Rechtszaken.
Financieele Mededeelingea.
Letteren en Knnst
den, daar de afstand zeer groot was.
Sommige rijtuigen van particulieren
konden dan ook den stoet niet volgen.
Woensdagavond was er.raout in het
Gouvernementshuis.
De raout waB zeer druk bezocht;
in drie zalen werden de dames en
heeren afzonderlijk ontvangen. De
Regentes verscheen kwart over nege
nen, gekleed in het zwart, gedecolle
teerd, met rivière en diadeem van
diamanten.
Alle dames werden door mevrouw
De Brauw aan de Regentes voorge
steld en van de heeren de leden der
eerewacht en de officieren der schut
terij door den heer De Brauw.
In een der zalen stond de schilde
rij van het Stadhuis door Klinken
berg vervaardigd, en door het ge
meentebestuur aangeboden.
Om tien uur trok zich de Regen
tes in hare vertrekken terug.
Een pordersjubileum.
Een niet alledaagsch jubileum is
Dinsdag te Amsterdam gevierd. W.
Krebber, porder, Marnixkade 99,
herdacht toen den dag waarop
hij voor 25 jaren het eerzame por
dersambt aanvaardde. Natuurlijk wer
den hem cadeaux aangeboden, waar
onder het symbool van zijn beroep,
een met zilver gemonteerden porders-
stok boven alles uitblonk. Dit j_
schenk werd hem vereerd door de
menschen, wien Krebber gedurende
ge jaren zijn pordiensten had b
wezen.
(A. Ct
Koninklijk bazoek aan Helder
Naar men mededeelt, zouden de
Koninginnen voornemens zijn bij haar
aanstaand bezoek aan de gemeente
Helder, ook een bezoek te brengen
aan het militair hospitaal in de Ar
tilleriestraat aldaar, waar de drie
manschappen worden verpleegd, die
bij de onlangs plaats gehad hebbende
ontploffing op de batterij „Kaaphoofd"
deerlijk werden verminkt.
De iBraëlietische gemeente heeft
het plan opgevat, om, wanneer HH.
MM. op weg naar het Hospitaal de
Synagoge passeeren, daar voor haar
een plechtig gebed ten hemel te
zenden. Van dat voornemen is aan
H. M. de Koningin-Regentes mede-
deeling gedaan.
Er is nog geen bepaald bericht
ontvangen of HH. MM. langer dan
een dag te Helder zullen vertoeven
en of het bezoek uitsluitend het ma-
Tegenspraak,
Het bericht in Amsterdamsche bla
den, dat de stoelenmatter D., als ver
dacht van den moord op den slager
Schut, weder in hechtenis is, is on
juist. Wel is de man vroeger in ver
hoor geweest, maar zijn onschuld bleek
volkomen.
Moord te Bussum.
Woensdag zijn uit Naarden de korte
jas van den beschuldigden Coelman,
aan welke jas eenige knoopen met
bloed bevlekt en waaraan haren van de
verslagene gevonden waren, voor het
onderzoek naar Amsterdam gezonc
Zoo ook de sigaren, gevonden in het
huis van den moord. Deze sigaren
zijn van de soort, die in de cantine
te Naarden verkocht worden.
Omtrent Henriette Momber wordt
nog gemeld, dat zij reeds vroeger ge
vangenisstraf wegens diefstal moet on
dergaan hebben.
politie-agenten, onder aanvoering van
een anderen advocaat, welke reeds
lang op hun prooi geloerd hadden
en nu waarschijnlijk om zooveel
opspraak te verwekken 1 het gru-
welij k feit volvoeren, terwijl het slacht
offer ten aanzien van het voorbijgaand
publiek mogelijk in gezelschap zij
ner vrienden voor een koffienuis
zijn glas bier of zijn bittertje zat te
gebruiken.
Inderdaad, een dergelijk vertelsel
moet zelfs den lezers van „De Zwarte
Non", „Barbara Ubryk" en verdere
romanlectuur van dien aard te kras
voorkomen.
Met de meeste belangstelling blij
ven wij intu8schen het verhaal van
de verdere lotgevallen van den jeug
digen rechtsgeleerde afwachten. Mis
schien gelukt het den ijverigen cor
respondent van het Handelsblad eenige
bijzonderheden omtrent den aard der
„gevangenis", waarheen hij door den
tweeden advocaat heengevoerd werd,
op te diepen, en wie weet, welke
onthullingen ons dan nog te wachten
staan 1
Een vreeselijke geschiedenis
Men leest in het Handelsblad
In de Vechtstreek wordt druk ge-
ritieme etablissement Willemsoord of I sproken over een geheimzinnig ge-
ook de gemeente Helder geldt.
Men ziet de officieele meüedeelin-
gen daaromtrent met verlangen tege
moet, daar de maatregelen voor de
versieringen, feestelijkheden, enz. er
op wachten.
Pawnee Bill.
Pawnee Bill, die, met zijn Indi-
aansch gezelschap van de Antwerpsche
tentoonstelling gekomen, in het Zui
den van ons land voorstellingen geeft
(in het genre van Buffalo Bill) en
thans te Utrecht vertoeft, zal ook
Amsterdam bezoeken.
Zaterdagavond geeft het gezelschap
zijn eerste uitvoering aldaar.
Een vlaamsche „Groet aan
De Ruyter."
De Vliss. Ct. bevat van een Ant
werpenaar een „Groet aan De Ruy-
ter." Het slot luidt aldus
„Geest van De Ruyter, zie op ons
neerzie neer, niet alleen op die tal
rijke vaderlanders in wriemelende
drommen rond uw bronzen afbeeld
sel vergaderd, maar vergeet ook niet
den groet te ontvangen van de gulle
Vlamingen, die zich ook beroemen,
afstammelingen van groote mannen
te zijn.
„Gegroet, fiere held, schrik der
zeeën, minnaar der vrijheid! Zie op
hen neer, die zwoegen en werken om
den Zuidergeest, die verbastering en
ontaarding aanbrengt, uit hun dier
baar land te verjagenen zijn zij
misschien met een zeer klein getal,
die strijden voor de vrijheid, gedenk
hen tochgij, die ook met een klein
hoopke den Vierdaagschen Zeeslag
wont, en daar, „de maat sloeg in de
muziek van duizenden kartouwen'
Ontvang den groet der Vlamin
gen I"
val, dat zich heeft voorgedaan. Een
jong rechtsgeleerde, die, zeer tegen
den zin zijner ouders, een rijke en
geachte familie in een naburige stad.
een dorp aan de Vecht een be
trekking had aangeknoopt, werd dezer
dagen, terwijl hij vóór een koffiehuis
zat, aangesproken door een advocaat,
die door eenige politiebeambten ver
werd. Er volgde een gesprek,
waarvan de inhoud niet bekend is,
kort daarop is de bewuste jonge
man met den advocaat en de politie
dienaren verdwenen.
Naar gezegd wordt, is hij naar een
klooster in Noord-Brabant gebracht.
In de buurt weet men te vertellen,
dat de advocaat en eenige politie
dienaren reeds lang op den jongen
man geloerd hadden. Deze is
eenige jaren meerderjarig.
De Tijd teekent hierbij het vol-
aan
Wij gelooven dat correspondenten
van liberale bladen, als zij de lezers
met kloostergeschiedenissen willen
maken, goed zullen doen, iets
meer op waarschijnlijkheid te letten.
Dat een kind of een jong meisje
in alle stilte tegen haar zin naar een
klooster wordt weggevoerd en dé-ar
wordt opgesloten, zal een zeker ge
deelte van ons protestantsch publiek,
als het dergelijk bericht leest, geloo-
vig aannemen,
Doch hoe te veronderstellen, dat
hetzelfde publiek ook maar een oogen-
blik zal geloof hechten aan een ver
haal als dit? Een rechtsgeleerde
dus iemand bekend met de wettelijke
voorschriften omtrent wederrechtelijke
vrijheidsbeneming en met de autori
teiten, tot welke hij zich in dergelijk
geval te wenden heeft laat zonder
eenig verzet op klaarlichten dag zich
in het publiek oplichten, om naar
een kloostergevangenis te worden
overgebracht! En die ontvoering ge
schiedt door „eenige" Nederlandsche
Cholera.
De burgemeester van Amsterdam
brenyt ten openbare kennis, dat Dins-
j een ingezetene dezer gemeente
is aangegeven als op 20 dezer te zijn
overleden aan Aziatische cholera.
In een gezin te Katendiecht zijn
in twee dagen tijds drie kinderen ge
storven. Van het eerst overleden kind
is geconstateerd, dat de ziekte Azia
tische cholera was. Ook twee volgen
de kinderen in dat talrijk gezin zijn
lijdende. De woning is onder politie
toezicht gesteld. Woensdag werden de
drie lijkjes van gemeentewege naar de
begraafplaats gebracht.
Luidens officieele opgaaf heeft zich
te Beverwijk sedert den 13en dezer,
op welken datum een geval met doode-
lijken afloop voorkwam, geen enkel
geval van Aziatische cholera meer
voorgedaan.
Verzet tegen de mare
chaussees.
Toen de socialist Stienstra, van
Harlingen, den 15n Juli jl. uit de
gevangenis te Groningen was ontsla
gen en hij tegen den avond te Har
lingen aankwam, was er eene groote
volksoploop bij het Volksgebouw,
zóó groot, dat de politie onvoldoende
was om de passage vrij te houden,
waarom 4 marechaussees te paard
ruimte maken.
Daarna bleven 2 van hen heen en
weer rijden om den weg vrij te hou
den, maar de sleepersknecht C. v. d.
H., een persoon die vooraan stond,
deed telkens een pas vooruit als het
paard hem zou passeeren en kwam
daardoor telkens in aanraking met
het paard, waarop hij dan brutale
praatjes tegen de marechaussees
maakte.
Bij den derden keer duwde hij het
paard tegen den buik en greep het
bij de teugels, waarop de rijksveld
wachters die dit zagen toeschoten en
de marechaussee zijn sabel trok;
toen maakte hij zich uit. de voeten
Hiervoor terechtstaande voor de
rechtbank te Leeuwarden beweerde
C. v. d. H. dat hij door anderen werd
opgedrongen.
De off. v. justitie, mr. T. J. Noy-
en, requireerde zijne veroordeeling
tot 2 maanden gevangenisstraf.
Uitspraak Maandag a.s.
matige daad. De gemeente Leiden
heeft eene ongrondwettige verordening
gemaakt, die de politie geroepen is
uit te voeren.
Daarom is de gemeenteraad en de
burgemeester als hoofd der gemeente
verantwoordelijk voor de uitvoering
dezer onwettige daad.
Mr. I. H. Goudsmit voor de ge
meente optredende, antwoordde, dat
zijn collega een geheel ander stand-
)unt in deze zaak inneemt. Deze
ïeeft zich op een uitspraak van den
Hoogen Raad beroepen, maar daar
tegenover stelde mr. Goudsmit het
oordeel van prof. Buys en zoovele
anderen, ook in België.
Ook heeft mr. T. zich voor de on
grondwettigheid der verordening be
roepen op de geschiedenis, maar hij
heeft daarbij voorbijgezien wat de be
doeling is geweest.
De Leidsche politieverordening be
doelde niets anders dan om de open
bare straat niet te doen gebruiken
om zijn gedachten openbaar te ma
ken. Hiermede wordt volstrekt geen
censuur op gedrukte stukken uitge
oefend.
De kantonrechter zal over 4 weken
uitspraak doen.
Het Weekblad van Broekman en
Honders bevat o. a. de volgende op
gave van minder courante of incou
rante fondsen, in de week, tot den
datum van 21 Aug. loopende, door
hun tusschenkomst verhandeld.
Aand. Incasso Bank. 108 pCt.
Billiton Maatsch. 2e
rubr. te 's Hage 1075.
Ned. Indische Gas-
Maats. te Rotterdam 128
Oosterstoomtr.-Mij 100
Stoomtramweg -Mij.
's BoschHelmond
(pref-)20
GooischeBeetwortel-
suikerfabr. te Naar
den 69
Ned. Fabr. v. Werk
tuigen en Spoorweg-
materieël A 74
Oblig. Des Moines Fort
Dodge Spoorw. (In
come) le Hyp 52J£
Aand. Ned. Brand-Assur.
Maatsch. 95
Noord-Holl. Brand-
verz.-Maatsch100
Brondgeeat.
De heer Brondgeest zal het Neder-
landsch Toon eel; verlaten en zijne
verbintenis met de heeren Le Gras
en Haspel, directeuren van het rot-
terdamsch gezelschap, gestand doen.
Venten van bladen.
Woensdag werden voor 't kanton
gerecht te Leiden de pleidooien
voortgezet tusschen den eischer J. P.
v. d. Waller te Utrecht, tegen de ge
meente Leiden en haren burgemees
ter, vanwege de toepassing eener po
litieverordening op 't rondventen van
bladen. Nadat in de vorige zitting
de heer mr. J. H. Goudsmit als ge
machtigde voor den burgemeester het
gedrag van dezen als uitvoerder eener
bepaling in de politieverordening
had verdedigd en gerechtvaardigd,
had de eischer (ook ter zitting te
genwoordig, nog met een zwarten
doek voor het linkeroog) zich nu la
ten vertegenwoordigen door zijn ge
machtigde, mr. P. J. Troelstra, van
Utrecht, die allereerst het woord kreeg
om de beweringen van de tegenpar
tij te weerleggen, die er o. a.ophad
gewezen, dat de dagvaarding wel
luidt dat de verordening is in strijd
met de Grondwet, maar dat dit is
eene onjuistheid, zoolang de Konin
gin haar niet vernietigd heeft, enz.
en „dat de dagvaarding juister had
moeten zeggen, dat de verordening
volgens het oordeel van den eischer
en van den Hoogen Raad in strijd is
met de Grondwet.
Wat de in de dagvaarding gestelde
feiten betreft, ontkent hij dat in het
debat hier zou behooren de vraag1
hoe het gemeentebestuur denkt over
een uitspraak van den Hoogen Raad,
maar hoe de kantonrechter van Lei
den daarover denkt. Volgens spr. is
de bedoeling van de Grondwet dat er
geen censuur op gedrukte stukken
zal bestaan, waarmede de gemeente
lijke verordening aldaar in lijnrechten
strijd is.
Mocht in Leiden in 't geheel niet
worden gecolporteerd, dan zou spre
ker daarin consequentie zien en den
ken, dat de burgemeester een anti-
phatie tegen het venten had, maar
onbillijk is het, dat toe te staan aan
stadgenooten maar te weigeren aan
iemand, die daartoe uit Utreoht komt.
Tot de meer rechtskundige zijde
van de zaak overgaande, wenschthij
te betoogen dat er, door het colpor-
teeren te verbieden en de bladen te
ontnemen, was gepleegd een onrecht-
15 jaar gevangenisstraf.
P. J. van der Linden, te Amster
dam, die 20 Mei jl. zijn moeder en
zijn oom getracht heeft te vergiftigen,
door arsenicum in hunne thee te ver
mengen, is heden veroordeeld tot 15
jaar gevangenisstraf. De eisch van
het O. M. was 10 iaar.
Koloniën,
BATAVIA 19 Juli.
Aan het verslag omtrent de voor
naamste gebeurtenissen in het gou
vernement Atjeh en Onderhoorighe
den, loop nde van 24 Juni tot en
met 7 dezer, wordt het volgende ont
leend
Groot-Atjeh. Onze tijdelijke po3ten
Kroeng Gloempang, Seneiop, Lam-
barih en Biloei, zoomede het wacht
huis Blang-Tjoet; werden een enkele
maal beschoten,zonder dat daarvan na
deel werd ondervondendaarentegen
werd een Inlandsch fuselier gewond
bij [eenegbeschieting van Anagaloeng
in den nacht van den 28en Jnni. Ook
de transporten zoowel van Kroeng
Gloempang, Seneiop, Anagaloeng,
Lamsoet en Lambarih als van Tjot
Goë en Biloei werden niet altijd on
gehinderd gelatenden 22en Juni
bekwamen wij op laatstgenoemd
transport twee gewonden (een Euro-
peesch en een Inlandsch fuselier.)
Den 25 cn Juni werd bericht ont
vangen dat in de kampong Ateuh,
Manek en Lamladoe kwaadwilligen
zich ophielden en de bevolking van
Empitring, Lambaroh en Toeram met
vee en goed gevucht was; bij eene
verkenning den volendgen dag van
uit Biloei werd het detachement he
vig beschoten, met het gevolg dat
een Europ~escff fuselier gewond werd.
Den 25sten naderdo de vijand nog
meer tot Biloei, zoodat het raadzaam
werd geacht om hem uit den om
trek van Tjot Goë en Biloei te ver
drijven.
Daartoe rukten den volgenden dag
drie compagnieën infanterie, drie
sectiën bergartillerie, een peloton ca
valerie, ambulance enz, uit, welke
troepenmacht gedeeltelijk diende tot
steun van de hulptroepen van T.
Djohan Pahalawan, die ten oosten
van den weg tusschen genoemde
plaatsen ageerde, terwijl de andere
troepen ten Westen daarvan het ter
rein van kwaadwilligen zuiverde,
doch ten koste van een doode (een
Europeesch fuselier), vier zwaar ge-
En toen hij zich in de duisternis over het stroo boog om
het lichaam te betasten, vond Tony niets! Hij uitte een
luiden kreet. „Mijnheer, hij is verdwenen!"
„Verdwenen! Hij is hier in het geheel niet geweest, leu
genachtige schelm. Ik had wel lust om je den nek te breken.
Hij is ontsnapt, en nu tracht je mij op deze manier nog te
bedriegenEn Tony tegen den wand stootend, ging Wrigley
heen en liet den ander verbijsterd en onder den invloed van
de whiskey achter.
Toen hij Barth House bezocht alvorens naar huis te gaan,
ontmoette Wrigley zijne dochter Mi, wier oogen glinsterden
van vreugde.
„O vader! Is u niet verheugd? Lady Bidebanks Rupert is
gevonden. Hij is thuis gebrachtHij is ziek, maar zij zullen
hem stellig genezen. Is u er niet verheugd over?"
HOOFDSTUK XIX.
Een verlies voor Rupert.
Of lady Bidebanks liefde voor haar aangenomen zoon ook
gedurende het jaar zijner afwezigheid was verkoeld of niet,
op het oogenblik, dat hij ziek, bewusteloos en in lompen
gehuld weer aan haar zorg was toevertrouwd, herleefde al
hare teederheid voor hem. Ware sir Rupert een prins van den
bloede gt-weest, hij had geen bekwamer verpleging en uit-
Btekender verzorging kunnen genieten, dan hem nu ten deel
vielen. Lady Bidebank en miss Barth waren beiden vol toe
wijding.
In zijn ijlenden toestand doorleefde de knaap niet de ge
beurtenissen van zijn zwervend leven, maar de uren, waarop
hij voor het eerst ontdekte, dat hij slechts een aangenomen
kind was. Al zijne fierheid, zijne fijngevoelige vrees voor
minachting, zijne smart en schaamte, vertoonden zich nu in
het volle licht en mylady had zeer veel deernis met hem en
had hem spoedig nog meer lief dan voorheen.
Ruperts vluoht had hem evenwel een machtigen vijand
bezorgd.
De tegenwoordige lord Bidebank had het moeielijk kun
nen verdragen, dat mylady een kind van onbekende geboorte
tot zich had genomen.
Het feit, dat de knaap een van de bekende slachtoffers zijn
er engeltjesmaakster, was met opzet door de lady verborgen
gehouden voor iedereen, uitgezonderd hare getrouwe kamenier,
lady Barth en My ra.
Lord Bidebank wist toch, dat het kind was wat hij noemde
een „ordinair persoon", een „onbekend iemand", en hij duldde
slechts hem of zijne aanwezigheid in de familie. Toen nu
Rupert verdween, en daardoor opschudding veroorzaakte
praatjes en onderzoekingen uit nieuwsgierigheid toen de
gebeurtenis zyn weg had gevonden in de nieuwsbladen, en
zelfs tot in de heilige ruimten van zijn clubgebouw, kreeg
lord Bidebank een afschuw voor sir Rupert.
Toen de lord hoorde, dat de kimap terug was en zijn eigen
bediende hem mededeelde, dat de knaap was teruggekeerd,
in lompen, vuil en ziek, liggende inj een kar met klaver, toen
werd lord Bidebank rood van toorn.
Hij reed naar Bidebank, opzettelijk in al de pracht van
zijne lakeien, wapenschild, van zijn grootste koets en zijne
kostbaarste paarden.
„Waarde mylady", zeide hij met groote plechtigheid, tot
zijne bloedverwante, „het is toch zeker uw plan niet om
dien gemeenen jongen weer tot u te nemen
„Waarom zou ik niet?" vroeg lady Bidebank.
„Omdat het in alle opzichten niet passend is. Hij heeft
zijn lage afkomst, en zijn beslist slechte neigingen vertoond
door een jaar lang met de minste landloopers rond te zwer
ven. Hij is nu ongetwijfeld hun bondgenoot en zal van zijne
positie hier gebruik maken om hen toegang tot dit huis te
verschaffen, en u te bestelen, ja misschien te vermoorden."
„Ik ken hem beter. Hij is een knaap, die liefde waard is,
en kinderloos als ik ben, heb ik hem lief als mjjn eigen
zoon."
„Als het hoofd van de familie, en in naam van de geheele
familie," zeide de lord plechtig, „protesteer it er tegen, dat
deze schande over ons wordt gebracht."
„Welke schande?"
„Door u maken wij voortdurend het onderwerp van aller ge
sprekken uit. Men ondervraagt ons en is verbaasd. Dat vind ik
hoogst onaangenaam. Die knaap is onuitstaanbaar. Ik kan mijne
kinderen niet toestaan met hem te spreken of hem te kennen.
Wanneer u hem hier houdt, dan zullen wij verplioht zijn urn dit
huis te ontwijken."
{Wordt vermlgd.)