Rechtszaken. Financieele Mededeeling Letteren en Kunst. Politiek Overzicht. De Voorz. zeide dat de rechtsge leerde raadslieden meenden dat men beter deed, terstond zich tot Ged. Staten te wenden- Een der aanwezigen vond dat men eerst moest weten of eene amster- damsche executie wegens belasting schuld overal executabel is. De Voorz. meende dat zulks in be vestigenden zin was uitgemaakt door feiten. Mr. Zwaardemaker zeide dat, wan neer de kohieren eenmaal door den kantonrechter executoir zijn ver klaard, de belasting in geheel Neder land executoir is. Spr. bad liever gezien dat de ver schillende gemeenten meer zelfstandig waren gebleven. De heer Van Schevichaven vroeg of de gemeenteraden niet eens kon den conlereeren met den amsterdam- schen Raad? De burgemeester van Bussum, jhr. Van Such telen van de Haar, ver klaarde dat hij dit denkbeeld in het college van B. en W. van deze j meen te zou brengen. Men ging daarna over tot de on derteek ening van het protocol, waarop 45 handteekenin gen werden verkre- geo- Tot lid van het comité werd bij acclamatie gekozen de heer Platte en tot plaatsvervanger op dezelfde wijze de heer Blom. De Voorz. verklaarde dat na Don derdag, wanneer alle afgevaardigden zullen gekozen zijn, het comité zich ter stond in verbinding zal stellen met de rechtsgeleerden. De vergadering werd gesloten nadat de Voorz. op eene vraag nog had verklaard, dat bij onderzoek was ge bleken dat in Bussum ongeveer 70 forensen wonen. Dit in ranmerking nemende, kan men deze vergadering van ongeveer 60 persor.en van die klasse diuk be zocht noemen. De samenstelling was zeer gemengder waren natuurlijk veel kooplieder, maar ook enkele uit gevers, architecten, een directeur van eene levensverzekeringmaatschappij, een civieliDgenieur enz. en voorts eeni- ge makelaars In Baarn is Dinsdag eveneens eene vergadering van forensen gehouden, waar men tot een gelijk resultaat is gekomen. Een grappenmaker. Een mijnheer, half „netjes aange daan" en gekleed in het zwart met hoogen hoed op, bevond zich j.l. Za terdagavond aan het station te Baarn toen de Deensche prins van Soestdijk naar Rotterdam vertrok. Hij posteer de zich aan den ingang, maakte een gracieuse buiging en had iets in de hand, dat in het half donker op een bouquet geleek; 't was echter een kolossale bloemkool. De prins keek er naar en lachte ook voor den ka merheer der koningin werd met de bloemkool in de hand een buiging gemaakt, terwijl de aanwezige dames, die eeni.e oogenblikken bleven kij ken, uitgenoodigd werden „om eens aan de bouquet te ruiken." 't Ge val verwekte nog al eenige hilariteit. Op'ichting. In een der groote hotels te Baarn logeerde dezer dagen een persoon, die een naam opgaf van eene bekende Zaanlandsche familie. Hij maakte goede sier, dronk lekker wijn, deed rijtoeren, ja vroeg en kreeg op arg listige wijze eenig geld van den ho telhouder. Bij is op een zijner rijtoe ren verdwenen, na den koetsier eerst onthaald te hebben op kosten van den kastelein. het op de school bij herhaling zoo gortig dat het hoofd daarvan hem ten slotte moest wegzenden. De kwa jongen had de brutaliteit den mees ter een pak slaag te beloven en, wat erger is, hij volvoerde dat plan Zater dagavond, toen hij den onderwijzer op den Oostsingel tegen kwam. Hij bracht dezen met een dik touw, dat hij bij zich had verschillende slagen toe, ook in het gelaat. Toen twee vrouwen den aangevallene te hulp schoten, maakte de belhamel zich uit de voeten. De politie zal hem echter wel aan het verstand brengen dat dergelijke brutaliteiten niet onge straft blijven. Een brutale bongel. Te Goes maakte een elfjarige knaap Verdacht van brandstichting. Te Winschoten-Bovenburen brand de het perceel van zekeren v. d. Laan tot den grond toe af, terwijl de ge- heele inboedel een prooi der vlammen w erd. Toen de brand ontstond, liep de man, die ongeveer op 200 M. van ziin huis stond te maaien, zonder zich om het perceel te bekommeren naar den agent der levensverzekering maatschappij en naar den wacht meester der marechaussees, om van het hem getroffen ongeluk mededee- ling te doen. Wegens zware vermoe dens van brandstichting werd hij in arrest genomen. Het is de vijfde maal dat v. d. Laan zulk een ongeluk treft. Het onweer. Door het vreeselijke onweder i3 de bliksem geslagen in den stal van M Breure, aan den Aal meerderweg, in den Haarlemmermeer; 4 paarden wer den door den bliksem doodelijk ge troffen. Zware balken werden tot splinters geslagen zonder echter brand te veroorzaken. Bij C. v. d. Spek is een paard in de weide doodgeslagen. De korenmolen te Lisse werd door den bliksem getroffen, waarbij een der wieken half aan splinters werd geslagen. Daarna schijnt de bliksem door den molen met rieten kap ge gaan te z'jn, zonder evenwel brand veroorzaakt te hebben, en heeft op dien doortocht hier en daar nog al schade veroorzaakt aan hout en steen- werk. Overigens heeft het buitengewoon zware onweder, dat 10 a 15 minuten zich vlak boven de plaats ontlastte, geen merkbare schade veroorzaakt. Te Wageningen ging het onweder vergezeld van hevigen wind. De storm was zoo krachtig, dat een vijftal dikke boomen in de Lawicksche allée als stokjes zijn afgeknapt. De fraaie laan is dientengevolge deerlijk gehavend. De boomen kwamen alle terecht op de rails van de O >sterstoomtram. Nog juist bijtijds konden de trammen, die van Reenen en Arnhem in aan tocht waren, worden gewaarschuwd, zoodat geene ongelukken werden ver oorzaakt en de trammen alleen wat oponthoud hadden. De boerenbehuizingen van J. Stof fels en J. van Vosselente Bemmelen zijn Maandag door den bliksem ge troffen en geheel afgebrand. Het vee is gered, de inboedels gedeeltelijk. Alle3 was verzekerd. Een mar., die Maandagavond aan de Handelskade te Amsterdam, zat te visschen, werd door den bliksem gedood. Zijn verkoold lijk werd naar het gasthuis gebracht. Onder Velsen is de bliksem inge slagen in de woning van den land bouwer Kooijmans; een begin van brand werd intijds gebluscht. Maandag in het middaguur onlastte zich boven Millingen een zwaar onwe der. Een prachtige os werd in de weide door den bliksem gedood. Een tweede onweer, een noodweer, woedde in den laten avond. Een orkaan scheen alles te willen omwerpen, wat stond. Op de Meilingsche waard sloeg de bliksem in een schuur, welke geheel afbrandde. Twee kalveren kwamen in de vlam men om. Te Kekerdom sloeg de blik sem eenige gaten in het dak van de lage molenaarswoning, doch liet, vreemd genoeg, den zeer nabij staan- den hoogen molen ongedeerd. De rog- geakkers leveren een beeld op van de schromelijke te wanorde. Bijna alle hoopen zijn omgewaaid en het is alsof eene woeste hand de schoven door elkaar geworpen of ver weggeslin2erd heeft. Verscheidene boomen zijn door den bliksem gespleten of moesten bezwijken onder den sterken druk der geweldige rukwinden. Men hoorde nog wel van een half dozijn gevallen, dat de bliksem in deze buurt is in geslagen, gelukkig echter zonder on heil te veroorzaken. net onweer, dat in het Zuidooste lijk gedeelte van Gelderland woedde, heeft met storm en regen belangrijke schade toegebracht aan de veldgewas sen in Herwen, Aerdt, Elten enz. Vooral te Elten was het weer, voor de bui den berg over getrokken wa3 verschrikkelijk. Aan den voet en op den berg is het dan ook op drie plaatsen ingeslagen, waarbij verwoes tingen zijn aangericht. Uit een aantal plaatsen wordt ge klaagd over vernieling der veldge wassen. Van paarden en koeien, in de weide doodgeslagen, yerhalenvele berichten. Laster. Dinsdag was een groot aantal nieuwsgierigen in de rechtszaal van de arrond.-rechtbank te 's Gravenha- ge tegenwoordig, om de behandeling der zaak te hooren tegen Gerrit van Deth, makelaar, thans in het buiten land, zoodat het strafgeding bij ver stek behandeld werd. Aan beklaagde wordt ten laste ge legd dat hij in een door hein on derteekenden aan dr. F. van Gkeel Gildemeester, predikant te 's-Graven- hage, gericht schrijven door hem door tusschenkomst van de administratie der posterijen op 18 Mei 1894 uit Amsterdam verzonden en daags daar op aan de vroning \an genoemden predikant te 's-Graven hage afgege ven, dezen opzettelijk beleedigd onder meer heeft toegevoegd „Waar sprake is van waarheid spre- „ken en van zedelijkheid, daar bekoor- „det gij de oogen neer te slaan en te „zwijgen. Maar schaamteloosheid en „brutaliteit zijn volle zusters van ze deloosheid geen wonder dus dat ge „heel 'tgezin in uw hart hebt opge komen. Uw lieve vriend, D. C. Tnijm. „is openbaar terechtgesteld. Ook hij „liep in de volle kracht zijner waar digheid gearmd met zijn lieven „vriend Van Hoogstraten op 's Hee- „ren wegen, door velen eerbiedig ge- „groet, totdat Dame Justitia hem bij „de keel greep op den openbare weg „en hem toedonderde„Ellendige „„smeerpoes, onderga uwe gerechte „„straf!" Zoo en niet anders ga het „u eerstdaags, aangezien gij in ver gelijking met uw confrater in den Heere minsten3 20 jaren tuchthuis straf hebt verdiend voor de meer „dan gruwelijke onzedelijkheid, welke „u op het geweten drukt. Ware in „vele gevallen uw naam niet Van „Gheel Gildemeester en uw ambt geen „dienaar van Jezus Christus in de „Ned. Herv. Kerk geweest, gij zijter „nog beter dan ik van overtuigd, dat „ge reeds lang waart opgesloten, daar, „waar men slechts boeven, schavui ten, Bargers, Thijms en anderen „vindt. Des te gruwelijker zijn uwe „wandaden, omdat gij een voorgan ger in- Israël zij t, omdat nog zoo „vele goed geloovige ouders hunne „dochters in uwe vuile handen over geven, in de meening, dat gij ze de „waregodsvrucht zult leeren. Schavuit „waarom legt gij niet onmiddellijk „uw ambt neer, opdat dat heilige „ambt niet nog meer schande worde „aangedaan D3. van Gheel Gildemeester, als getuige gehoord, verklaarde Van Deth oppervlakkig te kennen. Een maal heeft hij zijn tusschenkomst verleend om v. D. aan f 1000 te hel pen, waarmede hij naar Transvaal is gegaan. De toorn van v. D. schijnt opgewekt te zijn, omdat getuige zich indirect gemengd heeft in de zaak- Neerbosch. Subst.-ofiicïer van justitie, mr. Van Buttingha Wichers, deelde mede dat hij Van Deth's verzoek om uitstel van behandeling dezer zaak omdat hij voor zaken naar het buitenland moest, gemeend had te moeten wei geren met het oog op de dringende noodzakelijkheid dat er zoo spoedig mogelijk een ein le kome aan de be- leedigingen waaraan ds. Van Gheel Gildemeester in den laatsten tijd bloot staat. Hij schreef Van Deth's door niets gestaafde beweringen toe aan toorn en wraak. Hij vorderde veroordeeling van v- Deth tot 1 maand gevangenisstraf, wegens eenvoudige beleediging. Daarna werd de klacht behandeld van ds. Van Ghee. Gildemeester te gen dr Louiö Adnen Biihler, beroe pen predikant te Schiermonnikoog, thans wonende te Groningen. Dezen wordt ten laste gelegd dat hij in de maand April 1894 in een tweetal door hem als schrijver onderteekende ge schriften als „Ingezonden stukken" op zijn verzoek geplaatst in het te Groningen uitgegeven en alom in den lande ook te 's-Gr.ivenhage onder de inteekenaren verspreid nieuwsblad Nieuwsblad van het Noorden opzette lijk den te's-Graven hage ge vestigden predkant dr. F. van Gheel Gildemees ter de beleediging heeft aangedaan hem aan de lezers van dat blad voor te stellen als een persoon, die niet voldoet aan den eisch welke gesteld behoort te worden aan iemand, die in zedelijke quaesties wordt gehoord om daarop ten volle geloofd te wor den", namelijk dat zoo iemand zelf een zedelijk leven leiden moet en voort hem te schetsen als een leugenaar, een lichtmis, een huichelaar althans hem met de zoodanigen gelijk te stellen. Dezelfde Neerboscbquaestie was ook hier weder de aan eiding. Als getuige gehoord verklaarde ds v. Gheel Gildemeester zich verplicht geacht te hebben deze gruwelijke, verschrikkelijke beschuldiging tegen te spreken. Beklaagde beweerde de beleedigen- de stukken alleen geschreven te heb ben om de waarheid en gerechtig heid te dienen en niets anders. In de beleedigende stukken weid voorts nog eene vergelijking gemaakt tusschen Van Deth en ds. Van Gheel Gildemeester. De eerste werd iemand genoemd van onbesproken gedrag, ds. Van Gheel Gildemeester een lichtmis. Ook nu moest bekl. weder erken nen enkel op geruchten te zijn afge gaan. Op praatjes, gelijk, de president opmerkte, die het meer dan onver antwoordelijk maakten voor een aanstaand godsdienstleeraar om daar op zulke beleedigende artikelen in een courant te schrijven. Bekl. hield vol dat het hem strekt niet te doen is geweest d Gheel Gildemeester te beleedigei De president hield bekl. heri delijk het verkeerde van zijn v, art voor oogen en wees hem zaak onlangs behandeld, toen meisje de meest lasterlijke aanti Ier een tegen v. Gheel Gildemeeste; eei bracht, een verhaal opdischteni meeste bijzonderheden, van A. verzonnen. Nadat voorlezing was gedaai een zeer gemoedelijk schrijven ds. G. aan bekl., waarin hij sommeerde zijne beschuldigings staven of terug te nemen, w« bekl. in het geheel geen anft gaf„omdat die brief hem te sappig was," werd door ds. Cl, klacht ingediend bij den kerke te Groningen, die bekl. eomnif zijn beschuldigingen te staven oi excuus te maken. De drukker van het bovengeno nieuwsblad verklaarde van bek kopij ontvangen te hebben. Dooi boekhouder, buiten weten van was een exemplaar der courant ds. Gildemeester gezonden, ot het gebruikelijk is dit te doen personen die er in besproken woi Aan bekl. was dit niet bekend niet dat er te 's-Gravenhage abc waren op het Nieuwsblad va; Noorden. In deze zaak was de eisch het Openbaar Ministerie3 maa gevangenisstraf. De verdediger bepleitte vrijspi Uitspraak over 8 dagen. Het Weekblad van Broekma Honders bevat o. a. de volgend gave van minder courante of in rante fondsen, in de week, tot datum van 24 Juli loopende, hun tusschenkomst verhandeld. Aand. Amer.-Hot. (Maats. tot expl. van het) 109; Amstel-Hotel Mij. 87 Oblig. Idem idem. 101 Aand. Nat. Hypotheekb. ƒ18; B'.lliton-Maatscb. le rubriek te 'sHage. 15t Moluksche Handels- Vennootschap. 45 Ned. Westphaalsche Spoorweg-Maats207 Brood en Meelfabr. te 'sHage 100 Arbeiderski. (Ver. t. beh. d.)100* Opr.-bew. Kon. Paketvaart Maatschj 175 Overtoom (Exploit. Maats. v. Bouwt90. Aand. Holl. Sociëteit van Levensverzek 250 Examen Examens der Nederlandsche 1 kunstenaars vereeniging te 's-Gra hage. Dinsdag geslaagd 4candidaten piano (lager onderwijs) de dame F. L von Boddien, L. I. Boers, van Delden, allen te Nijmegen, C. Aartse, te Voorschoten. Dinsdag heeft zich in de frar. Kamer een incident voorgedaan wel eene zeldzame gebeurtenis genoemd worden. Door den hei Mahy, tijdelijk voorzitter, werd melijix gelast de tribune der pei doen ontruimen, toen er doo verslaggevers leven op die tri werd gemaakt, tijdens de afge den ketting versierd, terwijl zijne kastanjebruine lokken hem over de schouders golfden het toonbeeld van eenflinken levenslustigen knaap. Hoe zou de arme Elizabeth hem heb ben aangebeden, die nu niet in het donkere graf zou hebben gerust, wanneer hij in hare omgeving was opgegroeid „Waarom wil je mij spreken?" vroeg sir Rupert fier aan zijne onderdanige bezoekster. „Omdat ik, toen u nog een klein kind was jongeheer, u zoo dikwijls heb gezien en u heb opgepast." „En wie is die man daar in de oranjerie?" vroeg Rupert, wiens scherpe blik den half verborgen Timmy had ontdekt. „Dat is een jonge man, die mij omdat ik u even wilde zien, hier op een wagen heeft heengereden. Kom eens hier Timmy en maak je kompliment aan dezen knappen jonge heer." „Ik vind hem niet jong," zeide sir Rupert, na Timmy aan dachtiger te hebben beschouwd. „Is het wel deftig om in zulk een wagen te rijden?" „Lieve hemel! Voor ons arme mensc'nen is het mooi ge noeg. Is het geen mooie, flinke jongen Wat zouden de arme Sam en Jane...." Juffrouw Chitton zweeg. „Wie zijn Sam en Jane?" vroeg sir Rupert. „O, menschen, die ik vroeger heb gekend. God hebbe hun ziel, zij zijn doodHeeft hij nog steeds dat teeken op zijn been?" Deze vraag werd tot de kamenier gericht. „U bedoelt dat hartenaas vroeg de knaap, liet oogenblik- kelijk het zweepje van zijn tol vallen, waarmee hij op zijne laarzen had geslagen, trok zijne zijden kous naar omlaag, en liet het zwarte hart zien. Dit is het „Wel, welriep Titlow uit. „Het is nog even duidelijk als vroeger," zeide juffrouw Chitton. „Weet u, hoe het er gekomen is?" vroeg de kamenier, door hare mindere beschaving nieuwsgieriger dan hare meestf res. „Ik weet het wel," zeide juffrouw Chitton, bevreesd om haar mond voorbij te praten. „Vertel het mij dan eens?" Juffrouw Chitton verlangde er naar om het haar te ver tellen, maar de kleine sir Rupert stond haar voortdurend met zijne zwarte oogen wijdgeopend aan te staren. Zij hield het goudstuk van mylady nog in hare vingers ge klemd, en het zou niet onaardig zijn om nog eens terug te komen om dezen fraai gekleeden, mooien knaap weer te zien en weer een goudstuk te ontvangen. Juffrouw Chitton schudde met het hoofd. „Daar is eene geschiedenis aan dat teeken verbonden evenzeer een geheim. Wanueer mylady mij er ooit over wil spreken, laat zij dan maar om mij sturen. Ik ben hare on derdanige...." „Zij heeft gezegd, dat zij van oordeel was, dat u niet meer zoudt terugkomen," zeide de teleurgestelde kamenier. „U kunt hier komen wanneer u wilt," zeide sir Rupert, met fiere beminnelijkheid, „en hier is een bloem, neem die maar mee naar huis." Hij snelde de oranjerie binnen, en brak een takje Helioth en een roode cactus-bloem af. „O, jongeheer Rupert! Wat zal uwe mama boos z riep de kamenier uit, „Mag ik dan niet doen wat ik wil met mijne eigen gen zeide sir Rupert." Wij zien hieruit, dat hij zich reeds deed gelden in bank Hall. „Het wordt tijd om te ontbijten," zeide de kameniei moet ontbijten met mylady en die aanzienlijke gasten. Juffrouw Chitton, de verpleegster uit het armenhuis nu het kind, dat zij had opgevoed, heengaan, daar het 11 ontbijten in gezelschap van een lord-kanselier, den naam van een hertog, en een aartsbisschop, benevens sonen van minder hoogen rang, en de oude vrouw ve met Timmy Titlow in het nederig wagentje. „Dat is een prachtig mooie jongen," zeide Timmy, mee hij niets onaangenaams bedoelde. „Ik zou nooit be vermoed, dat hij van uwe familie was." „Jane heeft altijd wel gezegd, dat hij er aristocri uitzag," zeide juffrouw Chitton met trots. „En wat is dat een eigenaardig litteeken." Juffrouw Chitton bewaarde het stilzwijgen. Wordt vervolg

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1894 | | pagina 2