Financieele Mededeelwgen! Letteren en Kunst. Politiek Overzicht. ste nummer komt onder het opschrift „Uit het land der kanalen", een op stelletje van zekeren Herbert Franz over ons land voor, dat wederom ouderwetsch Duitsch is en evengoed op de maan had kunnen geschreven zijn. Plukken wij enkele bloemen uit den ruiker. Vóór en ook wel na de maaltijden wordt in Nederland „bijna onophou delijk" thee gedronken, door den schrijver nader toegelicht al3 „een sterke, zwarte drank". Het „nationaal gerecht" is... spruit jes, dat zelden op de tafel ontbreekt. Het paleis te Amsterdam ,,'swe- relt's achtste wonderheet „ein altes, unscheinbares Gebaude". In de „achter het paleis gelegen" Kalverstraat is geen politie, zoodat ieder maar voor zich zelf moet zorgen, en liggen de diamanten in alle grootte gezet en niet gezet, in zoo groote noe- veelheden in de winkelkasten uitge stald, dat het voor vrouweharten niet ongevaarlijk is. En dan volgt (niet bepaaldelijk vleiend voor de Duitsche meisjes, die heur hand aan Nederlandsche jonge lingen schonken): „Het vuur dier prachtige steenen heeft reeds menig een van het vaderland vervreemd om een „brillante" partij in Nederland te doen 1" N. v. d. D. Examen Kon. Mil. Academie. De uitslag der laatste overgangs examens aan dc Kon. Militaire Aca demie is als volgt Van bet 2e naar het 3e studiejaar. Onvoorwaardelijk. Infanterie h. t. 1. Kervel, Sannes, Lueardie, Stöver, v. d. Wetering bijgenaamd deRooij,De Bruijn, Heijting, baron van Boetze- laer, Gerritsen, Bieedveld, Nepveu, Lambooij, Brandt, baron Van Har den broek, T. J. de Goeijen, jhr. van Haeften, Van Wul fften Pal the, baron Van Hardenbroek A. H., Ha- jenius. Weber, Roeffaer, baron Van Haersolte. VoorwaardelijkBierstra ten. Cavalerie h. t. 1. onvoorwaardelijk Besier, baron van Dedem, Drijfhout van Hooff. Voorwaardelijk: Van Wely. Artillerie h. t. 1. onvoorwaardelijk: Peereboom Voller, ridder Van Rap- pard, Geesink, Moens. Voorwaarde lijk Kraft. Genie h. t. 1. onvoorwaardelijk Kooper, v. d. Hoeven, Boekholt, Slicher, Deutz. Voorwaardelijk Britt, Infantezie O. I. Onvoorwaardelijk Van West, Vorster, Gerth van Wijk, Gruijs, Van Gent, Makkink, Schuil, Lamoen, Weijerman, Helb, Hoogers, Van Staden, ten Brink, Velsing, Lenshoek, Viseer, Opperman, Luch- singer, Van Ingen, Cambier, Schafer, Winkelman, Tideman, Scheltus van IJsseldijk, Boele.VoorwaardelijkBar- telds, Lamberts, jhr. Goldman. Artillerie O. I. Onvoorwaardelijk: Barrau, Brukker, Phillippi, van Welie, Sanders. Voorwaardelijk: Cramwinkel, Martherus, Brewer. Genie O.I. onvoorwaardelijk: Car- stens, De Gaay, Fortman, de Bruijn. Nog gingen over van het le in het 2e jaar, cavalerie h. 1.1.jhr. Schmidt auf Altenstadt en Ninaberinfanterie O.-I. Rijnbende, De Bruijn, v. d. Zee, Van den Ham v. Heijst en Van Gheel Gildemeester, terwijl de cadet Fuhri van de art. O.-I. alsnog tot het 4e studiejaar is toegelaten. Twee cadetten hebbenwegens ziekte, niet aan het examen deelge nomen. I Zondag 22 Juli. Bijeenkomst der congresleden des avonds 8 uur in den tuin van het Kon. Zoöl. Botanisch Genootschap te 's Gravenhage, alwaar zij zullen worden ontvangen door de regelingscommissie ten 9 uur in het hoofdgebouw. Concert van de Konl. Militaire kapel van het reg. gren. en jagers. Maandag 23 Juli. Opening van het congres des v. m. 9^ uur in het ge bouw der Academie voor Beeldende Kunsten (Boschkant). Algemeene ver gadering, vergadering der afderiingen 's nam. 1 uur. Des avouds 9y3 uur raout in het Restaurant Royal het congres aan geboden door den minister van Wa terstaat enz. DinsJag 24 Juli. Tocht naar den Hoek van Holland, Rotterdam, Go- rinchem en Dordrecht. Woensdag 25 Juli. Bijeenkomst der afdeelingen. Ontvangst van de leden van het Congres door den Raad van 's-Gravenhage ten 4 uur 's nam. in het stadhuis. Concert in de tent van de nieuwe of litteraire sociëteit in het bosch. Donderdag 26 Juli. Bijeenkomst der .afdeelingen. Oflicieele maaltijd te Scheveningen in de tooneelzaal van het Kurhuis ten 6% uur. Na het diner muziek op het terras en vuur werk. Vrijdag 27 Juli. Tocht naar Amster dam, naar het Merwedekanaal en IJmuiden. Zaterdag 28 Juli. Algemeene ver gadering ten 10 u. vm. tot sluiting van het congres. Maandag 30 Juli. Uitstapje naar Haarlem, Haarlemmermeer, Zaandam enz. Dinsdag bl Juli. Tocht naar de werken aan de Boven-Maas. Maandag 30 en Dinsdag 31 Juli. Uitstapjes op de Zuiderzee, bezoek aan Urk, Zwolle en de veenderijen van Overijsel. Personenvervoer der H. IJ. S. H. Belangrijke cijfers zijn ontleend aan het verslag der H. IJ. S. M. over 1893 op de 100 passagiers, in dat jaar vervoerd, vindt men er 6.9 die in de eerste, 23.8 die in de tweede en 69.3 die in de derde klasse heb ben gereisd. Wanneer men het aan tal kilometers rekent, over welke die reizigers zijn vervoerd, dan wordt de verhouding eenigszins anders. Dan komen voor rekening van de eerste klasse 93, van de tweede 26.6, van de derde 64.1 pereent van den afge- legden afstand. De eerste klasse rei zigers legden gemiddeld 36.1 KM. al die in de tweede klasse 30.2 K.M., in de derde 25 K.M. En nu de op brengst der verschillende kosten De eerste bracht op ƒ1.039.931, de tweede ƒ2.250.591, de derde 3.450.700. De ruim tienmaal zooveel re;zigers derde klasse betaalden slechts 3 V» maal zooveel geld als de eerste klasse. Meeting in do opsn lucht. Reens en de zijnen hadden het voornemen opgevat, Dinsdag avond op eene weide aan het einde der Jacob van Lennepkade, onder de ge meente Nieuwer-Amstel eene open luchtmeeting te houden. De eigenaar van het terrein, op dat bezoek niet gesteld, had der Nieuwer-Amstelsche politie echter verzocht te zorgen, dat zijn weiland niet betreden zou wor den door lieden die daarop geen recht hadden. Mitsdien trok de waar nemende politiecommissaris Boeklage zijne geheele politiemacht des avonds in de buurt der Yan Lennepkade bij een en wachte de dingen, die komen zouden. Inderdaad kwam te half negen ge zegde Reens met zijne trawanten en gevolgd door een aantal nieuws gierigen opdagen. De commissaris gaf hem te kennen, dat het volvoeren van zijn plan nieta anders dan het overtreden van een verbod zou zijn, en ried hem dus aan' geene toespraken in de open lucht te hou den, wijl anders eenvoudig geweld van wapenen zou worden gebruikt. Daarbij zou dan allereerst Reens zelf het ontgelden en hij bovendien de ver antwoordelijkheid dragen voor de klappen, die de anderen zouden op- loopen. Reens verklaarde, den raad van den commissaris te zullen op volgen, nu deze hem zoo welwillend bad aangesproken, en trok daarop met zijnen stoet langs de Van Len nepkade tot even over de grens der gemeente Amsterdamdaar koos hij zich tot katheder een der tegen het steiger werk van in aanbouw zijnde perceelen geplaatste ladders uit, en hield op die wijze eene toespraak over de jongste ongeregeldheden te Losser, zijne toehoorders, van wie eenigen eene goede plaats op andere ladders hadden gekozen, uitnoodi- gende de vrouwen en kinderen der Lossersche veroordeelden met geld te steunen. De toespraak duurde slechts kort, en was in de stilte van den avond duidelijk verstaanbaar op deze afge legen plaat-', aan alle zijden door hui zen en geboomte omgeven. Na afloop mengden zich. eenige zij ner trawanten onder het publiek tot het inzamelen van penningen voor „de slachtoffers te Losser." Daarna ging men langzamerhand uiteen, en keerde ook de Nieuwer- Amstelsche politie, welke haar terrein had weien vrij te houden, getroost huiswaarts. Eetio instorting. Terwijl de landbouwer B. te Grauw (Zeeland) met zijn gezin Maandag aan het middagmaal zat, werd eens klaps een vreeselijk gekraak gehoord, gevolgd door een donderend geraas. Het bleek dat het achterste gedeelte van den schuur was ingestort en ver der het geheele gebouw uit zijn ver band was gerukt. Ook het huis was zwaar beschadigd; in het dak waren verscheidene gaten geslagen. Een paar boerenwagens werden verscheidene meters ver weggeslingerd. Het vee, dat zich in de schuur bevond, ying verschrikkelijk te keer, doch bleef ongedeerd. Het geheel levert een treu rig beeld van verwoesting op. Wat de oorzaak is, ligt nog in het duisterde gebouwen, behoorende aan het kroondomein (rentambtHulst) waren hecht en sterk, het huis pas nieuw gebouwd. Beweert men eeDerzijds dat men hier met een windhoos heeft te doen gehad, anderzijds wordt de ramp aan het inslaan van den bliksem toege schreven. Op eene hofstede kort in de buurt had hetzelfde plaats, doch daar in veel minder sterke mate. De roede vlag. Yan het Yolksgebouw te Harlingen woei Zondag een nieuwe roode vlag, of liever stond op het dak geplant. De oude vlag was zoo verschoten, dat de kleur onmiskenbaar oranje was geworden, daarom een nieuwe. Maar de kleur van deze vlag be viel ook niet algemeen althans in den nacht zijn een paar rappe gas ten, ongetwijfeld varensgezellen (er lag ook een marine-vaartuig in de haven) langs de gootpijp op het dak geklommen, hebben de roode vlag neergehaald en die op het dak ge- jd. Intusschen werd dat in het ge bouw opgemerkt, en men loste een viertal revolverschoten op de tegen standers van het jood, alle zonder ge volg nochtans. Een der vlaggestrijkers riep den schutters toe„Zeg, als je schieten wilt, ga dan naar Terschelling en schiet op wilde eenden." Het Weekblad van Broekman en Honders bevat o. a. de volgende op gave van minder courante of incou rante fondsen, in de week, tot den datum van 17 Juli loopende, door hun tusschenkomst verhandeld. Aand. Maatsch. tot expl. van het Amer.-Hot. 110 pCt. Diamantsl. Maatsch. 80J& Billiton Maatsch., le rubriek, te 's Grav. 1550. Ned.-Westphaalsche Spoorweg-Maatsch 206 Brood- en Meelfabr. te 's Gravenhage. 100 „Tivoli" te U trecht. 68 Opr.-Bev\ Kon. Paketvaart Maatschappij. ƒ175. SingkepTm-Mij. 45 Aand. Alg. Brandwaarborg Maatschappij 50 Museum van Kunstnijverheid. In haar verslag over het vorige jaar zegt de commissie van het Mu seum van Kunstnijverheid alhier o. m. het volgende: Alreeds bij den aanhef van dit ver slag moet de commissie er op wijzen, dat, ofschoon met de beschik bare krachten werd gewoekerd, om zooveel mogelijk uitbreiding aan den werk kring van het Museum te geven, zij overtuigd is, dat in vele opzichten nog meer kan worden gedaan en dat zij van de wenschelijkheid om hare krachten uit te breiden, volkomen bewust is. Over het algemeen heerscht er om trent dien werkkring eene onjuiste opvatting. Ofschoon het museum tot de alge meene ontwikkeling van den artis- tieken geest van ons volk zeer veel kan bijdragen en voortdurend eenen beschavenden invloed op de bezoe kers uitoefent, blijft echter het stre ven om de verschillende in ons land beoefende kunstambachten te ver- heffen en te steunen, hoofddoel. Een bind als het oize, waar de kunstambachten zich door verschil lende omstandigheden slechts zeer geleidelijk ontwikkelen, wordt als vanzelf door vreemde artikelen over stroomd. Den invoer daarvan zooveel moge lijk tegen te gaan, door de produc tie van kunstindustrieele voorwerpen ten onzent door alle beschikbare mid delen te bevorderen, is de voornaam ste roeping, die het Museum voor het oogenblik te vervullen heeft. Oppervlakkig beschouwd kon men meenen deze taak aan het particulier initiatief van hen, die als fabrikant, patroon of gezel werkzaam zijn, te moeten overlaten en het is zeker, dat door een goed inzicht in den onder- nemenden geest van genoemde werk krachten eene industrie levensvat baarheid verkrijgt. Doch het valt niet te ontkennen, dat bij de industrieën, die in direct verband staan met de versierende kunsten, eene bijzondere kennis van zaken en eene artistieke opvatting hoofdvereischten zijn. Daar echter de traditiëa van het kunstambacht niet zooals in vioeger tijden, in voortdurende ontwikkeling van den een op den ander overgaan, doch door een jarenlangen stilstand en achteruitgang, te loor zijn gegaan, moet van onder al weder worden op gebouwd. Yoorzeker eene zware taak, waarin de ondernemende werkkrach ten moeten worden ondersteund. Het kunstambacht houdt duizenden handen bezig en staat veel minde onder den invloed der machine dar eenige andere industrie. Daarom moe zijne ontwikkeling als een machtig? factor tot het tegengaan der werk loosheid en het verspreiden van a; gemeene welvaart beschouwd wordes De 15de jaarlijksche examens Nederlandsche Toonkunstenaars-Vei eeniging, zijn Dinsdag tc 's Graven hage in het lokaal „Diligentia" b* gonnen. Van de drie candidaten zijn ge slaagd voor piano (lager onderwijs de dames: H. E. Loltz te Alkmaa en H. J. F. Mezger te Amersfoort voor solozang D.' P. Yan Valkenbur te Winschoten. Bij de Dinsdag in de fransche Ka mer aangevangen beraadslaeinge over het wetsontwerp tegen de anar chisten is van regeeringswege te ken nen gegeven dat de ministers een stemnrg van oordeel zijn dat all amendementen, welke beoogen wijy ging in den tekst van het voorste te brengen, afgewezen moeten wordet en in bet bijzonder amendementen de strekking hebbende den duur de wet te beperken. Het ontwerp werd, in eene uitvot rige rede aangevallen door Pourquer waarna De Ramel verklaarde ervoo te zullen stemmen, mits de duur bi perkt werd, en Brisson constatec-rd dat geen der vrienden van den rui nister van justitie het ontwerp vei dedigt. Hij verweet verder derregef ring, van de tegenwoordige ometaii digheden gebruik te maken om v>i penen in handen te krijgen tegen pc litieke personen, en zich te wille bedienen van geheime verklikkers e leugenachtige voorstellingen. De regeering, vervolgde Brisson durft de ten laste gelegde feiten nie aan het oordeel der jury onderwei pen, omdat deze weigeren zou to verbanning te veroordeelen op grom van eenen enkelen particulieren brie Er zal geen meerderheid gevondet worden, welke aan de uitsluiting de openbaarheid v n de verhooren har goedkeuring hecht. Dc rede van Brisson lokte herhaal delijk toejuichingen uit van de red terzijde en de uiterste linkerzijde, Lasserie, rapporteur, verdedigde he ontwerp, hetwelk hij noodzakelij! acht omdat de toestand ernstig i< De maatschappij wordt bedreigd, zei de hij, en wij moeten de anareki doen verdwijnen. De regeering doe haren plicht door eene wet voor t< stellen, welke de Kamer heden oir getwijfeld zou aannemen. In den italiaanschen Senaat heef] de minister van justitie Dindag eene interpellatie beantwoordende de well weigering der regeerig om aan zekei bisschoppen het exequatur te verlee nen, verklaard dat de regeering g< handeld heeft in overeenstemming met de waarborgen wet. De rechte I van den staat moeten bewaakt wcï den. De minister hoopt dat men door gematigdheid te betrachten, al le moeilijkheid zal vermijden. Crispi voerde aan dat alle bisschop pen, benoemd door het tegenwoordi ge ministerie, het exequatur ontvaa gen hebben, maar ten aanzien van de bisschoppen die bij vrije keuze b& noemd zijn, kan de regeering niel transigeeren, opdat de rechten vai den staat niet worden verkort. De Senaat heeft vervolgens een bej gin gemaakt met de behandeling dei wetsontwerpen betreffende de finam ciën. In het engelsche Lagerhuis is Dins dag de begrootingswet in derde lezini aangenomen met 283 tegen 263 stem men. Congres voor Binnen-scheep vaart. Het programma is verschenen voor de werkzaamheden en feesten van het Vie internationaal congres voor bin- nen-scheepvaart. Het luidt als volgt mijne schoenen of mijne kleeren „Maar lieveling, denk toch niet aan dingen, die reeds zoo lang geleden zijn voorgevallen? Waar is dat noodig voor?' „Zeg het mij Ailsa, zeg het mij. Antwoord mij als je wilt, dat ik je loslaat 1" Aldus tot het uiterste gedreven, gaf Ailsa bevende ten antwoord„Ja het was zoo, ik heb modder op uwe schoe nen gezien dien nacht, en vuil en spatten op uwe kleeren. Dat dat er evenwel niets toe. Ailsa heeft den mantel en de japon gevonden, en Ailsa heeft ze weggeborgen, zoodat nie mand anders dan zij er iets van heeft gezien." Myra begon hitter te kreunen. „O, Ailsa, dien nacht had ik een yreeselijken droom." „Yertel het mij maar niet," zeide de voorzichtige vrouw. „Droomen zijn bedrog, waarvoor niemand verantwoordelijk is. Als men van booze dingen droomt, dan is dat het ge fluister van uw vijand, die geheel buiten u staat, en dat men iets verkeerds doet in zijn droom door bijvoorbeeld een huis in brand te steken of eene vriendin hare portemonnaie te ontnemen dan is dat geen zonde, het is een ongeluk." „O Ailsa, ik vrees, dat wij meer verantwoordelijk zijn voor onze droomen. Wanneer wij wakende het kwade niet in ons binnenste koesterden, dan zouden wij in onzen slaap niet slecht handelen. Mijn hart breekt als ik aan dien droom terugdenk en nu ik weet, dat die brief slechts bedrog is, en geen vijand mijns vaders het kind heeft gestolen!" Na haar middernachtelijk avontuur viel Myra in een on- rustigen slaap, waaruit zij gewekt werd door de kamenier van lady Barth. Hare meesteres verkeerde in een hachelijken toestand en had naar miss Barth gevraagd. Diep bedroefd en ontsteld gaf het ongelukkige meisje aan het vei zoek gehoor. Zou Elizabeth in haar stervensuur hare vreeselijke beschuldigingen nog eens herhalen? Elizabeths gelaat was echter helder; de onrust en span ning hadden voor vrede plaats gemaakt en het eeuwige licht straalde reeds in de beschaduwde cogen. Zij strekte hare hand uit naar miss Barth. „Lieve Myra, wij zijn vroeger vriendinnen geweest!" Myra knielde naast haar bed neer. „Eens," zeide Elizabeth, „was je het eenige wezen op aarde, dat ik liefhad. Duid het mij niet ten kwade, dat ik met je vader huwde; ik was zoo alleen Myra. Jij hadt een dierba ren vriend gevonden, en ik Myra, had sir Gile3 werkelijk lief." „Ja," snikte Myra, „arme, dierbare Elizabeth, het was wreed van mij om te klagen om tusschen uwe rechten of de zijne te treden." „En Myra, ik weet dat ik hard jegens je ben geweest wat mijn kind betreft, maar je haatte hem niet. Ik beschuldigde je als de oorzaak te zijn van zijne verdwijning, maar dat deed ik in mijne radeloosheid, en als hij niet dood is, en ooit weer wordt gevonden, dan zal jij eene moeder voor hem zijn, niet waar Myra „Dat zal ik ik zweer het je Elizabeth." Op dat oogenblik trad lady Bidebank binnen, die ook ontboden was, gevolgd door de kinderjuffrouw met den klei nen Rupert, nu drie jaar oud, blozende en frisch door zijn morgenwandeling. „Wij zijn weer vriendinnen," zuchtte Elizabeth, en ves tigde haar blik op Myra, die naast haar neergeknield lag Den geheelen dag hield zij Myra bij zich en wilde haa niet laten gaan, en bij het ondergaan der zoo blies zij kali) den laatsten adem uit, terwijl zij het kind, om welks verlie haar het hart was gebroken, aan haar boezem hield gekneld Aldu3 hadden twee moeders dit kind stervende in har armen gehouden. Blijkbaar had de geest, alvorens het lichaam te ontvlie den, een oogenblik van groote helderheid, want juist op be laatste oogenblik zeide Elizabeth Barth met heldere stem „Ik weet dat mijn kind leeft „Dan," gaf Myra hierop met nadruk ten antwoord, „zs hij alles erven, wat zijn vader toebehoorde." Toen lady Barths testament werd voorgelezen, ondervow dokter Wrigley eene teleurstelling. Ondanks zijn veelvuldig bezoeken met het kind, dat hij voor haar naamgenoot uitga liet lady Barth hare tienduizend pond sterling niet na aal Elizabeth Wrigley, maar aan Rupert, aangenomen zoonvai lady Bidebank. Het trof Wrigley als eene waarschuwing van den dre: genden vinger van het lot, dat het eigendom van de moede nu toch onbewust overging op haar kind. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1894 | | pagina 2