naar BINNENLAND. We dstrijden, De Henley-regatta. zijn in staat yan faillissement ver klaard lo. Jacoba Maria van Wnnnik. huisvrouw van G. H. IJsseldijk, koop vrouw in brandstoffen, galanterieën, porselein, glas- en aardewerk te Haar lem, met ingang van 26 Juni 1894. 2o. Pieter Kater Jzn., brood- en koekbakker te Monnikendam, met ingang van 26 Juni. In beide faillissementen zijn be noemd tot rechter-commissaris de rechter Mr. M. G. P. del Court van Krimpen en tot curator de heer Mr. C. Joh. Prins, advocaat en procureur alhier. Reservekader. Men schrijft ons: Yan verscheidene kanten hoort men met ingenomenheid van het Reserve kader gewagen. De instelling toch van het Reserve kader, die een door en door nationaal karakter draagt, is eene weldaad voor het vaderland. Nu eindelijk zal wel licht een einde komen aan dat ver- derflijke rempla§anten-stelsel, en kan het jonge Neêrland zich in waarheid betoonen de hoop van het vaderland te zijn. Het kan met jeugdige, fris- sche kracht thans een groot, edel en waarachtig nationaal werk tot stand brengen. De algemeene ontwikkeling van het Reservekader bevindt zich ongeveei op het hoogtepeil, dat nagenoeg be reikt wordt bij den overgang naar de 4e klasse eener hoogere burgerschool. De diensttijd van acht maanden over zes jaar verdeeld is werkelijk niet te veel, terwijl men gedurende die zes jaar in het tijdvak van 1 Mei tot 1 October ten hoogste gedurende drie maanden onder de wapenen geroepen kan worden. Met ieders belangen wordt zooveel mogelijk rekening gehouden. Van vele jongelui zal een diensttijd van eenige maanden eene welkome afleiding zijn. De muffe studeerkamer wordt gedurende dien tijd vaarwel gezegd, de boeken zoolang opgebor gen en in de gelederen plaats geno men, waar dagelijks gezonde, degelijke en opwekkende oefeningen plaats hebben en de voorbereiding geschiedt tot eene der heiligste plichten, de verdediging van het vaderland. „Aan geheel ons volk zal een wel daad bewezen worden, indien alle jonge mannen, tot wie de roepstem van het legerbestuur uitgaat, en wien in waarheid de toekomst van het va derland ter harte gaat, thans met de daad het bewijs leveren, dat het „Neerlandsch Bloed" niet als een ij dele klank, niet als een leugen trilt op hunne lippen, maar dat het ook met kracht nog voortgolft door hunne aderendat er nog pit en merg zit in den nederlandschen stam dat wij niet bthooren tot een oud en afge leefd ras, maar dat wij vastbesloten zijn, met alle kracht die in ons is, te blijven leven, niet door het toeval der omstandigheden, niet door den na ijver, noch door de gunst van den buurman, maar door de genade der eigen kracht, die zichzelve weet te helpen en te redden. Weldra zal de toekomst leeren, in welken zin de groote vraag is beant woord, waarvoor de instelling van het Reservekader Neerlands jonge lingschap thans geplaatst heeft. Een gewichtig oogenblik is daarom aan gebroken in ons nationaal leveneen oogenblik waarin eene beslissing moet vallen van de hoogste betee- kenis. Het is daarom goed, dat ieder zich met juistheid rekenschap geve van den ernst van hst oogenblik, dat ieder zich thans volkomen bewust zij van de groote persoonlijke verantwoorde lijkheid, die hier o;p hem rust, waar, in naam van het vaderland, het le gerbestuur hem oproept om, marde mate zijner krachten, bij te dragen om 's lands weerkracht uit kaar on macht te verlossen." Afdeeling: „Werkverschaffing". Van 1 Nov. tot 10 Juli hebben zich de volgende personen aangemeld 30 voor werkvrouw, 2 voor wasch- vrouw, 6 voor naaister, 3 voor grond werker, 12 voor loopwerk, 2 voor brei werk, 7 voor loopknecht, 4 voor op passer, 3 voor koffiehuisbediende, 2 voor schoenmaker, 3 voor schrijf werk, 1 voor stucadoor, 1 voor koet sier, 1 voor kantoorbediende, 2 voor schilder, 10 voor los werkman, 1 voor kleedermaker, 1 voor timmerman, 1 voor sigarenmaker, 1 voor licht werk. 1 voor dames-laarzenmaker, 2 voor mangelwerk, 1 voor bloemistknecht, 1 voor baker. Particulieren en werkgevers, die van bovenstaande aanbiedingen ge bruik wenschen te maken worden beleefd verzocht hunne aanvragen schriftelijk tot het Bestuur te rich ten, bus Doelen of Stadhuis. Inlichtingen kunnen dagelijks van 91 en van 35 uur verkregen wor den bij den administrateur, bureau Doelen. Christelijk Zangersfeest te Velsen. Op Woensdag, den 25sten dezer maand, zal in de onmiddellijke nabij heid van het station Velsen D. V. weder een Christelijk Zangersfeest worden gehouden, hetwelk tegen be taling van het programma voor ieder een toegankelijk wordt gesteld. Baron van Tuyll van Serooskerken heeft de welwillendheid gehad, zijn prachtig landgoed „Velserbeek" daarvoor be schikbaar te stellen. De twintig num mers die in het programma zijn ver meld, zullen met begeleiding van ko per worden uitgevoerd door een koor van niet minder dan 1500 zangers en zangeressen, leden van verschillende bij den Bond van Christelijke Zang verenigingen in Nederland aange sloten veieenigingeu. De leidiug van dit reusachtige koor is opgedragen aan den heer J. Godefroy, muziekdi recteur te Steenwijk. In de pauze worden korte toespraken gehouden door de heerenA. J. A. Vermeer, Ned. Herv. predikant te 's-Gravenhage en J. H. Landwehr, Geref. predikant te Rotterdam. Eene cantine, ruimschoots voorzien van denoodige mondbehoef ten, zal aanwezig zijn op het lommer- rij ke feestterrein, waarop de bezoekers die van elders komen door een vijf tal feesttreinen zullen worden aan gevoerd. Voor verdere bijzonderheden raadplege men de aanplakbiljetten en de advertentiën, die weldra in nieuws bladen zullen verschijnen. Werden de vroeger gevierde Zan gersfeesten te Apeldoorn en te Maar tensdijk reeds door duizenden be zocht, thans, nn gebleken is dat der gelijke feesten bij ons Christelijk pu bliek ingang vinden, en ligging en plaatselijke gesteldheid zoo in ieder opzicht tot een bezoek uitlokken, mag met grond op nog grooter opkomst worden gerekend. Een vorstelijke gift. Van de Prins Hendrik stichting te Egmond aan Zee wapperden Zon dagge vlaggen ter eere van een wel dadig ingezetene van Amsterdam, die aan de stichting de vorstelijke gift heeft geschonken van 70,000, waar door de bouw eener nieuwe stichting is verzekerd. Een vorstelijk Bezoek. Naar N. R. CL verneemt zal de derde zoon van den kroonprins van Zweden, de 17jarige prins Harald, in het laatst dezer maand een bezoek aan -ons land brengen met den oor logsbodem Helgolanddie wege zijne groote afmetingen Nieuwediep niet kan binnenloopen en daarom langs den Nieuwen Waterweg naar Rotterdam zal opstoomen. De prins zal verschillende plaatsen van ons land bezoeken en waarschijn lijk ook aan de Koninginnen op Soeetdijk een bezoek brengen. Oorontstekingen bij zwemmers. In de NedSport geeft dr. P. J. Mink te Amsterdam, de volgende wenken voor zwemmers en badenden, die zeker in dezen tijd van het jaar aan velen groote diensten kunnen be wijzen. Er gaat geen zomer voorbij, waarin ik niet eenige gevallen van heftige oorontsteking met al hare dreigende verschijnselen en afhankelijk van ba den of zwemmen te zien krijg. Men kan gerust zeggen, dat bij deze soort van sport het oor het meest bedreigde orgaan is. Door het nemen van eenige eenvoudige maatregelen zijn dezena- deelen bijna steeds te voorkomen. Als liefhebber en ijverig beoefenaar van genoemde watersport was ik herhaal- delijk in de gelegenheid waar te ne men, hoe noodig het is, mijne mede zwemmers hierop attent te maken. Vroeger sprak ik reeds van het nut van vettige oorwatjes bij het te water gaan, vooral voor hen, die aan loo- pende ooren lijden of geleden hebben. Ook nog langs een anderen kant wordt het oor bedreigd, nl. van den neus uit. Zooals men weet, loopt er aan den achterkant van de neusholte een ka naal naar het oor, de Eu3tachiaan- sche buis. Als er nu water in de neusholte binnendringt, wat vooral bij duiken en springen voorkomt, kan het langs deze buis in het oor geraken, waar het bijna altijd een ontsteking verwekt. Meestal wordt het vocht door onoordeelkundig snui ten in het oor geperst. Dikwijl zag ik hoe zwemmers het water, dat in de neusholte achterge bleven was, trachtten te verwijderen door beide neusgaten gedeeltelijk dicht te drukken, en dan te snuiten. Dit is verkeerd, daar dan de lucht in de neusholte onder hoogeren druk komt, in de ooren tracht te dringen en het vocht, dat aan den ingang der Eu8tachiaansche buis is blijven hangen, l.cbt medevoert. Men moet afwisselend een der neusgaten slui ten en door het andere uitblazen (snuiten a la paysan). Is een der neusgaten door zwelling van het slijm vlies als anderszins bijna verstopt, dan mag men hierdoor niet blazen, tenminste niet geforceerd. Bemerkt een badgast een onaangenaam dof ge voel in het oor, gepaard met ver minderde gehoorscherpte, nadat water in zijn neus gekomen was, dan is dit meestal een bewijs dat eenig vocht reeds een eindje in de Eustachiaan- sche buis binnengedrongen is. In dit geval moet alle snuiten en persen angstvallig vermeden worden. Menigmaal gelukt het nog op de vol gende wijze het water terug te zui gen. Men ademe zoo diep mogelijk uit, sluite daarop neus en mond en doe alsof men wil inademen, terwijl men tegelijkertijd slikt. Men herhale dit procédé, zoolang men nog iets voelt. Daarna kan het besproken uit blazen volgen. Ik hoop dat andere bladen door overname van dit artikel willen me dewerken, om ettelijke waterliefheb bers voor ernstige nadeelen te behoe den. Afpersing. In een vorig nummer komt een verhaal voor van een geval van vrij heidsbeneming en poging tot afper sing, dat zich te Breukelen zou heb ben voorgedaan. Eene andere lezing van het voor gevallene is de navolgende, welke aan de N. R. CL wordt gemeld. De heer H., directeur der fabriek van fijne melkproducten, had den prijs waarvoor hem door veehouders uit den omtrek de melk werd gele verd, verminderd. Verscheidene vee houders namen daarmede genoegen, andere niet, en tot deze behoorde de heer mr. D. v. T. een grondeigenaar wonende nabij Nieuwersluis,_die het boerenbedrij f uit liefhebberij uitoefent. Aangezien nn de oude melkprijs niet langer kon worden gegeven, werd door den heer D. v. T. dadelijke af rekening gevraagd, onder bedreiging dat, zulks niet geschiedende, het fail lissement van den schuldenaar zou worden gevraagd. Volgens deze laat ste zou echter het recht op betaling eerst eene week later bestaan hebben en verzekerde hij dan ook niet in ge breke te zullen blijven. Nu wil het geval dat de heer H. een vriend heeft, den zaakwaarne mer v. E. te Breukelenhet schijnt dat de heer D. v. T. het noodig ge vonden heeft den heer H. voor dien vriend te waarschuwen en bij die ge legenheid zich ook verder naar des heeren H.'s meening op hoogst on gepaste wijze heeft uitgelaten. Toen nu de dag naderde waarop afrekening zonde geschieden, werd door den heer H. eene uitnoodiging gezonden aan den heer D. v. T. om het hem nog toekomende te komen halen. Bij die afrekening was ook de heer v. E. Gelijk van zelf spreekt was deze op de hoogte gebracht van de tegen hem gerichte waarschuwing en hij vroeg dan ook aan den heer D. v. T. wat deze van hem te ver tellen had, er aan toevoegende, dat hij althans nog zooveel vertrouwen bezat, dat hij eene machtiging tot het sluiten van een hypotheek van een enorm bedrag op soliede goederen in handen had. Van het eene woord kwam het andere, de heer v. D. deed den heer D. v. T. ver wijtingen, die dezen bui ten zich zelf van drift maakten. Van opsluiten en schuldbekente nissen teekenen was evenwel geen sprake; het schijnt zelfs dat geen sluittoestel aan de deur aanwezig was en zich geen ander papier dan de door den heer D. v. T. getee- kende quitantie op de tafel bevond. Thans is door den heer v. D. bij den officier van justitie eene klacht tegen den heer D. v. T. wegens laster ingediend. Komt deze zaak voor de rechtbank, dan zal het ware er van wel blijken. Zoo ziet men alweer dat vele za ken voor tweeërlei uitlegging vat baar zijn. Een gevecht. Een der Duitsche werklieden, te Alkmaar werkzaam aan een nieuwen gashouder, bracht Maandagmorgen omstreeks twaalf uur met een mes of dolk in eene vlaag van woede den werkman A. P. een vrij diepe wonde in den buik toe. De gewonde, die hevig bloedde, werd in het bureau van politie onmiddellijk door twee geneesheeren verbonden en vervolgens per brancard naar zijne woning ge bracht. De dader werd terstond in hechtenis genomen. Gedurende den tijd, dat de Duitschers in de stad werkzaam zijn, hebben reeds meer onaangenaamheden plaats gehad. Te Dorenweerd is Zondagmiddag uit den Rijn het lijk van een man opgehaald, vermoedelijk van een ar beider, die te Driel van een schip achterover in den Rijn is gevallen en verdronken. Ongelukken. Zondagmiddag had te Ingen(Nedl- Bet.) een droevig ongeluk plaats. Twee jongens van tien en veertien jaar gingen in den Rijn tusschen twee kribben baden. Plotseling ver dween de jongste in de diepte, en de oudste, die hulp wilde bieden, zonk op dezelfde plaats. Beiden werden na eenigen tijd zoeken met een net en haken levenloos opgehaald. De Diever heeft een noodlottig on geluk plaats gehad. Twee zoontjes van A. L. klommen, op weg naar school zijnde, op een wagen, geladen met dennen. Beiden vielen er af en een hunner, een jongen van zeven jaar, ging de wagen over den hals, zoodat hij onmiddellijk een lijk was. De ander kreeg den wagen over de dij, zoodat het dijbeen brak. Zooals men gedacht had, heeft op de Henley Guy Nickalls in den be- slissenden kamp om de Diamond Sculls zijnen jongeren broeder Vivian geslagen. Het nummer pair-oars heeft door het zich terugtrekken der Canadee-: zen zijn belang verloren. De gebroe ders Nickalls hadden eene gemakke- lijke overwinning op hun eenigen te-P genstander. Wielerwedstrijd. Zondag houdt de Rotterdamsehe Wielrijders-vereeniging T. II. O.R haar tweede jaailijkschen internatio nalen wedsü'ijd van Rotterdam naar Utrecht en terug (113 K. M.). Deze wedstrijd beloolt veel. 72 rijder3 zijn er voor irgeschreven, een totaal nog nooit in eenigen wedstrijd in Hol land bereikt. Alle goede Hollandsche rijders, als Cordaug, Witteveen, Smits, Schrauwen, Doornekamp, Van Es, Van der Griendt e. a., zullen hun krachten meten met het puikje der Belgische lijders, als Bolle, Belien, De Becker, S.ïnnes, Podevyn, Berek- mans, De Kok enz.; ook Chase, de houder van het 50 E. M. wereldrecord, een der beste Engelsche wegrijders, komt over. In het geheel zijn er 80 buitenlan ders. Prijzen zijn beschikbaar voor de 25 eerstaankomende rijders, benevens een gouden medaille voor den eerst- aankomenden Rotterdammer, een kunstvoorwerp voor het eerstaanko mende Rotterdamsehe clublid, eene zilveren medaille voor den eerstaan- komenden Belgischen rijder, en twee verguld zilveren medailles voor het slaan van het 50 en 100 IC. M. record. Koloniën, BATAVIA, 5 Juni. Aan het verslag omtrent de voor naamste gebeurtenissen in het goe- vernement Atjeh en Onderhoorigheden loopende van 8 tot en met 21 Mei, wordt door de Jav. Cf. het volgende ontleend Groot-Atjeh. Onze tijdelijke posten Tjot-Rang, Kroeng-Gloempang, Senelop, Lambarih en Boekit-Daroe werden eenige malen beschoten, zon der ander gevolg dan dat een in- landsch iuselier op laatstgenoemde plaats gewond werd. Onze transporten daarentegen had den bijna dagelijks van 's vijands vuur den agent denken aan het hoofd van een kind, dat zich steeds voor een zeker raam vertoonde, wachtende op zijn thuiskomst. De banden van dit kind waren mooi, hoewel vuil; de ge laatstrekken, ondanks de gele, strakgespannen huid, waren fraai gevormd, en er lag eene sprekende uitdrukking in de donkere oogen, die hij op den politieman hield „Waar kornt dit kind nu vandaan zeide de man. „Dat is van tante." „Vertel toch niet zulk een onzin. Dit en de tweeling zijn toch niet van eene moeder." „Ja, nu het kan het kan wel een van de aangenomen kinderen zijn." „Hoor eens meisje, je moet mij eens vertellen waar je woont." Het kind begon echter te schreien. „Ik durf nietZij zou mij vermoordenZij heeft mij be volen nooit een lind buitenshuis te brengen, omdat zij an dere, zooals zij zegt, kou vatten. En zij za! mij slaan als zij iemand van de politie ziet. Zij iB vreeselijk bang voor poli tieagenten." „Is zij nu thuis?" „Neen zij is uit. Zij neemt het er goed van. Zij gaat naar schouwburgen en danshuizen en laat mij met den jongen op de kinderen passen." „Nu, ga maar mee, en wijs mij eenB aan waar je woont; voor hare komst zo! ik wel weer weg zijn dan krijg je yan mij een sixpence." „Een sixpenceJa, dan kunnen de jongen en ik ons trak- teeren. Ik zal het u aanwijzen, maar blijt er niet." Zij nam sir Rupert op, die nu een lichte last was, en spoedde zich weg, maar de man liet haar voor een winkel stilhouden en liet het uitgehongerde kind een kop melk geven. Na de trappen te hebben opgeklommen tot de vierde ver dieping betrad de politieagent de vertrekken van de engeltjes- maakster, met hunne bedorven atmosfeer. Op het stroo in den hoek lag het grootste kind, dat naar het meisje had gezegd, dien nacht had geschreid, maar dat nu sliep. Het kind was gestorven tengevolge van een te groote dosis morp biine. „Verruiling, gebrek en ontucht," zeide de politieagent, terwijl hij alles nauwkeurig opnam. „Naar welk armenhuis heeft zij de kinderen gebracht meisje „Naar dat van Stepney." Hij keerde terug naar zijn post, en na hiervan ontheven te zijn, begaf hij' zich naar zijn inspecteur met den sergeant, wien hij had gerapporteerd over zijne ontdekking van dat hol, waarin zeven kindei'.sn lagen te sterven en §gn achtste reeds dood was. Daarna weid een bezoek Afbracht »a(j hej armen huis van Stepney. Toen dien namiddag de engeltjes-maak ster met onvaste schreden z.'ch huiswaarts had begeven en ging zitten op den rand van haar bed, er over nadenkende wat zij met het doode kind zou doen, werd zij door twee politie agenten gearresteerd, van wie er een haar man gin» opspo ren, terwijl een derde al de aangenomeu kinderen bracht naar een paar oude fatsoenlijke vrouwen, aangewezen door den inspecteur, die onder toezicht van een geneesheer, deze' ongelukkige schepseltjes moesten wasschen en voeden. „Mij zoo van mijne lievelingen te laten scheidengilde de engeltjesmaakster. „Ik heb ze zoo lief! Mijn hart is ge broken over den dood van het lieve kind mijner zuster, die juist is gestorven, toen ik uit werken was om een paai sinaasappels voor hem te koopen I" „Men wil je spreken in het armenhuis te Stepney," zeide de agenten, terwijl zij haar zonder veel komplimenten aan den arm voorttrokken. „Ik doe geen stap vooruit 1" Als zij niet wilde loopen, dan kon zij toch gesleept worden, en na eenige treden aldus te zijn gedaald, waarbij zij heftig aan de armen werd getrokken om eene zittende hoiulin aan te nemen, meende zij toch dat het veel gemakkelijker zou zijn om te loopen. In het armenhuis te Stepney werd zij naar de lijkenka mer gebracht. Daar lag een uitgemergeld, klein lichaam, welks blauwachtige huid met roode vleien was voorzien, het gevolg van den hongerdood. „Wie js dit?" vroeg de politieagent. Wordt vervolgd.')

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1894 | | pagina 2