DE JACHT OP EEIE EBFEIIS.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Vrijdag 17 Augustas 1894.
No. 3412
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIËN:
STADSNIEUWS.
BINNENLAND.
FEUILLETON
12e Jaargang:
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20.
Franco door het geheele Kijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers0,05.
Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30.
franco per post 0,37£.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat Haarlem. Telefoonnummer 122.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cents per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiexs.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publieité Etrangère G. L. DAUBE ét Co., JOHN E. JONES, Suee., Parijt 31M» Faubourg Montmartre,
Haarlem16 Aug. 1894.
Aanbesteding.
Woensdag werd door den majoor,
eerstaanwezend ingenieur der genie
alhier, bij enkele inschrijving, aanbe-
;ed: het wijzigen en maken van
aardwerken voor het linkervleugel-
werk c. a. te Spaardam. Raming
f28.000. Laagste inschrijver A. Visser
alhier voor de som van f 22.300.
Bij de heden gehouden aanbeste
ding in café Neuf, door den architect
J. W. Hanrath, te Hilversum, voor
het bouwen van een villa op een ter
rein in het Bloemendaalsche park, te
Bloemendaal, was de hoogste inschrij
ving ƒ29810; de laagste was van B.
Zuithof Zonen alhier voor 20945.
Voorzorgsmaatregelen.
Als voorzorgsmaatregel tegen cho
lera-besmetting op de openbare wate
ren, zal de Roei- en Zeilvereeniging
„HetSpaarne" alhier voorloopig hare
roei- en zeiloefeningen staken,en zullen
dientengevolge de op haar feestpro
gramma vermelde waterfeesten tot
nadere aankondiging worden uitge
steld.
Cholera.
Hedenmorgen ten 9 ure is een schip
per, liggende met zijn schuit in den
Gasthuissingel, naar de cholerabarak
alhier overgebracht. Hij was lijdende
aan cholera, waaraan hij eenigeuren
later is bezweken. De schipper kwam
uit Limmen, dus uit een streek waar
ook cholera heerscht, zoodat hij naar
alle waarschijnlijkheid de besmetting
niet hier ter stede heeft opgedaan.
Haarlem-Zandvoort Spoorweg-Maat
schappij over de maand April 1894.
Opbrengst reizigers 1842.17%
idem goederen 383.6254
idem diversen 62.65
Te zamen ƒ2288.45
Per dag en per kilometer ƒ8.971/,,.
Eene lafle daad.
Hedennacht is eene laffe daad ver
richt. In eene weide nabij het Schouw
tje zijn hedenmorgen twee paarden
van den heer J. J. van den Berg, stal
houder alhier, deerlijk toegetakeld
gevonden.Beiden was over het lichaam
een zeer lange en diepe snede toege
bracht, die een aanzienlijk bloedverlies
ten gevolge had. Naar alle waar
schijnlijkheid is deze laf hartige daad
verricht door een vroegere stalknecht
van den heer van den Berg, die voor
eenige weken was ontslagen wegens
wangedrag. De armexlieren zijn onder
behandeling van den veearts.
Zeeschuim.
Tegenwoordig wordt op het strand
te Zandvoort zeer veel zeeschuim ge
vonden. Velen bewerken dat schuim
met een mesje en snijden er soms
fraaie figuren in.
Onlangs vertelde aan 't strand een
vader aan zijne kinderen, dat van
dit schuim de meerschuimen sigaren
pijpjes gemaakt werden. Dit is ech
ter niet het geval. De meerschuimen
pijpen n.l. worden gemaakt uit een
delfstof, die in Spanje, Griekenland
en Klein-Azië gevonden wordt. De
stof is zeer week en wordt met messen
in de bekende vormen gesneden,
daarna in vet en ten laatste in was
gekookt en gepolijst.
De stukken zeeschuim echter, die
aan 't strand gevonden worden, zijn
afkomstig van de zeekat, meest ge
noemd de inktvisch, maar ten on
rechte, daar het geen visch maar een
weekdier is. Wat op 't strand gevon
den wordt, is de rugplaat van genoemd
weekdier, bestaande uit een dunne
eenigszins hoornachtige plaat en een
reeks van kalklaagjes. Deze rugplaat
is aan beide zijden gewelfd en van
elliptische gedaante en bestaat hoofd
zakelijk uit koolzure kalk.
De engelsche godsdienstoefeningen,
die te Zandvoort eenige Zondagen zijn
gehouden, zullen in dit seizoen niet
verder voortgaan. De proef is echter
boven verwachting geslaagd, zoodat
waarschijnlijk in het volgende jaar
gedurende het badseizoen de^e kerke
lijke dienst ongeveer acht weken al
daar zal plaats hebben.
Badgasten te Zandvoort.
Op 7 Augustus 1893 bedroeg het
aantal badgasten 1419 en 194 d.b. Op
9 Augustus van dit jaar waren alhier
aanwezig 1494 badgasten en 231 d.b.
Evenals in vorige jaren zal de ver
jaardag van H. M. de Koningin te
Zandvoort, in dit jaar feestelijk wor
den gevierd. Het feestcomité is reeds
bezig plannen te beramen.
De Koninginnen in Zeeland.
Het programma der heronthulling
van De Ruyters standbeeld te Vlis-
singen op 23 Aug. is als volgt vast-
HH. MM. zullen door het bestuur
van het departement „Vlissingen" der
Maatschappij tot Nut van 't Algemeen
des middags te 3 uur op de Rotonde
ontvangen worden onder het spelen
van het „Wilhelmus" (nieuwe zet
ting) door het muziekkorps.
Bij de heronthulling heeft eene zang
uitvoering plaats door 800 leerlingen
der openbare en bizondere scholen,
onder leiding van den heer W. van
Kramer en met medewerking van
het Btafmuziekkorps van het 6e reg.
inf., kapelmeester de heer Stenz.
Daarna wordt een koorzang gezon
gen, „Hulde aan het voorgeslacht."
Vervolgens houdt de voorzitter van
het departement eene toespraak tot
H. M. de Koningin en noodigt haar
uit het standbeeld te willen onthul
len. Als dit geschied is, wordt ter eere
van den admiraal een saluut gegeven,
de kinderen doen hooren een hulde
aan M. Az. de Ruyter, de voorzitter
van het Nut vervolgt zijne toespraak
en ten slotte wordt het „Matrozen
lied" gezongen.
Als ook dit geschied is, heeft de
aanbieding van het huldeblijk der in
gezetenen aan H. M. de Koningin,
door den burgemeester plaats, waarop
het „Wilhelmus" (oude zetting) weer
klinkt.
Onder het zingen van het Neder-
landsche volkslied (gewijzigde woor
den) verlaten HH. MM. de rotonde,
om den rijtoer door de stad aan te
vangen.
Oogstberioht
Verwachtingen omtrent den oogst
over 1894 in de provincie N.-
Holland.
Hoewel over het algemeen de ver
wachtingen van den oogst gunstig
mogen worden genoemd, hebben niet
temin enkele gewassen geleden door
de aanhoudende regens.
Omtrent de rogge, tarwe, boekweit,
haver en het mosterdzaad kan worden
medegedeeld, dat daarvan een goede
oogst wordt verwacht.
De oogst van de gerst,'hoewel over
het algemeen redelijk, zal toch op en
kele plaatsen middelmatig zijn.
De erwten en boonen, benevens het
karwijzaad, beloven een minder gun-
stigen oogst.
Van het vlas wordt een vrij goed be
schot verwacht, indien het regenach
tige weder niet al te lang blijft aan
houden.
De berichten omtrent de aardappe
len luiden zeer gunstig. De bekende
ziekte heeft tot nog toe de planten
niet dan bij uitzondering aangetast.
Vooral op de hooge gronden was de
oogst der vroegere soorten goed, ter
wijl de latere soorten een ruim beschot
beloven.
Van de vruchtboomen luiden de
berichten niet zeer gunstig. Vooral
van de appelboomen wordt een geringe
oogst verwacht.
Het gewas der bloembollen was
slechts in een gemeente goed, in de
overige middelmatig.
Hebben de aanhoudende'regens aan
sommige der te veld staande gewas
sen schade berokkend, aan de wei
en hooilanden zijn zij ten goede ge
komen. De toestand der eerste wordt
zonder uitzondering gunstig genoemd,
terwijl die der laatste niet minder is.
(SL-Ct.)
De Beschuittoren te Wormer
Men schrijft uit Wormer aan de
Zaanl. Ct.
Een gebouw bij oud en jong be
kend, de zoogenaamde Beschuittoren,
een sieraad uiimakende van het weste
lijk gedeelte der gemeente Wormer,
zal welhaast in sloopers handen val
len de bouwvallige toestand schijnt
dit noodzakelijk te maken.
De laatste getuige van Wormer's
grooten bloei en welvaart zal daar
door verdwijnen.
Opgericht in een tijd, toen er te
Wormer 150 beschuitbakkerijen wa
ren en men ƒ170,000 aan gemaalbe
lasting betaalde, diende deze toren om
door het gelui der daarin geplaatste
klok aan te kondigen, wanneer de
bakkers de ovens mochten stoken en
wanneer ze hunne vuren moesten
dooven.
Architectonische schoonheid bezat
deze toren niet, doch hij maakte in
dit gedeelte van het dorp een schil-
derachtigen indruk en verschafte
vroeger toen er nog een uurwerk in
aanwezig was, aan de Wormers veel
Jammer dat de Wormers niet meer
piëteitsgevoel bezaten om deze herin
nering aan het roemrijk verleden
hunner gemeente voor verval te be
hoeden.
In het Zaanlandsch Jaarboekje van
1854 vindt men een uitvoerige be
schrijving en afbeelding van den
toren en zijne geschiedenis.
Een drijvende kerk.
Te Amsterdam is aangekomen het
engelsche Bethelschip Cos Hawk
groot 142 tons, met 12 man equipage,
laatst van Grimsby. De eigenaar is
de heer I. R. West. Dit jacht, als
schoener getuigd, is een soort van
drijvende kerk, ten gerieve van de
vele visschers op de Noordzee. Twee
geestelijken zijn dan ook aan boord.
Het jacht of kerkschip ligt op het
oostelijk IJ onder den golibrekenden
dam.
Een geschil met een Tramweg
maatschappij.
Tusschen het bestuur der Haag-
sche tramwegmaatschappij en de
Haagsche politie is een geschil ge
rezen.
In de jongste wijziging der Haag
sche verordening op het rijden bin
nen de gemeente, is onder meer be
paald, dat het verboden is, anders
dan stapvoets te rijden in het West
einde en de Vleerstraat langs en bin
nen een afstand van 20 M. van het
gebouw van het gymnasium tusschen
9 uur des morgens en 4 uur 's na
middags.
Om welke reden nu ook meent het
bestuur der Haagsche tramweg-maat
schappij niet verplicht te zijn, boven
genoemde verordening na te komen,
wat betreft het gedeelte Vleerstraat
langs het gymnasium en als bestond
de bepaling niet, lieten de tramkoet
siers op last van het hoofd van be
weging hunne paarden lustig door
de Vleerstraat draven (in het West
einde onderwerpt men zich aan het
voorschrift.)
Dit konden en mochten de hand
havers der wetten en verordeningen
niet toelaten, en Woensdagochtend
werden 3 politiedienaren aan den
hoek van de Vleerstraat geplaatst
om den tramwagen met geweld des
noods tot stapvoetsrijden langs het
gymnasium te dwingen. Daar kwam
even voor negenen de tram.
De koetsier floot een lustig deuntje,
als of hij zeggen wilde „sta pal, jon
gens, daar komen ze aan"het paard
kreeg nog een extra tikjehet hoofd
van beweging, die naast den koetsier
stond, knikte goedkeurend en daar
ging het er op los.
De Cerberussen gaven het gebrui
kelijke sein tot stappen, waaraan
echter geen aandacht werd geschon
ken, daarop werd het paard door een
diender bij den kop gepakt en ge
dwongen, den voorgeschreven afstand
stappende af te leggen, welke maat
regel tot groot vermaak van de om
standers werd herhaald tegenover de
naar de meening der politie in over
treding zijnde tramkoetsiers, die blijk
baar op hun beurt gehoorzamen aan
de bevelen hunner chefs, die in te-
genovergestelden zin de verordening
uitleggen.
Naar het engelsch
van PAUL H. GERRARD.
46)
HOOFDSTUK XVI.
Sir Ruperts verlangen naar vrijheid.
Nadat zij Mr. Mellodew had gezegd hoe zij haar testament
wenschte gemaakt te hebben, verzocht zij hem het dadelijk
op te maken, dan kon zij het teekenen en zouden twee der
huisgenooten als getuigen fungeeren. Tevens wenschte zij,
dat Mr. Mellodew den volgenden dag terugkomen en een
gesprek met Rupert houden zou.
Terwijl Mr. Mellodew het testament schreef, nam lady
Bidebank een vel van hetzelfde formaat papier van de tafel
en schreef daarop een brief aan Rupert, die hij na haar
dood zou vinden en lezen. Toen zij dien teekende, had Mr.
Mellodew het testament ter teekening gereed en werden de
getuigen binnengeroepen.
Toen de laatste getuige het testament geteekend had, nam
laciy Bidebank het op, vouwde het en nam van haar schrijf
tafel twee groot formaat enveloppen.
Mr. Mellodew achterover leunende in zijn stoel, zeide:
„Ik kan dezen jongen nooit zien of ik betreur de geheim
zinnige verdwijning van het kind van lady Barth. Wat een
troost zou hij voor miss Barth zijn geweest en inderdaad,
mylady, ik ben geen bewonderaar van die kleine Wrig-
leys."
Dit zeggende nam Mr. Mellodew het testament, sloot het
in een der beide enveloppen en schreef er op: „Testament
van Lady Bidebank, 12 Juni 18...."
Lady Bidebank nam het andere papier, sloot dat in het
andere couvert en schreef er buiten op„Voor Rupert om
te lezen als ik dood ben."
„Kom nu vooral morgen, Mr. Mellodew en tracht mijn
lieven jongen te verzoenen met wat niet te verhelpen is."
Toen de notaris was heengegaan ging lady Bidebank naar
boven naar de kamer van Rupert en nam uit een lade een
platte, roode maroccolederen portefeuille, gevoerd met wit
satijn en gesloten met een gouden knip. Zij had ze hem
gegeven en nu ze niet meer nieuw was, liet hij ze in zijn
lade liggen. De voorletters van lady Bidebank waren op de
buitenzijde van de portefeuille geborduurd. Van binnen waren
maar twee zakjesin het eene lag een banknoot van vijf
pond, het andere was leeg.
In het leege zakje legde zij de enveloppe waarop het adres
van Rupert stond.
„Waarschijnlijk," zoo dacht zij, „zal hij dit niet vinden
voor ik dood ben en hij höt zal beschouwen als eene her
innering aan mij. Eerst dan zal hij mijn laatste woorden
aan hem lezen."
Dit zeggende schoof zij de lade weer dicht. Een uur daarna
sloot Mr. Mellodew in de brandkast van zijn kantoor het
couvert weg, waarop hij de woorden „Testament van lady
Bidebank" geschreven had.
HOOFDSTUK XVH.
Vrij en ontketend.
Toen Rupert wegvluchtte in de bosschen na zijn gesprek
met lady Bidebank, ontmoette hij in de eenzaamheid een
verzoeker.
Het was Tony Pettigrew, die al naar Rupert had uitge
zien, daar hij volkomen juist berekend had, dat Rupert te
eeniger tijd in deze stemming van wanhoop zou geraken en
toen hij hem zoo moedeloos zag liggen, kwam hij naar Ru
pert toe met de opmerking
„Wel, jongeheer, ben je niet in je schik?"
„Noem mij niet jongeheer," antwoordde Rupert, „ik ge
voel mij als een straatjongen. Ik hen een straatjongen."
„Ja, dat is ook eigenlijk zoo," antwoordde Tony zeer op
gewekt, „maar daarover behoeft ge niet zoo neerslachtig te
wezen. Er zijn veel arme menschen en ze moeten maar zien,
dat ze in 't leven blijven."
„Maar dat vind ik ellendig en ik wou dat ik dood was
riep Rupert. „Al de jongens te Eton zijn van goede familie