BINNENLAND.
Letteren en Kunst.
den spreker, die voor een geïmpro-
viseerden katheder stond, geflankeerd
door twee decoratieve engeltjes,een met
een soort klarinet en een met een boek
in de hand. En het deed pijn aan de
oogen de gaslichten langs en boven
het hoofd van den spreker te zien weer
kaatsen in den spiegel waarvoor hij
stond, terwijl hij zelf door de wer
king van een tegenoverhangenden
spiegel heel in de verte in het glas
nogeens zichtbaar was.
Waarmee we maar zeggen willen,
dat men beter had gedas n het pu
bliek te plaatsen overdwars met het
gezicht naar de straat*
't Moet voor een spreker moeielijk
zijn zich te ontworstelen aan de stort
badachtige gewaarwording die een
zoo klein publiek op hem maken
moet. De heer Lamberts heeft dit
met succes weten te doen. Aan zijn
voordracht van Cremers „Bruur
Joapik" was niet te ontdekken, dat
hij hoofden geteld had integen
deel met veel gloed en kracht van
zeggen, uitstekend genuanceerd, droeg
hij de novelle van Cremer voor,
die al is ze dan ook een ge
ïdealiseerd boerenverhaal en niet
overal de realiteit in persoon door
trokken is van zooveel levensvreugde
en hoop, zulk een frissche geur mee
brengt van hooi en buitenlucht, als
een heerlijke variatie op de benau
wende odeurs uit de salons van de
moderne wanhoopsliteratuur.
Alleen daarom doet het iemg-nd
goed zulk een eenvoudig verhaal van
Cremer te hooren voordragen voor
al door iemand als de heer Lamberts,
die de zeldzame kunst verstaat u al
lezende te laten zien wat er gebeurt.
Wij konden het geheele program
ma niet bijwonen. Zoo de heer Lam
berts wat later in't seizoen den moed
heeft nog eens hier op te treden,
hij naar wij vertrouwen een grooter
gehoor vinden.
Bureau voor Vraag en Aanbod
voor den Arbeid.
Geopend: Zaterdagavond van 8% tot
uur.
Lokaal „Doelen", ingang Luitensteeg,
is gelegenheid tot inschrijving van
werkeloozen, die minstens 12 maan
den in Haarlem woonachtig zijn.
Als zonder werk zijnde hebben zich
aangemeld
Wijnkoopersknecht, losse werklieden,
bankwerkers, koetsier, loopknechts,
schoenmaker, winkelbedienden, tim
merlieden, houtdraaier, letterzetter,
hovenier, schilders en steenhouwer.
Heeren Werkgevers welke van deze
aanbieding wenschen gebruik te ma
ken, worden beleefd verzocht hunne
aanvragen in te zenden bij de leden
der Commissie of op den zitting
avond.
Namens de Commissie
J. HUIZING, Waarn.
de gemeente had gewijd.
Zaterdagavond trad de heer Willem
van Zuijlen te Zand voort op in de
concertzaal van het hotel Kurzaal.
De zaal was vrij goed bezet, in
aanmerking genomen het vergevor
derde badseizoen. De aanwezigen amu
seerden zich kostelijk.
Het was een goed ;idee van den
heer Deinum om tot sluiting van het
badseizoen den heer van Zuijlen te
doen optreden.
Ten slotte een woord van lof aan
den heer Deinum, die den badgasten
het nu bijna afgeloopen badsei
zoen zulke genoeglijke avonden ver
schaft heeft.
Haarlem-Zandvoort Spoorweg-Maat
schappij over de maand Mei 1894.
Opbrengst reizigers ƒ8109 55
idem goederen 279.8S&
idem diversen 73.72
Te zamen 3463.1072
Per dag en per kilometer 13.14.
Nabij Hillegom is de schuur van
A. van der Linden door onbekende
oorzaak afgebrand; een varken een
geit en 70 kippen kwamen in de
vlammen omde schuur was wel,
de levende have niet verzekerd.
doeld, en bestoken de Sasaks uit het
binnenland hun onderdrukkers dus
van de noordzijde. Tevens hebbende
Sasaks de streek ten zuiden van Tja-
kra en Mataram bezet tot aan zee.
Van de zeezijde worden de Baliërs
door de batterijen beschoten. Zij zijn
dus ongeveer van alle zijden ingesloten.
Van den zwaar gewonden luitenant
bij de Lombok-expeditie G. J. Velds,
heeft de moeder te Sneek bericht ont
vangen, dat zijn toestand gunstig is.
de vereeniging „Holder's Belang" een
rijtoer door de gemeente. Het gaat
langs het Ankerpark, de brug over
de Binnenhaven, de Zuidstraat, de
Weststraat, de Spoorstraat, de Post-
brug en het Westplein terug naar den
Stationsweg, waar verschillende plaat
selijke corporaties zullen zijn opge
steld om H.H. M.M. hulde te brengen.
Te 6 uur 20 verlaten de Koningin
nen de gemeente, waar dan het
Oranjefeest zal worden voortgezet.
Heden werd door den minister van
Waterstaat, Handel en Nijverheid,
vergezeld van den Inspecteur van den
Waterstaat J. M. F. Wellan en den
hoofd-ingenieur van den Waterstaat
R. O. van Manen een bezoek gebracht
aan de in aanbouw zijnde sluis-
werken te IJmuiden en daarna per
stoomboot een tocht op het Noord-
zee-kanaal gedaan.
Van een hoofdofficier van het in-
dische leger deelt het Nieuws van den
Dag de volgende conjectuur mede
omtrent de verspreiding van de com
pagnieën van het 9e bataljon, dat,
waarover de luit.-kolonel La wick van
Pabst het bevel voerde.
De overste, die bereden was, zal
waarschijnlijk al zeer spoedig door de
kogels der Bulineezen zijn gevallen.
Het kommando ging toen over op
den oudsten kapitein. Toen deze in
zag, dat de troep niet langer kon
stand houden, zal hij bevel hebben
gegeven, dat de vier compagnieën elk
afzonderlijk zouden trachten zich er
door heen te slaan.
Dezelfde hoofdofficier verklaart het
merkwaardige geval, dat kapitein
Lindgreen heeft kunnen capituleeren,
iets wat zich waarschijnlijk nog
nooit in Indië heeft voorgedaan te
genover een iulandschen vijand uit
de omstandigheid, dat de kapitein
gehuwd is met de dochter van een
vroeger en resident van Bali en Lom
bok. De vorst van Mataram heeft
dien resident gekend, misschien kende
hij ook diens dochter, misschien
Lindgreen zelf, die luitenant was toen
hij huwde.
Tweede Kamer.
De Tweede Kamer der Staten-Gene-
raal zal Dinsdag 18 September, na de
opening der nieuwe zitting, 's namid
dags 3 uur vergaderen.
Te Maastricht werd sedert de
vorige opgave een persoon door cho
lera aangetast en is een persoon
daaraan overleden. In het geheel
werden daar sedert het ontstaan der
ziekte 80 personen aangetast, van
welke 41 overleden.
R. K. Kerk te Bennebroek.
In bijzijn van hei Dagelijksch Be
stuur, het meerendeel der raadsleden
en talrijke genoodigden en belang
stellenden is door den Deken van
Warmond de eerste steen gelegd voor
de te Bennebroek te bouwen Katho
lieke kerk.
Gemeenteraad HHlegom.
In de jongste vergadering van den
Raad der gemeente Hillegom was o. a.
ingekomen het verzoek van den heer
H. van Waveren om ontslag als
raadslid wethouder en ambtenaar van
den burgerlijken stand.
De voorzitter herdacht het feit dat
de heer H. Van Waveren dus thans
de laatste zitting bijwoonde, nadat
hij 40 jaar als raadslid en 25 jaar als
wethouder zijne beste krachten aan
Lombok.
Maandag is ontvangen het volgend
telegram uit Batavia
„Mataram en Tjakra Negara beide
plat geschoten door de batterijen.
„De Sasaks van Batoe Klian be
vochten de Baliërs benoorden Nar-
mada. Eenige duizenden Sasaks be
zetten de streek zuidelijk van Mata
ram en Tjakra tot aan de zee.
,Goesti Djilantik ontkwam naar
Karang Asem (op Bali)".
Uit Batavia is gisteren door de$
gouv.-generaal een telegram verzon
den aan den minister van koloniën,
waarin de berichten betreffende den
overtocht van Djilantik van Lombok
naar Bali, het beschieten van Mata
ram en Tjakra Negara etc. worden
bevestigd.
Geen verdere europeesche minde
re militairen van de vermisten zijn
teruggekeerd.
Sidenring (evenals Gowa vroeger
genoemd een der bondgenootschap
pelijke landen op Celebes) heeft hulp
troepen aangeboden.
Narmada, in dit telegram genoemd.
is de naam van een rivier die bezui
den Tjakra Negara en Mataram naar
zee loopt, maar ook van een, aan den
noordelijk loopenden bocht dier rivier
gelegen plaatsje, eender verblijfplaat
sen van den vorst, dieper landinwaarts.
Ongeveer 20 kilometers meer land
inwaarts ligt Batoe Klian, aan den
grooten weg die van Ampenam dwars
door het eiland, langs Mataram, Tja
kra en Narmada, naar Laboean Hadji
op de Oostkust loopt.
Vermoedelijk is dus met Narmada
niet de rivier, maar de kampong be-
Het 3de bataljon van Haarlem is
Maandag in het kamp bijKatwijk gear
riveerd. Het spoorde van Haarlem
naar Pietgij zenbrug, waar werd uit
gestapt en de marsch naar het kamp
te voet werd voortgezet.
Het arriveerde om halfelf te Kat
wijk. De maD schappen zagen er wel
warm (vooral de hen vergezellende
marketentsters), maar welgemoed uit.
Om elf uren kwam het bataljon uit
Delft te Katwijk aan, onder de tonen
van trom en hoorn.
Aanranding.
In de spoorstraat te Hilversum
werden Zondagavond een heer en twee
dames door twee korporaals uit het
kamp bij Laren tegengehouden, die
hun onder vloeken en bedreigingen
met de blanke sabel beletten hunnen
weg naar het station te vervolgenen
hen noodzaakten in een winkel de
wijk te nemen. De militairen pos
teerden zich daarop voor de deur.
tot eindelijk de grootste belhamel
naar binnen ging, en zijn sabel op
de toonbank werpende, te kennen
gaf, dat zij konden gaan. Het gezel
schap dat geen tijd te verliezen had
om den trein te halen voldeed hier
aan, nu echter door de korporaals op
den voet gevolgd, tot deze op de
nadering van twee agenten zich haas
tig verwijderden. De heer verzocht
deze hem en zijn gezelschap te bege
leiden, waarop den korporaals werd
aangezegd „zich goed te houden."
Geen tien minuten later echter
sloeg een hunner bij het Stations
plein de portierruit van een passee-
rend rijtuig stuk. Gelukkig bevond
„de overste" zich aan het station,
dien men met het feit in kennis
stalde en die den dader en zijn ka
meraad in verhoor nam, waarna zij
onder geleide van een agent naar
het politiebureau werden overgebracht.
Onder de arbeiders op fort Velthuis
in de Wijkermeer, gemeente Heems
kerk, heeft zich een geval van cholera
asiatica voorgedaan. De lijder is afge
zonderd in de barak.
De vrouw van den arbeider M. de
Groot te Burgerveen is aan de cholera
bezweken.
De Koninginnen te Helder
Het feestprogramma van het bezoek,
dat de Koninginnen morgen (Woens
dag) aan Helder brengen, behelst o.a.
het volgende
HH. MM. komen te tien uur zes-
en-veertig 's morgens aan met een
extra trein uit Soestdijk. Aan het
station worden zij ontvangen door
deD burgemeester den heer C. A.
Beukenkamp, en onmiddellijk gaan
de rijtuigen langs eene eerewacht, uit
schutterij, infanterie en artillerie be
staande, langs den Stationsweg, den
Kanaal weg en de Hoofdgracht naar
De Koningin Withelmina, het oorlogs
schip dat in het begin van het jaar
aan de Marinewerf te Amsterdam
van stapel liep, en dat nu gemeerd
ligt in de haven. Der jonge Koningin
wordt hier namens de marine een
fraai model aangeboden van dit
vaartuig. Vervolgens begeven HH.
MM. zich met gevolg, met den schout
bij-nacht Van Uhlenbeck, den bur
gemeester en de wethouders aan
boord van het jacht Valk waar zij
een lunch gebruiken.
Intusschen heeft de Wilhelmina
hare plaats ingenomen te midden
van de vloot, op de reede van Tes-
sel, waarover H.H. M.M. te half twee
revue houden. Te half vijf brengt het
koninklijk jacht de Vorstinnen weer
aan den wal. Dan bezoeken zij het
marine-instituut „Willemsoord", en
vervolgens maken zij, op verzoek van
Een proces?
Het Nederlandsch Tooneel heeft,
naar men mededeelt, eene som
matie ontvangen tot uitbetaling van
eene maand gage aan den heer Jac
ques de Boer, ingehouden als boete
hem opgelegd wegens het weigeren
eener rol, eener zeer kleine rol,
„Madame Sans-Gêne". Wij meenden,
dat de leden van het gezelschap der
Koninklijke Vereeniging niet voor
een bepaald emplooi waren geënga
geerd en dus geen rol konden wei
geren. Dit schijnt echter met den
heer De Boer niet het geval te zijn:
hij moet uitdrukkelijk verbonden
zijn als komiek. Als de zaak niet ge
schikt wordt, zullen onze rechters
dus te beslissen hebben of eene rol
eene komische is, ja dan neen. Dat
kan een merkwaardig proces worden.
Hbld
Holland-Lombok.
De door den heer F. B. van Dit-
mar te Rotterdam ontworpen uitgave,
in den vorm van een Geïllustreerd
Gedenkbladten voordeele van de na
gelaten betrekkingen der gesneuvel
den op Lombok, mag zich reeds nu
in de grootste belangstelling verheu
gen. Uit alle deelen de3 lands ko
men brieven van sympathie met de
onderneming en bijdragen. Het werk,
dat binnen zeer korten tijd zal ver
schijnen, belooft een kunstwerk te
worden in den vollen zin des woords.
Reeds werden bijdragen ontvangen
van
Generaal Karei van der Heijden,
Generaal-Majoor N.-I. leger Raedt van
Oldenbarnevelt, Generaal-Majoor A.
Lanzing, den Luit.-Kolonel van de
Genie van Panthaleon van Eek, Ko
lonel Moorrees, den Lector van de Kon.
Mil. Academie te Breda R. van Eek,
gep. Vice-Admiraaljhr. de CaBem-
broot, gep. vice-admiraal J. H. van
Cappellen, Jhr. Mr. W. F. Rochussen,
lid van den Raad van State; Oud-
Ministers Seijffardt en Bergansius
Professoren S. S. Rosenstein en G.
H. Lamers.
Verder werden bijdragen ontvangen
van H.H. LetterkundigenJ. P. Ha-
sebroek, Johan Gram, A. C. Wert-
heim, Rosier Faassen, E. Laurillard,
Dr. D. C. Nijhoff, P. Heering, Mr.
J. Nanninga Uitterdijk, Dr. J. B,
Kan, D. F. van Heijst, R. A. Kolle-
wijn, Paul Fredericq (Gent); van
schilders, alsTaco Mesdag, Jozef
Israels, Elchanon Verveer, H. W.
Mesdag, David Bles, J. Stroebei, Ch.
Rochussen, H. J. Melis, P. Storten
beker en P. A. Schipperus.
Valsche obligatiën.
Bij het nader onderzoek in zake de
beleende valsche obligatiën door den
secretaris en den gemeente ontvanger
van De Bilt, is tot op heden geble^
ken, dat ruim 30 valsche effecten zijn
opgespoord, vertegenwoordigende eene
waarde van f 14,800. Tevens is ge
constateerd dat ook eenige obligatiën
der voorlaatste 4 pets. leening zijn
vervalscht.
Cholera.
Sedert Zaterdag is te Amsterdam
een ziektegeval van aziatische cho
lera geconstateerd, terwijl een der
lijders in het Wilhelmina-Gasthuis is
overleden.
Te Jutlaas, op dezelfde pannenbak-
kerij, waar zich de beide vorige ge
vallen voordeden is bij een meisje
cholera asiatica geconstateerd, mede
met doodelijken afloop, terwijl ook
een ziektegeval bij een ander kind
vermoed wordt cholera te zijn.
getroffen, en gij daardoor in andere omstandigheden zijt
gekomen."
„Dank u," zeide Rupert en drukte een kus op de hand
der contessa, terwijl hij Natalie's pakje neerlegde.
„Ik betreur het niet als het mij heeft geholpen om u en
Natalie te vinden. Zij heeft mij gezegd, dat ik het alleen had
te danken aan de verandering in mijne positie, dat ik eene
uitnoodiging voor de thee ontving."
„Wij hielden het voor het beste," zeide de contessa, „ons
geheel van onze kennissen af te zonderen, nu wij onder zoo
geheel andere omstandigheden moesten leven."
Natalie plaatste de door haar gekochte bloemen in een
vaasje een vaasje, dat Rupert zich herinnerde haar lang
geleden te hebben gegeven. Daarna begaf zij zich met een
klein mandje naar beneden, en keerde spoedig terug met de
verschillende ingrediënten voor salade en met een schotel
geraspte broodjes uit den bakkerswinkel.
Steeds breiende trachtte de contessa een loopend gesprek
met Rupert te houden over het verleden, maar dikwijls be
gaf haar de stem en dwaalde haar blik af naar hare schoone
dochter, de laatste der Idrias, die bezig was thee te zetten*
Ruperts oog dwaalde ook af naar Natalie, en hij dacht er
geen oogenblik aan, dat het gesprek niet goed vlotte, zoo
zeer trokken al hare bewegingen zijne aandacht.
Zij deed een klein wit voorschoot voor, fijn en fijn be
werkt, want Natalie's kleeren waren voor het meerendeel
overblijfselen uit betere dagen, die zij reeds lang had gedra
gen. Daarna zette zij de tafel aan en plaatste de bloemen-
Van Kol en Nieuwenhuis.
Men kent de scheuring, die er ge
komen is in de sociaal democratische
partij. Van Kol, Troelstra, Fortuyn,
Van der Goes e. a. hebben zich open
lijk van den Soc. Dem. Bond afge
scheiden daar deze anarchistisch werd
en zij overtuigd waren van de waarde
der parlementaire propaganda, die
door Domela Nieuwenhuis steeds als
onnut werd bestreden.
Van Kol nu heeft eene brochure
geschreven tegen zijn vfoegeren me
destander Domela Nieuwenhuis. In
scherpe bewoordingen keurt hij diens
beleid af en wijst erop, dat D. N,
niemand naast zich dulden kan.
Eenige citaten uit de brochure, die
eindigt met eene verklaring van wat
zich de nieuwe soc. vereeniging voor
stelt, geven van de beschuldigingen
die Van Kol tegen D. N. inbrengt,
eenig denkbeeld.
„Viel de kracht onzer partij mij
„bitter tegen, droeviger werd ik echter
„gestemd door het bederf, dat ik
„alom ontwaarde, vooral in het partij
blad en zijne redactie. De waarheids-
„liefde was verstikt door de gewoonte
„der leugengeen spoor van geest-
„drift meer in de woorden, geen be
zieling in de geschriften, integendeel
„men werd er koud bij."
vaas in het midden. Zij schonk thee in, roosterde en smeerde
de broodjes, bereidde de sla, sneed het brood en haalde het
fleschje met marmelade te voorschijn. Het fijne damasten
tafellinnen en het zilver, met het wapen der Idrias voorzien
staken evenzeer af tegen het goedkoope benangsel, het ver
sleten karpet en de eenvoudige meubelen, als deze vrouwen
tegen hare omgeving, Natalie tegen hare kleeding.
Na de thee een recht gezellig uurtje was het belde
Natalie de jonge dienstbode in het huis om de tafel af te
nemen. Met een handdoek gewapend waschte zijzelve het
zilver af en ging daarna zitten met een handwerkje en voerde
een gesprek met Rupert. De tongen der jonge lieden
kwamen nu los. Rupert vertelde uitvoerig van zijn leven in
het buitenland, lady Bidebanks dood, van het spoorloos ver
dwenen zijn van het testament, van lord Bidebanks gedrag
en zijn werkkring op dit tijdstip.
Natalie was minder openhartig in hare mededeelingen,
maar deelde mede, dat zij steeds in hetzelfde huis hadden
gewoond, en zij bespeurd had, dat zij veel liever in haar onder
houd voorzag door het maken van borduurwerk dan door
het geven van lessen.
„Ik heb ieder uur, dat ik vrij had, naar je gezocht. Ver
scheidene avonden heb ik rondgedwaald in de hoop je te
ontmoeten."
„Wq gaan des avonds nooit uit," zeide Natalie.
„En iederen Zondag heb ik in de verschillende kerken
naar u uitgekeken."
«Wij gaan naar de fransche, protestantsche kerk in Blooms-
bury." zeide de contessa, „want daar komen bijna uitslui
tend arme menschen, en wij ontmoeten er dus niet spoedig
iemand, dien wij kennen."
Het was laat alvorens Rupert er aan dacht om heen te
gaan. Hij wilde een afspraak maken om Natalie op eene
wandeling of naar de een of andere uitspanning te verge
zeilen, maar dit voorstel sloeg de contessa af. „In haar posi
tie was dat niet goed," zeide zij.
Rupert wilde hen dan toch des Zondagsmorgens naar de
kerk vergezellen en den Zaterdagavond bij hen door
brengen.
Dit keurde de contessa goed.
Ruperts rondborstigheid en opgewektheid, zijne openhar
tigheid wat betreft zijne omstandigheden en het verband be
staande tusschen hem en haar gelukkig verleden, verzoen
den hem met de contessa. Zij zag dat Natalie, zoo langen
tijd reeds beroofd van eene vriendschappelijke aanraking
met personen van haar leeftijd, door zijn gezelschap werd
opgevroolijkt, en zij kon niet weigeren dit te doen voort
duren, ofschoon zij sombere voorgevoelens voor de toe
komst had.
Rupert was vertrokken en Natalie pakte haar werk in en
begon de noodige toebereidselen te maken om zich te rusten
te begeven. Zij maakte haar lang haar los en de contessa
ging dit borstelen. Sedert zij geen kamenier meer hadden,
vervulde de contessa steeds dit werk.
Wordt vervolgd.)