DE JACHT OP EENE ERFENIS.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
12e J t
Zaterdag 8 September 1894.
No 3481
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIEN:
81 ADSNIIUWS.
FEUILLETON
Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers0,05.
Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30.
franco per post 0,37J.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat Haarlem. Telefoonnummer 122.
„N -
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bq Abonnement aanzienhjk rabat.
Reclames 20 Cents per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren en courantier».
Directeur-Uitgever J. C. PEEHEBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangére G. L. DAUBE CoJOHN F. JONESSmcc., Parijs 31 bis Faubourg Montmartre:
Het Bijvoegsel van het blad dat
Zaterdagavond verschijntzal bevatten
De twee Griffiers. Binnen- en Bui-
tenlandsche berichtenVaria. Ad-
v&rtentién enz.
Haarlem7 Sept. 1894.
Museum van Kunstnijverheid.
De boekerij van het Museum van
Kunstnijverheid alhier is sedert 1
September weder geopend. Wij her
inneren er aan dat uit genoemde
iboekerij boek- en plaatwerken kun-
'nen worden aangevraagd, welke gratis
door bet geheele land worden ver
zonden.
Vooral de beoefenaars van de ver
schillende kunstambachten, beeld
houwers, meubelmakers, kunstsme
den, goud- en zilversmeden, graveurs
en decoratieschilders en vele andere
vakken vinden hier eene ruime keuze
van goede modellen en leerzame lec-
tuur.
De Catalogus wordt "tegen toezen
ding van 15 cents in postzegels franco
toegezonden aan allen die er de aan
vrage toe doen aan den heer E. von
Saber, conservator van bovengenoemd
museum.
Het Museum van Kunstnijverheid
alhier werd gedurende de maand
Augustus door 1174 personen bezocht.
Door den Minister van Waterstaat
enz. zijn met ingang van 16 Sept. a.s.
benoemd tot adsistent ten Postkan
tore alhier P. C. Bitter, C. v. Meer-
ten en A. J. Hekkei man, thans brie
venbestellers alhier.
Volksgezondheid.
Het bestuur der Vereeniging tot
bevordering der Volksgezondheid te
Haarlem heeft dezer dagen de aan
dacht van heeren Burgemeester en
Wethouders gevestigd op den voor de
algemeene gezondheid nadeeligen toe
stand der woningen in het slop No.
15 in de Raamsteeg en in het slop
No. 15 in de Hondesteeg; zoomede
op het niet voldoen van een perceel
in de Voortingstraat aan den eisch
der achtste zinsnede van art. 180 der
Algemeene Politieverordeningen
daarbij aan B. en W. in overweging
gegeven op al die woningen art. 197
der genoemde verordening toe te
passen.
Verloting ten bate der armen.
Aan de Vereeniging tot behartiging
van de geestelijke en stoffelijke be
langen der armen alhier
is de koninklijke bewilliging verleend
tot het houden van eene verloting
van door armen vervaardigde goede
ren, waarvan de opbrengst bestemd
is ten bate dier armen.
De heer mr. Joh. Enschedé is blij
kens een ingezonden stuk in zijne
eigen courant, de Opr. Haarl. Cou
rant van 6 dezer, niet in zijn schik
met het feit, dat mr. Ever wijn Lange,
(wiens candidatuur ook door mr. En
schedé is aanbevolen) ons heeft ver
klaard voorstander te zijn van gemeen
telijke gas-exploitatie.
Mr. Enschedé geeft ons de verze
kering „dat de 30 kiezers den heer
,E. L. niet hebben aanbevolen om-
„dat hij in beginsel is voorstander
„van gemeentelijke gas-exploitatie" en
voegt er bij, „Misschien zijn er wel
„onder, die het in dat opzicht finaal
„met het hem oneens zijn."
Nu, dat willen we wei gelooven.
Wij vinden bij de onderteekenaars
van de aanbeveling o. a. ook den
heer S. J. Graaf van Limburg Styrum
en dat Mr. Johs. Enschedé zelf ook
niet voor gemeente-exploitatie is, mag
welbekend worden genoemd.
Evenwel moeten wij opkomen te
gen de wijze, waarop mr. Enschedé
de waarde van de verklaring van den
heer E. L. aan ons gedaan, trachtte
verkleinen. Hij zegt daarvan:
„De redactie van Haarlem's Dagblad
„heeft onzen candidaat geïnterviewd
„omtrent diens meening over degas-
„quaestie, zoodat de kiezers nu we
den, dat de heer E. L. in beginsel is
„voor gemeente-exploitatie, maar niet
temin op aannemelijke voorwaarden
„ook wei een concessie wil verleend
„zien. Dat zegt nu gelukkig niet veel.
„Ik kan mij voorstellen, dat omge
keerd iemand in beginsel is tegen
„gemeente-exploitatie,maar niettemin,
„omdat er geen aannemelijke conces-
„s;e te verleenen valt, er toch vóór
„stemt. Alles hangt af van de appre
ciatie der omstandigheden."
Zoo is evenwel het antwoord van
Mr. Everwijn Lange niet juist voor
gesteld. In ons bericht staat het na
volgende
„De heer Everwijn Lange heeft ons
„verklaard, in principe voorstander te
„zijn van gemeentelijke exploitatie,
„althans bij den tegenwoordigen stand
„van de zaak. Hij deed onzen redac
teur opmerken, dat hij daarmee even-
„wel niet gezegd wilde hebben, dat hij
„alle ook de schitterendste aanbiedingen
„der Imperial beslist zou at wij zen.
Wij wijzen op bet groote verschil
in de uitdrukkingen. De heer Ensche
dé spreekt van „aannemelijke voor
waarden", ons bericht gewaagde ven
„ook de schitterendste aanbiedingen".
Geen interviewer kan verwachten dat
een gemeenteraadscandidaat zeggen
zal„door dik en dun zal ik dit of
dat zien gedaan te krijgen", maar het
heeft al groote beteekenis wanneer
iemand in principe voorstander ver
klaart te zijn van gemeentelijke ex
ploitatie.
Een bedekt verwijt aan mr. E. L.
is dan ook te lezen in den volgenden
volzin uit het stuk van mr. Enschedé:
„Wij weten niet, en wenechen niet
„te weten, of onze candidaat zich reeds
„nu rekenschap heeft gegeven, hoe hij
„over velschillende vragen, die zich
„kunnen voordoen, stemmen zal."
„Hoe kunt ge," zoo schijnt de heer
Enschedé aan zijn candidaat te vra
gen, „nfi reeds een meening hebben
over de gasquaestie?"
Wij kunnen den heer Enschedé
hieromtrent gelukkig inlichten. Mr.
Ever wijn Lange zeide ons, dat hij
(toen hij nog secretaris was van den
Haarlemmermeerpolder) vaak met zijn
toenmaligen chef jhr. Van de Poll
over de gasquaestie gesproken had.
Het destijds oudste lid van den Raad
kon daarover aan den heer E. L.
zeker nogal wat vertellen. En ieder
weet, welk een overtuigd tegenstander
de heer Van de Poll v:in gasconcessie-
verlenging is geweest.
Ten slotte nog dit. Mr. Enschedé
en wij hebben denkelijk verschillende
opiniën over de waarde en de wen-
schelijkheid van een interview
als dit. Wij evenwel blijven meenen,
dat het beter is eenigszins te weten
wat men van zijnen candidaat ver
wachten kan, dan, zooals in casu mr.
Enschedé) met schrik te moeten be
merken dat zijn candidaat het opeen
kapitaal punt finaal met hem on
eens is.
Vooruitgang.
Donderdagavond vergaderde in een
der zalen van cafe Brinkmann de li
berale kies vereeniging „Vooruitgang"
onder voorzitterschap van den heer
mr. Th. de Haan Hugenholtz.
Bij meerderheid van stemmen (22
tegen 16) werd besloten, dat aan de
leden verslaggevers der pers niet zal
worden toegestaan de gedachtenwis-
seling die in deze vergadering zal
worden gehouden, te publiceeren. Al
leen het resultaat van de vergadering
zal dus worden openbaar gemaakt.
Na lezing der notulen worden de
verschillende voorloopige candidaten
der vereeniging bespro xen. Het zijn
de heeren (alfab. gesteld) mr. G. C.
Ever wijn Lange, G. E. L. Hij mans,
mr. A. Kist, G. L. van Lennep en
H. F. van Thiel.
Bij eerste stemming worden uitge
bracht 14 stemmen op den heer Van
Lennep, 7 op den heer Ever wijn
Lange, 18 op den heer Hijmans, 6 op
den heer Van Thiel en 1 op den heer
Kist. Drie stemmen waren in blanco.
Bij tweede vrije stemming verwierf
de heer Van Lennep 18, de heer
Everwijn Lange 2, de heer Hijmans
17, de heer Van Thiel 3 stemmen.
Twee briefjes waren in blanco.
Bij herstemming tusschen de hee
ren Van Lennep en Hijmans ver
kreeg eerstgenoemde 23 van de 42
en de heer Hijmans 19 stemmen,
zoodat candidaat is van „Vooruit
gang" de heer G. L. Van Lennep.
Deze heeft verklaard, eene even-
tueele candidatuur te zullen aan
vaarden.
In den loop der vergadering her
dacht de voorzitter wijlen Jhr. J. W.
M. van de Poll en zijne verdiensten
als Raadslid.
De Katholieke kiesvereeniging be
sloot in hare terzelfder tijd gehouden
vergadering met 22 tegen 1 stem zich
voor deze verkiezing van het stellen
van een candidaat te onthouden.
De leden zijn derhalve vrij te stem
men op wien zij willen.
De stand van zaken is nu aldus,
dat er voor de vacature in den Raad
vier candidaten zijn en wel (alfabe
tisch)
G. Bos, koopman, lid der firma Gebr.
Bos, gesteld door de anti-revolutio
naire kiesvereeniging „Nederland en
Oranje".
Mr. G. C. Everwijn Lange, gesteld
per advertentie door een dertigtal kie
zers, dijkgraaf van den Haarlemmer
meerpolder.
W. A. J. van de Kamp, eigenaar
van het café en logement „St. Jan,"
gesteld door de neutrale kiesvereeni
ging „Burgerplicht", waarvan hij voor
zitter is.
G. L. van Lennep, particulier, ge
steld door „Vooruitgang".
Nu misschien voor dezen of genen
de keuze wat wat moeilijk wordt, zal
het hun wellicht aangenaam zijn een
en ander over de verschillende can
didaten te vernemen.
De heer Bos wordt aanbevolen als
een welbespraakt man, bekend met
armenzorg, die door zijn vak als aan
nemer en handelaar in bouwmateri
alen, met kennis van zaken over de
bouwwerken der gemeente kan oor-
deelen.
Mr. Everwijn Lange wordt aanbe
volen als dijkgraaf van den grooten
polder Haarlemmermeer, waarvan de
belangen dikwijls samenloopen met
die van de gemeente. Wat zijn per
soon betreft, is er op gewezen dat
Mr. Everwijn Lange onafhaukelijk
is en zijn ijver en werklust voor de
publieke zaak heeft getoond door
zijne functie van secretaris van „Wel
dadigheid naar Vermogen" en van
de afd. Haarlem van de Holl. Maats,
van Landbouw.
De heer Van de Kamp heeft in den
laatsten tijd de aandacht op zich ge
vestigd, doordien hij heeft medege
werkt aan het ontwerpen en proga-
geeren van het bekende kermisadre.s
Zijne vereeniging stelt hem als bezui
nigingsman.
De heer Van Lennep ten slotte is
genoemd een degelijk administrateur
(als Secretaris der Ambachtsschool)
en deskundige in bouwzaken. Vroe
ger was hij lid van den Raad van
Nieuwer Amstel, gedurende een jaar
waarnemend wethouder. Deze candi
daat is in beginsel tegen het verlee
nen eener gaseoncessie.
De heeren Bos, Everwijn Lange en
van Lennep zijn allen in beginsel
voorstanders van gemeentelijke exploi
tatie van licht.
Voor een raam van het meubelma
gazijn van den heer A. M. Randoe
in de Gierstraat alhier is een schilde
rij geëxposeerd van den Kunstschil
der H. Savrij Jr., voorstellende een
landschap met koeien.
Door de politie alhier is aange
houden een 15jarige knaap die zich
had schuldig gemaakt aan diefstal
van een gouden ring met zwarten
steen in perceel no. 52 aan het Groot
Heiligland, tijdens hij aldaar met
zijn baas de schoorsteenen veegde.
Hij is vroeger meermalen terzake van
diefstal aangehouden.
Zoodra de sluizen te- Haarlemmer
meer voor het algemeen verkeer ge
opend worden, komt in de vaart een
beurtschip, varende van Hoofddorp
op Amsterdam en Leiden.
Te Hoofddorp (Haarlemmermeer)
is eene vergadering gehouden, op uit-
noodiging van eene commissie uit
het Burg. Armbestuur met de geeste
lijken en eene corporatie uit de dia
kenen van alle gezindheden, ter be
spreking van het doel en de midde
len, die aangewend moeten worden,
tot stichting van een tehuis voor
weezen en ouden van dagen.
Hoewel allen doordrongen waren van
't groote nut, toch stuitte men op gods
dienstige bezwaren, waarom men ge-
Naai het engelsch
van PAUL H. GERRARD.
63)
HOOFDSTUK XXII.
Juffrouw Pettigrew8 teleurstelling.
Zijn vriend maakte gebruik van dit oogenblik dat de ele
menten minder heftig woedden om naar huis te ijlen, waarna
Pettigrew de kast doorsnuffelde en meel en aardappelen
vond, zoodat hij wat avondeten voer zich gereed maakte.
Daarna strekte hij zich achterover in een stoel uit en met
zijn voet bij het vuur, dat weer aanwakkerde, viel hij in slaap,
onbewust dat de storm, die in heftigheid begon toe te nemen,
het oude, bouwvallige hutje deed schudden, den regen tegen
de deur en het raam deed zweepen en de steenen van het
bovengedeelte van den schoorsteen naar beneden slingerde.
Hij was diep in slaap toen een vreeselijke windvlaag, een
gekraak en een slag, die zich gelijktijdig deden hooren,hem
eensklaps deden ontwaken terwijl hij opsprong. Het huisje
kraakte en schudde; een paar steenen waren van den schoor
steen dicht bij de zoldering naar beneden gevallen en een
daarvan had zijn voet even aangeraakt. Hij bleef een oogen
blik staan, als meende hij dat er weer wat zou neervallen.
Daarna 'rakelde hijK het vuur wat op, en toen de vlam
men er weer hooger uitsloegen, verwijderde hij zijn stoel
van den gevaarlijken schoorsteen en bekeek dien nauwkeurig.
De wind kalmeerde wat, zoodat zijne vrees minder werd
en hij het gat ging bekijken, waaruit de steenen waren ge
vallen. Hij meende in de opening iets wits te zien liggen,
en daar hij niet meer in slaap kon komen, klom hij naar
boven om het gat eens van nabij te bekijken. Hij vond een
klein pakje gewikkeld in een witte lap. Hij knielde neer bij
den haard en begon het te ontpakken, totdat hij, na er ver
scheidene lappen te hebben afgewikkeld, het sierlijkste doosje,
dat hij ooit had gezien, in zijne hand hield. Een plat, rood-
leeren doosje met een satijnen voering; op den bovenkant
een paar prachtige letters er in goud op gegraveerd, en ver
der voorzien met een gouden slot en een fijn kettinkje van
dit metaal.
„Drommels!" zeide de jonge Pettigrew, „wat is dat
prachtig I"
Zijne moeder had hem opgevoed met de oneerlijke theorie
van „houd wat je vindt." Nooit was hem geleerd, dat hij
moest teruggeven wat hij gevonden had, zelfs al had hij het
den vorigen eigenaar zien laten vallen. Op het oogenblik, dat
hij het doosje in zijne hand had, was het volgens zijne be
grippen van hem. Na eerst te hebben nagegaan welke goede
vondst het was, bedacht hij wat hij er mee zou doen.
Het leven op Barth, waar hij dagelijks de gebeden en
Zondags de godsdienstoefening in de kerk bijwoonde, had
wel eenigen invloed op dezen jeugdigen heiden gemaakt; de
wenken en raadgevingen van de door hem aangebeden miss
Mi hadden ook het hunne er toe bijgebracht om hem van
zijne ondeugden te genezen; zijne begrippen omtrent eerlijk
heid waren echter nog zeer oppervlakkig, en het kwam vol
strekt niet bij hem op om aan iemand anders dan zichzelf
het eigendom van dit doosje toe te kennen.
Het kwam hem geen oogenblik in de gedachte, dat het
zijne moeder toebehoorde. Hij meende alles wat zij bezat wel
eens te hebben gezien en men het oog op haar babbelzucht
verwachtte hij niet, dat zij een geheim zou kunnen bewaren
Een vroegere bewoner van het huisje moest het er hebben
verborgen, en hij was zoo gelukkig geweest het te vinden.
Bij dit punt zijner overdenkingen gekomen klom bij naar
boven en bevestigde de steenen weer stevig in den schoor
steen.
Hij opende het doosje en vond eene leege afdeeling. Juf
frouw Pettigrew had de voorzorg genomen om dat gedeelte,
dat het papier bevatte, dicht te plakken en haar zoon, die
nooit zulke pronkerijen in zijne hand had gehad, lette
hier niet op.
(Wordt vervolgd.