gouvernement hulp hadden gevraagd waren oorzaak, dat zij, hoewel nu hun dwingeland dood was, van geen onderhandelingen meer wilden weten. Zij hadden alles schier opgeofferd, om met geweld van wapenen zich vrij te kunnen vechten, en zij waren verder bereid voor dat heerlijk doel aUes ten offer te brengen, daar Allah hen in den uitersten nood niet zou verlaten. Waar de menschen niet konden of wilden helpen, zou Allah, de almach tige, zich wel over hen ontfermen, en daaruit verklaart zich dat opge wekt godsdienstig leven, hetwelk door den controleur bij de Sassaksche be volking werd gevonden, want door dweepzieke hadji's opgezweept, kon men den ganschen dag de moskeeën hooren weergalmen van de gebeden, die tot Allah en zijn profeet werden opgezonden of van het overluid le zen van den Koran. De politieke toe stand onder de Sassaks was dus van dien aard, dat er weinig hoop op verbroedering meer bestond. Dweep zucht en verbittering blazen het vuur van den opstand voortdurend aan. Bovendien was er tusschen de hoof den weinig eenheid, waardoor de re geering er niet licht toe zal overgaan, om een rechtstreeksch bestuur hier in te voeren, overtuigd als zij is, dat zij hierdoor zeil in de grootste moeie- lijkheden zou geraken. Met toestem ming van den gouverneur-generaal is de opperbevelhebber met den re sident en controleur en eenige offi cieren van den generalen staf zelf nu naar de Oostkust gegaan. Men vreest terecht, dat ook deze laatste poging geen bevredigend re sultaat zal opleveren. Als men dan ook die vorstelijke lustverblijven te Nasmada, Lingsar, Tjakra Negara en Goenoeng Sari van de Balische vor sten ziet, waarvoor de Sassaks hun geld, tijd en arbeid moesten opofferen, en men kennis neemt van die kolos sale belastingen, die door de Sassaks moesten worden opgebracht, en men hoort, dat er een wet bestaat, vol gens welke bij overlijden van een Sassak zonder mannelijke nakomelin gen zijne bezittingen, vrouwen en dochters aan den vorst vervielen, dari is uit een en ander die verbittering en haat best te verklaren. Post en telegrafie. Benoemd 1 Sept.Tot adsistent te Deventer: de geagreëerde klerk G. van der Wal te Hattem. 16 Sept. Tot klerk der posterijen en telegraphie van de 2e klasseP. Meijer te Leiden (postkantoor), A. C. Eskes te Amsterdam (telegraafkan toor), G. A. M. Rutten te Amster dam (telegraafkantoor), mej. J. W A. Haver Droese te Gouda (postkan toor), mej. Z. Diemont te Amsterdam (telegraaf kantoor). 1 Oct. Tot brievengaarder te Zaam- ig: C. A. van Vessem; totbrieven- gaarster te Volendam: B. Witkamp, wed. J. Spaander. Hofberichten. Een eigenaardig militair vertoon had Maandag te Baarn plaats. Het geheele 5de reg. inf. maakte een militairen marsch naar Baarn. Toen men voor het paleis te Soestdijk ge komen was, verschenen de Koningin nen op het balcon en lieten de troe pen voorbij defileeren. De jonge Ko ningin knikte de troepen vriendelijk toe. Een oogenblik daarna reed H. M. met haar neefjes, de prinsen van Bentheim, naar het bosch om te spelen. Op het stationsplein werd door de troepen halt gehouden, toen een hof- rijtuig verscheen en men plotseling hoorde, dat de vorBtin van Schaum- burgLippe, zuster van den Duit- schen keizer, met den trein van 11.17 zou komen. Dadelijk werd er generaal appèl geblazen en werden de troepen met muziek en haie opgesteld. Toen de vorstin buiten kwam, speelde de muziek het „Heil dir im Siegenkranz" en presenteerden de sol daten het geweer. De vorstin dankte, minzaam bui gende, voor dit huldebetoon en reed daarop narr Soestdijk, een eind weegs uitgeleide gedaan door den staf van het r :giment. 's Namiddags vertrok de vorstin weer naar Den Haag. De Koningin- Regentes bracht prinses Victoria naar den trein, waar een hartelijk afscheid werd genomen. Najaarsmanoeuvres. Men schrijft uit 's-Gravenhage aan de Tel. Tot voorbereiding voor de a. s. na- jaarsmanoeuvres ziet men eiken mor gen de troep vroeg uitrukken om laat in den middag terug te koeren. De soldaten moeten zich inloopen en gewend raken aan de zware ver pakking, die den Hollandschen in fanterist ie toegedacht. Terwijl men in andere landen het gewicht door den soldaat mede te voeren reeds aan merkelijk heeft verminderd, schijnt dit in ons land niet zoo gemakkelijk te gaan en is men hier nog steeds bezig daaromtrent proeven te nemen, Zoo werd o. a. bepaald dat geduren de de a. s. najaarsmanoeuvres wagens in beproeving zouden worden geno men bij het le bat. 6e reg. infante rie, dienende tot het vervoer der ran sels. Het type wagen is een laag en lang voertuig op vier raderen en wordt getrokken door drie paarden, waarvan het middelste paard ingeslo ten is door twee boomen. Het komt mij voor dat door de inrich ting van het lemoen het middelste paard harder moet trekken dan de andere en dat wanneer een der uiter ste paarden harder trekt, de boomen van den wagen gevaar loopen bescha digd te worden. Het vervoer langs de wegen zal wel geen bezwaar opleveren tenzij de wagen op den duur te zwaar blijkt te zijn, of hij evenwel de troep overal zal kunnen volgen over hoog ten en laagten zal de toekomst moe ten leeren. Het schijnt mij toe dat de wagen daarvoor te lang is; beter zou men daarvoor een korten wagen gebruiken en moet men de ruimte tot berging zoeken in de hoogte. Loopt de wagen daardoor gevaar van top zwaar te worden, dan is het beter meerdere kleine wagens aan te schaf fen, waardoor wel het aantal voertui gen en misschien ook dat der paar den vergroot wordt, maar dan bezit men ook de zekerheid het beoogde doel te bereiken. Het bespannen met 3 paarden heeft tevens zijn eigenaardige bezwaren. Bedenkt men dat bij de artillerie eene dergelijke bespanning niet be staat, dan zal het zeker en voor rij der én voor paard eene langdurige oefening wezen, eer zij voldoende zijn afgericht. Eene nieuwe bepaling, ge maakt door den inspecteur der infan terie, is ook thans in werking getre den. Door dien opperofficier werd na melijk gelast, dat de officieren bij de manoeuvres de velduitrusting ten al len tijde zullen medenemen. Grillig contrast, terwijl men bij den soldaat overtuigd is, dat hij zoo wei nig mogelijk moet medevoeren, wil hij een goed veldsoldaat zijn, bezwaart men den officier met onnuttige zaken. Want onnuttig zijn ze, die schako, die iedereen op het hoofd drukt, dat hoofddeksel, dat al zoovele jaren ver wen scht wordt en toch steeds genade blijft vinden in de oogen, nu ja waar schijnlijk van hen, die ze niet behoe ven te dragen. En dan die gerolde jas over den schouder, wat zou daarmede toch wel de bedoeling geweest zijn? Een bur ger, die 's morgens bij helder weder zijn jas en parapluie medeneemt wordt uitgelachen en gequalificeerd als weerbederver. Is het slecht weer, dan helpt een jas voor officieren, die op een langen marsch zijn en van plaats tot plaats trekken toch niets ze worden niet temin doornat en hebben den last hem daarna over den arm te moeten medevoeren. De geheele velduitrusting is een aag zij hindert aan 't lijf en maakt de aanvoering veel moeielijker. Een protestmeeting. De afdeeling Amsterdam der So ciaal-democratische Arbeiderspartij in Nederland heeft alle vak-en politieke vereenigingen opgeroepen tot eene vergadering in het gebouw "d'Geel- vinck" op Vrijdag 14 dezer, teneinde te bespreken „een protest in zake Lombok." Door Burgemeester en Wethou ders te Tilburg is ter kennisse van het publiek gebracht dat op 11 Sept. weder 1 persoon aan cholera is over leden, alzoo met de vorige opgaaf 5 personen. De feesten te Zaandijk. Bij gelegenheid van de feesten ter herdenking van het 400-jarig bestaan der gemeente Zaandijk (16 tot ,23 September) zal een historische óp- tocht worden gehouden. Deze bestaat uit tien afdeelingen, namelijk1. Riddertijd2. Stichting van Zaandijk 3. Hervorming; 4. Tachtigjarige oor log 5. Kerkbouw6. Opkomst en bloei van handel en nijverheid7. Zeden en gewoonten, (kleederdrach ten); 8. Patriottentijd, (Vrijheids boom); 9. herstel der onafhankelijk heid 10. Het heden, opgeluisterd door muziekkorpsen, zegewagens enz. Deze optocht wordt gehouden Donder dag 20 Sept. De opvoeringen van het tooneel- stuk: „De bloem van Zaandijk" zijn bepaald op 16 en 17 September. De rollen worden vervuld door leden der oud-Zaandijksche familiën Vis, Nan v. d. Ley, Honig, De Jager enz., welke families als handelende personen in het stuk optreden. Financieels Mededeelingen. Het Weekblad van Broekman en Honders bevat o. a. de volgende op gave van minder courante of incou rante fondsen, in de week, tot den datum van 11 Sept. loopende, door hun tusschenkomst verhandeld. Aand. Mij. tot expl. van het American Hotel. 110 pCt. Mij. tot expl. van het Poolsch Koffieh. Stoombierbrouwerij ,,'t Haantje" Zuid-Afri&. Hand.- Maatsch Maatsch. tot expl. van terreinen en Ho tel Wittebrug. Het Onderl. Cred. te Rotterdam Bat. Oosterspoorw.- Maatschappij Deli Langkat Tabak Maatschappij Droogdok-Mij .Tand jong Priok. Ned. Westphaalsche Spoorw.-Maats Brood- en Meelfabr. te 'sHage Kon. Stoomweverij „Nij verdal" te Al- meloo Neder bet. Beetwor tel suikerfabriek te Geldermalsen Oblig. Ver. „Eigen Hulp" afd. Zekerheid van ambtenaren en be ambten (1890/1891). Aand. BergbauGesellschaft „Holland" serie A Opr.-Bew. Kon. Paketv. Mij Aand. Ned. Maatsch. van Brandverz. te Tiel Almeloo, werd eene rede gehouden over een algemeenen regel, te volgen bij den aanleg van een nieuwe kolf baan. Door het hoofdbestuur werd in de plaats van den heer C. W. Eijsma, die niet weder als zoodanig in aan merking wenschte te komen, benoemd tot president de heer H. F. v. Thiel, te Haarlem. Een ontvluchting. Niet tevreden met de behandeling, zijn een 50-tal v rpleegden uit het opvoedingsgesticht Veldzicht (A ve reest) ontvlucht. Zij waren bezig met werkzaamheden op het aardappelland. Zondag klommen twee jongens over het groote ijzeren hek en gingen mede op den loop. Een spoorwegongeluk. Maandagavond omstreeks 10.15 u. is de goederentrein No. 815 op het station Sittard door verkeerden wis selstand, geloopen op het zijspoor onder de loods, op gemeld station. De trein kwam terecht tegen eenige wagens, welke werden voortgeduwd op het hoofdspoor. Met behulp der machine van trein 43, werden de wagens teruggebracht op een zijspoor. Onder de defecte wagens, bevon den zich enkele geladen met varkens, van welke dieren 6 of 7, waren ge dood. Trein 43, welke om 10 u. 16 m. van Sittard moest vertrekken onder vond door dit ongeval ongeveer een half uur vertraging. Persoonlijke ongelukken vonden niet plaats. 75 102 50 130X 701 200 119 210 102 150 60 100 200 Letteren en Kunst Een geschil. De heeren J. de Koo, dr. E. DJ Pij zei, C. Croll, J. H. Geerke, Chr. Nuys, J. G. Barenbroek en J. J. de Roode, uitmakende de redactie van Dc AmsterdammerDagblad voor Ne derland, benevens de heeren S. van Milligen en André Jolles, vaste me dewerkers aan de rubriek Kunst en Letteren, hebben wegens ernstig ge schil met den eigenaar van het blad, tegen 1 October ontslag uit hunne betrekking genomen. Koloniën, 675 Cholera. De burgemeester van Amsterdam heeft ter openbare kennis gebracht, dat Dinsdag in het Wilhelmina-gast- huis een ingezetene is overleden aan aziatiBche cholera. We dstrijden. Kolven. Te Bolsward is de nationale kolf- wedstrijd in de sociëteit „De Doele" geopend. In de le serie van den korpswed strijd werd het hoogst getal punten, nl. 121, behaald door „Keer niet" van Haarlem. Verder verkregen „Zaanstreek" van Koogjaan de Zaan 110„Op maat" van Zuid-Schar- woude 108;„Schiedam" van Schie dam 102; „Bolsward" van Bols- ward 99; „De Vriendschap" van Wateringen 97; „Recht door" van Alkmaar 95 punten. Bij den personeelen wedstrijd werd in de le serie het hoogst aantal punten behaald door A. J. Bronk horst, P. Smits en P. J. Houbolt, van „Keer niet", te Haarlem, met 49, 44 en 44 puntenN. Pronk en S. Evers te Zuid-Scharwoude met 46 en 44 punten. Een extra prijs een zilveren medaille, aangeboden door den heer P. J. Fennema te Bolsward, voor het grootst getal punten in de le serie werd gewonnen door den heer Bronkhorst voornoemd met 49 pun ten. Tot leden van het hoofdbestuur werden benoemd de heeren P. M. C. Hoek, van Wateringen, en Fr. Q. C. den Hollander, te Goes, terwijl her benoemd werd de heer K. Valentijn te Oosthuizen. Als koli'club voor den nationalen wedstrijd in 1895 werd aangewezen „Zaanstreek", te Koog aan de Zaan. Door den heer P. L. Spuij broek uit BATAVIA 10 Augustus. De Jav. Ct. bevat de volgende me- dedeeling De controleur Liefrinck die, blij kens het medegedeelde in de Jav. Ct. van 20 Juli, den 13den dier maand met Hr. Ms. pantserschip Prins Hendrik der Nederlanden naar Oost-Lombok vertrok, keerde in den morgen van den 21sten van daar terug, doch werd slechts door drie minder invloedrijke Sasaksche hoof den vergezeld, aangezien de overigen verklaard hadden bevreesd te zijn om over zee te gaan en vooral zeker heid wensohten te hebben om veilig over land naar Tjakra-Negara te kunnen komen. Met hen werd over eengekomen dat allen uiterlijk den' 23sten te Praja bijeen zouden ko men en daar nader bericht afwachten. Na den terugkeer van den contro-j leur Liefrinck in het hoofdkwartier werd besloten dat deze de hoofden persoonlijk over land zoude gaan af halen, terwijl door generaal Vetter inmiddels een schrijven naar Praja werd gezonden om de aldaar veree- nigde hoofden zijn uitdrukkelijk ver langen mede te deelen, dat zij en de andere hoofden den controleur on verwijld zouden volgen, aangezien hunne tegenwoordigheid vereischt werd voor het onderzoeken hunner grieven, het bespreken der in het; belang van hun volk te nemen maat regelen en het herstel van rust en orde. Den 23sten vertrok de controleur Liefrinck naar Praja, doch hoewel hij er zeer goed ontvangen werd en de hoofden verklaarden overigens alle bevelen van het gouvernement te willen opvolgen, stuitten zijne po gingen om hen mede te nemen naar Tjakra-Negara af op hunne vrees voor de Baliërs. Vergezeld van den resident van Bali en Lombok en van den con troleur Liefrinck, heeft de opperbe velhebber zich toen persoonlijk naar Oost-Lombok begeven ten einde al daar eene ontmoeting met de Sasak sche hoofden te hebben. Op den vierden dezer te Laboean-Hadji aan gekomen, trof hij alle voorname hoofden aan en na langdurige be sprekingen legden zij de plechtige belofte ai, dat zij onder door |het N ederlandsch-Indisch e gouvernement te geven waarborgen genegen zijn om onder het Balische.,vorstenbestuur terug te keeren. Hiervan werd eene schriftelijke verklaring afgelegd, en zij machtigden drie hunner om gene raal Vetter naar Mataram te verge zellen teneinde de belangen der Sa- de informatiën en de referentiën. De oudste keek Rupert aan, die daar stond met een blos op de wangen. „En wanneer het testament werd gevonden, wat zoudt ge dan hebben?" „Ongeveer dertigduizend pond," gaf Rupert ongeduldig ten antwoord, „maar het wordt nooit gevonden. Ik reken er op ard voor mijn brood te moeten werken." „Dat is zeer flink," zeide de jongste. „En wilt ge trouwen Gij zijt nog veel te jong." Dit kwam it den mond van den oudste. „Omstandigheden kunnen van veel invloed zijn," zeide Rupert lachende. „Nu zestig pond verhooging dan, maar spreek er niet over in het kantoor. Zooiets is hier nog nooit voorgekomen, want uw tegenwoordig salaris is reeds tweehonderd pond." Rupert keerde naar zijn kantoorkruk en lessenaar terug in eene verrukte stemming. Het was moeielijk voor hem om de brieven te lezen en te beantwoorden. In zijne verbeelding zag hij reeds een klein gezellig huisje in Hackney, waarin de contessa kalm met een handwerkje voor zich zat en Natalie zat uit te kijken I Over deze vizioenen durfde hij evenwel met geen enkel woord spreken in Bird-Cage Walk. Zijne hoop was zijne handelingen verre vooruit En nu vond Rupert zijn kantoorarbeid niet langer zoo zwaar. De schitterende vooruitzichten maakten dien voor hem lichter. Hij werkte harder dan ooit, en wist vijf dagen per week nog meer over te leggen dan vroeger. Des Zaterdagavonds reikte een onbekend jongentje aan de kleine dienstbode bij den bakker over een geheimzinnige mand, waarvan de inhoud voor de theetafel der contessa was bestemd, en ten zes ure klopte Rupert bij de contessa aan en bracht dan een bouquet mee voor Natalie en meestal een boek voor de contessa, en met hun drieën brachten zij dan een gezelligen avond door. Zondagmorgen voegde Rupert aan den hoek van Anchor Street en Shoreditch zich bij de contessa, en dan begaven zij zich naar de kerk, waarna Rupert mee terugkeerde om te lunchen. Het zal niemand verwonderen te vernemen, dat na zulk eene vriendschappelijke verhouding, Rupert zich op Nieuw jaarsdag zeker genoeg voelde van zijne positie om aan de contessa te verzoeken Natalie toe te staan met hem naar de kerk te St. Cleopas te rijden, om te zien waar lady Bidebank was begraven. De twee jonge menschen brachten ongeveer een kwartier in de kerk door, en van hun bezoek werd door de vrouw, die bij den ingang woonde, zorgvuldig mededeeiing gedaan aan Wrigley. „Hij is er weer geweest mijnheer." „En heb je te weten kunnen komen waar hij woonde „Neen mijnheer, maar hij werd vergezeld door de mooiBte jonge dame, die ik ooit heb gezien." „Een jonge dame!" zeide Wrigley verbaasd. „Ja mijnheer, en zij schenen dol veel van elkaar te houden." „En heb je je niet eens de moeite gegeven om te ontdek ken wie zij was, noch waar zij vandaan kwamen?" „Of ik er mij moeite voor heb gegeven mijnheer?" Ik heb al mijn best gedaan om het te ontdekken. Ik noodigde hen uit om hier binnen te komen en wat te rusten. Ik bood hun een glas melk aan. Ik zeide dat zij zulk eene verre reis ach ter zich hadden. Of zij het leven in Londen aangenaam vonden, vroeg ik? Uit welke wijk van de stad zij kwamen? Waren zij te voet gekomen? En omdat ik gaarne de namen van jonge menschen kende, wie zij waren? Nu mijnheer ik kreeg niet het minste antwoord. Zijn naam was mij evenwel toch bekend, en ook dat er een rijituig op eenigen afstand op den weg stond te wachten." „Hier heb je een kroon," zeide Wrigley „en ziehier mqn adres, laat dat aan niemand zien, en als er iets gebeurt laat het mij dan dadelijk weten, ook als zij weer terugkomen." Hij |gaf haar een denkbeeldig adres op, waarvan hij wel meer gebruik maakte, en reed onaangenaam ontstemd weg. Die Rupert scheen al de gevaren en hinderpalen door Wrigley hem van de eerste dagen zijns levens in den weg gelegd, te hebben overwonnen. Bovennatuurlijke machten moesten hem in bescherming hebben genomen. En nu had hij den mannelijken leeftijd bereikt. Was hij verloofd, en zouden later een aantal gezonde kinderen directe erfgenamen zijn van Barth? Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1894 | | pagina 2