Ingezonden Mededeelingen Maison Hals, Kruisweg 45. Rechtszaken. Poging tot moord. Vrijdag is voor de arrondissements rechtbank te Amsterdam de zaak voortgezet van Jacobus van Maris, beschuldigd van poging tot moord en doodslag, met het vervolg van het getuigenverhoor. Het Openbaar Ministerie eischte te gen hem, wegens poging tot moord en doodslag met voorbedachten rade op zijne vrouw, ofschoon op zeer vele verzachtende omstandigheden kon ge wezen worden, 7 jaren gevangenis straf ingevolge artikelen 45 en 289 wetboek van strafrecht. De verdedi ger Van der Biesen achtte het ten laste gelegde niet bewezen op grond van de onvoldoende draagkracht van de revolver, krachtens getuigenis van een deskundige; hij vroeg vrijspraak. Mocht de rechtbank zijne gevoelens niet deelen, dan kon beklaagde we gens poging tot mishandeling of dood slag hoogstens 18 maanden straf er langen, wat nog te veel zou zijn aan gezien hij tot de daad was geprovo ceerd. Uitspraak 81 dezer. INGEZONDEN. Voor den inhoud dezer rubriek stelt de redactie zich niet aansprakelijk. Van ingezonden stukkengeplaatst of niet geplaatstwordt de kopij niet aan den inzender teruggegeven. Waarom niet? Mijnheer de Redacteur! Erkentelijkheid is eene eigenschap, die langzamerhand in onbruik geraakt, en dat is maar goed ook. Er wordt zooveel pretentie op gemaakt, dat het letterlijk niet om uit te houden is, en daarom doet onze praktische eeuw verstandig, door als het voorkomt wel een dienst aan te nemen, doch alleen op de stilzwijgende conditie, dat deze geene verplichting oplegt voor later. Waar moet het heen als vandaag een landlooper mijn hondje uit het water redt, en morgen zich komt re- commandeeren voor de levering van lucifers en zeep. Of als een baantjes jager mij vraagt, zijn voorspraak te zijn, omdat zijn vader mij vroeger eenzelfden dienst heeft bewezen. Zoo zou de erkentelijkheid wel eeuwig kunnen duren, en ons den vrijen wü en eigenzin aan banden leggen. Voelt iemand zich gedwongen er kentelijk te zijn, welnu, dan bestaat er immers altijd wel gelegenheid die te uiten, evenals ik nu de pen opvat uit erkentelijkheid voor de genoten kermis. Onze beschreven vaderen hebben het wel en wee van de ingezetenen goed overlegd, en zijn allen raisonna bel geweest, zooals een der raadsleden onlangs enkele zijner collega's beti telde. Zij hebben den keizer gegeven wat des keizers is, en den volke wat des volks is. Het is toch geen klei nigheid, die gezamenlijke opbrengst der huurpenningen voor standplaat sen en de stadskas mag dat gerust wel hebbenzoo dik ligt de bodem daar niet onder het goud begraven. En het volk heeft zich goed geamu seerd. Ik behoor nu eenmaal tot het volk, zoo goed als mijn schoenlapper en mijn kruidenier. Op mijn leeftijd, nu de wilde haren er wat uit zijn, is het niet meer die dolle uitgelatenheid; maar een kalm beschouwen van kra men, tenten en van de menschen zei ven. Ik geloof dat wij den Raad alles zins dankbaar kunnen zijn, dat hij de kermis deed doorgaan en zich niet dadelijk liet verschrikken door die enkele gevallen van cholera, die toch ook voorkomen op andere plaatsen zonder kermis. Men wilde nu eenmaal een zondebok en daar was de kermis goed voor. Voor iemand die tijd en geld ge noeg heeft is het gemakkelijk, den staf te breken over de kermishij kan gaan wandelen of toeren door de omstreken van Haarlem, of wel een dagje, zelfs dagen naar Amster dam en Zandvoort gaan, wanneer het hem lust. Doch wij moeten onze avonduren en Zondagen -maar zien uit te zuinigen, behalve natuurlijk den laatsten Maandag, die nu door eiken patroon tot vacantie-dag voor zijn personeel is verklaard, de raads leden natuurlijk vooraan. Zij hebben al hunne kantoren en winkels doen sluiten, ten einde het voorbeeld te geven, dat zij inde praktijk meenen, wat zij in theorie verkondigen. En wat is er dan anders of prettigers te bedenken dan de kermis. Waarlijk als men de aaak op de keper beschouwt, dan heeft men aan den eenen kant dien schoorsteenveger, die hier zijn geld komt verdienen, om het in Italië met vrouw en kin deren te verteeren, en nog een paar menschen, aan den anderen kant heel Haarlem dat uitloopt, osa feest te vieren op Oud-Hollandache wijze. Die enkele choleragevallen die in den lo op der week zijn voorgekomen, kun nen onmogelijk zooveel gewicht in de schaal leggen, dat daar de ver diensten en de vroolijkheid der overige Haarlemmers tegenover staan. Ten eerste de stadskas, ten tweede de Spoorweg Maatschappij en andere ver voermiddelen, ten derde de café's, ten vierde de winkeliers in speelgoed en galanteriën, ten vijfde de leveran ciers van alle soorten van consump tie. Er hadden nog wel dubbel zoo veel choleragevallen zich kunnen voordoen, alvorens de evenaar een oogenblikje zou gaan schommelen, laat staan overhellen. Wel was het in het begin een beetje stil en liep het publiek, als vreesde het op ieder schoteltje zuur, bollen of fondants ook een hoopje choleraba- cilen te vinden, of wel een begrafe- nistocht te zien voorbijgaan, die hen als het morgenrood zou toewenken tot een vroegtijdigen dood. Lang ech ter zou dat niet duren, want al spoe dig kwam een troepje jongens aan- hossen en de laatste wolken van be zorgde kermisbezoekers verjagen. Blijkbaar was hun eerste bezoek aan een bierlokaal geweest, en hadden zij daarna de natte plas in hun maag weggespoeld door in een tempeltje van Schiedam te verwijlen, dat hun verhoogde levenslust en vroolijkheid inblies. En nu uitten zij hunne jeugd en dartelheid in zingen en dansen, tot groot vermaak der omstanders, die nu hunne ernst geheel hadden afgeschud en hartelijk lachten om de dwaze kapriolen van de bent. De pet stond scheef, de wangen gloeiden, de oogen zagen lodderig, het met zorg op zijn Zondags gekamd haar hing uit de kruleen hunner had zelfs zulke slappe .knieën, dat hij voorover op straat was gevallen, zoo dat zijn Zondagsche broek op die hoogte gescheurd was. Voor die kleine ongeriefelijkheden was echter geen plaats door de kermispretHet bloed kwam te voorschijn, doch het scheen hem niet te deren en vroolijk klonk het gezamenlijk Geen cent meer in je zak, Geen knoop meer aan je broek, En het zal niet lang meer duren 1 voor het oogenblik onbewust, dat zij werkelijk dit leventje geen week zouden volhouden. Maar de jeugd is zorgeloos en veêrkrachtig, en al ma ken zij het ook wat bont, den vol genden morgen komen zij weder op hun werk. Het zou een Nurksche baas zijn, die hun zuik een pretje niet gunde, of hen lastig zou vallen als zij hun werk niet in de puntjes verrichtten. Juist zij maken de kermis vroolijk en geanimeerd, zoo goed als een clown, die zijn aapje eenige kunsten vóór de tent laat doen, en het is grappig de uitvallen te hooren van jongere en oudere menschen, waartoe zij in nuchteren toestand niet zouden komen. Zie dat troepje studenten; na een goed diner hebben zij het plan opge vat, de kermis te Haarlem te bezoe ken, doch een raakt van de troep af. Hij zocht al spoedig zijn toevlucht in een café, waar hij in korten tijd vier, vijf potjes bier half vol voor zich heeft staan, daar hij niet goed onderscheiden kan, of de kleur die hij in zijn glas waarneemt, van het bier komt of van de terugkaatsing van de bruine tafel, waarop het glas staat, en dus telkens een nieuw glas bestelt. Hij legt dat uit aan de om standers, waarbij hij hen voortdurend stoot aan schouder, rug, hoed of ge dicht, en dan telkens met zijne mouw de aangeraakte plaats komt afvegen, alsof hij een schildersjongen is, die met zijn verfpot heeft gezwaaid. Als dat afvegen gedaan is, neemt hij al buigende afscheid met een beleefd „O p p p pardon M m m mijnheer tot groote hilariteit van de omstan ders, aan wie hij zijne kaartjes af geeft, waaruit men zien kan dat hij student is in de filosofie. Niet lang nog had hij ons daarme de geamuseerd, of daar kwamen zijne verloren vrienden binnen en nauwe lijks bespeurden zij elkander, of het was me een wederzien, een serie van uitroepen, een handdrukken en om helzingen, alsof zij jaren lang van elkander gescheiden en aan ik weet niet hoeveel gevaren blootgesteld wa ren geweest. Dat die verrukking van het wederzien gepaard ging met het verfrommelen van de hoeden der da mes in de buurt, met het trappen op en scheuren van rokken, en het om gooien van glaasjes en kopjes, waar door japonnen en broeken werden bedorven, spreekt wel van zelf. Doch hier neemt men dat zoo nauw niet, en de eerste student was immers al tijd gereed met zijn „O, p p pardon en het passeeren van zijn kaartje. In het gewone leven zou men zeg gen wat een ruwe boel, maar op de kermis I Een ander onderwerp van vroolijk heid zijn de moeders, die ter kermis trekken met hun kroost van ver schillenden leeftijd, en dat in hunne nieuwsgierigheid nu hierheen dan daarheen tracht te ontsnappen. De attentie der moeder wordt natuurlijk getrokken door de vertooningen van dikke en dunne dames, clowns, mu zikanten, enz. waarbij zij haar jongste lieveling in doeken gewikkeld nu en dan op den arm rechtop zet, den doek van het gezichtje wegschuift, om het wurm ook te laten genieten van de koddige mimiek en kwinkslagen der clowns, of van de toonen der be geleidende muzikanten en orgels. Midden in die vreugde bemerkt de moeder, dat hare andere lievelin gen buiten hare orders zijn getreden, en een vloed van uitroepen, minder welluidend dan krachtig, doet het zooeven nog lachende gelaat veran deren, evenals een landschap in zonne schijn, plotseling door een storm over vallen. Een paar spatjes, hier en daar reeds genoten, verhoogen het glim mende purper der wangen. „Aap, snotjongen, lammeling" zijn nog maar de eerste toonen in het accoord, en bedreigingen met rammeling, geen snoepcenten, enz. volgen elkander op, tot de lieve jeugd begrijpt, dat als zij zich niet gehoorzaam gedraagt, het wel eens uit kon zijn met de kermis pret, en moeder die genoegens alleen voor zich maar gaat genieten. Zij schikken zich tot deugd, en op nieuw straalt moeder's gelaat van vreugde in het aanschouwen van kin deren met aap of tambourijn, van clowns en orgels en buurvrouwen, terwijl de zuigeling in die cadans op en neer en heen en weer bewogen wordt, uit vreugde of honger eindelijk een keel opzettende, die elk orgel overstemt, tot het in elkander zakt en van vermoeidheid in slaap raakt. Wie zal dat nu die moeder mis gunnen Misschien zouden eenige teergevoelige dames zich daaraan ergeren, maar 's lands wijs, 's lands eer, en de kinderen genieten immers ook 1 Wat de kermis vooral geeft, dat is fideliteit. Jongens maken afspraak onder elkander, of wel zij zoeken in clubjes zooveel vriendinnen als er mannelijke leden zijn en zoo gaat het de kermis op. Al voortwandelende komt de eene club de andere tegen, en als een electrische vonk vloeit het op eens uit volle borst: Onder deze parapluuu, Onder deze parapluuu, en nog eens Onder deze parapluuu.... Waaronder dan verstaan wordt het uitspansel, met zijn sterrengeflonker, of een regenwolk, doch steeds geflan keerd door de petroleumlampen der kramen, of de walmende flambouwen van losse stalletjes; een paar toeren wordt in de rondte gedanst, en ieder gaat opnieuw zijns weegs, om bij een samentreffen met nieuwe troepjes de zelfde hopsasa te dansen, endezelfde soort liedjes uit te galmen. Is daar nu kwaad bij, mijne heeren afschaffers van de kermis? Wij zijn maar eens jong, en éene week in het jaar een beetje aangeschoten. „Mag dat dan niet?" zou Judels zingen, als hij nog op het tooneel was. Iedereen komt los, zelfs de stilste knaap wordt meegesleurd en tapt een ui op zijn wijs. De oudere vindt het „goeje", de jongere „oks" en dergelijke termen hoort men, die korten tijd bestaan, die nergens vandaan komen, en geen zin hebben, maar dadelijk begrepen worden door ieder die op de kermis komt. „Jongen, jongenben je ook aan het pierewaaien geweest vraagt een oom aan zijn 17-jarig neeije, dat een beetje waggelend de kermispret noode verlaat. „Nee, nee, baasje, ik niet hoor!" „Nou, je bent toch lekker aange schoten „Och een beetje," geeft neef ten antwoord, al zuigend aan zijn door gekauwd eindje sigaar. „Je oogen staan raar, je hebt 'm om!" „Alles waar baasje, ook nog een wippertje?" is het gulle aanbod. „Neen, dank je; noem je dat geen pierewaaien „Niet waar, oompie! tegenwoordig noemen wij dat waaiepieren. Ajuus, hoor En neef sneed uit. Een anderen dag zag ik een ouder paar met een spruit van 5 jaar onge veer van de pret terugkeeren. Netjes aangedaan hadden zij zeker wel het huis verlaten, doch spoedig vrienden ontmoet, die denzelfden pelgrimstocht gingen maken. En nu stond papa los op de beenen, mama's haren woeien wat los onder den hoed uit, doch zij hield haar vermoeid spruit nog goed in de armen. Hij had een sportkar- retje op den schouder, waaruit ondanks zijn opgewondenheid zijn vaderhart en liefde bleek. De vrienden ble ven achter en hij draait zich om, al fluitende dat zij tegelijk uit èn tegelijk thuis moeten komen. Kan hij het helpen, dat door die zwenking de poot der kar onzacht in aanraking komt met de hoofden van zoon en weder- I helft. Een standje volgt, dat hij ge- i duldig heen en weer wiegelende aan- hoort tot het einde toe. I „Nou, lievert, zoo erg is het niet," is zijn antwoord, terwijl hij naar de builen kijkt, „twee vliegen in éen klap. Laten we het om den hoek af drinken." Daarmede is het ook uit, en luchtig loopend, half dansend gaat het weer de kermis op, terwijl de spruit zich beter aan moeder vast grijpt. Wat daarna thuis gebeurt, nu, dat gebeurt buiten de kermis ook. En wat is eigenlijk het verschil tusschen een ontgroen partij, die ook elk jaar terugkomt en zes weken duurt, en de kermis? Eigenlijk niet anders dan dat de eerste geldt, om studenten d. i. de meergegoeden, en de kermis, om de jeugd der burger klasse, of in het algemeen de niet- studeerende jeugd te ontbolsteren en te leeren op eigen beenen te staan, ai wil het toeval dat zij tijdens die les zich heel zwakjes op hunne onder danen gevoelen. De tijdelijke opge wondenheid is toch zoo erg niet, want juist aldus leeren zij het behoorlijke van het onbehoorlijke te onderschei den, en te doen wat mag, of na te laten wat niet mag. Ik geef toe dat er zoo enkelen zijn, voor wie de ker mis een ramp is, daar zij, eenmaal het genot geproefd hebbende, geen maat weten te houden en te niet gaan, doch is dat nu een reden om het fee3t aan allen te onthouden? Juist die enkelen vormen het afschrik wekkend voorbeeld. In de Groote Houtstraat zag ik een kermisgast in den avond moeite doen, om in rechte lijn te blijven loopen en, waarschijnlijk om afleiding te ge ven aan zijn afdwalenden geest, zoog en trok hij aan zijn sigaar, alsof die hem den weg zou wijzen. Veel gaf dit niet want de sigaar was uit, en behoedzaam waggelde onze maat naar een gaspitje, om aldus opnieuw den brand er in te jagen. Jammer genoeg bleven die pogingen vruchteloos, want sinjeur bedacht niet dat hij op straat stond, en het gaspitje in een winkel kast achter glas. Is dit niet eene goede illustratie voor het oud-hollandsche „Bezint, eer gij begint". Daar zit in de gratis-voorstelling van dezen man meer filosofie dan in eene preek van een paar uur. Als hij zelf het zich her innert, zal hij bekennen, dal met dien eenen kater zulk een les niet te duur betaald is. Laat men toch niet altijd tegen werpen dat die dronkemans talereelen en vechtpartijen toch eigenlijk niet te pas komen; ik heb ook gezien, dat twee vrienden elkaar heen en weer gooiden, en hoe meer zij hadden op gestoken, hoe meer zij lachten en elkaar tegen alles aanwierpen. De een kwam met zijn Zondagsche pak in een plas terecht, wat beiden had doen schateren, de ander echter kreeg door onzachte aanraking met een kraampje een winkelhaak in de mouw van zijn mooie jas. Dit werd het sein voor een flinke kloppartij. Van een winkelhaak werd het een scheur, tot de geheele mouw er aan flarden bij hing, en het geheele kleedingstuk als wapen van aanval en verdediging gebruikt werd. Misschien was het nog erger gewor den, zoo niet een der omstanders het goede idee had gehad, te roepen „de politiewaarop beiden het verstan dig vonden, ieder zijns weegs te gaan, tot teleurstelling der omstanders. Over een halt jaar is de Zondagsche jas weer inverdiend, dan is alle leed vergeten, de vriendschap hersteld, en beiden lachen in de herinnering aan den stevigen borrel en de lekkere kloppartij, toen zij „hem zoo hadden staan". Is bij dat alles nu zooveel kwaad; de grootste helft van het publiek gaat kalm naar huis, en is zoo verstandig het uitgegeven geld niet te betreuren. Het volgend jaar gaat het weer zoo. De kermis hoort nu eenmaal aan het volk, waarom haar dus niet be houden RIDDER VRIJ. VARIA. Kleinsteedsch. VreemdelingKunt u me ook zeg gen, hoe ik moet loopen om aan het station te komen Inwoner: Dat zeg ik niet. Wij zijn veel te blij, wanneer we een vreem deling hier hebben. „Het is hier in je kantoor zoo heet als in een bakkersoven." „Nu, dat zal wel. Vergeet ook niet. dat ik hier mijn dagelijksch brood maak." De macht der gewoonte. Men sprak in een gezelschap over de macht der gewoonte. Een dokter had juist de geschiedenis verteld van den lijfarts, die toen hij eens zijne morphine vergat, den vorst zuiver water inspoot, wat dezelfde uitwer king had. Nu wilde de houtvester ook niet achterblijven en ook hij ver- teld0 een merkwaardig voorbeeld van de macht der gewoo-Qte uit zijn ei gen leven. „Ik was toen nog jager en moest dagelijks twee faizanten leveren voor de keuken, er waren er trouwens ge noeg. Dat ging langen tijd zoo. Maar eens had ik het daags zoo druk ge had dat ik vergat mijne twee faizan ten te schieten en er eerst om dacht toen het reeds donker begon te wor den Ik laadde mijn geweer, maar vergat den hagel er in te doen. Ik bemerkte dat eerst, toen ik op twee faizanten schoot, door den doffen knal van mijn wapen. Maar de faizanten waren er zoo aan gewoon, dat er eiken dag twee geschoten werden, dat de beide, die ik in het vizier had, dood neervielen. f'redjkbeurten der lied. Herv. Kerken op ZONDAG 19 Aug. TE HAARLE Groote Kerk. Vroegpr. 7 ure, van Lennep. Voorm. 10 ore, Knottenbelt. Nam. 2 ure, van Lennep, Doopsbedieuing. s Avonds 6 uie, Gerth van Wijk Jr. pred. to Ben nebroek. Nieuwe Kerk. Voorm, 10 ure, Barbas. Jam-Kerk Voorm. 10 ure, A: E. van der Duesen, van Amsterdam. Bdkenesser Kerk. (Voor de Kinderen.) Voorm. 10 ure, J. W. Hillebrander, Eglite Wallonne. Dix heures mr. Debry, pastear u Amet. Ciristelyk Gereformeerde Gemeen f« Gedempt» Oude Gracht. Voorm. 10 ure, 's av. 5 ure, Mulder. van Schoonrewoerd. Woensdagavond 8 ure, Langhoat, Klein Heiligland. Voorm. 10 ure, 's <»y. ure, prof. Biviuck. vau Kampen. Luthtrsehe Kerk. Voorm. 10 ure, Helper Sosbruggec. Kerk der Vereenigde Doopsgezinde. Voorm. 10 ure, Kooiman, van Barsingerhorn. Remonstrant sein Kerk. Geen dienst. Kerk der Brutdergemeen 'en Voorm. 10 ure. Weiss. Noorderkerk Ridderstraat.) Voorm. 10 ure, 'sav. 6 ur», Langhont. Nederd. Earv. Kerk. fSeraaeferwegt* Voorm. 10 ure, Gerth van Wijk Jr, Bever w Voorm. 10 ure, Boon. Evangl. Lutherseha Kerk. Voorm. 10 ure, K. A. Goulag. Doopsgezinde Kerk. Voorm. 10 ure, J. Sepp. Bloeffiaesa^aaS Voorm. 10 ure, H. H. Barger. BSotitrtfk en PoJosien. Voorm. 10 ure, Petri, van Heemstede. Voorm. 10 ure, J. van Loenen Martinet. (Sgmarodam. Voorm. 10 uro, Hoog. V eisen Voorm. 10 ure, Loggers. '8 avonds 7 ure Bijbellezing, ia 'tiokaalvoor ckr. belang, Loggers. laadvoorü. Voorm. 10 ure, Veon. Nam. 2 ure, Veen. pred. te Haarlem. KUNSTHANDEL. Restaurateur van Schilderijen. De Expositie dagelijks behalve Zondag geopend. Vrij entree bij introductie. Directie VOS ZOON. MARK PNIEUWS, Leiden. 10 Aug. De aanvoer en prij zen ter Veemarkt van heden waren als volgt86 Stieren f48 af262, 142 vette Ossen en Koeien f128 a f268 of f0,58 a 0,72 per Kg., 53 Vare id. f116 a f218, 10 Graskalveren f14 a f38, 47 vette id, f34 a f75 of f0,65 a f0,75 per Kg., 9 nuchtere 18, a f19,—710 vette Schapen f17, a f30,of f 0,4q a f0,45 per Kg., 746 weide dito f 12,a f22,450 Lam meren f 8,a f 15,152 magere Var kens f 16 a f34, 264 Biggen f4,a f 12,0 Veulens f a f0 Paar den f0.a f0. - 74 Kalf- en Melk koeien f122 a f253 Petr eumbericht van P. G. C. Calkoen, Makelaars, Amst., 11 Aug.: De amerik. Petroleum-noteeringen waren sedert ons laatste bericht, vol gens Reuters telegr.: New-York 5,15, 5,15, 5,15, 5,15, 5,15, 5,15 ct. p. gaU. Philadelphia 5,10,5,10, 5,10,5,10,5,10, 5,10 ct. per gall. Ruwe olie 81, 81, 80, 80, 80, 80 o. p. v. De noteeringen zijn, te ontvangen aan de ihmsterdamsche Petroleum haven AmerikaanscheDisponibel f 5,80, Levering Febr. f0,,Decemb. fO^ Juni/Juli f0,Sept./Dec. f5,80. Russische: Disponibel f5,15, Entr. f3,20 los in Entr.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1894 | | pagina 7