DE JICHT OP EENE ERFENIS. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD 12e Jaargang Zaterdag 22 September 1894. No. 3443 ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIEN: NABETRACHTING STADSNIEU WS. BINNENLAND. F EUILLETON Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65. Afzonderlijke nnmmers0,05. Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30. franco per post 0,37 J. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat JL^=L9 Haarlem. Telefoonnommer 122. van 1—5 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cents per regel. Abonnementen en Advertentién worden aangenomen door onae agenten en door alle boekhandelaren en courantieïl. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE CoJO-HN F. JONESSucc.Parijs 31 bis Faubourg Montmartre. KJ jHet Bijvoegsel van het blad dat Zaterdagavond verschijntzal bevatten De zoon van den Grenswachter, naar het Duitsch Haarlemmer Halletjes CCXII. Binnen- en Buitenland- sche berichten. Varia. Adverten tién enz. uit den GEMEENTERAAD LXVIII. Het vaderland kan rustig zijn De kohieren van onze nieuwe in komstenbelasting zullen niet gedrukt worden, althans niet vanwege of met medewerking van het gemeentebe stuur. De wet schrijft voor, dat ze openbaar moeten zijn en aan de wet zal voldaan worden, 't Is evenwel de vraag nog of de belastingschuldige, die er plezier in heelt ten stadhuize het kohier eens te komen inzien, daar méér van zal mogen zien dan zijn eigen aanslag. Ik heb mij laten vertellen, dat er steden zijn waar men de openbaarheid van het kohier aldus uitlegt. Daar krijgt de nieuwsgierige ol de weetgierige, hoe wil men hem noemen, niets onder de oogen dan zijn eigen naam en aanslag, de rest van de bladzijde wordt onder en bo ven met een stuk papier bedekt. Dat de Raad aldus besloten heeft en niet anders, kan ik mij wel be grijpen. Ik hel nooit begrepen en begrijp nog niet, wat iemand er tegen kan hebben dat een ander weet hoe groot zijn inkomen is. Dat hij niet weten wil hoe hij het precies besteedt en of hij ook schulden er bij maakt, is een andere quaestie, maar de ge- heimdoenerij met het cijfer van het inkomen zeil was mij altijd een ra .dsel. Toch heeft de raad er, naar mij dunkt, wel aan gedaan met het druk ken van het kohier te weigeren en wel om de reden die de heer 't Hooft noemde. Het publiek namelijk was door den inhoud van de verordening in de meening gebracht dat het ko hier geheim zal blijven en al mag men ook niet veronderstellen, dat sommige aanslagen voor een open baar kohier anders zouden zijn op gegeven dan voor een geheim kohier, is het zeker niet wenschelijk een splinternieuwe belasting van hare geboortef den vloek der impopulari teit mee te geven. Hoe 'tuu zal gaan met de uitgave van een onbetrouwbaar kohierIn .Arnhem is, naar de heer Tjeenk Willink zeide door een uitgever af schrift genomen Van het kohier dat volgens de wet op het stadhuis ter inzage lag. Dit afschrift heelt de man gedrukt en in 't licht gegeven. 't Eenige wat ons het gedrukte kohier zal doen betreuren, is dat het dienst deed als informatiebureau. Ge kunt het hooren van winke liers en neringdoenden, hoe zij hunne circulaires, adreskaarten en strooi biljetten verzonden aan alle in het kohier voorkomende personen, die een vertering hadden van een zeker bedrag. Om deze reden zullen we het missen, want het eigenlijke adres boek van Haarlem is al een heel on betrouwbare vraagbaak. Maar wat zoo'n namaak-kohier betreft, vooral de heer Beijnes was van die uitgave heel bang en vroeg aan den waarnemend voorzitter, den heer de Kanter, of aan het publiek dat het kohier kwam kijken, niet zou kunnen worden belet om het over te schrijven. Toen sprak de voorzitter en zijne stemme klonk daverend door de halle 't Was precies een toost en de le den van den raad applaudisseerden zooals men ook doet bij een toosten enkelen namen een teug uit hun glas zooals men dat ook doet bij een toost: alleen was er geen wijn, maar puur duinwater in. De heer Kruseman bracht in her innering, dat de concessie aan de Staalwaterbron vervalt, wanneer niet primo Mei het water in pijpen naar de Koekamp gebracht is. 't Was om van te tchrikken. Mensch, mensch, was de Maatschappij dan van plan om het Brongebouw te zetten, maar stikem het water met wagens daar heen te brengen? De heer Leupen stelde de toehoorders gerust en zei, dat aan de leiding ook gauw zou wor den begonnen. Als de Koningin jarig is, regent het lintjes. Woensdag regende het in den Raad (welverdiende) gratificaties. Was er misschien een wethouder jarig getelijke gemaakt. Zijn eerste jaren werden door hem op „de kar" (Loco motief) doorgebracht en 'tis opmer kelijk hoe de jubilaris alhoewel thans in een vrij wat rustiger en meer voordeelige positie geplaatst nog met hart en ziel machinist is. Wan neer het gesprek komt op de snel heid waarmee tegenwoordig wordt ge reden, dan krijgt men zonder fout van hem de geschiedenis van het feit dat hij eens een trein, met de locomotief „Stijx", in 13 minuten van Haarlem naar Arasterdam heeft gereden, „iets zoo zegt hij wat volgens zijn ge- heugenis, nog door niemand over troffen is." Deze en meer andere ge schiedenissen zullen zeker dezen dag nog wel eens te berde komen. De burgemeester, jhr. mr. Boreel van Hogelanden heeft heden zijn ambt weder aanvaard. {Zie vervolg Stadsnieuws 3e pagina.) Haarlem21 Sept. 1894. Een jubileum. De heer H. de Lugt, adsistent-op- zichter aan de werkplaatsen der H. IJ. S. M. alhier, herdacht heden, 21 September, den dag waarop hij 25 jaren geleden in dienst trad bij de H. IJ. S. M. Deze dag is voor hem door de vele blijken van deelneming hem door de directie der Maatsch., collega's en 'tonder hem geplaatst personeel geschonken, tot een onver Een ongeluk voorkomen. De reizigers in den trein van Haar lem naar Uitgeest zijn Donderdag avond nabij het station Velsen aan een groot gevaar ontkomen. Even buiten het station Velsen was verzuimd de afsluitboom en neer te laten van den overweg Velsen Heide. Een voerman, die den trein niet had zien aankomen, reed er door. Op korten afstand bemerkte de machi nist van den trein dit gevaar en wist door krachtig remmen den trein tot staan te brengen, waardoor hij ern stige ongevallen voorkwam. De heer H. Heeremans, onderwij zer aan de openbare school te Heem stede, herdacht zijn 25jarig jubilé als zoodanig. Van zijne mede-onderwijzers en oud-collega's ontving hij een stoffelijk blijk van sympathie. Mond- en Klauwzeer. Te Velsen is door den district vee aarts het eerste geval van besmette lijke veeziekte (mond- en klauwzeer) geconstateerd en wel onder het vee van den landbouwer A. Schoorl. Marktbericht. Graan- en Zaadmarkt, gehouden te Hoofddorp Haarlemmermeer, 20 Sep tember 1894. Witte tarwe f4.25 a f5.25, Rogge f3,40 a fo,75, Haver f4,25 a 15,50, Wintergerst f2.75 a f3.30, Karweizaad f 13.70 a 14.Kanariezaad f8.60 a 19.25, Blauw maanzaad f 8.a 19. De Troonrede. Het weder-antwoord der Koningin- Weduwe, Regentes, op het adres van de Eerste Kamer der Staten-Generaal ter beantwoording van de Troonrede, luidt als volgt: Mijne Heeren! „Met genoegen ontvang Ik van de Eerste Kamer der Staten-Generaal de hernieuwde verzekering van Hare toewijding ter vervulling van Hare ernstige en moeilijke taak. „Ik hoop van harte dat Gods op Haren arbeid moge rusten. „Ik verzoek U, Mijne Heeren, aan de Eerste Kamer Mijnen dank over te brengen voor Haar Adres van Antwoord." Het gewijzigd ontwerp-adres van antwoord der Tweede Kamer luidt Mevrouw „Hoogelijk waardeerde de Tweede Kamer het voorrecht Uwe Majesteit te midden van de vertegenwoordigers van het Nederlandsche volk te zien, tot opening van de gewone zitting der Staten-Generaal in naam der Ko ningin. Voor de gedane mededeelingen om trent den toestand des lands en der overzeesche bezittingen, betuigen wij Uwe Majesteit onzen eerbiedigen dank. Ook wij herdenken met diepen weemoed de zware offers, die opnieuw van de krijgsmacht in Nederlandsch Indië werden gevorderd. Terwijl wij deelen in den rouw over het verlies der ^dappere officieren en manschap pen, die hun leven voor het vader land hebben gelaten, vertrouwen wij met Uwe Majesteit, dat de eer der wapenen op Lombok, ook na den ondervonden tegenspoed, krachtig zal worden gehandhaafd. Dat de gunstige verwachtingen, die de te veld staande oogst aan vankelijk opwekte, in onderscheidene deelen des lands niets verwezenlijkt zijn, wordt ook door ons betreurd. Wij hopen, dat intrekking van de verbodsbepalingen, welke den uitvoer van vee naar aangrenzende rijken beletten, spoedig zal volgen. Met levendige belangstelling ver namen wij de aankondiging der ge wichtige werkzaamheden waartoe wij zullen worden geroepen. Aan de ver vulling dezer ernstige en moeilijke taak wenschen wij onze beste krach ten te wijden, terwijl wij het ver trouwen, waarmede Uwe Majesteiten op onze toewijding een beroep doet, op hoogen prijs stellen. Moge de arbeid van Uwe Majesteit en van de Volksvertegenwoordiging onder Gods zegen strekken tot het welzijn van ons dierbaar Vaderland!" Staatsbegrooting 1895. De verschillende hoofdstukken zijn aldus geraamd I. Huis der Koninginf821.000. Meer is uitgetrokken voor aanslui ting aan het Huis Ten Bosch en van het Paleis het Loo aan de gemeente lijke waterleiding, brandbluschmid- deleu voor die gebouwen, brandlei dingen en vaste brandladders op de binnenplaatsen vau het Paleis te Am sterdam, enz. 117.000. II. Hooge colleges van Staat enz. f 667.860. Meer voor de Staten-Generaal f450, de Raad van State f590.000 en de Algemeene Rekenkamer f1800, te genover een lagere raming voor: de kanselarij der Nederlandsche orden f230 en pensioenen enz. 12162. III. Buitenlandsche zaken, f795.380. Meer voor kosten van buitenland sche zendingen en consulaten f3200 en pensioenen, wachtgelden enz. f7251. IV. Justitie, f 5.419.147. Minder voor kosten van het departement f 220 kosten voor algemeene of rijkspolitie en in zake jacht en visscheiij f2810, gebouwen f27.200 ^en verschillende uitgaven f12.000, tegenover eenelioo- gere raming voor kosten van het Hoog Militair Gerechtshof enz. f2200, kosten der gevangenissen en Rijksop voedingsgestichten f2802, kosten van de Rijkswerkinrichtingen f18.400 en pensioenen, wachtgelden, enz. f5801. V. Binnenlandsche Zaken. 113.224.423.73A. Meer voor: kosten van het bestuur der provinciën, enz. f3.625, medische politie f 69,806, onderwijs fl67.027.23jL kunsten en wetenschappen f27.990 en pensioenen, enz. f20.000 tegenover eene lagere raming voor kosten van het departement f517 en nationale militie en schutterijen 1300. VI. Marine f 15.413.487.24. Minder is geraamd voor kosten der administratie f13.750; marine der zeemacht 1125.155personeel der zee macht f 130.867.50; loodswezen, be tonning, enz. f3.775.90; tegenover eene hoogere raming voor pensioenen, onderstanden enz., ad. f65.900. Vila. Financiën {Nationale Schuld) f35.188.309.84. Meer voor Amortisatie en aflossing van Nationale Schuld f242.600, te genover eene lagere raming voor inte resten enz. 1102.927.375. Vllb. Financiën {Administratie) f 19.146.235.28J4. Naar het engelsch van PAUL H. GERRARD. 74; HOOFDSTUK XXVI. Woorden in bloed geschreven. Toen de contessa uitriep, dat het Bidebank Hall niet was, opende de vrouw, die de kaars droeg, de deur, die toegang •gaf tot eene groote, sombere zitkamer. „Gaat u hier maar binnen," herhaalde zij eentonig. „O ja, het is Bidebank Hall. U zijt nooit in het achterste gedeelte geweest mevrouw. Het ziet er in het gedeelte voor de onder geschikten geheel anders uit dau in het andere gedeelte. Ik ben nu huisbewaarster. Lord Bidebank komt hier zelden. Ik ^al eens gaan kijken of de jonge dame terstond bij den jon gen heer kan worden toegelaten." Zij zette de kandelaar neer en liet moeder en dochter ach ter, die elkaar bij het flikkerende licht angstig aanzagen. Weldra keerde de vrouw terug. „Wil de jonge dame zoo goed zijn om mee te gaan «Wij gaan met ons beiden," zeide de contessa. „De dokter zegt, dat hij er maar een tegelijk mag zien. U zoudt toch door te veel opwinding zijn toestand niet willen verergeren." „Mama, laat mij gaan," smeekte Natalie. „Niet zonder mij," zeide de contessa standvastig. Stilzwijgend stonden zij een oogenblik daar met haar drieën. „Maar als u dan eerst gaat mevrouw, en u zich gerust stelt, dan kan ik daarna de jonge dame roepen." „O, ga dan toch dadelijk mama, anders kan ik niet kalm blijven," zeide Natalie. „Waarom kunnen wij niet samen gaan? Wij zijn kalm genoeg." „Mevrouw, ik mag niet ongehoorzaam zijn aan de strikte bevelen van den dokter." „Ga dan mama I" zeide Natalie en duwe hare moeder zachtjes naar de deur. De ongelukkige contessa smeekte hare dochter daar te blijven, daar zij binnen vijf minuten terug zou zijn, en volgde hare gids, die een tweede kaars had aangestoken. Zij gingen een trap op en traden eene achterkamer bin nen. De vrouw zeide tot de contessa, dat zij in de slaap kamer een blik zou gaan werpen om te zien of zij ontvan gen kon worden, verdween door eene deur en liet de con tessa in het duister achter. De vijf minuten wachtens voor Natalie waren voorbij en nog stond de contessa daar alleen. In haar onrust riep zij verscheidene malen overluid. Daarna liep zij vooruit op den wand toe en liep dezen al tastende langs tot zij eene deur had gevonden. Te vergeefs trachtte zij deze te open. Zij klopte en rammelde aan de deurknop, maar kreeg geen antwoord. Zij ging verder totdat zij eene tweede deur bereikte, deze was ook vast. Daarna liep zij haastig het geheele vertrek door en onderzocht alle deuren, die zij vond en ook een venster, totdat zij in de duisternis en in haar opgewonden toestand verscheidene malen de kamer was rond geweest. Zij stampte op den grond, sloeg tegen den muur en liet zich toen uitgeput op een stoel neer vallen. Door twee openingen boven in het plafond zag zij het grauwen van den aanbrekenden lentedag. Aldus verliep een uur voor de rampzalige contessa. In dien tusschentijd was het buiten lichter geworden, en zij kon hare gevangenis bekijken, dank zij het weinige licht, dat door twee openingen, in de zware eikenhouten luiken aan gebracht, naar binnen drong. Er lag een versleten karpet op den vloer; verder merkte zij op een stoel en eene bedstede zonder gordijnen. Er waren twee deuren en een venster. Dit venster was stevig vastgemaakt en was voorzien van binnen met ijzer traliewerk, aan den buitenkant bevonden zich de eikenhouten luiken. Na nog eene poging te hebben aangewend om degenen, die haar gevangen hielden te roepen, klom de contessa, die van eene eerbiedige lengte was, op den stoel en hierna op de vensterbank om door de kleine gaten boven in het luik naar buiten te kijken.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1894 | | pagina 1