BINNENLAND,
Abr. Meijer, 48 p. (W.Ill), van Waard,
48 p. (V. en K.), R. Grippeling, 47 p.
(W. Ill), A. Smits, 47 p. (id.), de
Carpentier, 47 p. (van Merien). Maxi
mum punten 60.
Vrije baan flobert. De prijzen inleg-
gelden) werden behaald door dehee-
ren
P. van Rhijn, 28 p., Mane, 27 p.,
H. de Roo, 27 p., de Carpentier 26
p., Huetinck, 26 p., Strous, 25 p.,
Thierene, 25 p., Buehman, 25 p., Tee-
kenB, 24 p., Verstel, 24 p., (de beide
laatsten in loting met Misset en W.
Voet, die ook 24 p. behaalden). Maxi
mum punten 30.
Vrije baan revolver. De pr.jzen (in-
leggelden) werden behaald door de
heeren van de Vlerk en de Jong,
resp. met 57 en 56 p.
Wielerwedstrijd Sittard,
In den Zondag te Sittard gehouden
clubwedstrijd op de baan over een
afstand van 5000 M. werd de derde
prijs gewonnen door de Haarl. W. V.
„de Kettinggangers," voor welke ver-
eeniging uitkwamen de heeren C. Wit-
teveen Jr. alhier en J. Siep te Arnhem.
Op 4 September 1844 werd hier
het huwelijk voltrokken tusschen
Fredrik van den Eijkhof, geboren al
hier 12 Mei 1819 en Dorothe i Anna
de Rooij, geboren te Haarlem 16 Jan.
1823.
Aan het gouden bruidspaar werd
gisteren door jeugdige familieleden en
kennissen met viool en fluit eene ovatie
gebracht, aan hunne woinng Lange
Lakenstraat 33 alhier.
Over boord geslagen.
Op het Noordzeekanaal is het tien
jarig dochtertje van schipper J. B.
door het overslaan van het zeil bui
ten boord geworpen en verdronken.
Cholera.
Na tweemaal 24 uur in de zieken
barak te IJmuiden te hebben door
gebracht is de equipage van het
stoomschip „Dordrecht" Zondagavond
ontslagen.
Heden is door het Noordzee kanaal
een kabel gelegd waarmede 't fort
IJmuiden telefonisch zal verbonden
worden met den buitenvuurtoren.
Soirée te Zaadvoort.
Een Soirée Musicale hadZaterdag-
avond in het Hotel d'Orange te Zand-
voort plaats.
Het concert werd door de Admi
nistratie van het Hotel aan de lo
gés en hunne vrienden aangeboden,
en was druk bezocht.
Als solisten werkten mede de heeren
Jan Reder, bariton élève van het Con
servatoire te ParijsHenri v. d. Berg,
pianist, en Jos Beever, violist.
De artisten hadden een groot en
welverdiend succes.
Vooral de heer Jan Reder oogstte
veel bijval, en werd luide toegejuicht
wegens zijne schoone warme voor
dracht en heerlijk stemgeluid.
Niet minder genoegen gaven de
H.H. Van Beever en v. d. Berg met
hunne respectieve soli, waarbij zij
van veel talent blijk gaven.
De gevolgen van een twist.
Zondagavond kreeg een schipper,
van den Akker geheeten en liggende
met zijn schuit in den Hillegommer-
beek te Hillegom, aan boord waarvan
hij woonde met vrouw endriezoops,
twist met zijn oudsten zoon met wien
hij meermalen oneenigheia had, vooral
tengevolge van het huwelijk van de
zen zoon, waartegen hij zich had ver
zet. Bij dezen twist wond de vader
zich zoo hevig op, dat hij een be
roerte kreeg, waarvan de dood het
gevolg was.
Dit bericht logenstraft het gerucht,
dat hier heden liep, als zoudeschip-
per door zijn zoon gedood zijn in
dezen twist.
Lombok.
Een telegram uit Batavia aan het
Nieuws v. d. Dag vermeldt, dat onze
troepen op Lombok verraderlijk zijn
aangevallen en de cavalerie is ver
strooid. De gemeenschap tusschen
Mataram en Regara is verbroken.
Gebruik makende van de tegen
woordig zoo zeldzaam mooie dagen,
werd Zondag op verschillende plaat
sen in IJ- en Haarlemmermeerpolder
gewerkt aan het binnenrijden van den
oogst.
Baggei wjrk.
Het groote bagger werk op het Noord
zeekanaal, aangenomen door de hee
ren Volker en Bos, vordert goed. De
baggermolens „Nieuwe Waterweg" en
„Ymuiden" brengen het kanaal niet
alleen op een diepte van 10 Meter,
doch verbreeden ook de vaargeul.
Aan de zuidzijde is het werk voor
Mond- en klauwzeer.
Mond- en klauwzeer is geconsta
teerd te Akersloot, Aalsmeer, en Mij
drecht in laatstgenoemde gemeente
op een viertal hofsteden.
De heer C. van Vliet Pzn. heeft
zijn ontslag ingediend als lid van
den raad der gemeente Uithoorn.
Z mgvereeniging
Te Uitgeest is eene zangvereeni-
ging voor gemengd koor opgericht;
40 werkende leden sloten zich aan
directeur is de heer Tn. J. Rol.
Onze Koninginnen in Zeeland.
Dr oorrespondent van het Hbld.
meldt als een nagalm op dit bezoek
de volgende bijzonderheden
Ik ben getuige geweest van de
volgende treffende bewijzen van den
kinderlijken eenvoud onzer jonge
koningin, over wier verschijning trou
wens iedereen hier opgetogen is. In
het Zeeuwsch Genootschap merkte
de heer Frederiks op, dat hij met
genoegen zag, dat H.M. de Koningin
aan haar kleeding enkele Zeeuwsche
sieraden had aangebracht, waarop de
Koningin levendig antwoordde/ „O,
ik zit er 's morgens altijd in te zoe
ken
En 'smiddags, toen is de Konin
ginnen volgde bij haar bezoek aan
de Statenzaal en de kelder3 in de
Abdy, zag ik op zeker oogenblik,
dat de Koningin eigenlijk veel meer
aandacht toonde voor den Langen
Jan dan voor de bijzonderheden die
haar verteld werden. Opeens zeide
zij„moeder, ik wou nu even in
dien toren kLimmen". De Regentes
glimlachte en trachtte haar dochter
te beduiden, dat een toren van 300
voet niet zoo maar even te beklim
men is. „O, ik kan er toch wel op"
meende de Koningin, en het kostte
heel wat moeite aan de Regentes
om de kinderlijke Vorstin te doen
inzien, dat er voor die beklimming
geen tijd meer was voor het gemeente
diner.
Iets dergelijks heb ik ook van een
ooggetuige vernomen omtrent den
tocht met de Nederland. Even vóór
het vertrek der boot werd het onge
luk op de Stier vernomen en' tijdens
den tocht werden de Koninginnen
daarmede in kennis gesteld. De Ko
ningin luisterde aandachtig naar het
geen over het droevig voorval werd
verteld en toen zij hoorde, dat het
was veroorzaakt door eene ontplof
fing in het kolenhok, zeide zij „moe
der, moedermag ik het kolenhok
hier eens zien?" „Waarom?" vroeg
de Regentes..,.. „Ik wou weteu hoe
zooiets kan gebeuren." De Regentes
betoogde, dat een kolenhok nu niet
bepaald voor vorstelijke bezoeken is
ingericht en dat H. M. zich onnoo-
dig vuil zou maken, terwijl er niets
bijzonders te zien was. Maar de Ko
ningin antwoordde „O, ik heb toch
genoeg andere jurken 1" en ook nu
weer waren er heel wat woorden
noodig, eer het jonge hoofdje het
eenmaal opgevatte plan liet varen.
Dergelijke kleine bijzonderheden
voor de juistheid ook van de
laatste durf ik instaan zijn, dunkt
mij, een verblijdend bewijs van den
heerlijken eenvoud, waarin de Regen
tes haar dochter opvoedt. Geen ge
blaseerdheid, geen wijsneuzigheid,
zooals ki.ideren van 13 jaar toch ai
dikwijls krijgen, ontsiert de kinder
lijke majesteit dezer Yorsiin. Trou
wens haar gansche verschijning heeft
mij reeds vroeger dien indruk gege
ven en hedenmorgen in de Nieuwe
Kerk is die opnieuw zeer versterkt
De Koninginnen vertoefden gerui-
men tijd bij het graf der Evertsens
en daar ik slechts een paar passen
verder tegenover haar eene plaats
had, kon ik gemakke ijk het gelaat
en de houding der jonge Koningin
waarnemen. De vragende, nu en
dan schalkeche blikken, dwaalden
onder de fijne wenkbrauwen leven
dig rond en het kleine mondje
werd soms wilskrachtig saamgenepen.
Toen zij wat te veel achteraan stond
terwijl de heer De Mol sprak en de
Regentes haar zachtjes dichterbij
trok, kwam er weer eene guitige uit
drukking op het wonderscboone ge
zichtje en een verlegen blosje kleurde
even de wangen. Even aarzelend
en toen, de Regentes knikte op eens
wat haastig, legde zij den lauwertak
neer en zag toen, terwijl zij aller
blikken op haar voelde rusten, steeis-
gewijs rond ais een kind, dat niet
weet of ze het eigenlijk wel goed
heeft gedaan. Z i sprak niet, ook niet
toen haar en der Regentes de pho-
tografiën van het graf werden aan
geboden, maar ze glimlachte. Som
mige menschen glimlachen met de
oogen, anderen met den mond, maar
er is een glimlach, die a seenbetoo-
vering uit het heele gelaat komt, en
zulk een wondervollen glimlach heelt
onze Koningin. Een glimlach, waar
mee de bitterste vijand te ontwape
nen zal zijn, die alleen al machtig
genoeg zal wezen om gansch een ko
ninkrijk te regeeren.
Diep is de indruk, dien de liefelijke
verschijning op de Zeeuwen heeft
gemaaktdat hoort men uit alle
gesprekken. Vanmiddag nog bij het
uitrijden der Koninginnen kwam een
oud vrouwtje half schreiend ïaar mij
toe ik kende haar volstrekt niei
en zei,,Wa' bin 'k toch blie
Ik bin toch zóóvee' blie!" „Waar
om dan vroeg ik ,,E' cU'k ze
gezien e' meneer, da'k ze gezien e'
Wat 'n lieven meissen (meisje); och
och, wat 'n lieven meissen
kooplieden, die ten doel heeft tegen
het volgende jaar een tentoonstelling
van Oud-Amsterdam te organiseeren.
De bedoeling is een gedeelte van
Oud-Amsterdam historisch getrouw
en op groote schaal weer te geven,
niet alleen wat de bouworde betreft
maar ook in de kleeding van de tij
delijke bewoners der oude wijk. Bin
nenkort zal eene vergadering worden
belegd, waarin dit plan nader zal
worden besproken.
Socialisten-vergaderingen.
Zondag werd te Zwolle de reeds
vroeger aangekondigde vergadering
van sociaal-democraten gehouden,
daartoe bijeengeroepen door het be
kende twaalftal heeren, die in het
meegedeelde manifest de redenen heb
ben uiteengezet, waarom zij zich van
den bestaanden sociaal democratischen
bond wenschen af te scheiden.
De nieuwe vereeniging werd gecon
stitueerd. Men besloot haar te noe
men „Sociaal-democratische arbei
derspartij in Nederland".
Staande de vergadering zijn vier en
zestig afgevaardigden tot de nieuwe
partij toegetreden.
De meeting van sociaal-democraten,
welke mede Zondag op een weiland
nabij Zwolle werd gehouden en waar
in enkele sprekers het woord voerden
over de afschaffing van het privaat
bezit, duurde van twee tot ongeveer
zeven uur.
De bijeenkomst, die druk was be
zocht (twee pleizierbooten uit Meppei
en Giethoorn brachten een 200 man
aan) werd besloten met een vaandei
optocht.
Ook te 'sGravenhage werd Zondag
op een drassig weiland aan de Hoef
kade eene meeting gehouden, ten
einde te protesteeren tegen het pri
vaat bezit. Deze bijeenkomst werd niet
Jzeer druk bezocht. Omstreeks 4 uur
gingen de partijgenooten, die de mee
ting hadden bijgewoond, kalm uiteen.
Vorstelijke giften.
De Koninginnen hebben ƒ1200 ge
schonken aan de algemeene armen
van Middelburg, ƒ1000 aan die van
Vlissingen, ƒ300 van Westkapelle.
ƒ200 aan de polderwerkers op Wal
cheren en voorts nog aan de armen
van Veere en Domburg.
Een tentoonstelling van Oud
Amsterdam,
Te Amsterdam heeft zich een com
missie gevormd uit industrieelen en
Moord te Bussum.
Tegen heden waren als getuigen
gedagvaard twee meisjes van 13 jaar
uit Bussum, vriendinnetjes van
vermoorde kind. Het eene heeft den
middag vóór den moord met Jansje
Meinders gespeeld en is met haar
naar huis gegaan, waar de beschul
digde dienstmeid de kinderen vijf
centen gaf om peren te koopen, met
de boodschap, dat ze nog wat moch
ten uitblijven. Men vermoedt dat de
beschuldigde zoodoende de meisjes
het huis wilde uit hebben, om onge
stoord haar voornemen ten uitvoer te
kunnen brengen.
Het tweede gedagvaarde meisje
heeft den soldaat Koeleman omaent
uur met de meid zien praten.
Zondag was de justitie uit Amster
dam weer te Bussum hoofdzakelijk
met het doel om de plaats, waar de
misdaad is gepleegd met nauwkeu
righeid vast te stellen. Ook thans
moet weer gebleken zijn, dat het on
gelukkige kind boven is vermoord.
Aan een der muren van de gang
boven is een vlek ontdekt, welke
men door afwisschen heeft onzicht
baar trachten te maken. Waarschijn
lijk is dit bloed.
Ook was Zondag een k inonnier te
Bussum, die aan de justitie kwam
mededeeien, dat hij den avond van
den moord aan de voordeur heeft
aangescheld, en dat de meid die heeft
opengedaan.
Men acht dit niet mogelijk, tenzij
de deur met valsche sleutels is ont
sloten. De verklaring van den ka
nonnier wordt bovendien tegengespro
ken door een buurmeisje, dat hem
wel aan de voordeur zag aanschellen,
waarop echter de meid buitenom
ging, om te zien wie er schelde.
De moord te Schagen.
jAlot is ontslagen," ziedaar het
groote nieuws waarmede Schagens
burgerij Zondagmorgen werd begroet.
Na eene volledige bekentenis van
Boes, waaruit moet blij ken, dat moe
der en zoon gemeenschappelijk het
ruwelstuk hebben gepleegd, is Aiot
uit Alkmaar Zaterdagnacht terug
gekeerd. Beschuldigde Boes moet in
't bijzijn der rechters Alot vergiffenis
hebben gevraagd voor de snoode aan
tijging tegen dezen ingebracht. Ook
moet Klaas Boes hebben verklaard
dat hij de inbraak ten huize van den
heer Asser heeft gepleegd.
Gelijk men weet, werd in Maart jl.
ten huize van genoemden heer inge
broken, bij welke gelegenheid een
dameshorloge werd vermist, dat, zoo
als nu bleek, door beklaagde Boes is
verkocht aan een gezel van denzelfden
winkel waar hij werkte.
Uit het volgende blijkt hoe Klaas
Boes aan de valsche beschuldiging
tegen Simon Alot kwam. Op de
Haarlemsche Kermis werd Alot gezien
en aangesproken door J. de Vries,
venter in sigaren uit Schagen, die
daar zijne waar zocht kwijt teraken.
Ook Alot bood hij zijne waar aan.
Alot was echter niet tot koopen ge
neigd, maar stelde aan De Vries voor,
dezen in een naburig koffiehuis te
tracteeren. Bij die velegenheid trok
het de aandacht van De Vries dat
Alot bijzonder ruim van geld was
voorzien. Te Schagen teruggekomen
vertelde De Vries in een gesprek in
het Café-Boes, dat hij onder meer te
Haarlem ook Alot had gezien, die
er nogal goed scheen bij te zitten.
Daar men wist dat Alot niet in het
bezit van veel geld kon zijn, wijl
zijne moeder hem een rijksdaalder
had gegeven om te Haarlem werk te
zoeken, werd De Vries aangespoord
van een en ander kennis te geven
aan den heer Berman, burgemeester
van Schagen. Deze ontbood toen Alot,
om van hem de herkomst dier gelden
te vernemen, 't Blijkt dat Alot toen
en later een valsche verklaring heeft
afgelegd, die de vermoedens tegen
hem versterkten. Daarbij kwamen
thans tal van kleinigheden. Alot had
op den morgen van den moord aan
een jongetje gevraagdStaat er veel
volk bij Bute voor de deur en hoe
veel politie? Alot had zich den ge-
heelen dag niet op straat laten zien
was reeds den morgen daarop naar
Haarlem vertrokken en volgens oog
getuigen blijkbaar gejaagd geweest.
Alot miste zijne daagsche kleerenen
tal van andere bijzonderheden kwa
men aan het licht. In 't nauw ge
dreven verklaarde hij tenslotte, dat
hij zijn gereedschap en daagsch pak
had verkocht en zoo in 't bezit van
geld was gekomen. Dat bleek bij on
derzoek waar te zijn. Maar toch, er
was en bleef veei duister en Alot
werd streng in het oog gehouden.
Intus8chen schijnt men bij Boes
niet gerust geweest te zijn en om den:
schijn tegen Alot te versterken, legde
Klaas Bues in den nacht van Maan
dag op Dinsdag een gouden ketting
neer op het erf van Alot. Deze ket
ting werd al spoedig ter plaatse door
de politie gevonden. Het bleek dat
de ketting behoorde tot de vermiste
voorwerpen van Bute. Men vermoed
de terstond dat de ketting daar was
neergelegd, zonder nog het hoe en
waarom te begrijpen.
Vanwege den officier van justitie,
den heer Karseboom, werd daarop
het volgende bulletin verspreid„Een
ieder die gisterenavond en in den
afgeloopen nacht tot hedenochtend
7 uur heeft geloopen langs het Noord
te Schagen, wordt dringend verzocht
ten spoedigste zijn naam aan de
politie of justitie op te geven."
Daarop meldden zich enkele per
sonen aan die allen Klaas Boes op
het bankbiljet mede voor het geval, dat hij daar een engelsch
of fransch schip zou aantreffen, welks kapitein hem goud
voor het papier wilde geven. Hij vond een batk van Genua
en de italiaansche kapitein wisselde het bankbiljet in.
Toen de kapitein te Genua was aangekomen, gaf hij het
aan een engelsch matroos.
De matroos, een liefhebbende zoon, gaf de banknoot aan
zijne moeder.
De moeder, die eene voorzichtige vrouw was, had besloten
om vijf pond ter zijde te leggen voor de kosten van hare
eigen begrafenis, zoodat wanneer de dood haar overviel ge
durende de afwezigheid van haar zoon, zij niet vanwege het
armbestuur zou worden begraven.
Het noodlot, dat George Fitzroy en Sam Porter steeds
vervolgde, wilde dus weer, dat het papier, waarop zij al
hunne hoop hadden gevestigd, zou worden weggeborgen in
een doosje van eene halfblinde, oude vrouw, die er slechts
een paar keer in de maand naar keek om er zeker van te
zijn, dat het er nog was. En toch was deze belangrijke bank
noot geen twee mijlen van Myra Barth verwijderd, die er
gaarne honderd pond voor zou hebben gegeven, en den wil
en de macht bezat om de gevangenen van Ibrahaim Ben
Edin met den meesten spoed te bevrijden.
Het zien van dit bankbiljet zou bij Myra de droefheid *n
eenzaamheid van haar bestaan hebben doen verdwijnen
eene eenzaamheid, die bijna nooit werd verbroken, want
Myra was nooit tot een vertrouwelijken omgang met contessa
Idria gekomen.
De sombere schaduw, die om haar loven hing, had naar
afkeerig doen worden van de aanwezigheid van vreemden.
Natalie zag zij dikwijls, omdat deze en Mi dikwijls bij
elkaar waren.
Op zekeren dag kwam Mi haastig bij Myra onder den
uitroep
„O miss B irthEr moet iets vreeselijks op Bidebank Lodge
zijn gebeurd; ik ben er zooeven geweest en hoorde de contessa
schreiden en de dienstboden schreiden ook en zeiden, dat
ik Natalie niet kon spreken, want zij was bij hare moeder
en zij waren zeer bedroefd."
Natuurlijk zond miss Barth er onmiddellijk een bediende
heen om te hooren, of zij de contessa ook op de een of andere
wijze van dienst kon zijn, maar zij ontving een ontkennend
antwoord.
Het eerste bericht gewerd haar van den kant van Wrigley
die steeds goed op de hoogte was.
De Lodge zal spoedig onbewoond zijn. De contessa heeft
de huur opgezegd."
„Wat is er gebeurd?"
„Zij heeft haar geld verloren. Het was, vermoed ik, niet
veel, maar genoeg voor haar en haar kind. Nu is zij alles
kwijt en gaat zij weg."
Het speet Wrigley niet, dat de contessa heenging. Lady
Bidebank en Rupert konden iederen dag terugkeeren en het
zou niet kwaad zijn dat Mi die meer en meer tot een zeer
lieftallig meisje opgroeide, geen mededingster naast zich had.
Ofschoon Myra in het geheel niet hield van het afleggen
van bezoeken, was zij toch niet doof voor de stem van het
medegevoel en haastte zich naar Bidebank Lodge.
Kon zij de contessa van eenigen dienst zijn? Eene somr
bijvoorbeeld van een paar honderd pond, te leen zonder
intrest, was gaarne ter harer beschikking. Zij zou miss Barth
werkelijk zeer verplichten door die aan te nemen. Of wilde
de contessa ook voor een jaar of zoo op Barth House komen
logeeren? Dat zou een groot voordeel zijn voor Mi, die dan
een gezellin bij hare studie had, en na verloop van tijd zou
de contessa wel inzien, dat haar toestand nog beter was
terecht gekomen dan zij eerst gedacht had.
Al deze aanbiedingen werden door de trotsche contessa
Zij zeide, dat er geen verbetering in hare omstandigheden
te wachten was. Zij was bestolen, geruïneerd, door de ver
wanten van haar echtgenoot. Er bleef haar en Natalie nieta
anders over dan kamers te huren in Londen en in haar
eigen onderhoud te voorzien door het geven van lessen, zoo*
als vele vrouwen moeten doen, die tegenspoed hebben on
dervonden. Zij konden onderricht geven in fransch, italiaansch,
muziek, teekenen, fraaie handwerken, in verschillende din
gen en zouden zich verborgen houden met haar leed.
Wordt vwnlgdj