DE JACHT OP EENE ERFENIS.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
12e Jaargang:
Vrijdag 14 September 1894.
No. 3436
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIËN:
STADSNIEUW 8.
Arrondissements-Reelitb ank
„Weldadigheid naar Vermogen".
BINNENLAND,
FEUILLETON-
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maanden1,20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers0,05.
Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30.
franco per post 0,37^.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en
Bureau: Kleine Houtstraat Haarlem. Telefoonnummer 122.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cents per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren en courantien.
Directeur-Uitgever J. C. PEESEBOOM,
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Pnblicité Etrangére G. L. DAUBE A Co., JOHN F. JONES, Succ.Pariji 31fns Faubourg Montmartrê.
t
Haarlem18 Sept. 1894.
g§Met genoegen kunnen wij mede-
deelen dat aan onze stadgenooten,
de Heeren Benjamin Davidson Co.
alhier de levering is opgedragen van
de dienstkleeding voor de Noord.-
Brab. Duitsche Spoor w.-Maai schappij.
Bouwmeester Solness.
IMen mag het tegenwoordig, op
poene van voor bijna dom door
te gaan, haast niet meer zeggen dat
men Ibsen verward enonbegrijpelijk
vindt. De opvoering van zijn stnk
„Bouwmeester Solness" heeft ons
evenwel in die, al vroeger geuite,
meening versterkt.
Deze bouwmeester heeft ergens een
toren gebouwd, tien jaar voor dat
waarin het stuk speelt, 't Was een
heel hooge toren en boven aan den
spits heeft hij een krans gehangen,
zooals gebruik is. Een klein meisje,
Hilde Wangel, heeft daaruit een
ontzaglijken eerbied voor den archi
tect gekregen en na den afloop dezer
inwijding heeft Solness haar gekust
en haar beloofd, dat hij over tien
jaar zon weerkomen als een toove>
naar en haar een koninkrijk zou
geven.
Die fantastische belofte is hij na
tien jaar natuurlijk al lang vergeten,
maar Hilde niet. Zij loopt kalmpjes
van haar vader weg en komt op den
datum af tien jaar later bij Soiness
om haar koninkrijk te halen, daar
hij het haar niet komt brengen. In-
tusschen is de bouwmeester getrouwd
én zijn vrouw met die wonderlijke
verschijning uit den aard der zaak
weinig ingenomen.
De bouwmeester vindt dat bezoek
ook wel wat mal, maar na veel over-
en weergepraat waarin ze elkander
een blik gunnen in hun verwarde
zielen, komt hij op eenmaal tot de
conclusie dat zij, Hilde, eigenlijk is
wat hem lang ontbroken heeft. Zij
moet hem steunen en sterken in zijn
werk, want hij is vreeselijk ongeluk
kig.
En waarom? Omdat door een brand
het huis van zijn schoonouders is
vernietigd, zijn vrouw door de over
haaste vlucht ziek geworden en haar
tweeling, dien zij zelve voedde, daar
door gestorven isterwijl er in dat
houten huis een scheur in den schoor
steenpijp was, dien hij, Solness, tel
kens had verzuimd te herstellen.
„Juist en toen kwam de brand daar
aan?" denkt ge. „Wel neen, heele-
maal niet," zegt Solness. Maar toch
het verbranden van dat huis gaf hem
gelegenheid een nieuw te bouwen,
dat zoo de aandacht trok dat zijn
carrière er door gemaakt was. De
conclusie waartoe hij komt is dan
deze, dat hij zijn succes met zijn ge
luk heeft moeten betalen. Maar de
brand kwam niet door dien scheur,
die begon in een heel ander gedeelte
van het huis.
„Je bent ziek," zegt Hi'datothem.
Dat is niet volkomen juist. Solness
zelf zegt de volledige waarheid„ik
ben gek!" Curieus, dat niemand uit
zijn heele omgeving dat gelooven wil,
Hilda niet en de dokter niet en zijn
vrouw ook niet.
Die vronw van Solness trouwens is
ook niet onverdacht van hersens. Nu
na jaren treurt ze nog altijd zóo om het
verlies van hare kinderen (ze waren drie
weken toen ze stierven) dat ze zich
in geen ander huis meer gelukkig
gevoelt. Ze is dan ook een huilebalk,
waarmee de lankmoedigste man ter
wereld niet overweg zou kunnen ko
men.
En dat is deze bouwmeester op geen
stukken na. De man is een grove
egoïst, ietwat lichtzinnig van aanleg,
zóo zelfs dat Hilde die hem zoo ver
eert, zegt van een daad die hij ver
richt, dat ze laag is en wreed. Wat
evenwel niet belet, dat ze een paar
minuten later spreekt van „zijn groote
ziel, hoog, met een krans in de hand.'
Men ziet hetze maalt altijd over
dien hoogen toren. Solness zelf is ook
zoo torenziek, dat hij in den laat3ten
tijd woonhuizen bouwt met torens.
In het derde bedrijf valt hij van
den toren van zijn eigen nieuw huis
naar beneden en dat is, hoe treurig
op zichzelfj gelukkig omdat er anders
een vierde bedrijf zou wezen en dat
ware van het taaiste weerstandsvermo
gen te veel gevergd.
,,'tls alles symboliek," zeggen de
vereerders van Ibsen. 't Is zeker waar,
dat met veel goeden wil ook van het
wonderlijkste en dwaaste nog wel
een symbolische verklaring is te geven.
Wij gelooven evenwel niet, dat het
nu juist alleen met znlke absurde
personages mogelijk is aan het pu
bliek te zeggen wat men te zeggen
heelt. Wat die menschen in bouw
meester Solness elkaar vertellen is
gekkepraat, vervelende gekkepraat.
Van dit evenals van vorige stukken
van Ibsen krijgt men dan ook een
alleronbehaagelijkste gewaarwording.
De actrices en acteurs, die Bouwmees
ter Solness speelden, deden dit zoo
goed zij vermochten, maar met al
hun talent kunnen noch Mevr. Hou
sing (Hilde) noch de heer Van Kuyk
(Soilness) een stuk als dit waarschijn
lijk maken. Mej. Beukers, die de rol
van Solness' vrouw vervulde, maakte
p ons den indruk, of zij zelve niet
recht uit haar karakter wijs kon wor
den iets wat wij levendig begrij
pen.
De zaal was zeer slecht bezet. Men
had nog al twintig muzikanten uit
het Paleis meegebracht.
Zitting van Donderdag 18 Sept.
Kermis-souvenir.
Charles Rosseel fungeerde tijdens
de haarlemsche kermis als knecht
van den Sterken Man.
Of nu de lauwe:en van zijn patroon
hem niet lieten slapen, dan wel of
hij eens wou beproeven of hij zich
ook niet als Sterke Man zou kunnen
vestigen, is niet gebleken, maar zeker
is het dat hij op een dier kermisda
gen zich wat courage indronk en uit
vechten ging.
Na een eerste vechtpartij voelde
hij zich blijkbaar goed getraind en
ging uit om record te slaan. Op den
hoek van de Turfmarkt kwam hij
een paar mannen tegen, die hem niets
in den weg legden, maar die hij met
een soort van jenever woede aanviel
en waarvan hij den eenen ernstig
mishandelde.
Deze zaak werd heden voor de
Rechtbank alhier behandeld. Charles
R sseel was niet verschenen; mis
schien begreep hij, dat ruwe lichaams
kracht tegen de kracht der wet niet
is opgewassen. De officier van justitie,
Jhr. Mr. Rethaan Macaré, heeft naar
den beklaagde in zijn vaderland Bel
gië geïnformeerd en bericht ontvangen
van tallooze veroordeelingen van Ros-
seel. Niet alleen zijn zijn gedrag en
moraliteit sujet a caution maar ook is
hij herhaaldelijk gevonnist wegens
landlooperij, diefsial, valschen naam,
burengerucht, mishandeling en ver
grijp tegen de zeden.
De eisch is een maand gevangenis
straf. Als men den man krijgen kan,
zal hij dus zijn bekwaamheden als
Sterke Man eens kunnen ontwikkelen
op steen en muren en ijzeren traliën,die
het wei tegen hem zullen uithouden.
Cornelis Kwakman te Edam, die
volgens de dagvaarding zijn doch
ter Aaltje onder bedrieglijke voor
wendsels geld liet leenen van een
veerschipper Thames Koning en tegen
wien het Openbaar Ministerie den
6den dezer 6 maanden gevangenisstraf
eischte, werd heden door de Recht
bank vrijgesproken.
Zooals gemeld is treedt het gezel
schap uit den rotterdamschen Tivoli-
schouwburg Vrijdagavond alhier op
met „De Trots der Familie" en „Har
tenvrouw" twee blijspelen. De goe
naam van het gezelschap waarborgt
eene goede opvoering.
Afdeeling: „Werkverschaffing"*
i y Van 1 Nov. tot 13 September hebben
zich de volgende personen aangemeld
32 voor werkvrouw, 2 voorwasch-
vrouw, 6 voor naaister, 3 voor grond
werker, 16 voor loopwerk, 2 voor brei
werk, 11 voor loopknecht, 4 voor op
passer, 3 voor koffiehuisbediende, 2
voor schoenmaker, 3 voor schrijf
werk, 1 voor stucadoor, 1 voor koet
sier, 2 voor kantoorbediende, 2 voor
schilder, 11 voor los werkman, 2 voor
kleedermaker, 2 voor timmerman, 1
voor sigarenmaker, 1 voor licht werk,
1 voor dames-laarzenmaker, 2 voor
mangelwerk, 1 voor bloemistknecht,
1 voor baker, 1 voor broodbakkers
knecht, 2 voor kookster, 1 voor
waakster.
Particulieren en werkgevers, die
van bovenstaande aanbiedingen ge
bruik wenschen te maken, worden
beleefd verzocht hunne aanvragen
schriftelijk tot het Bestuur te rich
ten, bus Doelen of Stadhuis.
Inlichtingen kunnen dagelijks van
91 en van 35 uur verkregen wor
den bij den administrateur, bureau
Doelen.
Door de politie te Zandvoort is aan
gehouden en naar de ouderlijke wo
ning te Haarlem teruggebracht een
kleine jongen die aldaar twee dagen
had rondgezworven, terwijl hij in een
scheepstimmerschuur overnachtte.
Daags leefde hij van brood, dat hem
door inwoners gegeven werd. Bij on
derzoek bleek, dat hij de ouderlijke
woning verlaten had, omdat hij on
gaarne naar school ging.
derstellen, dat ook met het oog
op de jongste tijdingen, minder alar-
meerend dan in den aanvang het
aanbod niet zal worden aanvaard.
De inzameling met open schaal,
Dinsdagavond voor den aanvang van
het tweede gedeelte van het Wagner-
concert in de Kurzaal te Schevenin-
gen gehouden ten bate van de ge
wonden op Lombok, heeft opgebracht
f1650.
Zij werd verricht door een veer
tiental heeren en dames, paarsge
wijze aangewezen voor zeven deelen
der zaal.
Aan beide zijden van het tooneel wa
ren tropeeën aangebracht der vader-
landsche kleuren gedekt door het Ne-
derlandsche wapen.
Het orkest leidde de inzameling
in met het Wien Neêrlands Bloed.
Het N. v. d. D. publiceerde Woens
dag het volgende telegram uit Bata
via
„De kolonne onder commando van
den tweeden bevelhebber, generaal
M. Segov, trekt naar Rembega en be
schiet den vijand, die daarop witte
vlaggen vertoont.
„Te Mataram is 't rustig.
„Hevige branding maakt de ont
scheping van het geschut gevaarlijk."
Rembega ligt ten N. O. van Am-
penan en ten N. W. van Mataram.
Zoowel van Ampenan als van Mata
ram loopen wegen daarheen.
Woensdag middag is te 's-Graven-
in eene vergadering van afge
vaardigden van het Yelpsche en het
he Lombok-comité besloten
om de beide comité's te laten samen
werken.
Zeevjsscherij.
Woensdag kwamen te Zandvoort
aan twee bomschuiten. Besomming
f 9 en f10. Tong werd afgeslagen
voor f0.30 tot fl per stuk.
Lombok.
De Avondpost verneemt, dat in het
geheel 250 personen aan de oproe
ping van den heer L. den Beer
Poortugael hebben gehoor gegeven,
doch meent, op grond van ingewon
nen inlichtingen, te mogen veron
Uit Amsterdam is, onder de letter
O, bij het departement van koloniën
ontvangen eene som van f 4000 ten
behoeve van de zieke en gewonde
militairen der Lombok-expeditie, en
van de directrice van het Tehuis voor
Zenuwlij der essen te Scheveningen eene
som van ƒ40, als opbrengst eener
collecte, onder de patiënten en ver
pleegsters van dat gesticht gehouden,
ten behoeve van de gekwetsten der
voormelde expeditie.
Beide bedragen zullen, overeenkom
stig de bedoeling der gevers, ter be
schikking worden gesteld van het
centrale comité van het Roode Kruis
te Batavia. St.-Ct
Door tusschenkomst van het De
partement van Koloniën zullen nog
naar Indië worden verzonden de vol
gende geschenken, aangeboden voor
de militairen of gewonden van de
Naar het engelsch
van PAUL H. GERRARD.
67)
HOOFDSTUK XXHI.
Gevonden.
Wrigley meende, dat het lot scheen te willen, dat Rupert
bekend zou worden als den lang verloren erlgenaam van
Barth. Wat hielp het hem om Myra al die jaren zoo te
hebben gekweld, en zich te hebben verheugd in haar onge-
huwden staat, wanneer de huwelijksklokken zouden luiden
voor Rupert en sir Giles kleinkinderen zouden worden geboren.
„Wel vervloekt!" mompelde Wrigley. „Hij mag niet
trouwen
HOOFDSTUK XXIV.
Het noodlottige middaguur.
Van het uur af dat hij het plan bad beraamd om lady
Barth haar kind te ontrooven, wat de slaapwandelares had
verijdeld, was Wrigley steeds voortgegaan met het maken
en ten uitvoer brengen van plannen, waardoor hij in het
bezit moest komen van de erfenis van Barth. De leugenach
tige brief aan George Fitzroy, het verbergen van den verlo
ren erfgenaam; de onderhandeling met de engeltjesmaakster;
het overleveren van sir Rupert in de handen van vagebon
den, waren alle stappen langs de helling naar beneden, ter
wijl die daling nu nog sneller zou geschieden.
Het aantal zijner slechte daden nam steeds toe. Geen over
dreven vaderlijke liefde spoorde Wrigley er toe aan om te
trachten zich een fortuin te verzekeren. Het was die lage
hartstocht hebzucht.
Onder het naar huis rijden na zijn onderhoud met de
portierster van St. Cleopas, gevoelde hij zich bereid Rupert
met onmeedoogende haat te vervolgen. Die jonge man scheen
altijd geluk te hebben.
Voor zoover Wrigley wist was hij zonder vrienden en zon
der geld uit Bidöbank Hall verdwenen; hij had niet zijne
toevlucht genomen tot de koloniën, was niet van gebrek ge
storven, of hopeloos in de armen der ondeugd bekneld
geraakt, maar nu verkeerde hij in vrij goede omstandigheden,
daar hij er aan dacht om te trouwen, en ongetwijfeld zou
hij eerlang wel weer in aanraking komen met vroegere ken
nissen; dan zou een kleinigheid voldoende zijn om zijn waren
naam en positie bekend te doen worden.
Wrigley moest zich op het ergste voorbereiden; hij moest
zijne hulpmiddelen en instrumenten gereed hebben. Hij trad
weer in onderhandeling met Tony Pettigrew, dien hij naar
Londen deed terugkeeren, en leende vijfhonderd pond van
miss Barth, zoodat hij alle onkosten zou kunnen bestrijden
benoodigd voor zijn aanval op Rupert.
Niemand dacht evenwel minder aan vijanden dan sir Ru
pert. Gelukkig in zijne liefde scheen zijn leven hem nu een
lange feestdag toe. Het schrijven van de brieven naar het
buitenland kwam hem nu zelfs als een genot voor, want
deden zij hem niet het geld verdienen, noodig om Natalie
een tehuis aan te bieden?
Hij had eerst eenige schaamtegevoel gehad het gevolg
van zijne vroegere opvoeding doordat hij als kantoorbe
diende zijn brood verdiende. Toen hij echter de fiere con-
tessa en hare dochter, beiden van goede familie, moedig zag
werken om te voorzien in haar onderhoud, begon hij den
arbeid met andere oogen te beschouwen.
Jeugd hoopt alles, evenals liefdadigheid.
Rupert bouwde verscheidene prachtige luchtkasteelen. Hij
en Natalie gingen der avonds uit wandelen, daar de lente
dagen reeds langer begonnen te worden, en wanneer zij het
huis van den een of anderen handelsvorst voorbijgingen,
zeide Rupert dikwijls
„Kijk eens daarIk zal fortuin maken, en later ook eens
zulk een huis bezitten. Ik ben van plan om het zoover te
krijgen, dat ik compagnon in onze zaak wordt."
Oi ging er een fraai rijtuig voorbij, getrokken door prach
tige paarden en met gepruikte koetsiers en palfreniers, dan
wees Rupert er op met de opmerking:
„Kijk eens NatalieZulk een equipage zal ik je ook een.