Ingezonden Mededeelingen
Maison Hals,
Kruisweg 45.
Rechtszaken.
Poging tot moord.
Vrijdag is voor de arrondissements
rechtbank te Amsterdam de zaak
voortgezet van Jacobus van Maris,
beschuldigd van poging tot moord
en doodslag, met het vervolg van het
getuigenverhoor.
Het Openbaar Ministerie eischte te
gen hem, wegens poging tot moord
en doodslag met voorbedachten rade
op zijne vrouw, ofschoon op zeer vele
verzachtende omstandigheden kon ge
wezen worden, 7 jaren gevangenis
straf ingevolge artikelen 45 en 289
wetboek van strafrecht. De verdedi
ger Van der Biesen achtte het ten
laste gelegde niet bewezen op grond
van de onvoldoende draagkracht van
de revolver, krachtens getuigenis van
een deskundige; hij vroeg vrijspraak.
Mocht de rechtbank zijne gevoelens
niet deelen, dan kon beklaagde we
gens poging tot mishandeling of dood
slag hoogstens 18 maanden straf er
langen, wat nog te veel zou zijn aan
gezien hij tot de daad was geprovo
ceerd.
Uitspraak 81 dezer.
INGEZONDEN.
Voor den inhoud dezer rubriek stelt de
redactie zich niet aansprakelijk.
Van ingezonden stukkengeplaatst of
niet geplaatstwordt de kopij niet
aan den inzender teruggegeven.
Waarom niet?
Mijnheer de Redacteur!
Erkentelijkheid is eene eigenschap,
die langzamerhand in onbruik geraakt,
en dat is maar goed ook. Er wordt
zooveel pretentie op gemaakt, dat het
letterlijk niet om uit te houden is,
en daarom doet onze praktische eeuw
verstandig, door als het voorkomt wel
een dienst aan te nemen, doch alleen
op de stilzwijgende conditie, dat deze
geene verplichting oplegt voor later.
Waar moet het heen als vandaag
een landlooper mijn hondje uit het
water redt, en morgen zich komt re-
commandeeren voor de levering van
lucifers en zeep. Of als een baantjes
jager mij vraagt, zijn voorspraak te
zijn, omdat zijn vader mij vroeger
eenzelfden dienst heeft bewezen. Zoo
zou de erkentelijkheid wel eeuwig
kunnen duren, en ons den vrijen wü
en eigenzin aan banden leggen.
Voelt iemand zich gedwongen er
kentelijk te zijn, welnu, dan bestaat
er immers altijd wel gelegenheid die
te uiten, evenals ik nu de pen opvat
uit erkentelijkheid voor de genoten
kermis.
Onze beschreven vaderen hebben
het wel en wee van de ingezetenen
goed overlegd, en zijn allen raisonna
bel geweest, zooals een der raadsleden
onlangs enkele zijner collega's beti
telde. Zij hebben den keizer gegeven
wat des keizers is, en den volke wat
des volks is. Het is toch geen klei
nigheid, die gezamenlijke opbrengst
der huurpenningen voor standplaat
sen en de stadskas mag dat gerust
wel hebbenzoo dik ligt de bodem
daar niet onder het goud begraven.
En het volk heeft zich goed geamu
seerd.
Ik behoor nu eenmaal tot het volk,
zoo goed als mijn schoenlapper en
mijn kruidenier. Op mijn leeftijd, nu
de wilde haren er wat uit zijn, is het
niet meer die dolle uitgelatenheid;
maar een kalm beschouwen van kra
men, tenten en van de menschen zei
ven. Ik geloof dat wij den Raad alles
zins dankbaar kunnen zijn, dat hij
de kermis deed doorgaan en zich niet
dadelijk liet verschrikken door die
enkele gevallen van cholera, die toch
ook voorkomen op andere plaatsen
zonder kermis. Men wilde nu eenmaal
een zondebok en daar was de kermis
goed voor.
Voor iemand die tijd en geld ge
noeg heeft is het gemakkelijk, den
staf te breken over de kermishij
kan gaan wandelen of toeren door
de omstreken van Haarlem, of wel
een dagje, zelfs dagen naar Amster
dam en Zandvoort gaan, wanneer het
hem lust. Doch wij moeten onze
avonduren en Zondagen -maar zien
uit te zuinigen, behalve natuurlijk
den laatsten Maandag, die nu door
eiken patroon tot vacantie-dag voor
zijn personeel is verklaard, de raads
leden natuurlijk vooraan. Zij hebben
al hunne kantoren en winkels doen
sluiten, ten einde het voorbeeld te
geven, dat zij inde praktijk meenen,
wat zij in theorie verkondigen. En
wat is er dan anders of prettigers te
bedenken dan de kermis.
Waarlijk als men de aaak op de
keper beschouwt, dan heeft men aan
den eenen kant dien schoorsteenveger,
die hier zijn geld komt verdienen,
om het in Italië met vrouw en kin
deren te verteeren, en nog een paar
menschen, aan den anderen kant heel
Haarlem dat uitloopt, osa feest te
vieren op Oud-Hollandache wijze.
Die enkele choleragevallen die in den
lo op der week zijn voorgekomen, kun
nen onmogelijk zooveel gewicht in
de schaal leggen, dat daar de ver
diensten en de vroolijkheid der overige
Haarlemmers tegenover staan. Ten
eerste de stadskas, ten tweede de
Spoorweg Maatschappij en andere ver
voermiddelen, ten derde de café's,
ten vierde de winkeliers in speelgoed
en galanteriën, ten vijfde de leveran
ciers van alle soorten van consump
tie. Er hadden nog wel dubbel zoo
veel choleragevallen zich kunnen
voordoen, alvorens de evenaar een
oogenblikje zou gaan schommelen,
laat staan overhellen.
Wel was het in het begin een beetje
stil en liep het publiek, als vreesde het
op ieder schoteltje zuur, bollen of
fondants ook een hoopje choleraba-
cilen te vinden, of wel een begrafe-
nistocht te zien voorbijgaan, die hen
als het morgenrood zou toewenken
tot een vroegtijdigen dood. Lang ech
ter zou dat niet duren, want al spoe
dig kwam een troepje jongens aan-
hossen en de laatste wolken van be
zorgde kermisbezoekers verjagen.
Blijkbaar was hun eerste bezoek
aan een bierlokaal geweest, en hadden
zij daarna de natte plas in hun maag
weggespoeld door in een tempeltje
van Schiedam te verwijlen, dat hun
verhoogde levenslust en vroolijkheid
inblies. En nu uitten zij hunne jeugd
en dartelheid in zingen en dansen,
tot groot vermaak der omstanders,
die nu hunne ernst geheel hadden
afgeschud en hartelijk lachten om de
dwaze kapriolen van de bent.
De pet stond scheef, de wangen
gloeiden, de oogen zagen lodderig, het
met zorg op zijn Zondags gekamd
haar hing uit de kruleen hunner
had zelfs zulke slappe .knieën, dat hij
voorover op straat was gevallen, zoo
dat zijn Zondagsche broek op die
hoogte gescheurd was. Voor die kleine
ongeriefelijkheden was echter geen
plaats door de kermispretHet bloed
kwam te voorschijn, doch het scheen
hem niet te deren en vroolijk klonk
het gezamenlijk
Geen cent meer in je zak,
Geen knoop meer aan je broek,
En het zal niet lang meer duren 1
voor het oogenblik onbewust, dat
zij werkelijk dit leventje geen week
zouden volhouden. Maar de jeugd is
zorgeloos en veêrkrachtig, en al ma
ken zij het ook wat bont, den vol
genden morgen komen zij weder op
hun werk. Het zou een Nurksche
baas zijn, die hun zuik een pretje
niet gunde, of hen lastig zou vallen
als zij hun werk niet in de puntjes
verrichtten.
Juist zij maken de kermis vroolijk
en geanimeerd, zoo goed als een
clown, die zijn aapje eenige kunsten
vóór de tent laat doen, en het is
grappig de uitvallen te hooren van
jongere en oudere menschen, waartoe
zij in nuchteren toestand niet zouden
komen.
Zie dat troepje studenten; na een
goed diner hebben zij het plan opge
vat, de kermis te Haarlem te bezoe
ken, doch een raakt van de troep af.
Hij zocht al spoedig zijn toevlucht
in een café, waar hij in korten tijd
vier, vijf potjes bier half vol voor
zich heeft staan, daar hij niet goed
onderscheiden kan, of de kleur die
hij in zijn glas waarneemt, van het
bier komt of van de terugkaatsing
van de bruine tafel, waarop het glas
staat, en dus telkens een nieuw glas
bestelt. Hij legt dat uit aan de om
standers, waarbij hij hen voortdurend
stoot aan schouder, rug, hoed of ge
dicht, en dan telkens met zijne mouw
de aangeraakte plaats komt afvegen,
alsof hij een schildersjongen is, die
met zijn verfpot heeft gezwaaid. Als
dat afvegen gedaan is, neemt hij al
buigende afscheid met een beleefd
„O p p p pardon M m m mijnheer
tot groote hilariteit van de omstan
ders, aan wie hij zijne kaartjes af
geeft, waaruit men zien kan dat hij
student is in de filosofie.
Niet lang nog had hij ons daarme
de geamuseerd, of daar kwamen zijne
verloren vrienden binnen en nauwe
lijks bespeurden zij elkander, of het
was me een wederzien, een serie van
uitroepen, een handdrukken en om
helzingen, alsof zij jaren lang van
elkander gescheiden en aan ik weet
niet hoeveel gevaren blootgesteld wa
ren geweest. Dat die verrukking van
het wederzien gepaard ging met het
verfrommelen van de hoeden der da
mes in de buurt, met het trappen op
en scheuren van rokken, en het om
gooien van glaasjes en kopjes, waar
door japonnen en broeken werden
bedorven, spreekt wel van zelf. Doch
hier neemt men dat zoo nauw niet,
en de eerste student was immers al
tijd gereed met zijn „O, p p pardon
en het passeeren van zijn kaartje.
In het gewone leven zou men zeg
gen wat een ruwe boel, maar op de
kermis I
Een ander onderwerp van vroolijk
heid zijn de moeders, die ter kermis
trekken met hun kroost van ver
schillenden leeftijd, en dat in hunne
nieuwsgierigheid nu hierheen dan
daarheen tracht te ontsnappen. De
attentie der moeder wordt natuurlijk
getrokken door de vertooningen van
dikke en dunne dames, clowns, mu
zikanten, enz. waarbij zij haar jongste
lieveling in doeken gewikkeld nu en
dan op den arm rechtop zet, den doek
van het gezichtje wegschuift, om
het wurm ook te laten genieten van
de koddige mimiek en kwinkslagen
der clowns, of van de toonen der be
geleidende muzikanten en orgels.
Midden in die vreugde bemerkt
de moeder, dat hare andere lievelin
gen buiten hare orders zijn getreden,
en een vloed van uitroepen, minder
welluidend dan krachtig, doet het
zooeven nog lachende gelaat veran
deren, evenals een landschap in zonne
schijn, plotseling door een storm over
vallen. Een paar spatjes, hier en daar
reeds genoten, verhoogen het glim
mende purper der wangen. „Aap,
snotjongen, lammeling" zijn nog maar
de eerste toonen in het accoord, en
bedreigingen met rammeling, geen
snoepcenten, enz. volgen elkander op,
tot de lieve jeugd begrijpt, dat als zij
zich niet gehoorzaam gedraagt, het
wel eens uit kon zijn met de kermis
pret, en moeder die genoegens alleen
voor zich maar gaat genieten.
Zij schikken zich tot deugd, en op
nieuw straalt moeder's gelaat van
vreugde in het aanschouwen van kin
deren met aap of tambourijn, van
clowns en orgels en buurvrouwen,
terwijl de zuigeling in die cadans
op en neer en heen en weer bewogen
wordt, uit vreugde of honger eindelijk
een keel opzettende, die elk orgel
overstemt, tot het in elkander zakt
en van vermoeidheid in slaap raakt.
Wie zal dat nu die moeder mis
gunnen Misschien zouden eenige
teergevoelige dames zich daaraan
ergeren, maar 's lands wijs, 's lands
eer, en de kinderen genieten immers
ook 1
Wat de kermis vooral geeft, dat is
fideliteit. Jongens maken afspraak
onder elkander, of wel zij zoeken in
clubjes zooveel vriendinnen als er
mannelijke leden zijn en zoo gaat het
de kermis op. Al voortwandelende
komt de eene club de andere tegen,
en als een electrische vonk vloeit het
op eens uit volle borst:
Onder deze parapluuu,
Onder deze parapluuu,
en nog eens
Onder deze parapluuu....
Waaronder dan verstaan wordt het
uitspansel, met zijn sterrengeflonker,
of een regenwolk, doch steeds geflan
keerd door de petroleumlampen der
kramen, of de walmende flambouwen
van losse stalletjes; een paar toeren
wordt in de rondte gedanst, en ieder
gaat opnieuw zijns weegs, om bij een
samentreffen met nieuwe troepjes de
zelfde hopsasa te dansen, endezelfde
soort liedjes uit te galmen.
Is daar nu kwaad bij, mijne heeren
afschaffers van de kermis? Wij zijn
maar eens jong, en éene week in het
jaar een beetje aangeschoten.
„Mag dat dan niet?"
zou Judels zingen, als hij nog op het
tooneel was.
Iedereen komt los, zelfs de stilste
knaap wordt meegesleurd en tapt een
ui op zijn wijs. De oudere vindt het
„goeje", de jongere „oks" en dergelijke
termen hoort men, die korten tijd
bestaan, die nergens vandaan komen,
en geen zin hebben, maar dadelijk
begrepen worden door ieder die op de
kermis komt.
„Jongen, jongenben je ook aan
het pierewaaien geweest vraagt een
oom aan zijn 17-jarig neeije, dat een
beetje waggelend de kermispret noode
verlaat.
„Nee, nee, baasje, ik niet hoor!"
„Nou, je bent toch lekker aange
schoten
„Och een beetje," geeft neef ten
antwoord, al zuigend aan zijn door
gekauwd eindje sigaar.
„Je oogen staan raar, je hebt 'm om!"
„Alles waar baasje, ook nog een
wippertje?" is het gulle aanbod.
„Neen, dank je; noem je dat geen
pierewaaien
„Niet waar, oompie! tegenwoordig
noemen wij dat waaiepieren. Ajuus,
hoor
En neef sneed uit.
Een anderen dag zag ik een ouder
paar met een spruit van 5 jaar onge
veer van de pret terugkeeren. Netjes
aangedaan hadden zij zeker wel het
huis verlaten, doch spoedig vrienden
ontmoet, die denzelfden pelgrimstocht
gingen maken. En nu stond papa los
op de beenen, mama's haren woeien
wat los onder den hoed uit, doch zij
hield haar vermoeid spruit nog goed
in de armen. Hij had een sportkar-
retje op den schouder, waaruit ondanks
zijn opgewondenheid zijn vaderhart
en liefde bleek. De vrienden ble
ven achter en hij draait zich om, al
fluitende dat zij tegelijk uit èn tegelijk
thuis moeten komen. Kan hij het
helpen, dat door die zwenking de poot
der kar onzacht in aanraking komt
met de hoofden van zoon en weder-
I helft. Een standje volgt, dat hij ge-
i duldig heen en weer wiegelende aan-
hoort tot het einde toe.
I „Nou, lievert, zoo erg is het niet,"
is zijn antwoord, terwijl hij naar de
builen kijkt, „twee vliegen in éen
klap. Laten we het om den hoek af
drinken." Daarmede is het ook uit,
en luchtig loopend, half dansend gaat
het weer de kermis op, terwijl de
spruit zich beter aan moeder vast
grijpt. Wat daarna thuis gebeurt, nu,
dat gebeurt buiten de kermis ook.
En wat is eigenlijk het verschil
tusschen een ontgroen partij, die ook
elk jaar terugkomt en zes weken
duurt, en de kermis? Eigenlijk niet
anders dan dat de eerste geldt, om
studenten d. i. de meergegoeden, en
de kermis, om de jeugd der burger
klasse, of in het algemeen de niet-
studeerende jeugd te ontbolsteren en
te leeren op eigen beenen te staan,
ai wil het toeval dat zij tijdens die
les zich heel zwakjes op hunne onder
danen gevoelen. De tijdelijke opge
wondenheid is toch zoo erg niet, want
juist aldus leeren zij het behoorlijke
van het onbehoorlijke te onderschei
den, en te doen wat mag, of na te
laten wat niet mag. Ik geef toe dat
er zoo enkelen zijn, voor wie de ker
mis een ramp is, daar zij, eenmaal
het genot geproefd hebbende, geen
maat weten te houden en te niet
gaan, doch is dat nu een reden om
het fee3t aan allen te onthouden? Juist
die enkelen vormen het afschrik
wekkend voorbeeld.
In de Groote Houtstraat zag ik een
kermisgast in den avond moeite doen,
om in rechte lijn te blijven loopen
en, waarschijnlijk om afleiding te ge
ven aan zijn afdwalenden geest, zoog
en trok hij aan zijn sigaar, alsof die
hem den weg zou wijzen. Veel gaf
dit niet want de sigaar was uit, en
behoedzaam waggelde onze maat naar
een gaspitje, om aldus opnieuw den
brand er in te jagen. Jammer genoeg
bleven die pogingen vruchteloos, want
sinjeur bedacht niet dat hij op straat
stond, en het gaspitje in een winkel
kast achter glas. Is dit niet eene goede
illustratie voor het oud-hollandsche
„Bezint, eer gij begint". Daar zit in de
gratis-voorstelling van dezen man meer
filosofie dan in eene preek van een
paar uur. Als hij zelf het zich her
innert, zal hij bekennen, dal met dien
eenen kater zulk een les niet te duur
betaald is.
Laat men toch niet altijd tegen
werpen dat die dronkemans talereelen
en vechtpartijen toch eigenlijk niet
te pas komen; ik heb ook gezien, dat
twee vrienden elkaar heen en weer
gooiden, en hoe meer zij hadden op
gestoken, hoe meer zij lachten en
elkaar tegen alles aanwierpen. De een
kwam met zijn Zondagsche pak in
een plas terecht, wat beiden had doen
schateren, de ander echter kreeg door
onzachte aanraking met een kraampje
een winkelhaak in de mouw van zijn
mooie jas. Dit werd het sein voor een
flinke kloppartij. Van een winkelhaak
werd het een scheur, tot de geheele
mouw er aan flarden bij hing, en het
geheele kleedingstuk als wapen van
aanval en verdediging gebruikt werd.
Misschien was het nog erger gewor
den, zoo niet een der omstanders het
goede idee had gehad, te roepen „de
politiewaarop beiden het verstan
dig vonden, ieder zijns weegs te gaan,
tot teleurstelling der omstanders.
Over een halt jaar is de Zondagsche
jas weer inverdiend, dan is alle leed
vergeten, de vriendschap hersteld, en
beiden lachen in de herinnering aan
den stevigen borrel en de lekkere
kloppartij, toen zij „hem zoo hadden
staan".
Is bij dat alles nu zooveel kwaad;
de grootste helft van het publiek gaat
kalm naar huis, en is zoo verstandig
het uitgegeven geld niet te betreuren.
Het volgend jaar gaat het weer zoo.
De kermis hoort nu eenmaal aan
het volk, waarom haar dus niet be
houden
RIDDER VRIJ.
VARIA.
Kleinsteedsch.
VreemdelingKunt u me ook zeg
gen, hoe ik moet loopen om aan het
station te komen
Inwoner: Dat zeg ik niet. Wij zijn
veel te blij, wanneer we een vreem
deling hier hebben.
„Het is hier in je kantoor zoo heet
als in een bakkersoven."
„Nu, dat zal wel. Vergeet ook
niet. dat ik hier mijn dagelijksch
brood maak."
De macht der gewoonte.
Men sprak in een gezelschap over
de macht der gewoonte. Een dokter
had juist de geschiedenis verteld van
den lijfarts, die toen hij eens zijne
morphine vergat, den vorst zuiver
water inspoot, wat dezelfde uitwer
king had. Nu wilde de houtvester
ook niet achterblijven en ook hij ver-
teld0 een merkwaardig voorbeeld van
de macht der gewoo-Qte uit zijn ei
gen leven.
„Ik was toen nog jager en moest
dagelijks twee faizanten leveren voor
de keuken, er waren er trouwens ge
noeg. Dat ging langen tijd zoo. Maar
eens had ik het daags zoo druk ge
had dat ik vergat mijne twee faizan
ten te schieten en er eerst om dacht
toen het reeds donker begon te wor
den Ik laadde mijn geweer, maar
vergat den hagel er in te doen. Ik
bemerkte dat eerst, toen ik op twee
faizanten schoot, door den doffen knal
van mijn wapen. Maar de faizanten
waren er zoo aan gewoon, dat er eiken
dag twee geschoten werden, dat de
beide, die ik in het vizier had, dood
neervielen.
f'redjkbeurten der lied. Herv. Kerken
op ZONDAG 19 Aug.
TE HAARLE
Groote Kerk.
Vroegpr. 7 ure, van Lennep.
Voorm. 10 ore, Knottenbelt.
Nam. 2 ure, van Lennep,
Doopsbedieuing.
s Avonds 6 uie, Gerth van Wijk Jr.
pred. to Ben nebroek.
Nieuwe Kerk.
Voorm, 10 ure, Barbas.
Jam-Kerk
Voorm. 10 ure, A: E. van der Duesen,
van Amsterdam.
Bdkenesser Kerk.
(Voor de Kinderen.)
Voorm. 10 ure, J. W. Hillebrander,
Eglite Wallonne.
Dix heures mr. Debry,
pastear u Amet.
Ciristelyk Gereformeerde Gemeen f«
Gedempt» Oude Gracht.
Voorm. 10 ure, 's av. 5 ure, Mulder.
van Schoonrewoerd.
Woensdagavond 8 ure, Langhoat,
Klein Heiligland.
Voorm. 10 ure, 's <»y. ure, prof. Biviuck.
vau Kampen.
Luthtrsehe Kerk.
Voorm. 10 ure, Helper Sosbruggec.
Kerk der Vereenigde Doopsgezinde.
Voorm. 10 ure, Kooiman,
van Barsingerhorn.
Remonstrant sein Kerk.
Geen dienst.
Kerk der Brutdergemeen 'en
Voorm. 10 ure. Weiss.
Noorderkerk Ridderstraat.)
Voorm. 10 ure, 'sav. 6 ur», Langhont.
Nederd. Earv. Kerk.
fSeraaeferwegt*
Voorm. 10 ure, Gerth van Wijk Jr,
Bever w
Voorm. 10 ure, Boon.
Evangl. Lutherseha Kerk.
Voorm. 10 ure, K. A. Goulag.
Doopsgezinde Kerk.
Voorm. 10 ure, J. Sepp.
Bloeffiaesa^aaS
Voorm. 10 ure, H. H. Barger.
BSotitrtfk en PoJosien.
Voorm. 10 ure, Petri,
van Heemstede.
Voorm. 10 ure, J. van Loenen Martinet.
(Sgmarodam.
Voorm. 10 uro, Hoog.
V eisen
Voorm. 10 ure, Loggers.
'8 avonds 7 ure Bijbellezing, ia 'tiokaalvoor
ckr. belang, Loggers.
laadvoorü.
Voorm. 10 ure, Veon.
Nam. 2 ure, Veen.
pred. te Haarlem.
KUNSTHANDEL.
Restaurateur van Schilderijen.
De Expositie dagelijks behalve
Zondag geopend.
Vrij entree bij introductie.
Directie VOS ZOON.
MARK PNIEUWS,
Leiden. 10 Aug. De aanvoer en prij
zen ter Veemarkt van heden waren
als volgt86 Stieren f48 af262, 142
vette Ossen en Koeien f128 a f268
of f0,58 a 0,72 per Kg., 53 Vare id.
f116 a f218, 10 Graskalveren f14 a
f38, 47 vette id, f34 a f75 of f0,65
a f0,75 per Kg., 9 nuchtere 18,
a f19,—710 vette Schapen f17,
a f30,of f 0,4q a f0,45 per Kg.,
746 weide dito f 12,a f22,450 Lam
meren f 8,a f 15,152 magere Var
kens f 16 a f34, 264 Biggen f4,a
f 12,0 Veulens f a f0 Paar
den f0.a f0. - 74 Kalf- en Melk
koeien f122 a f253
Petr eumbericht van P. G. C.
Calkoen, Makelaars, Amst., 11 Aug.:
De amerik. Petroleum-noteeringen
waren sedert ons laatste bericht, vol
gens Reuters telegr.: New-York 5,15,
5,15, 5,15, 5,15, 5,15, 5,15 ct. p. gaU.
Philadelphia 5,10,5,10, 5,10,5,10,5,10,
5,10 ct. per gall. Ruwe olie 81, 81,
80, 80, 80, 80 o. p. v.
De noteeringen zijn, te ontvangen
aan de ihmsterdamsche Petroleum
haven
AmerikaanscheDisponibel f 5,80,
Levering Febr. f0,,Decemb. fO^
Juni/Juli f0,Sept./Dec. f5,80.
Russische: Disponibel f5,15, Entr.
f3,20 los in Entr.