naar
BINNENLAND.
We dstrijde n,
Rechtszaken.
"Rusland, hetwelk reeds van 1846
dagteekent, ons een waarborg geeft,
dat in dit Rijk de inkomende rechten
voor Nederland, als behoorende tot
de meest begunstigde landen, dezelf
de zullen blijven, nu Duitschland
onlangs een veel lager tarief heeft
ingevoerd.
De Rijtuigen-, Spoor- en Tramwagen-
fabriek van de firma J.J. Beijnesl
Gedurende het afgeloopen jaar had
men in deze fabriek niet te klagen
over gebrek aan werk.
Ten behoeve van de Hollandsche
IJzeren-Spoorwegmaatschappij en van
de Nederlandsche Zuid-AfrRaansche
Spoorwegmaatschappij werden we
der belangrijke bestellingen uitge
voerd.
Ook ten dienste van de Neder-
landsch-Iadische Spoorwegmaatschap
pij en van de Semarang-Joana en
Oost - Java - Stoomtrammaatschappij
werden eenige personenrijtuigen en
goed eren wagen s ver vaardigd
Voorts werden geleverd aan de Com
pagnie générale des omnibus te Pa
rijs, de draaibare onderstellen (éen-
lassige trucks, volgens het systeem
J. J. Beijnes) voor vijf en vijftig tram
rijtuigen.
Evenals in 1892 konden gemiddeld
250 werklieden bezig worden gehou
den.
Door den firmant word te kennen
gegeven, dat nog steeds de behoefte
wordt ISvoeld aan eene herziening
van het tarief van invoerrechten, en
wel om redenen, door hem vroeger
bij herhaling opgegeven en in de
verslagen der Kamer, onder andere
in die van 1890 en 1891, opgenomen,
waarnaar men meent in deze te kun
nen verwijzen.
Eindelijk vestigt de firmant de
aandacht op hetgeen voorkomt in het
'verslag over laatstgenoemd jaar, voor
zoover daarin door hem de wensche-
lijkheid is betoogd van de invoering
eencr Octrooiwet, welke door hem
ook thans nog in het belang der Ne
derlandsche industrie nuttig en noo-
dig wordt geoordeeld.
Het komt ons voor, dat niets het
Rijk belet den termijn gedurende
welke eene postquitantio loopen mag,
te verlengen. Of de afzender zijne af
rekening een week later of vroeger
krijgt, maakt voor hem weinig uit en
de maatregel zou het gebruik maken
van de post als kassier, zeker bevorde
ren. Zooals de regeling nu ie, zijn velen
met ons er op uit om hunnen leveran
ciers te verzoeken, hen niet met dis
positie per post te plagen.
Particuliere Arbeidsraad.
De particuliere Arbeidsraad, voor
en door de bouw-en aanverwante vak
ken te Haarlem opgericht, vergadert
op den eersten Maandag van iedere
maand des avonds ten half negen in
het gebouw van Weten en Werken,
Ged. Oude Gracht alhier ter kennis
neming en behandeling van inge-
zondene, schriftelijke opgaven be
treffende verschillen, vragen en me-
dedeelingen nader omschreven in
art. 2. der Statuten.
De Statuten zijn voor belangstel
lenden verkrijgbaar bij den secretaris.
Brouwersstraat 108.
Kinderfeest.
Zooals bekend is, is in het pro
gramma van de feestelijkheden, welke
de volgende maand hier ter stede
plaats hebben ter gelegenheid van de
gymnastiekuitvoeringen van het ge
west. N. Holland, een kindei feest op
genomen ten behoeve van kinderen
der kostelooze scholen. Dat er bij deze
feestviering ook aan behoeftige klei-
nèn wordt gedacht, zal ongetwijfeld
algemeene instemming vinden. Laten
de stadgenooten dan hiervan blijk
geven door hun stofielijken steun tei
schenken aan de commissie die zich'
tot dit doel heeft gevormd. Voor na
dere bizonderheden verwijzen wij naar
achterstaande advertentie.
91 en van 35 uur verkregen wor
den bij den administrateur, bureau
Doelen.
Den eersten Juli a. s. is het 25
jaar geleden, dat de heer J. W.Lant-
zendorffer als burgemeester van Haar
lemmermeer optrad.
Een visschersavontuur.
Op zon, feest- en andere dagen
komen er steeds v.le Amsterdammers
naar het waterrijke Aalsmeer (alles
meer) om te hengelen.
Zoo kwam er ook dezer dagen een
gezelschap. Een deel was aan den
eenen, een ander deel aan den anderen
kant van het kanaal.
„He je nog wurremme? riep een
stem van den overkant, „mijn sooitje
is op„Kom maar over en haal se."
Terstond kleedt de vrager zich uit
en zwemt naar den overkant over
het vrij 1 reede kanaal en ontving als
belooning voor zijn moeite het ge
vraagde. Doch ondank is 's werelds
loon, en de goede gever werd in stede
van bedankt gescholden.
Er kwamen woorden, er vielen sla
gen, wel wat te hard voor den man
zonder pantser. Hij springt weer te
water de ander wil hem met zijn
hengel nog een tik geven, doch deelt
de beweging, daartoe noodig mede,
aan zijn lichaam en duikelt eveneens
in het nat.
Een half uur later.
Vijf visschers om een tafeltje met
afzakkertjes om de pacificatie te be
zegelen in eene inrichting met een
uithangbord: „hier znijt men haai
en vergunning". Tel.
Het ongeluk te Den Helder.
De toestand der artilleristen, diejl.
Vrijdag door het springen van een
projectiel op de batterij Kaaphoofd
te Den Helder levensgevaarlijk wer
den gewond, en die nu in het hospi
taal aldaar worden verpleegd, is naar
omstandigheden niet onbevredigend.
De amputatie der verminkte lichaams-
deelen heeft met goed gevolg plaats
gehad, terwijl tot heden bij geen der
drie ongelukkigen wondkoorts is in
getreden.
De korporaal Engels is afkomstig
uit 's Gravenhage, de milicien van
Nugteren uit Rokanje en de milicien
Koster uit Ckarlois. Hunne naaste
familieleden zijn te Den Helder aan
gekomen.
Post quitantiën.
Voor menschen die zaken doen en
dus genoodzaakt zijn, voor quitantiën
en wissels een vasten betaaldag te
stellen, is het disponeeren per post
een groote last.
Ieder weet, dat mannen van zaken
gewoon zijn quitantiën en wissels die
hun worden aangeboden, veertien da
gen uit te stellen om op die wijze
eenigen tijd van te voren precies te
weten wat zij op hunnen betaaldag-
hebben te voldoen. Deze maatregel
is noodig omdat uit den aard der
zaak, een fabrikant, koopman of win
kelier soms weinig geld in kas heeft.
Deze eenvoudige feiten kent ieder,
behalve het Rijk. De postadministra
tie schijnt van deze usances nooit te
hebben gehoord. Althans, de quitan
tiën die zij ter incasseering aanneemt,
mogen door den besteller slechts
tween aal worden aangeboden en tus-
schen die beide keeren mag geen ver
schil van veertien dagen liggen.
De besteller kan daar niets aan
doen, het is eenmaal zijn consigne,
maar hoe het rijk den tijd zoo kort
heeft kunnen stellen dat die in con
flict komt met een algemeene han
delsusance, is ons een raadsel. Men
zou zoo denken dat de postadmini
stratie, op zich nemende om quitan-
ties te incasseeren, allereerst had
moeten te rade gaan met de gebrui
ken van den handel. Nu dat niet is
gebeurd, zijn er verscheiden firma's
die stelselmatig postquitantiën laten
teruggaan en hunnen leveranciers
verzoeken niet anders dan per kassier
te beschikken.
Blijkens achterstaande advertentie
wordt a.s. Donderdag in de Groote
Vauxhal, Wijde Appelaarsteeg alhier,
een groote wedstrijd in kolven en
biljarten gehouden. Wij maken be
langstellenden hierop gaarne attent,
omdat de localiteit er zich uitstekend
voor leent.
Bij vonnis der Arrondissements
Rechtbank te Haarlem, van den26en
Juni 1894 is Jacques de Wijs Jzn.
koopman wonende te Monnikendam,
in staat verklaard van faillissement,
met ingang van 22 Juni 1894 en be
noeming van den Rechter Mr. M. G. P.
del Court van Krimpen tot rechter
commissaris en van den heer Mr. L.;
C. Kronenberg, adv. en proc. alhier
tot curator.
Afdeeling:: „Werkverschaffing".
Van 1 Nov. tot 25 Juni hebben
zich de volgende personen aangemeld
28 voor werkvrouw, 2 voor wasch-
vrouw, 6 voor naaister, 3 voor grond
werker, 11 voor loopwerk, 2 voor brei-,
werk, 6 voor loopknecht, 4 voor op
passer, 3 voor koffiehuisbediende, 2
voor schoenmaker, 3 voor schrijf
werk, 1 voor stucadoor, 2 voor koet
sier, 1 voor kantoorbediende, 2 voor
schilder, 9 voor los werkman, I voor
kleedermaker, 1 voor timmerman, 1
voor sigarenmaker, 1 voor licht werk,
1 voor dames-laarzenmaker, 2 voor
mangelwerk, 1 voor bloemist-knecht,
1 voor baker.
Particulieren en werkgevers, die
van bovenstaaude aanbiedingen ge
bruik wenscken te maken worden
Deleefd verzocht hunne aanvragen
schriftelijk tot het Bestuur te rich
ten, bus Doelen of Stadhuis.
Inlichtingen kunnen dagelijks van
Rouwbetuigingen.
Maandag-ochtend werd het Fran-
sche gezantschapsbötel in het Korte
Voorhout te 's-Gravenhage tot tee-
ken van rouw na het bekend worden
van den treurigen afloop van den
moordaanslag op den president der
Fransche Republiek gesloten.
Aan het hotel lieten zich als be
wijs van deelneming inschrijven, de
gezanten van andere vreemde mo
gendheden te 's-Gravenhage, vele le
den van verschillende legaties en tal
van Nederlandsche autoriteiten.
Eene vechtpartij.
De kleine Raamstraat in Den Haag,
waar in den laatsten tijd herhaalde
lijk vechtpartij en voorkwamen, was
Zondagavond het tooneel van de groot
ste verwarring. Twee bekende sujet
ten van de politie bestookten van uit
een der kroegen eene talrijke politie
macht. Zij wierpen uit de bovenver
dieping met alles wat hun voor de
hand kwam. Potten, dakpannen, een
theeblad, een petroleamtoestel, ja
zelfs eenhalfijzeren ledikant werd
den agenten naar het hoofd geslin
gerd, zoodat do straat vol scherven
lag.
De agenten stonden tegenover de
kerels machteloos, omdat zij hefc huis,
waarvan de deur gegrendeld was,
niet mochten binnenkomen, en de
ruiziemakers er wel voor zorgden dat
zij niet op straat kwamen.
Zooals begrijpelijk stonden honder
den, maar op behoorlijken afstand,
naar het straatschandaal te kijken.
Opstootjes te Utrecht
Het stationsplein te Utrecht was
Maandag in rep en roer, oorzaik is
dat zestig Hollandsche werklieden
bij de nieuwe overkapping van het
Centraalstation zijn ontslagen en ver
vangen door Belgen. Bij aankomst
van dezen wilden de Hollanders hen
verdringen, maar werden terugge
slagen door de politie, die, aanvan
kelijk te gering in getal, het een
oogenblik te kwaad kreeg, maar wel
dra versterkt, er op insloeg en won
den toebracht. Een werkman werd
met gespleten schedel weggebracht
vier werden in arrest genomen en
onder veel toeloop vooral van vrou
wen, naar het politiebureau gebracht.
Sinds is de toestand bedaard, maar
er heerschte girting. De Hollanders
hadden post gevat op het stations
pleinalle uitgangen van het station
waren bezet door politie. Het werk
stond stil. De Belgen mopperden dat
zij geen eten kregen. De een durfde,
de ander wilde het hun niet bren
gen. Er werden maatregelen eeno
men om de vreemdelingen logies en
verblijf te bezor-en op het werk zelf,
in een loods.
Nader meldt men:
Tegen 7 uur deB avonds begonnen
de ongeregeldheden bij het station
weder. De politie moest drie charges
maken op den Leidschen weg en op
den Catharijnesingel om de menschen
uiteen te drijven. Uit de menigte
werd met steenen naar de agenten
geworpen.
Na veel moeite gelukte het drie der
leiders te arresteeren.
Het Stationsplein was gedurende
een paar uren geheel bezet door eene
roerige doch over het algemeen niet
vijandig gezinde menigte. Ernstige
ongeregeldheden vielen dan ook niet
meer voor. De politie trad flink maar
bezadigd op en slaagde er in het
Stationsplein en de omliggende stra
ten te ontruimen. Om half elf waren
de Belgische werklieden nog op het
station in een der lokalen. Een tien
tal Hollandsche werklieden zijn in
verzekerde bewaring genomen.
De burgemeester, de hoofdcommis
saris en vele andere autoriteiten wa
ren bij het station aanwezig. Om elf
uur was alles volkomen rustigde
toegangen tot het Stationsplein wa
ren echter afgezet.
vallen door eenige jSteenwijkers die
zingende en sarrende het gezelschap
volgden.Een tijd lang zag men hen
niet, doch toen B. met zuster en
logee huiswaarts keerde, kwamen zij
weer achter dit drietal opdagen en
een hunner liep op B. aan en bracht
hem van achteren eene wonde toe.
Verwoed keerde B. zich om en trachtte
zijn aanvaller te treffen, het mes
schampte af op den arm van dezen
en trof den buurman, den 16jarigen
zoon van de wed. D.. die, in het hart
getroffen, stervende nederzonk.
De door dezen moord ontstelde
dader zr eg bij het lijk neder en werd
schreiende aangetroffen door hen, die
er kennis van gaven aan den wacht
meester van de marechaussees al
daar.
Het lijk is opgehaald en de bekla
genswaardige dader is in hechtenis.
Zaterdagmiddag bevond zich te Steen
wij k de justitie om een nader onder
zoek in te stellen.
Een ongeluk.
Zaterdagochtend had het vijftien
jarig zoontje van den metselaar v. d.
K. te Nieuwesluïs het ongeluk zijn
tienjarig zusje met eene buks dood
te schieten.
Tegenspraak.
Het bericht van een te Sneek ver
schijnend blad, dat de echtgenoot van
de vóór ruim twee jaren te Oude-
schoot vermoorde vrouw op zijn sterf
bed, even vóór zijnen dood, bekend
zon hebben den moord te hebben ge
pleegd, welk bericht, met vermelding
van de bron waaruit het afkomstig
was, ook in deze courant is opgeno
men, is, naar men ons meedeelt, ge
heel bezijden de waarheid. De be
doelde man verkeert in blakenden
welstand, en tot dusverre is van den
dader van den moord geen spoor ge
vonden. (N.R. Ct.)
Cricket-matcli.
In den Zondag te nilversum ge
houden wedstrijd tusschen „Rood en
Wit" van Haarlem en „Hercules" van
Utrecht maakte eerstgenoemde ver-
eeniging 180 runs en „Hercules" 80
runs.
De heer en C. J. Posthuma, H. Men-
ten, Hoeffelman en P. Tromp de Haas
behaalden respectievelijk 61, 40, 36
en 24 punten.
De Wageningsche brieven
Naar de Zulf. Ct. verneemt, moet
de reden, dat er zooveel gewicht aan
die brieven wordt gehecht, zijn, dat
een er van een grove hatelijkheid
aan het adres van den heer Van
Löben Seis bevat.
Moord.
Zekere Jac. B., stiefzoon van J. W.,
te Steenwijkerwold, ueed met zijne
zuster en eene logée eenige Steen wij-
ker gasten uitgeleide, die de zilveren
bruiloft van zijne ouders hadden mee
gevierd. Telkens werden ze lastig ge-
Mishandeling van een grens-
beambte.
Voor de rechtbank te Arnhem ston
den Zaterdag terecht de gebroeders J.
Th. en B. G., uit Dinksperloo, ter
zake dat zij 20 Mei 1.1., toen de duff
scke grensbeambte J. W. F. Ost, uit
Iuderwijk, een man dien hij op smok
kelen had betrapt, naar het grens-!
bureau wilde brengen, dien grensbe-j
ambte hebben aangevallen, naar Hol-j
landsch grondgebied getrokken, hem
zijn geweer ontnomen en stukgebro
ken, zijn kleederen gescheurd en hem
mishandeld hebben.
Hoewel bekl. volhielden, dat zij
aangevallen waren door den beambte
op Hollandsch gebied, en daarna
met hem hadden gevochten, achtte
het O. M-, na een uitvoerig verhoor
van 5 getuigen, het wettig en over
tuigend bewijs der feiten geleverd en
eischte tegen den In bekl. eene ge
vangenisstraf van 1 jaar, tegen den
2n bekl. van 9 maanden.
De toegevoegde verdediger mr. S.
Gratama bestreed de aangevoerde
bewijsgronden en concludeerde voor
beiden tot vrijspraak.
Uitspraak 3 Juli.
Een b8ruoh drietal.
der arrond.-rechtbank
werden Maandag-
Bij vonnis
te 's-Gravenhage
Myra de tijd langzaam omkroop, want het was reeds lang
geleden sedert zij iets van haar verloofde had gehoord, en
zij wist niet of zij hem als ziek, dood of onverschillig voor
haar moest beschouwen, of dat hij op reis was naar Enge
land om eene bittere teleurstelling te ondervinden. Terwijl
zij hier zat neergeknield, in het licht der maan, riep Myra
voor haar geheugen eene droevige periode uit haar leven
terug. Op denzelfden dag dat Elizabeth voor de laatste maal
haar lieveling bij zich had, had Myra een brief ontvangen,
van George's deelgenoot in Indië, een oudenkennis zoowel
van de familie Barth ale van de familie Fitzroy. Deze brief
luidde als volgt:
„Waarde miss Barth: Onze vriend George, die uwe
twee vorige brieven met dezelfde mail heeft ontvangen,
heeft onmiddellijk zijne toebereidselen tot vertrek ge
maakt, en is drie dagen daarna scheep gegaan op de
Ocean Queen. Indien er geen vertraging heeft plaats ge
had, zal hij reeds bij u zijn op het oogenblik, dat gij
dezen brief leest. Hij verzocht mij de brieven, die voor
hem kwamen, te openen en te beantwoorden, zoodat uw
brief aan hem met het verzoek niet dadelijk over te ko
men, in mijn hart is geraakt. Ik hoop van harte, dat voor
zijne komst de moeielijkheden uit den weg zullen zijn
geruimd, zoodat het uverheugen zal, dat hij zich metzijn
terugkeer zoo gehftast heeft. Indien er een ongeluk is ge
beurd, dan zal zijne teleurstelling zeer groot zijn, daar hij
zeer opgeruimd vanhier i§ vertrokken, en hij zijne
heeft moeten achterlaten op het tijdstip, dat hij eene
prachtige kans van slagen had.
Na vriendschappelijke groeten, enz."
Deze brief bracht Myra geheel tot wanhoop. Zij verwon
derde er zich geen oogenblik over, waarom George niet bij
haar was nu zij den brief ontving, die veertien dagen na zijn
vertrek was afgezonden. Hare eenige kwelling was de ge
dachte aan de teleurstelling, die haar George werd bereid
door den kleinen slaper in de wieg. Den ganschen dag
dwaalde Myra in het huis en den tuin rond, ieder oogen
blik verwachtende haar verloofde voor zich te zien, aan wien
zij zou moeten vertellen, dat zij hem had misleid, en dat
zijn terugkeer onnoodig was. Geheel onwillekeurig spookten
vizioenen door haar brein, waarin de zuigeling de hoofdrol
speelde, en waarin hem allerlei ongelukken troffen, geschikt
om zijn nog zoo korten levensdraad af te snij dein
Toen zij zich naar hare kamer begaf, zag zij het kind. Zij
sliep in, bijna met haat voor het kleine wicht vervuld. Zij
had vervolgens een rusteloozen nacht, waarin droomenhaar
kwelden.
Zij ontwaakte. Het kind was verdwenen.
Nu gold de vraag: Had zij eenig aandeel in die verdwij
ning? Dit was de droevige herinnering uit haar leven, die
den overgang vormde van het licht tot de duisternis.
Plotseling verscheen een groote, zwarte hond, toebehoorende
aan de familie Barth, onder het venster, zag Myra daar
neergeknield liggen, en uitte een woest, langgerekt gehuil.
HOOFDSTUK IV.
Het lot van het ldnd.
In den nacht toen Titlow de geestverschijning zag, beleefde-
de kleine sir Rupert Barth vele avonturen.
Na vertroeteld, gekust en gezegend te zijn geworden door
zijne moeder, werd hij uitgekleed en in de wieg gelegd.
Uit dit warm nestje werd hij getild door zijne slapende
stiefzuster en beschut door haar mantel, maakte hij
eerste reis van zijn leven en zijne eerste kennismaking met
de buitenlucht.
Even rustig slapende tegen de borst van Myra als in zijn
wieg, werd de kleine baronet opgeheven in de lucht en ver
volgens geworpen in het water van het bassin te Greenwood.
Sir Rupert verdween onder water.
Timmy Titlow daalde de hoogte af.
Met statigen tred keerde Myra naar Barth House terug.
In het bassin dook iets neer, dat Myra als een zwarte
schaduw had gevolgd de lievelingshond haars vaders!
De hond verscheen aan de oppervlakte, met het kind in
zijn bek en met dat zonderlinge instinct, dat dikwijls de rede
schijnt te overtreffen, zwom de hond niet alleen naar den
dichtstbijzijnden kant, maar bovendien naar dat gedeelte
der helling, waar een bootje lag.
(Wordt vervolgd.)