21ste Muziekuitvseriny in dsn Hout. Burgerlijke Stand. KENNISGEVING. ,'ian de jury. Beschuldigde legde er den nadruk op, dat hij geheel uit eigen beweging had gehandeld, en nam de volle verantwoordelijkheid voor zijn daden op zich. Hij verklaarde dat hij nooit ziek is geweest, en dat geen enkel lid van zijne familie aan krankzinnigheid heeft geledende aanvallen van epilepsie waaraan zijn vader leed, waren het gevolg van een schrik. De president verweet beschuldigde, j de afgrijselijke misdaad te hebben gepleegd op den gedenkdag van den slag bij Solferino. Caserio riep daarop cynisch uit: Het was de gedenkdag yan den burgeroorlog Ook zeide bescüuldigde, dat hij re gelrecht naar Frankrijk was gekomen om zijn „werk" ten uitvoer te brengen. Langdurig rumoer. Met groot cynisme deed hij het re- laas van zijne misdaad. In antwoord op een vraag van den president er kende hij, niet alleen het hoofd van den staat, maar ook den vader van een gezin vermoord te hebben maar, voegde hij er bij, Carnot heeft anar chisten laten ter dood brengen, die ook vaders van gezinnen waren. Als getuigen werden o.a. gehoord de commissaris van politie Cousin i en generaal Voisin, de gouverneur van Lyon. Generaal Rorius, chef van het militaire huis van president Car not, als getuige gehoord, verklaarde, dat hij aan de officieren, die naast het rijtuig van den president reden, last had gegeven een weinig achter te blijven, opdat de menigte den president vrijelijk zou kunnen be groeten. Getuige Rivaud, prefect van het I departement der Khöne, scheen het te betreuren dat dit bevel ge- geven was aan de officieren, die het rijtuig vergezeldenhij sprak even wel als zijne overtuiging uit, dat de aanslag toch niet verhinderd had kun nen worden. Caserio zeide, naar aanleiding van de verklaring van een getuige, dat het hem spijt dat hij zijn wapen in de wond had laten steken, want hij had er zich van kunnen bedienen tegen de personen", die hem wilden arresteeren. Vervolgens werden de geneeshee- ren gehoord, die den president ver- zorgdhebben. Doctor Poneet verklaarde dat president Carnot om 12,18 den laatsten adem heeft uitgeblazen. Om 6 uur werd de zitting opge heven. Heden is gehoord de soldaat Le- blanc, die het complot tot het ver moorden van den president aan het licht heeft gebracht. Moord-geschiedenis Op een avond in de maand Mei ging zekere heer Rasch te Londen, houder van een restaurant, dat veel door Polen en Duitschers werd be zocht, met zijn vriend Schmerfeldt wandelen. Van zijn afwezigheid maak ten de Kockzula's, man en vrouw, gebruik om zijn echtgenoote te ver moorden, en alle voorwerpen van eenige waarde mede te nemen. De Kockzula's werden gevangengenomen. Kort na deze arrestatie vernam de politie dat Schmerfeldt getracht had zich van het leven te berooven, zoo dat het vermoeden gewettigd was, dat deze de rol van medeplichtige had vervuld en Rasch uit zijn woning had gelokt, om de moordenaars ge legenheid te geven hun plan te kun nen volvoeren. De toeleg van dezen medeplichti ge is misluktwel had hij door het openen van een slagader veel bloed verloren, doch hij stierf niet; integendeel, hij is geheel hersteld. Het drietal heeft thans te Londen terecht gestaan. Huiveringwekkende bijzonderheden zijn tijdens het onderzoek aan het licht gekomen. Zoo is o.a. gebleken, dat terwijl Kochzula naar de eerste etage ging om daar zijn slachtoffer te vermoorden, zijn vrouw de kinde ren van Rasch dwong, op de piano te spelen, om daardoor het hulpge schreeuw der moeder te overstemmen. De kinderen hoorden evenwel het gekerm en hielden op met spelen, doch de vrouw van Kockzula zette hen aan voort te gaan en sloeg zelf met de vuist op de toetsen. Tevens is duidelijk gebleken, dat Schmerfeldt medeplichtig aan den moord washij was het, die voor het echtpaar Kockzula een huis ge huurd had, waar zij zich gedurende de eerste dagen konden verbergen. De eigenaar van dat huis, zekere Kempf, was ook in de zaak betrok ken, doch heeft de vlucht genomen, en het is nog niet gelukt hem terug te vinden. Kockzula en Schmerfeldt zijn ter dood veroordeeld, maar de vrouw van Kockzula werd vrijgesproken. De jury oordeelde dat zij, toen zij de kinderen dwong muziek te maken op de piano, in de meening verkeerde, dat het hier slechts een eenvoudigen diefstal gold. Deze beslissing der jury wordt door de meeste Londensche bladen zeer vreemd gevonden. Jean VolderB. De bekende Belgische werklieden leider Jean Volders is naar een krank zinnigengesticht overgebracht. Vol gens de lnd. Beige bestaat er niet de geringste hoop, dat er ooit eene verbetering in den geestestoestand van den ongelukkigen S8jarigenman zal komen. De pseudo-baron Sternberg. Door een officieel stuk van de Bel gische regeering is men thans in staat iets meer te vertellen van den val- schen baron Sternberg. Die regeering heeft namelijk een belooning van tienduizend frank uitgeloofd voor de aanhouding van den lang gezochten anarchist. De rechter van instructie te Luik, Seny, zal aan de pers een uitvoerige aankondiging toezenden waarin wordt medegedeeld dat de Belgische regee ring de bovengenoemde som aan den aanhouder zal uitbetalen. Daarbij wordt gevoegd een nauwkeurig sig nalement en een korte levensschets van den „baron". De man heet Cy- priaan Filip Jagolkofsky en is ge boren den 27en April 1865 te Bobrof, (gouvercement Woroneij), in Rusland. Hij volgde te St. Petersburg de lessen aan de academie der beeldende kun sten en hield later verblijf in Wilna en andere plaatsen in Rusland. In 1872 verliet hij zijn vaderland en vestigde zich achtereenvolgens te Weenen en te Bern. Later nam hij dienst in 't Fransche vreemdenle gioen in Algiers. Daar maakte hij kennis met baron Ernst von Ungern Sternberg, wien hij zijn legitimatie papieren ontstal; en na desertie uit 't legioen begaf hij zich daarmee ge wapend in Juli 1893 naar Bazel, waar hij zich voor den baron uitgaf. In October ging hij naar Straatsburgen den 2den November vestigde hij zich te Luik. Daar opende hij zijn beken den anarchistischen veldtocht. De instructie der aanslagen is thans af- geloopen, maar men zal de sluiting ophouden tot October, in de hoop dat vóór dien tijd de misdadiger zal worden gevat. Jules Simon over keizer Wilhelm. In de Revue de Paris van Augustus komt een artikel voor van Jules Si mon over zijn bezoek aan den Duit- schen keizer. De bekende Fransche staatsman en schrijver was naar Berlijn vertrokken om het congres over sociale quaes- tiën bij te wonen en werd zeer min zaam ontvangen door den keizer en de keizerin. Volgens den heer Simon gelijkt de keizer wel iets op een jon gen Noorman, een edelman in zijn uiterlijk en zijne manieren. Hij was vriendelijk en vroolijk, maar er was iets in zijne gelaatsuitdrukking, waar uit scheen te blijken, dat het niet wenschelijk zou zijn met hem ineen ernstige quaestie van meening te ver schillen. Toen hij de afgevaardigden ontving was hij gekleed in de uni form der huzaren en droeg hij een mantel, die met ridderorden bedekt was. De keizerin was in den rouw. Jules Simon was verbaasd over het zuivere Fransch en het Parijsche ac cent van den jeugdigen vorst. „Ik moet toegeven", schrijft hij, „dat hij beter sprak dan ik, want ik heb nog altijd iets van het Bretonsche accent overgehouden. Toen den keizer over zijn macht over de Fransche taal een compliment werd gemaakt, deelde hij mede, dat zijn onderwijzer een Parij- zenaar was en een purist. „Hebt ge mij een ongebruikelijke uitdrukking hooren bezigen?" vraagde de Keizer. „Slechts eenmaal, Majesteit," ant woordde de Acadèmicien. „Wanneer was dat zeide de vorst, eenigszins verwonderd. „Toen gij zeidet, dat wij hier waren om te zwelgen godailler„Maar het woord godailler komt toch voor in het woordenboek der Académie „Zeker", antwoordde Simon, „maar men hoort het nooit gebruiken in de Académie of in de salons der Acadé mie." De keizer maakte zich zeer vroo lijk over deze puntige opmerking en beloofde in gedachten te zullen hou den, wat hem verteld was. Het gesprek liep daarna over de werken van Fran sche schrijvers. De keizer merkte op, dat hij nooit zoo vergenoegd was, dan wanneer hij kalm te huis met zijn vrouw als een goed Berlijnsch bur ger gemiddagmaald had en haar daar na een hoofdstuk van een roman kon voorlezen, voordat hij zich naar zijne vertrekken begaf. Het meest hield hij van de werken van Georges Ohnet, en Jules Simon sprong tevergeefs voor Zola in de bres. De keizer er kende Zola's begaafdheden als uitste kend verteller en scherp opmerker, maar had bezwaren tegen enkele van Zola's manieren. Jules Simon trachtte daarop het gesprek op de staatkunde te brengen, maar bemerkte, dat dit niet gemakkelijk ging. Alles wat de jonge vorst zeide, was, dat hij het beter achtte den menschen goed te doen dan hen bevreesd te maken. dat hij geloofde dat het Fransche leger gereed was voor het geval, dat een onverwachte gebeurtenis mocht plaats grijpen.dat de gevolgen van een nieuwen oorlog tusschen Frank rijk en Duitschland niet te voorzien waren en dat de man, die beide vol keren tot den oorlog zou opruien een krankzinnige of een misdadiger zou zijn. Jules Simon besluit zijn belang wekkend artikel met eene beschrij ving van Bismarck's val en van het vertrek van den gewezen rijkskanse lier uit Berlijn te midden van de toe juichingen der menigte, die hem voor een oogenblik verlaten scheen te heb ben, toen hij zich de ongenade van den keizer op den hals had gehaald. Begrafenis van aartshertog Wilhelm. De begrafenis van aartshertog Wil helm heeft Donderdag met groote plechtigheid te Weenen plaats gehad onder toevloed van een groote me nigte. Het stoffelijk overschot werd bijgezet in den keizerlijken grafkel der van de kerk der Capucijner-mon- niken, waarbij keizer Frans Jozef, de prins van Hohenzo lern, prins Leopold van Beieren en andere vorstelijke personen tegenwoordig waren. 50.000 dollars gestolen. De 50.000 dollars in goud, welke te Havre ontvreemd waren, zijn te ruggevonden. Eerst ontdekte de po litie het ledige kistje en spoedig vond men ook de zakken met het geld, welke verborgen waren onder een hoop steenen, die in de nabijheid van het goederen station opgestapeld stonden. Slechts een klein gedeelte van het geld werd vermist. Eenige der spoor werklieden zijn in hechte nis genomen, maar tot dusver is het nog niet bekend, wie het geld heeft ontvreemd. Dulcine Algemeen bekend is wel het sac" charine van Fahlberg, een uitermate zoete stof, die men herhaaldelijk als surrogaat voor suiker aanbevolen heeft en ook dikwijls als zoodanig gebruikt. Daar volgens verschillende medici deze saccharine echter voor de gezondheid schadelijke eigenschap pen heeft, is het gebruik er van, be halve voor medische doeleinden, in sommige landen verboden. De che mische fabriek van Riedel te Berlijn brengt nu een nieuwe zoete stof in den handel onder den naam van „dulcine". Deze stof is in 1883 reeds ontdekt en onder den naam paraphenetol- carbamide beschreven. Men beweert dat het geheel onschadelij k is, en dat het saccharine er door verdrongen zal worden. De planeet Mars. De directeur der sterrenwacht te Nizza, Perrotiu, heeft bericht, dat al daar den 18en Juli lichtende plekken waargenomen zijn even buiten den omtrek van het verlichte gedeel.e van de planeet Mars. Men weet niet welke verklaring men aan deze lich tende plekken moet geven. De ver onderstelling, dat ze de toppen van hooge bergen zouden zijn, wordt on juist geacht, op grond dat het bestaan van hooge bergen op de planeet on- vereenigbaar is met hetgeen men weet omtrent haar samenstelling. Een dergelijk verschijnsel werd drie weken geleden aan de Lick-sterren wacht in Californië en verleden jaar reeds door Perrotin zelf waargenomen. Italiaansch geld. Tengevolge van de laatste munt- conventie, waardoor de italiaansche pasmunt aan de circulatie is ont trokken, is nu te Bologna gebleken, dat een gedeelte van dit geld niet in Italië is geslagen, hoewel het hetzelfde gewicht en alliage heeft als het echte geld. In Frankrijk schijnt eene ver- eeniging van speculanten te hebben bestaan om dit geld te vervaardigen teneinde van het agio voordeel te trekken. Het italiaansche goeverne- ment heeft de noodige maatregelen genomen om het geld, dat niet door hem in omloop is gebracht, te wei geren. De sultan yan Marokko. Betreffende den toestand in Marok ko deelt de correspondent van de Fi garo, die den Sultan bij zijn tocht naar Fez vergezelde, mede, dat Ab- doel-Azis ziek is en niemand wil ont vangen. Naar men beweert, is eene poging beproefd om den Sultan door vergif om het leven te brengen. Vandaar wellicht, dat Abdoel-Azis zich afzon dert. In elk geval echter worden alle mogelijke voorzorgsmaatregelen ge nomen en worden den Sultan geen andere spijzen of dranken voorgezet, dan die, welke door vertrouwde per sonen uit zijne omgeving zijn bereid. Afrikaan8che diamanten. In het nummer van 7 Juli van de Diamond Fields Advertisereen blad dat te Kimberley uitkomt, vinden we een mededeeling, welke ons zeer be langrijk voorkomt. Het blad zegt: „Onder meerdere aangelegenheden den Oranje-Vrij staat betreffende, ver nemen wij, dat Koffyfontein diaman ten van het eerste water en in groote hoeveelheden oplevert. Wij zagen ver schillende partijen die buitengewone steenen inhielden en uitmunten in zuiverheid, water en vorm. Ontwijfel baar gaat Koffyfontein eene groote toekomst te gemoet, vooral indien eene verbeiering van de diamant markt plaats vindt. In andere districten van den Vrij staat wordt ijverir geprospecteerd (gezocht), hoofdzakelijk naar steen koolbeddingen, doch ook naar dia manten en mineraliën in het algemeen en wij zijn van oordeel, dat spoedig de woorden van den president Reitz, door hem bij de opening van de Kof- fyfontein-waterwerken uitgesproken verwezenlijkt zullen worden, namelijk dat vrouw Natuur geen deel van Zuid- Afrika rijker heeft begiftigd met on- dergrondsche schatten dan den Vrij staat." Oorlog tusschen China ea Japan. Algemeen en vooral groot in En geland is de verontwaardiging op de Japanners, die het transportschip Kow Shing in den grond boorden wat aan een duizendtal Chineezen het leven kostte. Was reeds het feit, dat het schip onder engelsche vlag voer voldoende, om hierover in Engeland wraak te roepen, de verontwaardiging is nog gestegen nu uit nadere bizon- derheden blijkt dat de Japanners alle moeite deden om bij het zinken van de Kow Shing zoo mogelijk alle op varenden te dooden. De voornaamste engelsche bladen spreken dan ook van eene beestachtige en gruwelijke slachting, den meest barbaarschen tijden en den meest wilden volken van Azië waardig. De Japansche regeering heeft door haar gezant te Londen reeds veront schuldigingen aangeboden over het geval en wel op grond, dit de Ja pansche commandant eerst toen het schip zonk, had gezien, dat het voer onder Engelsche vlag. De engelsche regeering zal evenwel zeker met deze ophelderingen geen genoegen nemen. Ook komt er nieuws omtrent het tweedaagsche gevecht bij Yachan, op de westkust van Koroa, ten noord westen van Chemulpo. De Chineesche stelling aldaar werd den 26en Juli aan getast door de Japanners, die daar toe alle beschikbare manschappen bezigden, zoodat Seoul bijna van troe pen ontbloot was. Zij werden met zwaar verlies afgeslagen, maar den volgenden dag hernieuwden zij den aanval, met hetzelfde ongunstige re sultaat. Het verlies der Japanners moet 2000 dooden en gewonden be dragen. De Chineezen daarentegen, in wier gelederen zich ook Europee- sche officieren bevonden, leden slechts een gering verlies. Te Tientsin vraagt men zich met ongerustheid af, of de Taku-forten, die de stad en den mond der Peiho beschermen, wel in staat zij u om een zwaar bombardement van de Japan ners te doorstaan. Ingeval de Chi neesche marine een zware nederlaag leed, zou een Japansche expeditie de Peiho kunnen opvaren en de hoofd stad des rijks ernstig bedreigen. De verdedigingswerken te Taku zijnou- derwetsch, men heeft die hu versterkt met eenige zware kanonnen en is verder bezig torpedo's in de rivier aan te leggen. Stoombarkassen en kotters van den douanedienst worden nu met kanon nen gewapend en gebezigd voor den verkenningsdienst op de kust. De be manning staat onder bevel van Eu- ropeesche officieren. Te Washington is bericht ontvan gen, dat in de zuidelijke provinciën van China een beweging tegen de vreemdelingen is begonnen, die men beschuldigt de Japanners tegen Chi na te hebben opgehitst. Tal van vij andige betoogingen zijn door de be volking gehouden en hebben bij de zendelingen ongerustheid verwekt. Een Amerikaansche kerk is verwoest, een aantal personen zijn gedood, men weet evenwel niet of daaronder ook buitenlandsche Christenen zijn. In vele plaatsen worden de Roomsche kerken door Chineesche troepen be waakt. Te Tokio heerscht groote geestdrift over de oorlogsverklaring. De oorlogs zuchtige stemming onder de bevol king neemt steeds toe en algemeen wordt verlangd, dat ook de Japansche regeering den strijd met alle kracht zal voeren. Uit Londen wordt door Reuter nog gemeld, dat daar de 'oorlog uitgebro ken is, inmenging der mogendheden met het doel verdere botsingen te voorkomen, van zelf is uitgesloten. De mogendheden wenschen echter alle zonder uitzondering, dat de oor log zoo spoedig mogelijk tot een einde worde gebracht. In tusschen i§ het naaste doel al het mogelijke te doen om den kring der operatiën te be perken. Commissariaat rail Politie te Haarlem. De voorwerpen zijn dagelijksbehalve Zon- en feestdagen, van 11 tot 1 uur voor de eigenaars terug te bekomen. Eene kemelsgaren sabelkwast. Een zilveren horloge (in het Bloe- mendaalsche bosch gevonden.) Een spoormandje met een kinderjurkje. Een gewicht. Een paar zwarte handschoenen. Etn gouden ring. Een lederen dames-ceintuur. Een möoie witharige hond. Een wagenzeil. Een zak met twee vin gerhoeden. Een fantasie armband, bestaande uit lava. Twee manden met oud papier. Een schildpad pen pince-nez. Een kinderwagen- dop. Een lederen dames-ceintuur. Eene beugeltasch, inhoudende zakdoeken en handschoenen. Eene portemonnaie met geld. Eene ta fel, eenige stoelen en een strooma- tras. Een kinderschoentje. Een baggerbeugel. Eene penning, voor stellende Koningin Wilhelmina. Een ijzeren oogbout. Een kinder- jas. Een glacé handschoen. Een gouden oorbelletje. Een stuk van een gouden ring. Een zilveren insigne. Een ladder. Een wan delstok. Eene zweep. Eenige sleute's aan een bandje. Eenige sleutels aan een ring. Eenige sleutels. op Zondag 5 Aug. des namiddags van 2 1 uur, door het Gemeentelijk Muziekkorps onder directie van den Luitenant-Kapelmeester, den heer Ch. P. W. KRIENS. PROGRAMMA 1. Marche du Cortege. Kriens. 2. Ouverture Obéron. Weber. Zweite Polonaise. Liszt-Kriens. 4. Potpourri aus der ope rette Prinz Methusa- lemStrauss. 5. Ouverture Maitre Pe- ronillaOffenbach. 6. Czardosungarisch Bal let Grossman- Kriens. 7. Fantaisie sur der mo tifs de 1'opéraLafille du Régiment Donizetti. Getrouwd 3 Aug. J. L. .J. B. Sweerts de Landas en A. L. W. Copes van Hasselt. Bevallen: M. E. Boersma Umans d. - C. ZwartsKroone d. - A. MootFinson z. - H. H. M. Me- luisKessler z. - A. Sprengers Hartveldt z. - 3 C. BogaartBurg graaf d. - J. H. M. WesselingStip hout d. Overleden: 2 Aug. D. A. Wij- deman 2 j. d. Anthoniestr. - N. J. Muller 2 j. z. Frankestr. - J. M. Veen 3 j. z. Franke3traat. FAMILIEBERICHTEN. Getrouwd: 2 Aug. R. W. N. Kevser en J. van der Pot, Scherpen- zeeï. - J. Lindenhovius en M. S. Frans, Amst. - A. J. Niegeman en B. H. M. Neubauer, Amst. Bevallen: 29 Juli. T. Kosman z., Wester-Blokker 31. S. van Moppes Cohen z., Amst. - Baronn. d'Ane- thanjkv. Van Haeften d., Brussel. 2 Aug. C. OudheusdenGroot d., Benningbroek. Overleden: 31 Juli. H. R. Kraij jm. 19 j., Amst. - H. Waller, Utrecht. 1 Aug. J. RiedelDijkstra 68 j., Nij megen. - J. Breet Cz. 39 j., Zaandijk. - A. C. FrankBlom 54 j., Benne- broek. - J. D. Dijckmeester 70 j„ Do- dewaard. Burgemeester en Wethouders van Haarlem, doen te weten, dat bij hunne beschikking van 26 Juli jl. aan C. Keizer vergunning is verleend tot op richting van eene slachterij in het perceel aan den Kruisweg no. 62. Stoom vaartbs Achten. Het stoomschip Prins Maurits, ver trok 2 Aug. van Amsterdam naar Su riname. Het stoomschip Salak, van Java naar Rotterdam, vertrok 2 Aug. van Perim. Het stoomschip Bromo, van Rot terdam naar Java, vertrok 2 Aug. van Marseille. Het stoomschip Burgem. den Tex, van Amsterdam naar Batavia, vertr. 2 Aug. van Suez.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1894 | | pagina 3