BINNENLAND. Rechtszaken, Gemengd. Nieuw s Ingezonden Mededeelingen Maison Hals, Kruisweg 45. KUNSTHANDEL. Restaurateur van Schilderijen. ieder bekende figuur geworden, die door zijn treurig lot veler medelijden opwektebij was nooit lastig of op dringerig en droeg zijn treurig lot met kalmte en gelatenheid. Als een doortrekkende kunstenaarstroep eene voorstelling gaf, hinkte hij naar den circus, de arme vogel met lamge- echoten vleugels. Altijd voedde hij nog de stille hoop, haar weder te zien, die hem in zijn jeugdig leven was ver schenen als een lieflijke droom. Weder hield zich, op reis naar de Leipziger mis, een groot gezelschap een paar dagen in de stad op. Toen Robert het aanplakbiljet las, waarop eene voorstelling werd'aangekondigd, werd hij een oogenblik door eene duizeling bevangen. In het volgende oogenblik richtte hij zich evenwel op, zijn pijn en leed vergetend bij de gedachte aan haar, die hij zou wederzien. „Zij is gekomen ik zal haar weerzien het publiek zalf ge- electriseerd worden door haar ver schijning zij springt prachtig er is niets schooners ieder zal haar toejuichen en ik zal de oogen niet van haar afhouden. O God I mocht ik zóó sterven Voor het circus verdiong zich eene dichte menigte, zoodat het Robert onmogelijk was er door te komen. Toen hij later terugkwam, was alles uitverkocht. Hij troostte zich met de gedachte, dat hij den volgenden dag kon terugkomen, en overlegde bij zichzelven of hij Adolphine misschien zou gaan opzoeken. Na de voorstelling zou hij het doen. Des avonds laat, tegen hot einde der voorstelling, hoorde hij van een koopman, dat er in het circus een kunstrijdster met haar paard was gevallenbij het opspringen had het dier haar doodgedrukt. Door een vreeselijk vermoeden be stormd, spoedt hij zich zoo snel als hem mogelijk is naar den circus. Een groote menschenmassa beweegt zich daar en men praat luid door elkander. De angst geeft hem krach ten, en zonder opgehouden te worden weet hij tot eene helder verlichte ruimte door te dringen, waar zich slechts weinig personen bevinden, die zacht met elkander spreken. In het midden van het vertrek ligt op een matras het verpletterd lichaam eener vrouw. „Adolphine I" roept de kreupele met een stem die door merg en been dringt, werpt zich op het lijk neder en bedekt het bleeke bebloede voor hoofd met kussenApst. Lombok. Aan het Nieuws v. d. Dag werd Vrijdag uit Batavia geseind: „Heden vertrekken naar Ampenan de luits.-kol. Scheuer en Frackers, de directeur Scherer, kapt. V is. De adjudant (van den Goeverneur-Gene- raal), kapt. Kroll, is belast met het overbrengen van een geheim schrij ven van den Gouverneur-Generaal. „Heden vergadering van den Raad van Indië." Uit een brief, den 20en Juli te Ampenan aan het Bat. Nbl. geschre ven De kroonprins bracht den 16n met groot gevolg een bezoek aan den opperbevelhebber te Tjakra-Ne- gara, waarbij vele officieren tegenwoor dig waren. De prins sprak zeer wei nig. Des avonds bracht de opperbevel hebber den prins een tegenbezoek te Mataram. Voorop gingen breede rijen lans- en geweerdragendendaarna kwam de opperbevelhebber met^ zij nen staf, begeleid door de muziek korpsen van het 6e en het 7e batal jon, terwijl bij de ontvangst de offi cieren van het 7e tegenwoordig wa ren. Politieke besprekingen werden tijdens deze bijeenkomsten niet ge houden. Door de verschillende troepen ifdee- lingen worden verkennings tochten eigenlijk machtsvertoon onder nomen naar het N., het Z. en het O. Het 6e bataljon, de veldartillerie en de cavalerie, alles onder commando van generaal Van Ham, begaven zich den 17en naar Narmada, dat 7 a 8 palen ten O. van Tjakra-Negara ligt. De officieren werden door den kleinzoon van den vorst in het pa leis aldaar ontvangen en bezichtig den dat verblijf met het daaraan verbonden lusthof. Twee compagnieën van het 7e bataljon bezetten tijdelijk Tjakra-Negara en keerden, na terug komst der aldaar tehuisbehoorende troepen, naar Mataram terug, waar zij Maandag aankwamen. De correspondent van het Hbld. te Batavia seint het volgend telegram, dat hij Vrijdagnamiddag te halfvier verzond „De luitenant van den topografi- schen dienst Van der Zwaan, is heden teruggekeerd van de Oostkust. Twee Engelschen die te Ampenan wonen zijn gevangen genomen. „De vijand versterkt Mataram en zendt er meer krijgslieden heen, maar hij laat Ampenan ongemoeid." Met het oog op de ernstige ge beurtenissen op Lombok is door den minister van Koloniën bepaald, dat de afdeelingen aanvullingstroepen, die ter sterkte van respect. 50 en 75 man op 15 en 29 September e. k. van het Koloniaal-Werfdepot naar Indië zou den vertrekken, ieder respectievelijk op eene sterkte van 208 en 157 on derofficieren en minderen zullen wor den gebracht. Het detachement meegerekend, dat Zaterdag 1 Sept. a. s. ook van Har derwijk naar Batavia wordt uitgezon den, zal het Kol. Werfdepot in die maand een contingent aan suppletie troepen moeten leveren van 420 on derofficieren en minderen. Eene vergoeding. Het Berliner Tageblatt geeft de vol gende mededeeling: „De Hollandsche regeering heeft voor eenige dagen een daad van recht vaardigheid verricht. Den 23sten Maart 1893 werd een arberder, die werkzaam was op de gnanovelden te Emmerik door een tweetal dronken Hollandsche veld wachters zonder eenige aanleiding aangevallen en door een sabelhouw zwaar aan het hoofd verwond. De veldwachters waren in volle uniform op Duitsch grondgebied gekomen. De moedwillige dader werd door de Hollandsche rechtbank in twee instanties vrijgesprokenomdat men het hem ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen achtte. Volgens een mededeeling van het Duisburger parket heeft de Holland sche regeering zich thans bereid ver klaard den verwonde niet alleen de kosten voor den dokter etc. (ongev. 400 Mk.) te vergoeden, maar hem zelfs een „Schmerzengeld" van 1000 gulden te geven. Daar de Holland sche regeering hiertoe niet verplicht is, bewijst dit wel dat Holland er prijs op stelt de goede verstandhou ding met Duitschland te bewaren." Socialisten te Amsterdam. Om elf uur was het op den Dam op Koninginnedag bijzonder druk door de werkloozen, die aan den op roep hadden gevolg gegeven en in troepjes eerst van een honderd, later in kleineren getale naar het Frede- riksplein trokken. Daar was het stampvol. Om 12 uur zette de stoet zich in beweging. Juist op dat oogenblik hieven de werkloo zen het Vrijheidslied aan. Een roode vlag werd vertoond en de politie maakte een charge met de sabel. Groote schrik onder de feestvier ders, die een oogenblik uiteenstoven en zich toen bij den snel voortschrij denden stoet aansloten. Een persoon werd verwond; een agent kreeg een slag met een knup pel op de hand en heeft zich waar schijnlijk laten verbinden. Hij werd later althans bij zijn detachement vermist. Terwijl de optocht onder muziek naar het feestterrein achter het Rij ks- museum ging, omstuwd door duizen den belangstellenden sloten de socia len, want als zoodanig hadden de werkloozen zich toch ontpopt, zich achteraan, 't Was een klein troepje, dat door het zingen van de bekende liederen en door het nabootsen der politie-fluitjes de aandacht tot zich trok. Op de Stadhouderskade maakte een vrouw het de politie lastig. Van de herrie werd gebruik gemaakt om op te dringen, er werd gegooid met stee- nen en het zestal agenten trok de sabel. Een eigenlijke charge behoefde echter niet gemaakt. Bij het feestterrein gekomen trok ken de socialen een tijdje rond. In de Alexander Boerstraat hield Samson een toespraak over Lombok enz., waarna het troepje zich op het feest terrein verspreidde. Een gat in de schutting maakte den toegang tot het terrein voor de gratis-bezoekers vrij gemakkelijkordeverstoring kwam echter niet voor. Een ontsporing. De sneltrein der staatsspoorwegen, welke om 2.55 u. nm. van-Amster dam W.P. naar den Haag en Rotter dam vertrekt, had Donderdagmiddag op het station Harmeien 20 minuten vertraging doordat een Se klasse rijtuig van dien trein onder het te rugzetten ontspoorde. Persoonlijke ongelukken vonden niet plaats. De beide hoofdsporen waren ver sperd tot 5 uur. Do twee socialistische partijen. In een Donderdagavond te Zwolle gehouden vergadering van socialisten hebben de oude en nieuwe fracties het onderling geducht te kwaad ge had. Hermans van de onde en Coben en Van der Vegt van de nieuwe partij vertelden elkander op minder Earlementaire wijze zoo vele liefelijk- eden, dat de politie het noodig achtte te herinneren, dat het reeds middernacht was, waarna de bijeen- gekomenen rustig naar huis gingen. Het begrafenisfonds van den soc.- dem. Bond, dat n< g lang een twist appel der partijen belooft te zijn, was ook hier de aanleiding tot den strijd. Cholera. De Engelsche 3-mastschoener Vo lunteer is Donderdagavond van de reede van Vlissingen naar Belfast vertrokken. De door de cholera aan getaste scheepsjongen is in de barak op Rammekens achtergelaten. De 5 choleralijders die thans zijn opgenomen in de ziekenbarak te Rammekens, worden thans verpleegd door een R. K. liefdezuster, die vrij willig hare diensten heeft aangeboden. Er bestaat veel hoop op hun herstel. Te Maastricht zijn Donderdag weder twee gevallen van cholera waargenomen. Sterfgevallen kwamen niet voor. Poging tot moord. De rechtbank te Amsterdam Vrij dag uitspraak doende in de zaak van Van Maris, die in de Blanken straat op zijn vrouw eenige schoten nit een revolver loste, veroordeelde hem deswege tot drie jaren gevange nisstraf. De eisch was zeven jaren. De rechtbank nam hier vele ver zachtende omstandigheden in aan merking en was het met den verde diger eens dat opzet hier niet bewe zen was. Wielrij den. Een Engelsch blad geeft eene lof rede op het wielrijden, die zekerden beoefenaars dezer sport aangenaam zal zijn: Waaraan is de hartstocht voor wielrijden toe te schrijven? Wat maakt het wielrijden zoo aantrekke lijk? Wielrijden is aantrekkelijk, luidt het antwoord, omdat het alle eigenschappen heeft van goede sport. Om te beginnen: het is een van de meest versterkende en ontwikkelde vormen van lichaamsoefening. Er is geen grooter genot, dat meer opwekt dan een rit op een goed wiel langs een goed aangelegden weg. Intusschen is de grootste bekoorlijkheid van het wielrijden voor een ontwikkeld man, dat het hem zoo in staat stelt, vreemde menschen en steden te be zoeken. Het rijwiel maakt bekend op alle wegen, in alle dorpen en gehuch ten. Wie enkel zijn voeten gebruikt, komt niet ver, althans niet heen en terug. Het rijwiel vergroot den afstand, die in een dag heen en terug kan worden afgelegd, belangrijk. Menschen die gaarne op den open weg of langs prachtige, statige lanen door eene heerijke natuur hun tochtjes maken, en niet in een stoffigen hardhollen- den trein willen zitten, vinden in het rijwiel een vriend zonder weerga. Wie op een paard zit, geniet maar half zijne vrijheid is beperkt door de be hoeften van het dier; hij is eenhalf- mensch. Wanneer hij niet een on- menschelijk mensch is, wordt hij on gerust over vermoeienis van zijn paard, over den rechtervoorpoot, die wat mank is, over den stal te A., die mis schien wat vuil zal zijn, over den stalknecht, die misschien het voeder vergeten heeft. De wielrijder heeft daarentegen een onvermoeibaar paard, zonder eenige behoefte behalve nu en dan wat lucht. De graaf van Parijs. De graaf van Parijs ligt op het uiterste; de geneesheeren hebben alle hoop om den zieke te redden opgege ven, en men kan elk oogenblik de doodstijding verwachten. De lijder wordt verpleegd in het kasteel Stowe-House, op twintig mi nuten van Buckingham te midden van een heerlijk park gelegen. De gravin van Parijs waakt dag en nacht zonder zich eenige rust te gunnen. Al zijn kinderen zijn thans op Stowe- House bijeenook zijn oom, de her tog van Nemours, is daar aangeko men, terwijl de prins van Joinville en de hertog van Aumale ook ver wacht worden. Mgr. d'Hulst heeft zich eveneens naar Stowe-House begeven. De graaf van Parijs is 56 jaarbij zijn dood wordt zijn oudste zoon, de hertog van Orleans, hoofd van het Huis van Frankrijk. Lourdes. De plechtigheden te Lourdes zijn voor dit jaar afgeloopen en de deelne mers aan den pelgrimstocht zijn naar huis teruggekeerd. Het einde van de plechtigheid was feitelijk de gods dienstoefening van pater Baiiy inde Notre Dame te Parijs, waar 3000 men schen aanwezig waren. De pater dankte voor de talrijke mededeeling en kon intusschen niet nalaten iets te zeggen over het werk „Lourdes" van Zola, zonder echter daarbij diens naam te noemen. „Laat ik u intusschen zeggen, zoo eindigde de spreker, dat wij van Lourdes niet zonder eenigen angst afscheid nemen, en dat wegens een verwerpelijk boek, wegens een smaadschrift, waarvan ik den schrijver niet behoef te noemen, die heeft gepoogd het eenvoudige en apostolische karakter des geloofsaan het groote wonder te Lourdes be lachelijk te makeD. Men heeft, wat het meest ridderlijk en eerwaardig is aan onze priesters, willen besmalen en beschimpen. De schrijver zocht op deze wijze een ongezonde populariteit. Hij wendde zich niet tot de geloovi- gen, doch tot de vrijdenkers, tot de liederlijke wereld, die begeerig is naar afschuwelijke romans, en hij zoekt hen, die sle ht3 aan den triumf van het gebed gelooven, op eene dwaling te betrappen. Het gebed was echter sterker en onze pelgrimstocht meer bezocht dan ooit." Onbeloonde zelfopoffering. Het komt iemand soms duur te staan zich op te offeren voor ande ren, schrijft de Figaro. Léon Mauric, de kappersbediende, die na den aan slag van Emile Henry op het café Terminus zich moediglijk op den vluchtenden anarchist wierp en bijna dadelijk door dezen op den grond ge worpen werd met een gebroken rib, een oog uitgeslagen en een oor ge scheurd, is thans buiten staat eenig werk te verrichten, en daarbij komt dat hij weldra eene zware operatie moet ondergaan. Om in zijne behoeften te voorzien zag hij zich genoopt alwat hij bezat te gelde fe makende gouden me daille, die hij gekregen had ter be looning voor zijne moedige daad, bracht hij naar de bank van leening. Eindelijk was hij uitgeput. Men had hem een „débit de tabac" beloofden hij is altoos nog wachtende op het „débit de tabac". Hij heeft den minis ter van binnenlandsche zaken om eene nederige betrekking verzocht, die hem in staat stelt om te leven en zijne moeder en zijne arme minderjarige broeders eenige hulp te verschaffen maar er volgde geen antwoord. De Figaro brengt verder een har fig woord ten gunste van dien man in het midden. Ook het Journal de Débats verheft zijne stem ten bate van dien zeifop- offerenden man en is zelfs een wei nig bitter jegens de regeering. Men zou zeggen, schrijft het o. a., dat men in de ministerieele bureaux Mauric met zijne aanzoeken lastig begint te vinden. Hij heeft geen tact. Hij her innert gestadig aan den moed dien hij aan den dag heeft gelegd. De deugd, die niet onbaatzuchtig is, houdt op eene deugd te zijn. Er scheelt wei nig aan, of men zal hem aanmanen ingetogener te zijn. Een kostbare vondst. Bij het uitbaggeren van de haven van Bizerte in Tunis, heeft men eene offerschaal van massief zilver gevon den zij is geïncrusteerd en opgelegd met goud. De schaal is ovaal, eenigs- zins hol, en heeft twee vlakke ooren of handvatsels. De ornamentiek is zeer fraai; het hoofdmotief der incrustiek is de strijd van Apollo en Marsyas, den fluitspe ler. De hoofdgroep wordt aangevuld door voor- en tegenstanders der beide partijen. Rondom de schaal zijn verschillen de idyllische of landelijke voorstel lingen aangebracht in Alexandrijnsche stijl. Op de handvatsels een offering aan Bacchus en Bacchanaliën. Dit Helleensche kunstwerk schijnt te dagteekenen uit de eerste jaren van onze jaartelling. Het is het kost baarste goudsmidswerk dat tot heden in Afrika werd ontdekt. Het stuk zal het eigendom worden van het Museum van Barlo. Eene anarchistische samen zwering. In Italiaansche bladen wordt ge meld, dat de politie een anarchist gevangen heeft genomen. Bij hem werden vier brieven gevonden, waar in een samenzwering onthuld werd, die ten doel had den koning van Grie kenland te Milaan te vermoorden. Een ernstige brand. Een groote brand heeft gewoed op de Canton-rivier. Honderden booten van bloemenhandelaars zijn verbrand; omstreeks 1000 inlanders kwamen om het leven. Zakjes opblazen. Een zeer slechte gewoonte is het opblazen der papieren zakken in si garen-, kruideniers- en meel winkels. Komt ge in een dergelijke zaak, om een artikeltje van dagelij ksch gebruik, dan heeft de winkelier of wie zijn plaats vervangt, niets gauwers te doen dan een zakje te nemen, het aan zijn lippen te brengen en het volgens de regelen der kunst vol te blazen nit den inhoud zijner longen. Probeer hetzelfde eens met een glas of een fleschAls de herbergier u het glas vol blies, alvorens u het bestelde bier of bittertje over te geven, zoudt ge den man hartelijk danken voor zijn hartelijken drank. WelnuWat men van den herbergier op zijn minst ge nomen vies zou vinden, laat men zich welgevallen, als het in een pa pieren zakje geschiedt, omdat men daarin het aanslaan van den adem niet merkt. Bedenkt men evenwel, dat de adem niet alleen onwelriekend kan wezen, maar ook de overbrenger kan zijn van ziektestoffen, dan is het niet overbodig op de heerschende kwade gewoonte opmerkzaam te maken. De oorlog tusschen China en Japan, Uit Chefoo wordt gemeld, dat de Japansche soldaten Port Arthur heb ben aangevallen. De Britsche kanon neerboot Redpole is Donderdag daar heen gezonden. Jonken die uit Newehwang kwa men berichten, dat aan de monding der Tutang vele lijken van Japanners dreven. Dit wordt beschouwd als eene bevestiging van de nederlaag, die de Japanners zouden geleden hebben. De overwinning der Chineezen bij Ping-Yang was nog niet in bijzonder heden bekendeen telegram uit Shanghai vermeldt nu de lezing, welke het Chineesche blad Hupdo van het gebeurde geeft. Op 13 Augustus ontmoette de Chi neesche voorhoede, sterk 5000 man van alle wapenen, de Japansche troe pen welke de passen van Pang-Yang bewaakten, en dreven hen er uit. Een groot aantal Koreanen kwamen zich toen onder de Chineesche vanen scharen, en vroegen verlof om tegen de Japanners te mogen oprukken. Nadat de Chineezen een versterking van 4000 man hadden gekregen, werd den 15e een voorwaartsche beweging gemaakt tegen de Japansche linie te Chung-Ibo, maar de troepen van den Mikado trokken terug voor den na derenden vijand. Den 16e rukte het Chineesche le ger, nadat het opnieuw een verster king van 13.000 man had gekregen, tegen de Japanners op; er ontstond een hardnekkig gevecht, waarin de Japanners 4000 man en al hun ba gage verloren. Den 18e marcheerden de Chinee zen op naar Hudang Chowmaar toen zij te dicht langs de Tutang- rivier trokken waar 13 Japansche oorlogsschepen voor anker lagen stonden zij bloot aan het kanonvuur, dat hun een verlies van verscheiden honderden manschappen bezorgde. In tusschen had de Chineesche artillerie zich verdekt opgesteld, en toen bij laag tij drie Japansche oorlogssche pen waren vastgeraakt, werden deze duchtig gehavend door de batterij op het strand. De hoofdmacht der Japanners trok ten slotte zuidwaarts, en werd tot het vallen van den nacht vervolgd door de Chineesche ruiterij. Verder wordt nog gemeld dat generaal Yeh een omweg had gemaakt en de Ja panners in den rug aantastte hij voltooide hunne nederlaag, en maakte zich meester van Hudang-Chow. De Expositie dagelijks behalve Zondag geopend. Vrij mlrée bij introductie. Directie VOS ZOON. Commissariaat ran Politie te Haarlem. De voorwerpen zijn dagelijksbehalve Zon- en feestdagenvan 11 tot 1 uur voor de eigenaars terug te bekomen. Een muilkorf. Een kieltje. Een paar handschoenen. Een doosje en een potlood. Eene portemonnaie. Een speldje. Een hamer. Eene heerendas. Eene portemonnaie met eenig geld. Een tafelschel. Eene pet. Een hondje. Eene vrouwenzak, met een dasje. Eene portemonnaie met eenig geld. Een armband. Eene portemonnaie. Een horloge met ketting, Eene broche. Een koordring van eene parapluie. Een duimstok. Een gutta-percha wiel band. Een bloedkoralen kettinkje. Eene kinderkous. Een paar hand schoenen. Een kinderschoentje. Een boezelaar. Een dames handschoen. Een touwtje met sleuteltjes. Een sleutel met een touwtje en een knop.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1894 | | pagina 7