Het Geheim van een Despoot
HAARLEMMER HALLETJES.
VILLIERS DE L'ISLE-ADAM.
The-Thang's blik ging over deme-
j nigte der mandarijnen, prinsen zijner
familie en hofdignitarissen. De koning
wist, dat zij hem haatten; wantrou
wend zag hij naar de verschillende
groepen, waar men op eerbiedigen
In het Noorden van Tonkin ver-'toon stond te fluisteren. Aan niets
heffen zich, te midden van gouden1 denk nd dan aan vernietiging, aan
rijstvelden, de in hare zeden nog half- nieuwe gruwelen om zij ne heerschappij
Tartaarsche steden van de provincie,te handhaven, peinsde hij somber
Konong-si met hare pittoreske torens, voort, zich ieder oogenblik erover
tot aan de centrale vorstendommen j verbazend, dat hij nog leefde,
van het middenrijk. Plotseling openden zich de groepen
In die streek heeft de overigens inom een officier door te laten, die een
China zeer verspreide leer van Loo-onbekenden jongen man met groote,
Theu het geloof aan de Poussah's,
een soort van eigenaardige goden der
Mongolen, nog niet kunnen overwin
nen, en daar tiert alzoo het Chinee-
sche bijgeloof veel sterker dan in de
dichter bij de hoofdstad Peé-tsin (Pe
king) liggende provinciën. Het geloof
aan de Poussah's, waarin zelfs de
meer verlichte geesten en degrooten
des lands deelen, is van Maleischen
oorsprong, maar onderscheidt zich
door het aannemen van een onmid-
dellijken invloed der goden op de aan
gelegenheden des lands.
De voorlaatste onderkoning van
dezen onmetelijken, keizerlijken vazal
staat was de heerscher The-Thang,
wiens beeld nog heden ten dage als
dat van eep geweldigen tyran levendig
in de herinnering des volks bestaat.
De pogingen om aan zijne geweldena
rijen een einde te maken, waren dan
ook talrijk en vereischten eene onver
poosde waakzaamheid en het gebruik
Van voortdurende dwangmiddelen van
de zijde des konings, totdat hij plotse
ling in het bezit van een geheim
kwam, dat eenklaps al zijne maatre
gelen overbodig en het mogelijk
maakte, dat deze despoot te midden
van de haat zijner onderdanen en de
wraakzuchtige plannen zijner vijan
den in vrede kon leven en als hoog
bejaard grijsaard sterven kon. Dat
gebeurde aldus:
Op een zomermiddag zat op de
koelste plek van "zijne kostbare zalen
op een met goud en paarlemoer ver
sierden troon The-Thang, met het
hooid in de hand geleund, den scep
ter op de knieën.
Achter hem verhief zich, zijn troon
zetel overschaduwend, het reusachtige
standbeeld van den machtigen god
„Fo". Op da treden stonden, in zwart
gemaakt koper gehuld, de gevreesde
lijfwachten des konings, met de
lans, den boog of de lange slagbijlen
in de hand, gereed om op den wenk
van den tyran tot iedere daad van
geweld oi van bloedige wreedheid
over te gaan. Aan zijne rechterzijde,
hem koelte toewuivend, zag men de
forsche gestalte van zijn lievelings-
beul, dreigend en afwachtend.
heldere oogen en fijnbesneden gelaats
trekken voor zich uit leidde.
De vreemdeling was uiterst een
voudig gekleed, in roodzijden gewaad,
van voren door een gordel met zil
veren gesp saamgehouden. Voor de
treden van den troon genaderd, wierp
hij zich ter aarde.
Een oogwenk des konings beval
den officier, te spreken.
,Zoon des Hemels", begon deze
eerbiedig, „deze jongeling heeft ver
klaard, slechts een gewoon burger
der stad te zijn en The-i-la te
heeten. Toch biedt hij aan, te be
wijzen, dat hij door.de onsterfelijke
Poussah's met eene geheime zending
aan u is gezonden.
The-Thang zag, zonder dat een spier
op zijn koel, vastberaden gelaat werd
vertrokken, den voor hem liggende
en zeide, blijkbaar gunstig gestemd
door het ongewoon edele voorkomen
van den onbekende, het eene woord:
„Spreek
The-i-la stond op.
„Heero", ving hij aan met wellui
dende, vaste stem, „dezen nacht heb
ben de machtige Poussah's mij in
den droom een geheim toevertrouwd
waarvan het aanhooren alleen bij ieder
wezen de vijf zintuigen met een on
bekend zesde, vermeerdert.Zijne kracht
zal u onmiddellijk de geheimzinnige
gave verleenen om in de ruimte, die
de pupil van de oogleden scheidt, in
bloedrood schrift de namen van allen
te lezen, die tegen uw troon of uw
leven hebben saamgespannen, en wel
op hetzelfde oogenblik, waarop hun
geest de plannen daartoe ontwerpt.
U zult alzoo voor altijd veilig zijn
tegen iedere moorddadige verrassing
en kunt tot aan uw einde, bekleed
met uwe onbedreigde koninklijke
heerschappij in vrede een hoogen
ouderdom bereiken. Ik, The-i-la, ik
zweer hier bij Fo, wiens beeltenis
dreigend zijn schaduw over ons werpt,
dat de magische kracht van mijn ge
heim juist zoo is, als ik haar u ge
schetst heb".
Een niet te onderdrukken angst
werd op de anders zoo onbeweeglijke
gelaatstrekken van de vazallen zicht
baar. Een aantal beproefden vruchte-
loos te lachen, doch waagden het
niet elkander aan te zien. The-Thang
zag doordringend en spiedend naar
deze verraderlijke [onrust, om hem
heen.
Eindelijk riep een der vorsten uit:
„Wij hebben met een door opium
waanzinnig gemaakte te doen
Waarop de mandarijnen, eveneens
in opschudding rakend, uitriepen:
„De Poussah's verschijnen alleen aan
de oudste Bonzen in de woestijn I"
Verv lgens de opgewonden officie
ren „Misschien is hij zelf een moor
denaar I"
The-Thang zag dit schijnbaar uit
angst voor zijn persoon ontstane tu
mult aan, maar plotseling strekte hij
met eene onbeschrijfelijke uitdruk
king van verachting en majesteitelijke
hoogheid boven The-i-la zijn schitte
renden, met heilige schriftteekens
bedekten scepter uit en zeide kalm
„Ga voort!"
The-i-la werd bij deze woorden des
konings rood van vreugde en her
nam
„Wanneer ik mij aan de folterin
gen van een langzamen en schrikke-
lijken dood blootstel, dan bewijst dit,
dat zulk een geheim, als het waar
is, ook een belooning verdient, die
zijn prijs waard is. U alleen, o ko
ning! zult kunnen beoordeelen of
het den prijs waard is, dien ik ervoor
eisch: u zult mij Li-tien-Se, uwe be-
tooverende dochter, de vorstelijke
emblemata eens mandarijns en vijf
tigduizend liang goud toestaan."
Bij de woorden „liang goud" wer
den The-i-la's wangen hooger ge
kleurd, wat hij door eenige bewegin
gen van zijn waaier poogde te ver
bergen.
De ongehoorde eisch wekte een uit
bundig gelach bij de hovelingen en
prikkelde het achterdochtige gemoed
des konings, wiens ij delheid, vader
trots en gierigheid in opstand kwa
men. Een wreed lachje gleed dan ook,
terwijl hij den jongen man doordrin
gend aanzag, over zijne saamgeperste
lippen.
The-Thang stond op.
„Het zij zoo" zeide hij „volg mij
Eenige oogenblikken later stond
The-i-la met zijden koorden aan een
paal gebonden onder het reusachtige
gewelf van een onderaardsche gang,
die door een boven zijn hoofd han
gende lamp verlicht werd, en zag
zwijgend koning The-Thang aan. De
rechterhand van den geweldige rustte
op een metalen draak, die uit den
muur te voorschijn kwam, en wiens
eenig, akelig schitterend oog hem ge
heimzinnig scheen te bespieden. Het
met goud en diamanten oorweven
gewaad van The-Thang schitterde als
vuur, terwijl zijn kostbare halssnoer
stralen scheen uit te schieten. Zijn
Ben Zaterdagavondpraatje
ccv.
Wie met een Haarlemsch burger
een gesprek wil aanknoopen, heeft de
keus uit twee onderwerpen: licht en
water.
Van hoeveel belang die twee din
gen zijn in het menschelijk leven, kan
alleen hij beoordeelen die op een kou
den winteravond bemerkt dat zijn
gas- en zijn waterleiding allebei be
vroren zijn, terwijl hij geen petroleum
lamp in huis heeft en het te laat is
om bij de buren te gaan leenen. De
lezer ziet dat ik het alleen heb over
kunstlicht, want hoe de zon er uit
ziet kan ik mij niet best meer voor
stellen en zwijg dus over dat grootste
aller lichten.
Over een dag of wat gaat onze ge
meenteraad weer eens praten over het
licht. Mij dunkt, dat velen met mij
er benieuwd naar zullen zijn wat daar
over wel in het midden zal worden
gebracht. Ik vraag verlof om den toe-
Btand nog eens in weinig woorden
uiteen te zetten.
De Pvaad heeft vroeger deskundigen
benoemd, om rapport uit te brengen
over de voorstellen van de Imperial.
Dat rapport is ingekomen en kwam
neer op een voorstel tot aanneming
van de aanbieding der Imperial, met
enkele wijzigingen. Daarna heeft de
Raad, na een kort debat, besloten de
voorstellen der Imperial verder niet
te behandelen.
Nu is er een verzoek gekomen van
circa 400 personen, gesteund door
twee vereenigingen, om die voorstel
len van de Imperial te behandelen.
Ik vat niet best, hoe de Raad dat
nu zal aanleggen. Het vorige jaar
heeft het College de voorstellen niet
willen behandelen, sinds dien tijd is
de samenstelling van het College niet
veranderd. Mij dunkt, dat de warmste
voorstanders van concessie-verlenging
niet recht zullen weten, hoe de Raad
op dat besluit nu kan terugkomen.
Had de Imperial andere voorstellen
gedaan, dan was het natuurlijk een
ander geval. Dit is evenwel niet ge
beurd. Alles is hetzelfde geblevende I groote
hoofd alleen bevond zich in het duister.
Niemand kon hen in deze diepte
hooren.
„Ik wacht" zei The-Thang.
„Heer" antwoordde The-i-la „ik
ben een scholier van den bewonde-
renswaardigen dichter Li-toi-ge. De
goden hebben mij aan genie datgene
geschonken, wat zij u aan macht
verleendenzij hebben nog de ar
moede erbij gevoegd, om mijne ge
dachten grooter te doen zijn. Daar
zag ik op een avond in een der tui
nen van uw paleis in het zilveren
licht der maan uwe dochter Li-tien-
Se. Een^ onbeschrijfelijk zalig gevoel
zeide mij, dat ook zij wordt overmand
door den weemoed, die mij doordringt;
liever wil ik door de gruwzaamste
marteling sterven dan die zielekwel
ling langer te dulden, en daarom
heb ik besloten, door een grootsche,
heldhaftige gedachte, van bijna bo-
venaardschen omvang, mij tot u, o
koning, tot uwe dochter, te ver
heffen.
The-Thang drukte met eene bewe
ging van ongeduld zijn duim op het
oog van den draak. De groote ijzeren
deur verdeelde zich plotseling in twee
kleppen, die geruiscbloos vaneen gin
gen, en lieten The-i-la het inwendige
van een soort gewelf zien.
Drie mannen, in koperen wapen
rusting gehuld, stonden zwijgend om
een kolenbekken, waarin zonderling
gevormde fol terijzers roodgloeiend
blonken.
Vóór het deksel hing een zijden
strik, waaraan een kleine, uit staal
gesmede, ronde kooi bengelde.
Wat The-i-la hier zag, was de
dood in den afgrijselijks ten vorm,
vergezeld van lange, onbegrijpelijke
kwellingen. Na vreeselijke, met de
gloeiende ijzers aangebrachte brand
wonden, werd het slachtoffer met de
eene hand aan den strik bevestigd,
terwijl de duimen van de andere hand
met de teenen van een der voeten
werden saamgesnoerd. Daarna hingen
de beulen de stalen kooi, waarin zij
tevoren twee groote, hongerige ratten
hadden gezet, om het hoofd van den
rampzalige. Vervolgens werd het
lichaam van den gemartelde in slin
gerende beweging gebracht, en de
beulen vertrokken daarna, eer3t den
volgenden dag terugkomend.
The-i-la bleef onverstoorbaar bij dat
ijzingwekkende schouwspel.
,U vergeet, dat niemand behalve
gij mij mag hooren", zeide hij kalm,
De deuren gingen weer dicht.
„Hetgeheimbrulde de koning.
„Mijn geheim bestaat hierin, dat
mijn dood den uwe nog dezen avond
zal bezegelen l" riep The-i-la uit, ter
wijl zijn oogen schitterden met schier
bovenaardschen glans, „begrijgt gij
dan niet, dat juist mijn dood door
zou dan de opinie van de meerder
heid dan nu zonder motief veran
derd zijn?
Natuurlijk is 't mogelijk, maar ik
geloof niet waarschijnlijk.
Ik weet wel dat er gemompeld
wordt van overrompeling, maar ik
vind die uitdrukking niet heel
vleiend voor den Raad. Het onder
werp stond, toen het ten vorigen jare
behandeld werd, behoorlijk op de
agenda; dat deze of gene dacht dat
de behandeling dien dag wel zou
worden verdaagd, is een vermoeden
dat op niets rustte, 'tls waar, de
motie van de heeren Willink, Beij-
nes c. s. kwam onverwachts maar
dat is zoo de aard van het beestje.
Een motie is net als een vuurpijl
als hij opgaatzeggen de menschen
allemaal„héMaar daarom is het
toch niet van den vuurwerkmaker
te vergen, dat hij vooraf het publiek
plechtig gaat waarschuwen: „pasop,
menschen, daar komt een vuurpijl
Zoodat ik maar zeggen wil, dat ik
verlangend ben te hooren op welken
grond de Raad eventueel zou kunnen
overgaan tot bespreking van de voor
stellen, nadat hij eenmaal heeft be
sloten, dat hij ze niet bespreken zou.
Laten we evenwel eens aannemen
dat de Raad besluit die voorstellen
wèl te bespreken.
Wat zal dan het resultaat van die
bespreking kunnen wezen Dat er op
nieuw deskundigen worden benoemd
om de voorstellen te onderzoeken?
Dat Burgemeester en Wethouders
weer praeadvies uitbrengen?
Of zal de Raad eenvoudig zeggen:
„kijk, wehebben een voorstel van
„de gasfabriek, een rapport van des
kundigen, een praeadvies van B. en
„W. en een Raadsbesluit om dat
„voorstel niet te behandelen. Nuvor-
„klaren we dat Raadsbesluit ongedaan,
„en gaan, alsof er nie;s gebeurd was,
„opnieuw praten over de rest?"
De tijd zal het leeren.
Intu-rchen zal bij de bespreking
van de gasquaestie, ook wel gewag
worden gemaakt van het verzoek om
vergunning, dat ingekomen is, tot het
oprichten van eene coöperatieve fa
briek van electrisch licht. Daarvoor
is al veel meer deelneming, dan velen
hebben verwacht. Honderd twintig
gasverbruikers hebben zich
van de stad deze fabriek tot stand
te brengen. Of die financieel kans
van slagen heeft en of op deze wijze,
op kleine schaal ingericht een fabriek
electriciteit kan leveren tegen onge
veer den prijs van gas, is een quaestie
die ik als leek niet wagen zal te be
spreken. Maar dat de Raad de ge
vraagde vergunning zal geven, staat
naar mij dunkt als een paal boven
water. Zoo goed als aan de Imperial
en aan de Duinwater-Maatschappij is
hare buizen in stadsgrond
allen, die gij daar boven van vrees
sidderend hebt achtergelaten, vurig
wordt verlangd Zou mijn dood niet
het bewijs van de nietigheid en waar
deloosheid mijner beloften zijn Welk
eene vreugde voor hen, in hun wraak
zuchtig gemoed over uw bedrogen hoop
te kunnen lachen, daar gij toch door
uw eed, die mij zulk eene onmetelijke
belooning verzekert, bewezen hebt,
hoe oneindig veel u aan het bezit
van mijn geheim gelegen is! Zou
mijn dood, die uwe teleurstelling be
teeken t, niet het teeken tot uw onder»
gang geven? Zou hij niet in hunne
oogen het bewijs wezen, dat de mach
tige Poussah's hunne hand van u
hebben afgetrokken? Beveiligd tegen
straf, woedend door de langdurige
onderwerping, zouden zij in hun
loordlustigen haat niet aarzelen.
Roep uwe beulen, ik zal gewroken
wordenMaar als gij mij laat om
brengen, dan is uw le ven slechts eene
quaestie van uren.U we kinderen zullen
u volgen, en Li-tien-Se, uwe onschul
dige, lieve dochter, de heerlijk schoone
maagd, zal een prooi uwer moorde
naars worden!"
The-i-la zweeg eenige oogenblikken:
daarna ging hij voort:
„Stellen wij echter het geval, dat
gij in dit uur, omgeven door uwe lijf
garde, het voorhoofd als verhelderd
door de geheimzinnige wondergave
van de zienerskracht, de hand op
mijn schouder leunend, |in de troon
zaal terugkeert, en dat gij, nadat ge
mij plechtig met het vorstelijk ge
waad van een mandarijn hebt om
kleed, Li-tien-Se, den droom mijner
ziel, laat roepen en beveelt, dat uw
schatmeester mij openlijk vijftig lui
zend liang goud uitbetaalt ik zweer
u, dat bij dit schouwspel al diegenen
van uw hovelingen, wier dolk, om u
te treffen, reeds half getogen was, met
hun haat zullen terugdeinzen, en dat
in de toekomst niemand het weer
zal wagen, u ook slechts in zijne ge
dachten vijandig gezind te zijn. Hoe,
men weet dat gij wreed zijt, en gij
laat mij leven Men kent u als valsch
en uw woerd licht brekend, en gij
houdt uw eed tegenover mij men
kent u als gierig, en gij overlaadt mij
met goudmen kent u als ongenaak
baar en vernietigend in uw familie
trots, en gij schenkt mij uwe doch
ter voor éen woord, éen klank
van mijn mond, den mond van een
armen, onbekenden vreemdeling
Welke twijfel zal er dan nog kunnen
bestaan aan de overweldigende kracht
van deze feiten Waarin moet dan de
waarde van een door de machtige
goden verkondigd geheim bestaan,
zoo niet in de zekerheid, dat gij het
bezit?"
The-i-la zweeg.
De koning, onbewegelijk, als een
tot het eerste gedeelte behooren en
in den dampkring waren achtergeble
ven? Des te beter als dat zoo is,
want anders vrees ik, dat we aan
het einde van het seizoen zoo verre
gend zullen wezen, dat ons de kracht
ontbreekt om de najaarsstormen en
de hagel- en sneeuwbuien van den
winter manmoedig tegen te gaan.
Laat ons het beste er van hopen en
intusschen eens praten over onze wa
terleiding. Niet over de Duinwater-
0Maatschappij, want die is een am-
te hebben, zoo goed kan het leggen sterdamsche waterleiding, niet een
van kabels in dienzelfden grond wor- haarlemsche, hetgeen duidelijk genoeg
den vergund aan de eigen ingezete
nen. Er is wel geen ernstige reden
bedenkbaar om het te weigeren.
Als ons land maar zoo vlak niet
Als wij hier maar watervallen
daaruit blijkt dat het water onder
onze voeten door stroomt, maar voor
velen onzer niet te krijgen is. Als
het toeval wil dat je aan een hoofd
buis woont dan is het goed, maar
hadden zooals ZwitserlandIn Luzern j woon je op tien pas afstands om een
en Interlaken worden niet alleen de j hoekje, dan blijf je van het water
hotels en vele particuliere woningen .uit de haarlemsche duinen afl Dan
electrisch verlicht, maar ook zelfs dedrink je maar pompwater en als je
straatverlichting geschiedt er door j dat niet hebt of niet lust, wel nou
electriciteit zoodat de vreemdeling dan drink je maar bier of wijn en
die er 's avonds wandelt de gewaar- j wanneer je dat niet schikt, dan drink
wording heeft, dat hij door eene bij- je maar niet.
zonder heldere maan beschenen wordt.Maar laat ik niet gaan brommen.
Maar we zijn nu eenmaal niet in! Over een jaar of wat zijn we van die
Zwitserland en moeten roeien met de despotische, amsterdamsche water-
riemen die we hebben. Daarom is j mannen af en het is zeker dat onze
alreeds elke poging om Haarlems eigen waterleiding ons van hem on-
winkelstraten van electrisch licht te afhankelijk maakt. Maar wanneer zal
voorzien een dankbetuiging waard, j die klaar zijn? Over een jaar,
die aan den heer Beijnes voor de'zeggen sommigen, och kom, dat duurt
moeite die hij zich belangeloos geeft,
volkomen toekomt.
Nu het water!
Van regenwater spreek ik maar
niet om mijn lezers niet de plassende,
kletterende stortregens van gepas-
seerden oensdag in herinnering te
bren0on. Alleen wou ik doen opmer
ken, dat de weervoorspellers het weer
eens niet bij 't rechte eind hebben
nog wel een jaar of drie, beweren an
deren. Ik heb er eens naar geïnfor
meerd en gehoord, dat de waarheid
zooals dat gewoonlijk gaat, in het
midden ligt.
(tle ook waarlijk geen kleinigheid.
Er moeten machines worden gemaakt
en geplaatst, resevoirs gegraven, fil
ters aangebracht en wat al niet meer
en dan moet het gansche pijpennet
worcjen, want de pijpen van
gehad. Met zekere autoriteit hadden de Duinwater-Maatschappij moeten
'er blijven liggen voor den toevoer
naar Amsterdam. Nu begrijpt ieder
dat al die dingen maar niet in een
ommezientje kunnen worden gemaakt
en die dat niet vat, zal het wellicht
beter snappen als hij weet dat het
een werkje wordt waarbij een ton of
spelling is wezenlijk uitgekomen, j negen gemoeid is.
maar het tweede gedeelteowee| Negenmaal honderdduizend gulden!
mijOf moeten we maar denken dat't Is een heele som. Rekent men daar-
de gietbuien van Woensdag en de van 3 procent rente en 2 procent af-
ze beweerd, dat de zomer tot den
loden Juni nat zou wezen dat
het daarna warm én droog, mooi
weer zou worden en dat we in den
nazomer opnieuw duchtig zouden
worden natgehouden.
Nu, dat eerste gedeelte van de voor-
Raad, de aanbieding van de Imperial;! aaneengesloten, om in het centrummilde regentjes van Maandag nog lossing, dan heeft de gemeente in het
eerste jaar, behalve de exploitatie-en
administratiekosten ervoor op te bren
gen 45000. Dat is veel, maar niet
te veel. Goed drinkwater en ons duin
water is toch maar het ideale drink
water is niet te betalen. De smaak
laat ik daar, die is bijzaak en er zijn
tientallen van menschen, die hun
regen- of welwater verkiezen boven
het duinwater. Maar de niet hoog
genoeg te waardeeren verdienste van
duinwater ligt in de bijkans absolu
te zuiverheid, die om daarvan al
leen te gewagen, zulk een uitstekend
wapen is tegen de voortplanting van
gevaarlijke, besmettelijke ziekten.
Wie zal niet met dankbaarheid
letten op de cholera, die hier nu drie
jaar achtereen hier en daar te lande
sporadisch is voorgekomen, maar ner
gens vasten voet heeft kunnen krij
gen op de pokken, die aanvankelijk
in Rotterdam en in sommige kleine
gemeenten zoo dreigend optraden en
nu weer afnemende zijn, zonder er
gens epidemisch te zijn geworden?
Waar vinden we nog, zooals vroeger
zoo vaak gebeurde, geheele wijken in
steden en gansche buurten in dorpen,
waar de typhus niet week Dat alleB
danken we aan de betere begrippen
over de waarde van baden en zwem
men, die in de laatste 25 jaar ingang
hebben gevonden, aan het verdwijnen
van de komieke vree3 van een vorig
geslacht voor frissche lucht, aan den
beteren afvoer van onreinheden en
faecaliën, maar vooral en allermeest
aan de zorgen, die overal worden be
steed aan het voor ieder verkrijgbaar
stellen van goed, zuiver drinkwater.
En zouden we dan klagen over de
kosten
Wanneer de eigen duinwaterleiding,
klaar is, zal reeds lang van een ande
ren kant kostelijk water onze gemeen
te komen binnenstroomendat van
de Staalbron uit de Meer. Naar ik
gehoord heb, bestaat het plan om
dit water nog op een andere manier
te exploiteeren Men wil namelijk
het ijzer er aan onttrekken, daarna
er nog koolzuur aan toevoegen en het
zoo in den handel brengen onder den
naam van „Haarlemsch Tafelwater."
Maar zooals ik zei, het is nog maar
een planAls ik er meer van te
weten kom, zal ik niet nalaten het
mijn geachten lezers te komen ver
tellen. FIDELIO.