Het Geheim van een Despoot HAARLEMMER HALLETJES. VILLIERS DE L'ISLE-ADAM. The-Thang's blik ging over deme- j nigte der mandarijnen, prinsen zijner familie en hofdignitarissen. De koning wist, dat zij hem haatten; wantrou wend zag hij naar de verschillende groepen, waar men op eerbiedigen In het Noorden van Tonkin ver-'toon stond te fluisteren. Aan niets heffen zich, te midden van gouden1 denk nd dan aan vernietiging, aan rijstvelden, de in hare zeden nog half- nieuwe gruwelen om zij ne heerschappij Tartaarsche steden van de provincie,te handhaven, peinsde hij somber Konong-si met hare pittoreske torens, voort, zich ieder oogenblik erover tot aan de centrale vorstendommen j verbazend, dat hij nog leefde, van het middenrijk. Plotseling openden zich de groepen In die streek heeft de overigens inom een officier door te laten, die een China zeer verspreide leer van Loo-onbekenden jongen man met groote, Theu het geloof aan de Poussah's, een soort van eigenaardige goden der Mongolen, nog niet kunnen overwin nen, en daar tiert alzoo het Chinee- sche bijgeloof veel sterker dan in de dichter bij de hoofdstad Peé-tsin (Pe king) liggende provinciën. Het geloof aan de Poussah's, waarin zelfs de meer verlichte geesten en degrooten des lands deelen, is van Maleischen oorsprong, maar onderscheidt zich door het aannemen van een onmid- dellijken invloed der goden op de aan gelegenheden des lands. De voorlaatste onderkoning van dezen onmetelijken, keizerlijken vazal staat was de heerscher The-Thang, wiens beeld nog heden ten dage als dat van eep geweldigen tyran levendig in de herinnering des volks bestaat. De pogingen om aan zijne geweldena rijen een einde te maken, waren dan ook talrijk en vereischten eene onver poosde waakzaamheid en het gebruik Van voortdurende dwangmiddelen van de zijde des konings, totdat hij plotse ling in het bezit van een geheim kwam, dat eenklaps al zijne maatre gelen overbodig en het mogelijk maakte, dat deze despoot te midden van de haat zijner onderdanen en de wraakzuchtige plannen zijner vijan den in vrede kon leven en als hoog bejaard grijsaard sterven kon. Dat gebeurde aldus: Op een zomermiddag zat op de koelste plek van "zijne kostbare zalen op een met goud en paarlemoer ver sierden troon The-Thang, met het hooid in de hand geleund, den scep ter op de knieën. Achter hem verhief zich, zijn troon zetel overschaduwend, het reusachtige standbeeld van den machtigen god „Fo". Op da treden stonden, in zwart gemaakt koper gehuld, de gevreesde lijfwachten des konings, met de lans, den boog of de lange slagbijlen in de hand, gereed om op den wenk van den tyran tot iedere daad van geweld oi van bloedige wreedheid over te gaan. Aan zijne rechterzijde, hem koelte toewuivend, zag men de forsche gestalte van zijn lievelings- beul, dreigend en afwachtend. heldere oogen en fijnbesneden gelaats trekken voor zich uit leidde. De vreemdeling was uiterst een voudig gekleed, in roodzijden gewaad, van voren door een gordel met zil veren gesp saamgehouden. Voor de treden van den troon genaderd, wierp hij zich ter aarde. Een oogwenk des konings beval den officier, te spreken. ,Zoon des Hemels", begon deze eerbiedig, „deze jongeling heeft ver klaard, slechts een gewoon burger der stad te zijn en The-i-la te heeten. Toch biedt hij aan, te be wijzen, dat hij door.de onsterfelijke Poussah's met eene geheime zending aan u is gezonden. The-Thang zag, zonder dat een spier op zijn koel, vastberaden gelaat werd vertrokken, den voor hem liggende en zeide, blijkbaar gunstig gestemd door het ongewoon edele voorkomen van den onbekende, het eene woord: „Spreek The-i-la stond op. „Heero", ving hij aan met wellui dende, vaste stem, „dezen nacht heb ben de machtige Poussah's mij in den droom een geheim toevertrouwd waarvan het aanhooren alleen bij ieder wezen de vijf zintuigen met een on bekend zesde, vermeerdert.Zijne kracht zal u onmiddellijk de geheimzinnige gave verleenen om in de ruimte, die de pupil van de oogleden scheidt, in bloedrood schrift de namen van allen te lezen, die tegen uw troon of uw leven hebben saamgespannen, en wel op hetzelfde oogenblik, waarop hun geest de plannen daartoe ontwerpt. U zult alzoo voor altijd veilig zijn tegen iedere moorddadige verrassing en kunt tot aan uw einde, bekleed met uwe onbedreigde koninklijke heerschappij in vrede een hoogen ouderdom bereiken. Ik, The-i-la, ik zweer hier bij Fo, wiens beeltenis dreigend zijn schaduw over ons werpt, dat de magische kracht van mijn ge heim juist zoo is, als ik haar u ge schetst heb". Een niet te onderdrukken angst werd op de anders zoo onbeweeglijke gelaatstrekken van de vazallen zicht baar. Een aantal beproefden vruchte- loos te lachen, doch waagden het niet elkander aan te zien. The-Thang zag doordringend en spiedend naar deze verraderlijke [onrust, om hem heen. Eindelijk riep een der vorsten uit: „Wij hebben met een door opium waanzinnig gemaakte te doen Waarop de mandarijnen, eveneens in opschudding rakend, uitriepen: „De Poussah's verschijnen alleen aan de oudste Bonzen in de woestijn I" Verv lgens de opgewonden officie ren „Misschien is hij zelf een moor denaar I" The-Thang zag dit schijnbaar uit angst voor zijn persoon ontstane tu mult aan, maar plotseling strekte hij met eene onbeschrijfelijke uitdruk king van verachting en majesteitelijke hoogheid boven The-i-la zijn schitte renden, met heilige schriftteekens bedekten scepter uit en zeide kalm „Ga voort!" The-i-la werd bij deze woorden des konings rood van vreugde en her nam „Wanneer ik mij aan de folterin gen van een langzamen en schrikke- lijken dood blootstel, dan bewijst dit, dat zulk een geheim, als het waar is, ook een belooning verdient, die zijn prijs waard is. U alleen, o ko ning! zult kunnen beoordeelen of het den prijs waard is, dien ik ervoor eisch: u zult mij Li-tien-Se, uwe be- tooverende dochter, de vorstelijke emblemata eens mandarijns en vijf tigduizend liang goud toestaan." Bij de woorden „liang goud" wer den The-i-la's wangen hooger ge kleurd, wat hij door eenige bewegin gen van zijn waaier poogde te ver bergen. De ongehoorde eisch wekte een uit bundig gelach bij de hovelingen en prikkelde het achterdochtige gemoed des konings, wiens ij delheid, vader trots en gierigheid in opstand kwa men. Een wreed lachje gleed dan ook, terwijl hij den jongen man doordrin gend aanzag, over zijne saamgeperste lippen. The-Thang stond op. „Het zij zoo" zeide hij „volg mij Eenige oogenblikken later stond The-i-la met zijden koorden aan een paal gebonden onder het reusachtige gewelf van een onderaardsche gang, die door een boven zijn hoofd han gende lamp verlicht werd, en zag zwijgend koning The-Thang aan. De rechterhand van den geweldige rustte op een metalen draak, die uit den muur te voorschijn kwam, en wiens eenig, akelig schitterend oog hem ge heimzinnig scheen te bespieden. Het met goud en diamanten oorweven gewaad van The-Thang schitterde als vuur, terwijl zijn kostbare halssnoer stralen scheen uit te schieten. Zijn Ben Zaterdagavondpraatje ccv. Wie met een Haarlemsch burger een gesprek wil aanknoopen, heeft de keus uit twee onderwerpen: licht en water. Van hoeveel belang die twee din gen zijn in het menschelijk leven, kan alleen hij beoordeelen die op een kou den winteravond bemerkt dat zijn gas- en zijn waterleiding allebei be vroren zijn, terwijl hij geen petroleum lamp in huis heeft en het te laat is om bij de buren te gaan leenen. De lezer ziet dat ik het alleen heb over kunstlicht, want hoe de zon er uit ziet kan ik mij niet best meer voor stellen en zwijg dus over dat grootste aller lichten. Over een dag of wat gaat onze ge meenteraad weer eens praten over het licht. Mij dunkt, dat velen met mij er benieuwd naar zullen zijn wat daar over wel in het midden zal worden gebracht. Ik vraag verlof om den toe- Btand nog eens in weinig woorden uiteen te zetten. De Pvaad heeft vroeger deskundigen benoemd, om rapport uit te brengen over de voorstellen van de Imperial. Dat rapport is ingekomen en kwam neer op een voorstel tot aanneming van de aanbieding der Imperial, met enkele wijzigingen. Daarna heeft de Raad, na een kort debat, besloten de voorstellen der Imperial verder niet te behandelen. Nu is er een verzoek gekomen van circa 400 personen, gesteund door twee vereenigingen, om die voorstel len van de Imperial te behandelen. Ik vat niet best, hoe de Raad dat nu zal aanleggen. Het vorige jaar heeft het College de voorstellen niet willen behandelen, sinds dien tijd is de samenstelling van het College niet veranderd. Mij dunkt, dat de warmste voorstanders van concessie-verlenging niet recht zullen weten, hoe de Raad op dat besluit nu kan terugkomen. Had de Imperial andere voorstellen gedaan, dan was het natuurlijk een ander geval. Dit is evenwel niet ge beurd. Alles is hetzelfde geblevende I groote hoofd alleen bevond zich in het duister. Niemand kon hen in deze diepte hooren. „Ik wacht" zei The-Thang. „Heer" antwoordde The-i-la „ik ben een scholier van den bewonde- renswaardigen dichter Li-toi-ge. De goden hebben mij aan genie datgene geschonken, wat zij u aan macht verleendenzij hebben nog de ar moede erbij gevoegd, om mijne ge dachten grooter te doen zijn. Daar zag ik op een avond in een der tui nen van uw paleis in het zilveren licht der maan uwe dochter Li-tien- Se. Een^ onbeschrijfelijk zalig gevoel zeide mij, dat ook zij wordt overmand door den weemoed, die mij doordringt; liever wil ik door de gruwzaamste marteling sterven dan die zielekwel ling langer te dulden, en daarom heb ik besloten, door een grootsche, heldhaftige gedachte, van bijna bo- venaardschen omvang, mij tot u, o koning, tot uwe dochter, te ver heffen. The-Thang drukte met eene bewe ging van ongeduld zijn duim op het oog van den draak. De groote ijzeren deur verdeelde zich plotseling in twee kleppen, die geruiscbloos vaneen gin gen, en lieten The-i-la het inwendige van een soort gewelf zien. Drie mannen, in koperen wapen rusting gehuld, stonden zwijgend om een kolenbekken, waarin zonderling gevormde fol terijzers roodgloeiend blonken. Vóór het deksel hing een zijden strik, waaraan een kleine, uit staal gesmede, ronde kooi bengelde. Wat The-i-la hier zag, was de dood in den afgrijselijks ten vorm, vergezeld van lange, onbegrijpelijke kwellingen. Na vreeselijke, met de gloeiende ijzers aangebrachte brand wonden, werd het slachtoffer met de eene hand aan den strik bevestigd, terwijl de duimen van de andere hand met de teenen van een der voeten werden saamgesnoerd. Daarna hingen de beulen de stalen kooi, waarin zij tevoren twee groote, hongerige ratten hadden gezet, om het hoofd van den rampzalige. Vervolgens werd het lichaam van den gemartelde in slin gerende beweging gebracht, en de beulen vertrokken daarna, eer3t den volgenden dag terugkomend. The-i-la bleef onverstoorbaar bij dat ijzingwekkende schouwspel. ,U vergeet, dat niemand behalve gij mij mag hooren", zeide hij kalm, De deuren gingen weer dicht. „Hetgeheimbrulde de koning. „Mijn geheim bestaat hierin, dat mijn dood den uwe nog dezen avond zal bezegelen l" riep The-i-la uit, ter wijl zijn oogen schitterden met schier bovenaardschen glans, „begrijgt gij dan niet, dat juist mijn dood door zou dan de opinie van de meerder heid dan nu zonder motief veran derd zijn? Natuurlijk is 't mogelijk, maar ik geloof niet waarschijnlijk. Ik weet wel dat er gemompeld wordt van overrompeling, maar ik vind die uitdrukking niet heel vleiend voor den Raad. Het onder werp stond, toen het ten vorigen jare behandeld werd, behoorlijk op de agenda; dat deze of gene dacht dat de behandeling dien dag wel zou worden verdaagd, is een vermoeden dat op niets rustte, 'tls waar, de motie van de heeren Willink, Beij- nes c. s. kwam onverwachts maar dat is zoo de aard van het beestje. Een motie is net als een vuurpijl als hij opgaatzeggen de menschen allemaal„héMaar daarom is het toch niet van den vuurwerkmaker te vergen, dat hij vooraf het publiek plechtig gaat waarschuwen: „pasop, menschen, daar komt een vuurpijl Zoodat ik maar zeggen wil, dat ik verlangend ben te hooren op welken grond de Raad eventueel zou kunnen overgaan tot bespreking van de voor stellen, nadat hij eenmaal heeft be sloten, dat hij ze niet bespreken zou. Laten we evenwel eens aannemen dat de Raad besluit die voorstellen wèl te bespreken. Wat zal dan het resultaat van die bespreking kunnen wezen Dat er op nieuw deskundigen worden benoemd om de voorstellen te onderzoeken? Dat Burgemeester en Wethouders weer praeadvies uitbrengen? Of zal de Raad eenvoudig zeggen: „kijk, wehebben een voorstel van „de gasfabriek, een rapport van des kundigen, een praeadvies van B. en „W. en een Raadsbesluit om dat „voorstel niet te behandelen. Nuvor- „klaren we dat Raadsbesluit ongedaan, „en gaan, alsof er nie;s gebeurd was, „opnieuw praten over de rest?" De tijd zal het leeren. Intu-rchen zal bij de bespreking van de gasquaestie, ook wel gewag worden gemaakt van het verzoek om vergunning, dat ingekomen is, tot het oprichten van eene coöperatieve fa briek van electrisch licht. Daarvoor is al veel meer deelneming, dan velen hebben verwacht. Honderd twintig gasverbruikers hebben zich van de stad deze fabriek tot stand te brengen. Of die financieel kans van slagen heeft en of op deze wijze, op kleine schaal ingericht een fabriek electriciteit kan leveren tegen onge veer den prijs van gas, is een quaestie die ik als leek niet wagen zal te be spreken. Maar dat de Raad de ge vraagde vergunning zal geven, staat naar mij dunkt als een paal boven water. Zoo goed als aan de Imperial en aan de Duinwater-Maatschappij is hare buizen in stadsgrond allen, die gij daar boven van vrees sidderend hebt achtergelaten, vurig wordt verlangd Zou mijn dood niet het bewijs van de nietigheid en waar deloosheid mijner beloften zijn Welk eene vreugde voor hen, in hun wraak zuchtig gemoed over uw bedrogen hoop te kunnen lachen, daar gij toch door uw eed, die mij zulk eene onmetelijke belooning verzekert, bewezen hebt, hoe oneindig veel u aan het bezit van mijn geheim gelegen is! Zou mijn dood, die uwe teleurstelling be teeken t, niet het teeken tot uw onder» gang geven? Zou hij niet in hunne oogen het bewijs wezen, dat de mach tige Poussah's hunne hand van u hebben afgetrokken? Beveiligd tegen straf, woedend door de langdurige onderwerping, zouden zij in hun loordlustigen haat niet aarzelen. Roep uwe beulen, ik zal gewroken wordenMaar als gij mij laat om brengen, dan is uw le ven slechts eene quaestie van uren.U we kinderen zullen u volgen, en Li-tien-Se, uwe onschul dige, lieve dochter, de heerlijk schoone maagd, zal een prooi uwer moorde naars worden!" The-i-la zweeg eenige oogenblikken: daarna ging hij voort: „Stellen wij echter het geval, dat gij in dit uur, omgeven door uwe lijf garde, het voorhoofd als verhelderd door de geheimzinnige wondergave van de zienerskracht, de hand op mijn schouder leunend, |in de troon zaal terugkeert, en dat gij, nadat ge mij plechtig met het vorstelijk ge waad van een mandarijn hebt om kleed, Li-tien-Se, den droom mijner ziel, laat roepen en beveelt, dat uw schatmeester mij openlijk vijftig lui zend liang goud uitbetaalt ik zweer u, dat bij dit schouwspel al diegenen van uw hovelingen, wier dolk, om u te treffen, reeds half getogen was, met hun haat zullen terugdeinzen, en dat in de toekomst niemand het weer zal wagen, u ook slechts in zijne ge dachten vijandig gezind te zijn. Hoe, men weet dat gij wreed zijt, en gij laat mij leven Men kent u als valsch en uw woerd licht brekend, en gij houdt uw eed tegenover mij men kent u als gierig, en gij overlaadt mij met goudmen kent u als ongenaak baar en vernietigend in uw familie trots, en gij schenkt mij uwe doch ter voor éen woord, éen klank van mijn mond, den mond van een armen, onbekenden vreemdeling Welke twijfel zal er dan nog kunnen bestaan aan de overweldigende kracht van deze feiten Waarin moet dan de waarde van een door de machtige goden verkondigd geheim bestaan, zoo niet in de zekerheid, dat gij het bezit?" The-i-la zweeg. De koning, onbewegelijk, als een tot het eerste gedeelte behooren en in den dampkring waren achtergeble ven? Des te beter als dat zoo is, want anders vrees ik, dat we aan het einde van het seizoen zoo verre gend zullen wezen, dat ons de kracht ontbreekt om de najaarsstormen en de hagel- en sneeuwbuien van den winter manmoedig tegen te gaan. Laat ons het beste er van hopen en intusschen eens praten over onze wa terleiding. Niet over de Duinwater- 0Maatschappij, want die is een am- te hebben, zoo goed kan het leggen sterdamsche waterleiding, niet een van kabels in dienzelfden grond wor- haarlemsche, hetgeen duidelijk genoeg den vergund aan de eigen ingezete nen. Er is wel geen ernstige reden bedenkbaar om het te weigeren. Als ons land maar zoo vlak niet Als wij hier maar watervallen daaruit blijkt dat het water onder onze voeten door stroomt, maar voor velen onzer niet te krijgen is. Als het toeval wil dat je aan een hoofd buis woont dan is het goed, maar hadden zooals ZwitserlandIn Luzern j woon je op tien pas afstands om een en Interlaken worden niet alleen de j hoekje, dan blijf je van het water hotels en vele particuliere woningen .uit de haarlemsche duinen afl Dan electrisch verlicht, maar ook zelfs dedrink je maar pompwater en als je straatverlichting geschiedt er door j dat niet hebt of niet lust, wel nou electriciteit zoodat de vreemdeling dan drink je maar bier of wijn en die er 's avonds wandelt de gewaar- j wanneer je dat niet schikt, dan drink wording heeft, dat hij door eene bij- je maar niet. zonder heldere maan beschenen wordt.Maar laat ik niet gaan brommen. Maar we zijn nu eenmaal niet in! Over een jaar of wat zijn we van die Zwitserland en moeten roeien met de despotische, amsterdamsche water- riemen die we hebben. Daarom is j mannen af en het is zeker dat onze alreeds elke poging om Haarlems eigen waterleiding ons van hem on- winkelstraten van electrisch licht te afhankelijk maakt. Maar wanneer zal voorzien een dankbetuiging waard, j die klaar zijn? Over een jaar, die aan den heer Beijnes voor de'zeggen sommigen, och kom, dat duurt moeite die hij zich belangeloos geeft, volkomen toekomt. Nu het water! Van regenwater spreek ik maar niet om mijn lezers niet de plassende, kletterende stortregens van gepas- seerden oensdag in herinnering te bren0on. Alleen wou ik doen opmer ken, dat de weervoorspellers het weer eens niet bij 't rechte eind hebben nog wel een jaar of drie, beweren an deren. Ik heb er eens naar geïnfor meerd en gehoord, dat de waarheid zooals dat gewoonlijk gaat, in het midden ligt. (tle ook waarlijk geen kleinigheid. Er moeten machines worden gemaakt en geplaatst, resevoirs gegraven, fil ters aangebracht en wat al niet meer en dan moet het gansche pijpennet worcjen, want de pijpen van gehad. Met zekere autoriteit hadden de Duinwater-Maatschappij moeten 'er blijven liggen voor den toevoer naar Amsterdam. Nu begrijpt ieder dat al die dingen maar niet in een ommezientje kunnen worden gemaakt en die dat niet vat, zal het wellicht beter snappen als hij weet dat het een werkje wordt waarbij een ton of spelling is wezenlijk uitgekomen, j negen gemoeid is. maar het tweede gedeelteowee| Negenmaal honderdduizend gulden! mijOf moeten we maar denken dat't Is een heele som. Rekent men daar- de gietbuien van Woensdag en de van 3 procent rente en 2 procent af- ze beweerd, dat de zomer tot den loden Juni nat zou wezen dat het daarna warm én droog, mooi weer zou worden en dat we in den nazomer opnieuw duchtig zouden worden natgehouden. Nu, dat eerste gedeelte van de voor- Raad, de aanbieding van de Imperial;! aaneengesloten, om in het centrummilde regentjes van Maandag nog lossing, dan heeft de gemeente in het eerste jaar, behalve de exploitatie-en administratiekosten ervoor op te bren gen 45000. Dat is veel, maar niet te veel. Goed drinkwater en ons duin water is toch maar het ideale drink water is niet te betalen. De smaak laat ik daar, die is bijzaak en er zijn tientallen van menschen, die hun regen- of welwater verkiezen boven het duinwater. Maar de niet hoog genoeg te waardeeren verdienste van duinwater ligt in de bijkans absolu te zuiverheid, die om daarvan al leen te gewagen, zulk een uitstekend wapen is tegen de voortplanting van gevaarlijke, besmettelijke ziekten. Wie zal niet met dankbaarheid letten op de cholera, die hier nu drie jaar achtereen hier en daar te lande sporadisch is voorgekomen, maar ner gens vasten voet heeft kunnen krij gen op de pokken, die aanvankelijk in Rotterdam en in sommige kleine gemeenten zoo dreigend optraden en nu weer afnemende zijn, zonder er gens epidemisch te zijn geworden? Waar vinden we nog, zooals vroeger zoo vaak gebeurde, geheele wijken in steden en gansche buurten in dorpen, waar de typhus niet week Dat alleB danken we aan de betere begrippen over de waarde van baden en zwem men, die in de laatste 25 jaar ingang hebben gevonden, aan het verdwijnen van de komieke vree3 van een vorig geslacht voor frissche lucht, aan den beteren afvoer van onreinheden en faecaliën, maar vooral en allermeest aan de zorgen, die overal worden be steed aan het voor ieder verkrijgbaar stellen van goed, zuiver drinkwater. En zouden we dan klagen over de kosten Wanneer de eigen duinwaterleiding, klaar is, zal reeds lang van een ande ren kant kostelijk water onze gemeen te komen binnenstroomendat van de Staalbron uit de Meer. Naar ik gehoord heb, bestaat het plan om dit water nog op een andere manier te exploiteeren Men wil namelijk het ijzer er aan onttrekken, daarna er nog koolzuur aan toevoegen en het zoo in den handel brengen onder den naam van „Haarlemsch Tafelwater." Maar zooals ik zei, het is nog maar een planAls ik er meer van te weten kom, zal ik niet nalaten het mijn geachten lezers te komen ver tellen. FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1894 | | pagina 6