Rechtszaken.
Letteren en Kunst.
den uitgebreid en het vrouwelijk ele
ment daarbij niet voorbijgegaan wor
den van den invloed, dien zij uit
oefenen, kan voor een deel afhangen
of de wet zelve meer of minder heeft
te bepalen, in bijzonderheden heeft
te regelen dan wel slechts algemeene
regelen heeft te stellen.
Doch niet alleen van de Inspecteurs,
ook van de bevolking, in de eerste
plaats van de nijverheid, hangt dit
af. De wetgever kan en moet naar
onze overtuiging optreden overal waar
dit nncdig is, ook ten aanzien van
vernouding tusschen patroon en
(volwassen) arbeiderdoch wij voe
gen er uit éénen adem bij; hoe min
der de wetgever tusschen beide be
hoeft te treden, hce beter.
Do z&ak-Tuinenburg.
In zake Tuinenburg schijnt einde
lijk de zekerheid te zijn verkregen,
dat de behandeling dier zaak bij de
Amsterdamsche justitie thuis behoort
en niet bij de Utrechtsche. Eenige
dagen geleden althans zijn de dien
sten van den inspecteur-rechercheur
Bat el t ingeroepen ter opsporing van
den voortvluchtige.
Deze onderzoekt nu vooral, op welke
data Tuinenburg fondsen ter markt
heeft gebracht, op welke data hij te
Amsterdam, op welke te Utrecht en
op welke elders is gezien.
Maar intusschen is T. reeds acht
dagen geleden te Monte Carlo gezien,
de plaats waarop wij reeds vroeger
zinspeelden, toen wij zeiden, dat zoo
wel hij als zijne reisgezellin daar
vroeger reeds waren geweest. Tuinen
burg heeft dus al den tijd gehad oirt
van Monte Carlo naar eene meer
veilige wijkplaats te vertrekken.
Het onderzoek heeft tot heden ge
lei! tot het vermoeden, dat Tuinen
burg in Februari jl. voor het eerst
tot verkoop van effecten uit de brand
kast is overgegaan. N. R. Ct.
Het zsebad Sclievcningen.
Uit het verslag van den directeur
der maatschappij „Zeebad Scheve-
ningeo" over 1893 blijkt, dat het
Kurhaus 4656 geabonneerden telde
tegen 4.672 in 1892, maar het getal
dagkaarten 8740 grooter was.
Er werden 9560 buitenbaden meer
genomen en 606 binninbaden.
Daarentegen werden slechts 14.769
bedden verhuurd, tegen 20.748 in
1892, namen 3116 personen minder
aan de table d'höte plaats en werden
2507 afzonderlijke diners minder ge
nomen.
De tegenwerking van de zijde van
het Haagsche Gemeentebestuur, in
de vergadering besproken, ontmoettej
de directeur ten aanzien der bouw
plannen bij B. en W., die nabij het
het Kurhaus zegt hij allerlei
kermistenten, draaimolens enz. toe
laten en vergunning gaven voor eene
„concurrcerende badinrichting aan liet
strand, onder het mom van een volks-
bad", wat z. i. in strijd is met den j
geest van het erlpachtscontract.
Een Ecbandelijk feit.
Recht voor Allen deelt het volgende
•ehandelijke feit niec'e
„Tegen 12 uur verdrong zich Maan-
aag in en om het bekende café „Voor
waarts,, te Amsterdam een groot aan-
tal partijgenooten en belangstellenden
die te ongeveer half een in massa
optrokken naar de Hoedemakerskade,
een wijk, even buiten de gemeente
Amsterdam en behoorende tot Nieu-
wer-Amslcl, waar wegens belasting
schuld verkocht zou worden het in-
boedeltje van Mengenz.
„Zingende trok toen een stoet van
een vier A vijfhonderd partijgenooten
naar Amsterdam terug.
„Op den hoek van de Vijzelstraat
en Heerengracht, bij den Consul van
Frankrijk, hing de vlag halfstok als
teeken van rouw over den dood van
president Carnot. Reens stelde zich
op de stoep en sprak de menigte toe.
„„Medeburgers—zeide hij,hier
waait de vlag halfstok ten teeken
van rouw over den dood van den pre
sident der Fransche bourgeoisrepu-
bliek. Wij, Nederlandsche arbeiders,
wij rouwen niet over zijn dood, om
dat wij maar al te goed weten, dat
hij het was, die het doodvonnis on-
derteekende van Ravochol, Vaillant
en Emile Henry".
„Met den kreetLeve de Fransche
anarchisten stemde de menigte onder
donderend gejuich in.
Groote onvoorzichtigheid.
Te Oostwoud (N-Holl.) was de mi
licien N., in garnizoen te Amsterdam,
met verlok Hij wilde voor de aardig
heid een patroon, met kruit gevuld,
laten ontploften, en plaatste het voor
werp op een paal. Toen hij er met
een hamer op sloeg, kreeg hij de la
ding in het gezicht. Het eene oog
werd zoo gekwetst, dat hij het ge
bruik daarvan zal moeten missen.
tarbotten, 1 tot 5 roggen, 1 tot 3
mandjes kl. schol en 1 tot 3 man
den schar aangevoerd gr. tong gold
35 30 cent" kleine idem 15 8
cent, tarbot f6 ft f3,50, rog 75 70
cent per stuk, kl. schol f4 f2 per
mandje en schar f3.25 k f3 per
mand.
Een gedresseerde zeehond
Tien dagen geleden werden eenige
Tesselsche vissehers op strand een
zeehond meeste.. 7 ij brachten dat
dier mee té Oudeschild, waar het nu
dagelijks een poosje in zee zwemt en
op het fluiten van den eigenaar ter
stond weer naar land zwemt en op
het droge komt.
Belgische arbeiders te utrecht
In den loop van den dag zijn Don
derdag weder een tiental der ontsla
gen arbeiders bij de stationskap te
Utrecht aan het werk gesteld. Zij-
hebben allen met lust den arbeid
ondernomen en het is te verwachten
dat zij. voorgegaan door het goede
voorbeeld der Belgische werklieden,
thans ook met ijver aan het werk
zullen blijven. Wanneer z'j toon en
de noodige lust en geschiktheid voor
het moeilijke werk dat van hen ge-
eïscht wordt te bezitten, dan zal er
bij de Belgische Maatschappij zeker
geen bezwaar bestaan omjien weer
in dienst te nemen, daar het werk
wel zoover ten achteren is, dat om
nog eenigszins bijtijds gereed te ko
men, stellig een groot aantal arbei
ders noodig is.
Een lijk opgegraven.
Op last van den officier van justi
tie te Breda i3 te Din teloor d het lijk
van den schipperskne ht P. K., die
den 12en Juni dood in de kajuit
werd gevonden, opgegraven.
Verschilier.de geruchten, als zouu-
de man geen natuurlijken, dood ge
storven zijn, gaven daartoe aanleiding.
Door de doktoren werd echter uit
gemaakt dat de overledene uol een
natuurlijken dood is gestorven.
Visgcliarjj
Kat wij k aan Zee. Twee schui
ten, die hier hare visch brachten, be-
somden f30 40 en f43.15. Er werd
besteed: kl. tong 10 a 20 ct., mid
delsoort 30 a 40 et., gr. idem 50 a
60 ct. per stuk; schar f5.40 a 6.—,
krit f3.50, keu 13.50 a f'4.50 por
mancl 4 schuiten zijn ter haring-
visscherij vertrokken.
De logger, IC. W. 1 van den reeder
F. E. Meerburg was in het begin de
zer week wegens ziekte van eenige
matrozen genoodzaakt IJmuiden bin
nen te komen. Hij bracht 50 kantjes
haring aan.
*N i e u w e d i e p, 28 Juni. Door 50
korders werden hier heden 20 tot 100
groote-, 20 tot 150 kl. tongen, 15
Brandstichting door onvoor
zichtigheid.
Den avond van den 28n Mei jl. werd
op de kamer van een student te Lei
den feest gevierd, ter gelegenheid van
het slagen met het doctoraal examen
door den kamerbewoner.
Eenige vrienden waren bijeen, en
naarmate het later werd steeg de
vroolijkheid, zoodat zelfs werd over
gegaan tot het afsteken van vuur
werk.
De student die geslaagd was, had
nl. een zoogenaamde romeinsche kaars
uit het raam gehouden, met dit ge
volg dat door de vuurballen de ruit
van een woning aan de overzijde brak;
het gordijn vlam vatte, en weinig
tijds later de bovenverdieping in brand
stond.
De student stond thans voor de
Haagsche rechtbank terecht ter zake
van brandstichting uit baldadigheid
of onnadenkendheid.
Aanvankelijk pleitten de omstan
digheden tegen den bekl. Immers in
de woning in welke brand ontstond,
woonde iemand die nog al eens door
studenten plaagd werd, zoodat zelfe
bijna aan opzet moest worden gedacht.
liet Openb. Min. vond het dan ook
gelukkig, dat uit de getuigenverkla
ringen thans was gebleken, dat er
geen verband tusschen het afsteken
van de kaars en de plagerijen bestond,
liet achtte echter de schuld van be
klaagde aan de brandstichting vol
doende bewezen door de richting in
welke hij de kaars hield, en vorder
de eene hechfêjeisstraf van 14 dagen,
Mr. Van Raai te, advocaat te Rot
terdam, bestreed de schuld van zijn
cliënt. De rechte richting naar het
huis aan de overzijde was onafhan
kelijk v n bekl.'s wil. Uit de richting
van het vuur kon geen schuld geput
worden, wijl ook hetgeen omtrent de
werking 'bleek van de romeinsche
kaarsen welke zeer onschuldig
door de getuigen werden voorgesteld
de culpa verdringt.
Na nog getracht te hebben aan te
toonen, ook uit een juridisch oog
punt, dat art. 158 S. R. in deze niet
van toepassing kon zijn, vroeg plei-j
ter vrijspraak voor zooveel betreft
het brandstichten en meenen hij dat
alleen kon volgen veroordeeling tot
een geldboete wegens overtreding van
de politie verordening, door het af
steken van vuurwerk zonder vergun
ning van B. en W.
Na re- en dupliek werd de uit
spraak bepaald op 9 Juli.
De moord te Marolleput.
Het Haagsche gerechtshof behan
delde Donderdag de bekende zaak van
Machiel Lampier, veroordeeld door
do Middelburgsche rechtbank tot le
venslange gevangenis, wegens den
drievoudigen moord te Marolleput.
Het Openbaar Ministerie eischte
bevestiging van het vonnis.
De verdediger, mr. H. S;nissaert,
vroeg een nader onderzoek omtrent
den geestestoestand van beklaagde.
Uitspraak 11 Juli.
Nieuwsgierigheid.
Die meisjes, ze zijn zoo nieuwsgie
rig Men moet lezen wat ze al te
vragen hebben in de bus van de Ho 11.
Lelie. Nu wilden ze weten wie „Jo
vau Sloten" toch eigenlijk was. En Jo
had er niets tegen het hun te ver
tellen
Wel, ik ben in niets buitengewoon
ik dwing niet om „de zon" maar
laat het firmament met rust, en ver
lang evenmin om mooi te sterven, als
Hedda Gabbler, ofschoon ik afstam
van een tamelijk zenuwachtig ouder
paar, en dus moest hebben op z'n
minst een totale verlamming, kleur
en reukverwarring en vooral belast
wezen met een val :ch martelaarschap.
Ik ben dus feitelijk een misdeelde.
Wat zal ik u verder vertellenMijn
naam is werkelijk Sluijter, waarvan
van Sloten zigzagsgewijze afstamt
iedereen noemt mij bijna met den
laatsten naam, waarom ik dien bijna
altijd gebruik om verwarring te ont
gaan. Wilt u nog meer weten
Ik ben spiritiste (maar maak geen
proselieten), leef in dagelij kschen on
min met koetsiers die hun paarden
mishandelen, en heb een afschuw
van „opzettegels", dat dierenmartel-
tuig; als ik werk, heb ik graag een
hond of kat om me heen om af en
toe een praatje tegen te houden. Vol
gens Max Nordau zal dit ongetwijfeld
een teeken van „ontaarding" zijn, ik
geloof echter niet dat hij het vermeldt
in zijn opfrisschend werk.
Natuurlijk beu ik met een gedicht-
begonnen, natuurlijk een leelijkik
was veertien jaar en dweepte met
„bloemen, die haar blauwe oogen
wijd openden, als de maan naar hen
keek."
Uit deze gebrekkige botanische ken
nis mag men opmaken dat ik te vroeg
naar bed moest oin degelijke studies
van mijn onderwerp te kunnen ma
ken.
Na die jeugdige zonde hen ik on
derwijzeres geweest; niet voor mijn
pleziertot niemands plezier, denk ik.
Ik vérgat het eerste wat een liol-
landsche Lelie zal willen weten, n.l.
Ik ben geboren in 1853 en sinds
eenige dagen 31 jaar oud.
Jo van Sloten.
Carnot.
De uitgever C, Morks Jzn. to Dor
drecht heeft een boekje het licht
doen zien, getiteld„de Moord op
Sadi Carnot".
Het bevat een vloeiend geschreven
levensschets van den ongelukkigen
piesident en eindigt met een kort
relaas van den afschuwelijken aan
slag, die hem het leven kostte.
De prijs ervan is 15 Cts.
Koloniën,
LOMBOK,
Den 19a Mei werd uit Batavia aan
de Soer. Ct. geseind
Voor de expeditie naar Lombok
werden in bet diepste geheim aller
lei voorbereidingen gelast, zoodat het
nu inderdaad ernst schijnt geworden.
Naar Hr. Ms. pantserdekkorvet Su
matra, rustig ter Sumatra's West
kust met zijne torpedo's bezig, werd
telepraphiseh bevel gezonden om on
middellijk van daar op te komen.
Het is bestemd voor de Lombokschè
waterenen wel speciaal om de kus
ten te bewaken en daar den toevoer
van oorlogscontrabande thans met de
meeste gestrengheid tegen te gaan.
Ook over de schepen dis tegenwoor
dig de parelvïsscherij in den Aroe-
archipel hebben te bewaken, zal tot
dat doel, indien noodig, worden be
schikt. Hr. Ms. fregat Emma zal dus
ook wei derwaarts gaan. Bij het mi
litair departement is alles in de weer.
Naar Magelang is o.a. order gezon
den om het 7e bataljon binnen 8
dagen geheel marschvaardig te ma
ken alle officieren zijn daarbij aa
gevuld. De intendance, de art:,lêi
de pyrotechnische werkplaats ie s<
rabaija, alles ontving de dringend!
orders, tot voorbereiding van
noodige, desnoods met dóórwerk
dag en nacht. Ook het 9e 1. 'jl
te Batavia wordt marschvaardig
houden en denkelijk zal ook net'
van Samarang wel aan de expedi
deelnemen. Maar de toestemming t
Nederland schijnt nog niet gegevc
Het Bat. Nbl. meldt nog, dat j
troepen nit Midden-Java, die nn
expeditie deelnemen, zich te Soei
baija zullen vereenigen en daar schei
gaan.
Van den resident van Ternate
het volgende telegram ontvangei
Ternate, 5 Mei. „Politiek i-ie
Karian van eiland Tohonoe, Ooi
Halmaheira, schaakt eene vrouw vi
Tobello, waarop schaker door ;1 y<|
eewapende Tobelloreezen is vei .orj
Door krachtig optreden van ;hoj
der voorkomen dat Tohonotëis wea
wraak gingen nemen. Moordenajd
gevat. Thans alles rustig. Overige!
niets bijzonders. Gezondheids!estan
gunstig."
Ter beschikking van den r idei
K. F. H. van Langen gesteld de co
troleur 2e klasse E. Verbekeen sul!
om in het belang der schee] waai
regeling ter Noord- en Oostki:
Atjeh werkzaam te zijn.
De secretaris van de resi.iiem
Banjoemas H. E. B. Schmalhaus
is door de regeering opgedrag'
zich met het op 9 Juni van Ihua
daarheen vertrekkende stoo scï
Liibeck naar Duitsch-Nieuw-'
te begeven, teneinde ter plaatse
onderzoek in te stellen naar d
stand der aldaar aanwezige
Ttidië afkomstige koelies.
PADANG, 30 Mei.
De 24a werd uit Kotta-Rai'
de Sum. Ct. geseind
Den 21 n dezer hebben onze t
Misdjid Biloel ingenomen. Aar:
zijde" slechts vier gewonden;
liezen van den vijand zijn veel gro
ter, doch niet op te geven.
Den volgenden dag werden 1
zen tel beschoten, maar de
liet het daarbij. De luitenant Li(
rinck en negen minderen werden
wond, een fuselier en een dwangj
beider gedood.
Gisteren werd het vuur herv
drong de vijand onstuimig op. do
zonder tactisch succes. Wij bob
men echter aan doodeneen
geant en twee dwangaibeide..
gewonden vijf mindere militaire:
Heden zal men den vijand tr:
om te trekken.
Uit ICotta-Radja wordt dd. LA
aan de Java Bode geschreven
Aangaande den toestand U >'e.
valt het volgende te vermeldt;
Ten Noord-Oosten van de b
Segli ligt een terreinstrook, d
bijzonder eivent om onzen p a
beschieten. Van uit den lorei
observatiepost in de bent mg, -tie
de wandeling „Eifteltoren" genoei
wordt) worden dan ook een hen
vijandelijke versterkingen wau -i
men.
Aan den mdja van Pedir,
Paké, is nu het voorstel geda
streek van de muitelingen te v-ui
ren, als belooning waarvoor i -j
landstreek bij zijn gebied zou
voegen, terwijl tevens de havo:
Segli zou worden opengeste;-:
einde den handel in zijn thans gebl(
keerd gebied te doen herleven.
Dit "voorstel werd door den ra<
aangenomen, terwijl zijne ben en
het nemen der versterkingen d(
onze 1 roepen zouden gesteun a vr
den. In verband daarmede v:or(
uit Kolta Radja een detachemc 1
Brice. „Miss Barth heelt zich de verdwijning van het kind
sterk aangetrokken. Ik heb nog nooit een meisje in een paar
weken tijds zoo zien veranderen als zij."
„Dan komt het door berouw of vrees," volhardde Elizabeth.
„Je beschuldiging, Elizabeth, is monsterachtig en wreed;
niemand zal ze met je beamen en ze kan slechts schandaal
verwekken. Miss Barth is eene wees zonder bloedverwanten
met uitzondering van die familie Wrigley. Jij en zij moest
vriendinnen zijn en elkaar liefhebben. Gij zijt toch vroeger
vriendinnen geweest."
„Vroegere vriendinnen zijn de ergste vijandinnen," zuchtte
Elizabeth.
„Wanneer je niet met elkaar in vrede leeft, dan zult gij
beiden hier een droevig leven leiden."
„Ik wil haar rftet zien. Zij haat mijn arm kind," ant
woordde Elizabeth. „Zij zal niet in mijne nabijheid komen."
Op dit punt scheen lady Barth veel zekerder van Myra's
schuld wat betreft de verdwijning van den kleinen Rupert,
dan Myra zelve was.
Uren en uren bracht Myra door met het aanvoeren van
bewijsgronden voor het voor en tegen. Was zij wel of niet
de moordenares van haren pasgeboren stiefbroeder?
Ten eerste: Zij bad zulk een eigenaardigen en levendigen
droom gehad. Op jeugdigen leeftijd was steeds gebleken, dat
zij na zulke droomen bleek te hebben gewandeld in haar
slaap en dat zij deed wat zij droomde.
Ten tweede De droom van Timmy Titlow, die geheel aan
sloot bij den hare. Zij had het bericht daaromtrent in de
nieuwsbladen gelezen.
Ten derdeHet reservoir was onderzocht en niets was er
in gevonden. Indien het kind er was ingeworpen, dan had
men het lijk moeien vinden.
En ten slotte dacht Myra 11a over het zonderlinge gedrag
van den hond haars vaders. Dit dier had haar aan haar
japon getrokken en steeds gehuild en gejankt wanneer hij
haar zag.
Ailsa zeide, dat hij dol zou worden en nu moest worden
onschadelijk gemaakt. De andere dienstboden schudden allen
het hoofd en zeiden dat deze handelwijze van den hond een
vroegen, onverwachten dood van hare jonge meesteres aan
duidden.
Het denkbeeld kwam bij Myra op, dat deze hond haar het
kind had moeten zien wegdragen en wist waar het zich nu
bevond.
Deze overtuiging hechtte zich zoo vast in haar breiü, dat
zij ten slotte besloot om, wat zij er ook b :j waagde,
den hond te volgen, en de oorzaak van zijn zonderling ge
drag op te sporen.
Gedurende al dien tijd van vreeselijken strijd en angst,
was het een bewijs van Myra's geestkracht, dat zij in alle
uiterlijke dingen in hare kleeding bijvoorbeeld hare
gewi onten van voorheen volgde.
Toen zij op een morgpn besloot om den hond te volgen
en te ontdekken wat hem bezighield, kleedde zij zich aan
voor eene wandeling.
De tijd van den zwaarsten rouw wegens den dood van sir
Giles was voorbij, en daar het een warme, zomerse A c
was, kleedde Myra zich lichter dan gewoonlijk.
Zij zag er niet uit als een meisje, dat werd gekweld di
een vreeselijken twijfel, zoekende naar sporen van hare eigj
geheimzinnige misdaad, maar als een schoon, jong wei
in een zwart wandelkostuum, afgezet met witte, brus 1
kant met een klein hoedje met zwarte veer en een zwar
parasol met witte strepen, zoodat zij zich als eene gesti
vol licht en schaduw door de zonnige velden bewoog, vo
afgegaan door een grooten hond, dio zijn kop dicht bij
grond hield. Zij ging verder, geleid door haar hond, stc
langs den weg, dien zij in haar droom betreden had-
huiverde ondanks de zoele zomerlucht, maar volgde vast
raden haar weg.
Op den rand van het bassin aangekomen, begon de :'"-
een gehuil aan te beffen, liep daarna den oever vour
vierde gedeelte rond en daalde vervolgens af in de richt
van een groepje huizen. Van het punt af, waar hij begoi
janken, verliet de hond het tooneel van Myra's droom-
De hond gevolgd door zijne meesteres daalde de iicll
af, totdat zij een klein, net huisje hadden bereikt, heee:
van de rij.
Wordt vervolgd.