- vau utci en neen diij x
gegeven.
Hij achtte het gepast, ook hier een
woord van hulde te brengen aan de
zen zoo nauwgezetten en aangenamen
man, die hoewel met de grootste cor
rectheid zijn moeilijk ambt vervul
lende, door roekelooze moordenaars
hand vallen moest. Waar alle landen
aan Frankrijk sympathie hebben be
tuigd, past het vooral in dezen kring
den man te herdenken, die het in
genieursvak zoo hoog hield en wiens
Tieriii^efing steeds in onze harten zal
worden nCwaard.
Daverend applaus, vooral van Fran-'
sche zijde.)
Daarna gaf hij nog één overzicht
van het verhandelde op het jongste
Parijsche congres en een verslag
van hetgeen, meer in het bijzonder
in Duitschland, is gedaan ten opzichte
van aanleg en verbetering van de
waterwegen, meer bepaaldelijk in
Pruisen.
De heer Farque, inspecteur-gene
raal der bruggen en wegen, sprak
uit naam van het Fransche gouver
nement.
Hij dankte in de eerste plaats voor
de aangename ontvangst te 's-Gra-
venhage, die alle verwachtingen over
troffen had.
De heer Pvusco, afgevaardigde der
Oostenrijksche regeering, liet er het
licht op vallen, dat Oostenrijk in
dezen niet veel meer kon brengen
dan goeden wil. Waar het bergland
schap om zijn schoonheid opgezocht
wordt is niet veel gelegenheid voor
kanalen, maar eerder v%oor regeling
van bergstroomen ten einde de ver
woestingen, daardoor teweeg gebracht
te beperken.
De belgische afgevaardigde presi
dent, de heer De Beil sprak mede een
enkel woord dat getuigde van de bi-
zondere belangstelling die België in
de werkzaamheden en beslissingen
van dit congres stelt. Al deze uitin
gen van erkentelijkheid voor de gast
vrijheid werden door het gehoor met
den meesten bijval ontvangen.
Na deze plichtplegingen verklaarde
de minister van Buitenlandsche Za
ken het congres geopend en stelde
hij, met instemming der vergadering
voor aan graaf Van Bij landt het voor
zitterschap over te dragen.
De president stelde dadelijk aan
de orde de benoeming van een co
mité, maar het congres gat duidelijk
den wensch te kennen, om hetvoor-
loopig comité te bestendigen, waartoe
nu bij acclamatie werd besloten.
De algemeene secretaris, de heer
Asser, onderwierp alsnu aan de goed
keuring van het congres een voor
dracht tot verdeeling der verschil
lende functiën.
Dit voorstel werd met toejuiching
aangenomen.
Dientengevolge zijn benoemd tot
voorzitters, verdeeld over de verschil
lende rijken, voor:
Duitschland: de heeren Schuitzen
Wiebe
Oostenrijkde heer Ruso
Belgiëde heer De Beil
Vereen. Staten de heeren Quinby,
gezant en Gillespie;
Frankrijkde heeren Farqué, Boulé
en N. Couvreur;
Groot-Brittanniëde heeren Stam-
hope en Jenkinso.
Hongarije, O. von Rikloo;
Italië, de heer'prof. Betocchi;
Noorwegen, de heer Saetren
Portugal, graaf de Thovar:
Rumenië, de heer Ninoresco
Rusland, de heer
Siam, de secretaris der Duitsche
legatie
Zweden, de heer Ricket
Zwitserland, de heer Mortol.
Na de huishoudelijke mededeelin-
gen hield de voorzitter, de heer J.
F. W. Conrad, eene uitvoerige rede,
aie ais net ware inleiding kan
worden genoemd tot de eigenlijke
werkzaamheden van het congres.
De voorzitter vertolkte het alge
meen applaus, waarmede de spreker
begroet werd, in een waardeerend
woord van dank aan den heer Con
rad, wiens ijverig aandeel in vorige
congressen en dit van zoovele zijden
wordt erkend.
De alsemeene vergadering werd als
nu opgeheven.
Te 1 uur kwamen de afdeelingen
bijeen.
Maandagavond werden de leden van
het Congres ontvangen door den mi
nister van Waterstaat, den heer van
der Sleijden, in de tot dat doel fees
telijk verlichte zaal van het restau
rant „Royal" aan den Kneuterdijk.
De receptie was druk bezocht. Tot
de autoriteiten, die tegenwoordig wa
ren, behoorden, ook de ministers van
Buitenl. Zaken, Justitie, Binnenl. Za
ken en Marine, benevens de commis
saris der koningin en vele leden van
het corps diplomatique.
Vsnwege het Congres voor de bin-
nenscneepvaart is het eerste nummer
verschenen van een Bulletin O/Jiciel,
dat gedurende de vergaderingen van
het Congres zal verschijnen.
Het bev t verschillende mededee-
lingen, voor de leden van belang om
te weten, en verslagen der werkzaam
heden.
Reeds om 3 uur Maandagmiddag
verschenen het bulletin met een ver
slag van al hetgeen in de voltallige
vergadering van den voormiddag ver
handeld was met de redevoeringen
bij gelegenheid der opening gehouden.
Een alphabetische lijst der adressen
van de leden wonende of tijdelijk
verblijf houdende te 's-Gravenhage is
in het blad opgenomen.
Eene nieuwe vereeniging.
Dezer dagen is te Amsterdam op
gericht eene Vereeniging tot het wei
geren van belastingbetaling. Het be
stuur bestaat uitA. M. Reens, voor
zitter; C. Polman, secretaris, L. Robles,
penningmeester; L. Fransman, J. Bor
stel en B. Polak, commissarissen.
Reeds 128 leden hebben zich aan
gesloten.
Forensen.
Te Hilversum zal Woensdag a. s.
in het „Hof van Holland" een ver
gadering gehouden worden van Fo
rensen, ter overweging wat hun, in
vereeniging met de ingezetenen van
Haarlem, Bussum, Baarn en N.-Am-
stel, te doen staat tegenover het voor
nemen van B en W, van Amsterdam,
om de uitwonenden op de kohieren
der inkomstenbelasting te brengen,
Reeds werden de biljetten voor de
aangifte aan verscheidene kantoren
en bureaux afgegeven.
Gevolgen van drift.
Twee personen te Kuilenburg kre
gen Maandagmorgen zoo hoog loo
pend geschil, dat een hiervan, E. Pin
genaamd, zich buitengewoon driftig
maakte en eenige oogenblikken daar
na overleed. De justitie stelt een on
derzoek in, of er ook mishandeling
in het spel was.
Verdronken.
Een driejarig kind van een land
bouwer te Oud-Vosmeer geraakte in
een sloot; toen men dit ontdekte en
het kind er uithaalde, bleek het dood
te zijn.
Publieke verkoopingen.
Men schrijft uit Oosterhuizen
Ook in deze streken begint men
bij publieke verkoopingen van roeren
de goederen oppositie te voeren, doch
in eenigszins zin dan te Am^
sterdam* Tot nog toe werden bij die
verkoopingen door de notarissen vrij
hooge opgelden geheven, 10 pet. bo
ven de koopsom, en dan nog een,
twee of drie kwartjes z. g. perceel-
geld voor aanwijzing en kosten tij
dens den verkoop, doch waarvan bij
verkoopingen van een groot aantal
perceel en ook nog een aardig som
metje in den zak van den notaris
vloeide. Zaterdag zou ook hier een
verkoop van een aantal perceelen
hooigras plaats hebben en werden
evenals altijd door den notaris de
gewone verkoopvoorwaarden voorge
lezen, doch eischte men afschaffing
van het z. g. perceelgeld en 6 pet.
opgeld in plaats van 10 pet. na
eenige deliberatie verklaarde de nota
ris hier aan niet te kunnen voldoen,
waarna allen zich verwijderden en de
verkoop derhalve geen voortgang had.
Ook in aangrenzende plaasen h eb
ben voor eenige dagen dergelijke
tooneeltjes plaats gehad.
Feest te Groningen.
Plechtig en feestelijk is Maandag
te Groningen herdacht de reductie in
1594, de toetreding van de stad tot
de Unie van Utrecht, na het beroem
de beleg van Prins Maurits en zijn
neef Willem Lxlewijk, stadhouder
van Friesland.
Maandagochtend te 8 uur reeds
klonk over de stad het plechtige ge
lui der klokken in den statigen Mar
tinitoren en een half uur later gaf
het carillon in hoofdzaak dezelfde
melodieën te hooren, waarmede de
stadhouders, vergezeld van een aan
tal krijgsoversten, cp den dag na de
overgave in de stad werden verwel
komd. Het waren: Psalm 6 volgens
de berijming van Dathenus; het
oude Wilhelmusliedkoraal evange
lisch gezang 264; „O, Nederland let
op u saeck"„Wilt heden nu treden
voor God den Heere" en Handknech-
tenlied. Daarna volgden nieuwere va-
derlandsche liederen.
Te 10 uur werden in verschillende
kerken godsdienstoefeningen gehou
den in de Martinikerk hield dr. S.
I) van Veen eene,jubeljaerspredika-
tie", zooals dit na 1594 telkens om
de vijftig jaren is geschied. Ditmaal
was er nog eene bijzondere plechtig
heid aan verbonden, nl. het onthul
len van een gedenksteen.
Maandagmiddag werd door het
eerste muziekkorps der dienstdoende
schutterij van de pui van het stad
huis een muziekuitvoering gegeven,
die een groote menigte naar de Groote
Markt had gelokt.
Op het stadhuis prijkte de oranje
standaard van de torens, op vele
schepen en uit vele huizen wapperde
de driekleur, bezoomd door een wim-
pol van oranje.
Het weder, dat des morgens drui-
lig was, is tegen den middag veel
opgeklaard. Des avonds werd op de
Vischmarkt nog een muziekuitvoering
gegeven en eene groote militaire taptoe
bij fakkellicht door de stad gehouden.
Tevens was er een feestelijke muziek
uitvoering in de „Harmonie".
De eigenlijke feesten ter herinne
ring aan de reductie, in hare gevol
gen zoo zegenrijk voor de stad, wor
den in September gehouden, in com
binatie met de vijfjaarlijksche stu
dentenfeesten.
kofps der Volkspartij en
met ontrolde vaandels, in optocht
van het Volksgebouw naar het ter
rein op enkele honderden schreden
van daar. Op het feestterrein was
eene groote tribune opgeslagen, waar
omheen de banieren werden geplant,
misschien 50 stuks, welker opschrif
ten te lezen gaven dat geheel Fries
land vertegenwoordigd was, zoowel
St Jacob als Schoterland, Leeuwar
den als Akkrum en Oldeboorn. Har-
lingen zelf was al heel slecht gere
presenteerd.
Op den middag was men gereed
en beklom de ééne spreker na den
anderen het gestoelte, Mar lus van
Harlingen, Hermans van Amsterdam,
Stienstra zelf, Domela Nieuwenhuis
en nog anderen.
Natuurlijk, aldus meldt de N. E.
Ct.werd het feit van Stienstra's
terugkeer verheerlijkt en hij voorge
steld als geleden hebbende voor het
volk en niet om zijne eigene tekort
komingen en zonden. Nu, dat is toe
te geven Maar dat Stienstra in een
nagemaakt boevenpak op de tribune
verscheen en Domela Nieuwenhuis
als werkman gekleed was, verschilt
zeker niet van hetgeen men in anderen
aanstellerij zou noemen.
De algemeene veiligheid was bui-
gewoon verzekerd door twialf mare
chaussees en twaalf rijks veld wachters,
die de politie kwamen assisteeren,
hoewel er den ganschen dag geen
spoor van ongeregeldheid plaats vond,
ja, toen ongeveer half vijf desioom-
booten vertrokken, alles zoo koel in
zijn werk ging, alsof men van eene
begrafenis kwam. De vier of vijfdui
zend deelnemers aan deze betooging
gaven den ganschen dag een voor
beeld in onthouding van sterkedran
ken en in ordelievendheid.
Stienstra te Harlingen,
Zondag was het te Harlingen feest
voor de Volkspartij. Reeds in den
morgen werden honderden mannen
en vrouwen aangevoerd door wagens
en stoombootentegen den middag
groeiden die aan tot duizenden, en
om half twaalf ging het, met per
missie van den burgemeester, voorat-
gegaan door de muzikanten van het
Tegen een socialist, die bij Stien
stra's terugkomst te Harlingen het
paard van een der mar.chaussees
trachtte te doen struikelen (hij was
cavalerist geweest) en vooraf gezegd
had dit te zullen doen, is proces
verbaal opgemaakt.
Het Huis „de Haar."
Een der medewerkers van het Hbld.
die Zondag te Breukelen vertoefde,
schrijft
„Ik werd met een viertal vrienden
in de gelegenheid gesteld nogmaals
een bezoek te brengen aan het Huis
„de Haar", het bekende kasteel bij
Zuilen door den architect dr. Cuypers
geheel herbouwd zooals het oorspron
kelijke was, voor baron Van Zujden
te Parijs.
Sedert 24 Februari jl., toen ik de
laatste maal gelegenheid had het
werk te bezichtigen, is men weder
heel wat gevorderd. Enkele zalen zijn
zoo goed als voltooid en bewijzen met
hoeveel zorg gestreeld wordt het oor
spronkelijke nabij te komen. De bal
ken langs de zolderingen zijn kunstig
bewerkt, waar dit noodig wasde
oud-Holiandsche schouwen zijn aan
gebracht, de kleine ruitjes in lood
gezet. In een paar der zalen, tijdelijk
door den zoon des bouwmeesters be
woond, wordt flink gestookt. Een
groot deel van de galerij, die om het
p-eheele kasteel loopt, is reeds voltooid
en prijkt aan den buitenkant met de
wapens van de Haar en Zuylen.
Reeds zijn twee der torens gereed,
terwijl mede druk gewerkt wordt
aan de kapel. Van deze waren slechts
de kleine toren en de fondamenten
overgebleven. Op deze laatste stond
vroeger een onooglijke veestal, thans
verdwenen, en op de fundamenten
bouwt men thans de kapel weêr op.
Daarin zullen dan ook de grafsteenen
van de voorvaderen van het geslacht
Zuylen geplaatst worden. Thans lig
gen deze grootendeels verborgen on
der een houten b timmering. Voor
den wederopbouw van de kapel y\
weder een andere soort steenenl
bakken dan voor het kasteel
noodig zijn.
Uit den trein naar Rotterdal
Utrecht en van Breukelen uitl
men reeds duidelijk het kasteel
zien verheffen.
Van hoeveel belang dit werk
die streek is, blijkt wel hieruit,!
dagelijks ongeveer 183 mannen I
het werk worden gehouden, onj
kend nog degenen, die aan de
den bouw ingerichte steenbaklj
hun brood verdienen.
En nog zal het wel een paarjsl
duren voor kasteel en omgeving!
heel zijn wat zij in vroeger eeui
waren.
De eigenaar, baron Van Zityl
komt af en toe uit Parijs om
gang van het werk te zien.
Als alle3 voltooid is zal NederlJ
eene merkwaardigheid bezitten, I
eenig mag genoemd worden."
r
ïtec
r
fee
jen
Lag
rez<
roo
I
al
Het onweer.
Bij den broodbakker P. Nolenl
's Gravendeel is Maandagochtend V
bliksem ingeslagen, heeft
schade aan schoorsteen en dak tl
gebracht, maar geen brand verc|
zaakt.
Te Alfen is de bliksem g
door den muur in de woning
Aart Hol. De bewoner werd in
rug getroffen. Na in het huis een!
schade te hebben aangericht, zo<
de bliksem een uitweg door i'
schoorsteen zonder brand te vero|
zaken.
Te Abcoude is een koe doodgesl
m.
Te Nieuwmoer is Zondagnacht eej
boerenwoning door den bliksem
troffen en geheel afgebrand.
Te Zalt-Bommel sloeg de bliksi
in den korenmolen van den h(
Rutgers. Zonder brand te veroon
ken, is de bliksem in verschillen
richtingen den molen doorgeloop
waardoor zoowel in- als uitwendig a
hout- en muurwerk nogal schade
veroorzaakt.
Te Appelscha sloeg Maandagoi
tend de bliksem in een boom
daarna in een verblijfplaats (vui
hut) bij de stoomgrutterij van
Gorter; vijf personen waren in dl
vuurhut aanwezig, die echter alle
gelukkig ongedeerd bleven.
Tijdens een ;hevig onweder te Gaal
deren, bij Terborg, Maandagmorge
omstreeks vijf uur, sloeg de bliksej
in de woning van den landbouw
Elshof, wiens huis met inboedel
heel een prooi der vlammen wei
Alles was verzekerd.
Tusschen Eethen en Drongeli
werd een huis getroffen en is afgj
brand persoonlijke ongelukken kw
men niet voor.
Te Bergen-op-Zoom ging het onw
der vergezeld van geduchte wolkbret
ken. Talrijke huizen in de laag g<
legen straten zijn ondergeloopen. I
kelders werden met brandspuitej
leeggepompt.
Te Terheijden (N.-B.) sloeg de bii!
sem in een onlangs nieuw gebouw
huisje, en verbrijzelde een zestigts
dakpannen.
Uit Lith wordt gemeld:
Tijdens een hevig onweer, dat Zoi
dag den geheelen nacht duurde el
vergezeld ging van slagregens en ha
gelkorrels, sloeg de bliksem in dl
boerenwoning van de kinderen van
L. Schouten, nam zijn weg door h(
dak, langs een balk, door een rn(
stroo gevulde, ongebruikte bedstedf
sloeg een gat in die slaapplaats, ei
daardoor in den grond, zonder brand
te veroorzaken.
De bewoners, broeder en zuster;
vluchtten in allerijl naar buiten, dot
delijk verschrikt.
oostelijke vleugel de geschikte verblijfplaats voor de Wrig-
leys zou zijn.
Somtijds gevoelde Myra het verlangen in zich opwellen
om te trouwen, al was het alleen om de Wrigleys van zich
af te kunnen schudden.
In haar hart was evenwel de beeltenis van George Fitzroy
nog diep begraven, wiens verlies zij nog steeds boven alles
betreurde; tevens drong wroeging over het lot van haar
broertje haar om de erfenis der misdaad niet op kinderen
over te dragen.
„De hypotheek op het landgoed van de familie Fitzroy
wordt niet langer verlengd," zeide Mellodew tot miss Barth.
„Het landgoed zal publiek worden verkocht, en daar het
noodig gerestaureerd meet worden zal het goedkoop gaan
ja ik geloof zelfs wel van niet boven de vijftigduizend pond."
„Daaraan heb ik reeds gedacht," zeide Myra, „en ik wil
om het te koopen tot tachtigduizend pond gaan, en boven
dien twintigduizend pond voor de herstellingen besteden.
Het is eene goede geldbelegging. Wilt u dat voor mij in orde
brengen. Koop het maar zoo goedkoop mogelijk."
„Men zal mij zeker niet hooger dan zeventigduizend pond
laten bieden."
„Nu, dan kan ik dertigduizend pond voor de noodige her
stellingen en verbeteringen besteden."
„Wat is dat? Wat hoor ik?" riep JamesWrigleyuit,toen
hij korten tijd daarna bij Myra kwam binnensnellen, terwijl
deze zat te ontbijten. „Hebt u het landgoed der Fitzroys ge
kocht, nicht?"
„Ja. Voor acht en zestig duizend pond is het mijn eigen
dom geworden."
„Barth en Fitzroyzeide James Wrigley en wreef zich
in de handen, terwijl hij dacht aan zijn oudste en aan
zichzelf, wanneer dit lastige meisje hem niet meer in
den weg zou staan. „Barth en Fitzroy! Wat een prachtige
bezitting. Het is jammer, dat u er Bidebank ook niet bij
kunt voegen. Uwe huishouding moet u al heel weinig
kosten, als men tenminste niet meerekent, wat u aan
de liefdadigheid weggeeft. Ik heb gehoord dat dit nog al
veel is. Wees daarmee voorzichtig nicht. Het is beter
uw inkomen te beleggen in grondbezitting. Niets is zekerder
bezit. Wanneer u echter honderdduizend pond in landgoe
deren kunt steken, begrijp ik niet, waarom u niet een zeven-
achtduizend pond kunt missen voor eene verkiezing. Wan
neer ik geld heb voor de onkosten aan eene verkiezing ver
bonden, dan kan ik stellig een zetel in het parlement ver
overen."
„Maar als u eenmaal die positie hebt, dan zal die u steeds
veel geld blijven kosten."
„Gij zoudt mij in Fitzroy Towers kunnen laten wonen."
„Het zou mij te veel kosten om die uitgaven ook nog te
dragen. Fitzroy Towers moet zijne rente opbrengen. Wanneer
Elizabeths kind ooit wordt teruggevonden, dan zal Fitzroy
hem toebehooren, het is eene nog betere bezitting dan
effecten."
„Ik begrijp niets van dien waanzin, om te verwachten dat
het kind uit den dood zal verrijzen," zeide Wrigley.
Hij was slecht gehumeurd toen hij den weg overstak, dil
van het landgoed der familie Barth naar dat derBidebanti
leidde. Toen hij het hek naderde, dat de oprijlaan vanladf
Bidebanks bezitting afsloot, reed juist een klein wagentl
binnen, gestuurd door Timmy Titlow, naast wie eene oudl
vrouw zat, gehuld in een langen, blauwen boerinnemantél
en met eene bruine voile voor haar gelaat.
Timmy's gezellin was niemand anders dan juffrouw Chitl
ton, die als verpleegster in het armenhuis te Paddingtoif
een dag vrijaf had gekregen en nu lady Bidebank en had
aangenomen kind eens ging bezoeken.
Timmy Titlow was een van de vrienden uit vroegereïl
tijd, die juffrouw Chitton niet had vergeten, maar haar eeiifl
maal per maand in het armenhuis kwam opzoeken; zij had
hem verteld, dat lady Bidebank „Jane's kind" tot zich had]
genomen en dat zij zoo graag mylady eens wilde opzoeken!
om haar een geheim mede te deelen, waarop Timmy welf
willend een deel van zijne spaarpenningen er voor had op-I
geofferd om een wagentje te huren, en de oude vrouw e:|
heen te rijden.
{Wordt vervolgd