het bassin te Greenwood heeft zien werpen."
„Ik zal het bassin laten doorzoeken," riep Wrigley uit.
„Dat is al gebeurd, en iedereen zegt, dat Timmy gedroomd
heeft."
„Zij zullen het wel nauwkeuriger onderzoeken. Ik zal er
zelf eens heengaan. Haal eens een dreg voor mij Tony. Ik
loof vijf pond uit voor dat onderzoek tot het vallen van
den avond.
HOOFDSTUK IH.
Herinneringen.
Zooals een moordenaar rondwaart op het moordtooneeb
zoo waarde James Wrigley rond om Barth House. Na het
onderzoek in het reservoir begaf hij zich naar Barth House
en als gehuwd neef en geneesheer had hij toegang tot Myra's
kamer.
„Ik heb het bassin van Greenwood laten doorzoeken,"
zeide James, „maar er is geen spoor van het kind te vin»
den. Wanneer komt George Fitzroy terug ?"j
„Ik verwacht hem ieder uur," stamelde Myra.
„En dan ga je zeker trouwen nietwaar?"
„Neen ja neen O, dat kan ik nog niet zeggen."
„Nu, sedert dat kind verdwenen is, kan je een kolossaal
fortuin ten huwelijk medebrengen, Myra."
„Ik wil dat fortuin niet hebben 1" riep Myra uit en ver
hief zich van haar rustbed. „Niet voor zulk een prijs. Ik wil,
dat het kleine kind weer wordt opgespoord."
Zij verborg haar gelaat op hare armen en James Wrigley
ging heen, haar alleen bitter schreiende achterlatende.
Toen Myra weer eenigszins tot bedaren was gekomen en
haar arm voor haar gelaat wegnam en in de kamer rond
keek, zag zij dat Ailsa -haar aanstaarde met eene uitdrukking
van vrees, medelijden en stomme onderworpenheid.
Wordt vervolgd.)