ïoor onze Vensters.
DE JICHT OP EENE ERFENIS.
12e Jaargang:
Dinsdag 25 September 1894.
No. 3445
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIËN:
STADSNIEUWS.
binnenland'
FEUILLETON
Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers0,05.
Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30.
franco per post 0,37J.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat 14:, Haarlem. Telefoonnummer 122.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cents per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren en conrantien.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONESSugc., Parijs 31 bis Faubourg Montmartre.
In de étalage voor de vensters van
F het Bureau van dit Blad zijn de na-
I volgende afbeeldingen gelegd
Gravures van de familie d'Orléans
fen de kapel van St. Louis, te Dreux.
Op jacht.
Een liefdesdrank.
De speculatiewoede te Londen, in
11720.
De Prins van Wales op het Bloe-
[mencorso te Baden Baden.
Kijkjes in het kamp der engelsche
:avalerie.
Wabah.
De japansche torpedo vanger Tat-
uta te Aden door den engelschen
fstoomer Cossack bewaakt.
Appèl op de Salak die naar Lom-
li bok is vertrokken.
Drie portretten van officieren bij het
Jnederl. indische leger.
Het transportschip Kow Shing door
T den japanschen kruiser Naniwa Khan
in den grond geboord.
Zwemwedstrijd te Calcutta op na
akte varkens.
Politieke platen en portretten.
Uit de dagen der fransche Revolu-
tie (Uit het Zondagsblad van Haar-
Ilends Dagblad).
Het bezoek van de Koninginnen in
Middelburg in 3 afb. (Uit het Zon
dagsblad van Haarlem's Dagblad).
Uit Elseviers Geill. Maandschrift
De schilder Frans Courtens en zijn
Jwerk (In elf afb.)
Naar een schilderij van Dugardin.
Ruïne van Boeddha op Java.
Uit Eigen Haard
verlichtingen in gebedeboeken.
Vlaamsche schoone.
De begrafenis van den Graaf van
I Parijs.
De lijkdienst te Weybridge.
De Prinses de Bourbon en generaal
[Francois de Bourbon.
Restauratie van het kasteel „Bo-
naguil".
Fransche fortmanoeuvres (2 platen).
Dejeuner in het fort Vaujours, aan-
I geboden door den president der fran-
f sche Republiek.
Jachtcostuum voor dames.
Haarlem24 Sept. 1894.
Overplaatsing.
De le luit. W. Witsen Elias, van
Ihet depot-escadron huzaren alhier,
wordt 1 November a.s. overgeplaatst
bij het 5e escadron van genoemd re
giment te Venloo in garnizoen.
Inzameling voor Lombok.
Zooals reeds is gemeld, heeft de in
zameling op verscheidene scholen al
hier voor de nagelaten betrekkingen
der gesneuvelden in Ned. Indië, opge
bracht de som van f282.50. De heer
Frits C. H. C. Oudschans, op wiens
initiatief deze inzameling heeft plaats
gehad, heeft dus zijn pogen met een
goed succes bekroond gezien.
De volgende scholen hebben aan
deze collecte bijgedragen
1. De H. B. S. met 5 en 3 jarigen
cursus; 2. de kweekschool voor on
derwijzeressen 3. de school van den
heer Kloeke4. van den heer Hu-
bregtse5. van den heer Brouwer; 6.
van den heer Graaff; 7. van den heer
Fortgens; 8. van den heer van der
Wilk9. van den heer Prins, bene
vens de scholen van de dames Bronn
en Kuss.
Het geld is opgezonden aan den
heer G. Witte veen te Utrecht, als
hoofd der commissie aldaar, die zich
heeft aange sloten bij het comité van
de residentie (van Zijll de Jong, v.
d. Berg c. s.) dat beoogt het stichten
van een nationaal fonds ten bate der
nagelaten betrekkingen van alle ge
sneuvelde militairen in N. Indië.
In den kegel wedstrijd Zondag ge
houden in café „Neuf" Vondelkade
te Amsterdam heeft in de afdeeling
„juniores" de Haarl. Kegelclub „Haar
lem" den 3den prijs, zilveren medaille,
behaald met 190 punten.
.,De Snelvlieger".
De Postduiven vereeniging „de
Snelvlieger" hield Zondag haar laat
ste wedvlucht met Jonge duiven, broed
1894 van Antwerpen. De uitslag was
als volgt.
le prijs J. Faber, 2e J. G. Schip
pers, 3e id, 4e id, 5e id, 6e Joh. Jung
7e A. W. v. IJseldijk 8e Joh. Jung
9e A. W. IJseldijk. 1 Gr. Zilveren Med.
toegevoegd bij den len prijs door J. Fa
ber, 1 zilv. med. voor de 2 eerstge-
toonde duiven door J. G. Schipper, 1
zilv. med. voor de 3 eerstgetoonde
duiven door J. G. Schippers, 1 zilv.
med. voor de meestgetoonde duiven
door J. G. Schippers.
Mislukte moordaanslag.
Op het Molenpad no. 13A woont
een rentenier van zeventig jaar, Pie-
ter van Garste genaamd, met zijn
echtgenoote.
In de afgeloopen nacht waren de
oude lieden rustig en wel te bed,
toen zij plotseling door een vreemd
geluid opschrikten. Bij het licht van
een klein lampje zagen zij hoe een
kerel zich door het opgeschoven raam
naar binnen wrong.
Van Garste zelf had den tijd nog
om uit het bed r te loopen naar de
voorkamer, waar hij een ruit insloeg
en uit alle macht om hulp schreeuw
de. Intusschen was de inbreker op
het bed gesprongen en op de vrouw
aangevalen, die zich zoo goed zij kon
verweerde.
Tot haar geluk raakte in het zachte
bed de kerel het evenwicht kwijt en
viel achterover, waarvan zij gebruik
maakte om te vluchten, de gang in
en den tuin door. Met een vlugheid,
waarover zij zich nu zelf verbaast,
wist juffrouw van Garste op de schut
ting te komen en daar af te springen
in den tuin van de buren.
De heer van Garste had door zijn
roepen dat tot ver in den omtrek
gehoord werd, de buren gewekt. Ook
de politie kwam uit de buurt aan
snellen. Men kwam binnen, maar de
inbreker, begrijpende dat zijn plan
mislukt was, had het hazenpad ge
kozen.
Bij het bed vond men een groot
broodmes, dat den kerel blijkbaar uit
de hand was gevallen. Dit heeft de
oude lieden blijkbaar het leven gered,
anders ware zeker althans de vrouw
in een ommezien vermoord geworden.
De slaapkamer is gelijkvloers en komt
uit op het bij de woning behoorende
tuinjte, dat van uit het Tuinlaantje ge
makkelijk te bereiken is. Daar zijn
dan ook voetstappen gevonden. Waar-
scbijnh.k is het dat de kerel helpers
had, want toen de vrouw de gang
doorvloog, meent zij daar eene ge
daante te hebben gezien.
De inbreker was een groote kerel
met een donker uiterlijk en grooten
baard.Hij was blootshoofd en droeg een
bruin boezeroen, geen jas.Tot zijn even-
tueele herkenning zal kunnen bijdra
gen, dat de oude lieden zijn stem
hebben gehoord. Toen Van Garste
namelijk vluchtte, zei de kerel: „wacht
maar, ik zal je wel krijgen" waaruit
volgt dat hij wel degelijk van plan
was moord te begaan en begreep, dat
hij na de vrouw gedood te hebben
ook met den zwakken ouden man
gemakkelijk zou klaarkomen.
Van Garste heeft zich bij het in
slaan van de glasruit de polseenigs-
zins gekwetst. Het spreekt vanzelf,
dat hij en zijn vrouw zeer geschokt
zijn door het gebeurde. In Mei 1892
is, naar men zich herinneren zal,
ook bij hem ingebroken. Destijds
zijn er tal van voorwerpen van
waarde gestolen, nu heeft de inbre
ker slechts een gouden dameshor
loge en een zilveren heerenhorloge
kunnen meenemen. Eigenaardig is
het, dat de dieven toen langs den
zelfden weg het huis zijn genaderd.
Toen zijn ze evenwel niet door het
raam der slaapkamer geklommen.
Het is te hopen en er bestaat ook
uitzicht dat in deze zaak spoedig
licht zal worden verspreid. Het ach
tergelaten broodmes is door een slecht
bekend staand persoon geleend van
een tapper in de Hage3traat. Die
persoon is niet te vinden. Wanneer
men hem vindt (en er wordt ijverig
naar hem gezocht) dan hoopt men
meer over dezen gelukkig mislukten
moordaanslag te vernemen.
Volgens achterstaande advertentie
geeft de heer D. J. van der Wilk,
boekhandelaar alhier, een nieuw
adresboek van Haarlem uit.
Dit voorziet ongetwijfeld in een be
hoefte. Het tegenwoordig adresboek
is van 1891 en daarom niet betrouw
baar. Het kohier der belastingen is
ons als adresboek nu ook ontvallen.
Kon het zijn, dat de heer van der
Wilk elk jaar het adresboek opnieuw
uitgaf, dan zou dat een uitstekende
maatregelen wezen. Intusschen roepen
wij bij deze eerste editie gaarne den
steun van het publiek voor zijne
moeilijke onderneming in.
Een onzer lezers zendt ons een
stukje waarin hij zijne verwondering
erover te kennen geeft, dat de heer
K. Taekema niet heeft geantwoord
op de door de kiesvereeniging „Bur
gerplicht" aangenomen motie, die
voorkomt in onze courant van Vrij-
dag j. 1.
Wij kunnen dat stukje niet plaat
sen, omdat het als de verkiezing ra
kende, moet worden onderteekend en
de inzender dat niet wilde.
Maar wij verklaren onzerzijds, dat
het stilzwijgen van den heer Taeke
ma ook ons vreemd voorkomt en
dat wij van hem een meer ruiterlijk
gedrag hadden verwacht.
Bij den winkelier J. Hofland, in
de Spaarnwouderstraat is van de
toonbank door 3 jongens een kistje
sigaren gestolen. Aangifte by de po
litie is gedaan.
Aan de suikerfabriek te Halfweg,
waaraan de werkzaamheden 5 Octo
ber zullen aanvangen, zal verwerkt
worden 37 millioen K.G. beetwortelen,
de campagne zal tot in Januari 1895
duren.
Te Velsen heeft zich eene commis
sie gevormd om gelden in te zame
len voor de gewonden en de behoef
tige nagelaten betrekkingen van ge
sneuvelden op Lombok.
Zelfs zal voor dit doel eeneschaal-
collecte worden gehouden.
Voor de vacante betrekking van
gemeente-veldwachter te Velsen (jaar
wedde f500) hebben zich 130 sollici
tanten aangemeld.
Zeevisscherij.
Zaterdag kwam te Zandvoort aan
1 bomschuit. Besomming f 18.
De prijzen der visch waren schar
ren f2.20 per mand, tong f 0.30 tot
f 1 en griet fl.20 per stuk, bot f 0.60
per snees.
{Zie vervolg Stadsnieuws 3e pagina
Lombok.
Aan een brief van een soldaat, die
deelneemt aan cje expeditie op Lom
bok, wordt de volgende eigenaardige
voorstelling omtrent land en volk
aldaar ontleend
„(Bali en Lombok weigerden om
onder de Europeanen te staan en
wilden geen belasting betalen. Het
inlandsche hoofd speelde daar den
baas.
„Als er een was, die 50 gulden ver
diende, dan moest hij daar 25 gulden
van af geven, en zoo niet, dan moest
hij dood gemaakt worden. Dit gaat
hier heel gemakkelijkze nemen
maar een kris, een steek in het hart,
en weg ben je, want aan de kris zit
zwaar vergif.
„Als een huisvader of een huis
moeder of ook een landbouwer de
grootste helft niet gaf, was het on
middellijk de dood. Er waren dagen,
dat er 30 40 om het leven werden
gebracht.
„Op het laatst begon men tegen
elkander te oorlogen, en dit is nu al
twee jaar aan den gang.
„Het behoeft dus niet gezegd, hoe
verwilderd de menschen er waren en
wat het voor ons was, daar aan land
te gaan.
„Wij lagen daar met 18 groote
schepen aan het strand en 10 marine
schepen.
„Bij de ontscheping is er geen ko
geltje op ons verschoten. Wij zijn
niet bang, dat er vnur zal vallen,
want wij zijn nu al dagen op marsch
en hebben niets geen last.
„Het hoofd de koning van Lom
bok heeft zich zelf daarop ge
werkt, dat wil zeggen op den troon.
„Wegens de herhaalde binnen-
landsche vechterijen, waaraan de
mannen moesten deelnemen, zijn de
Naar het engclsch
van PAUL H. GERRARD.
75)
HOOFDSTUK XXVI.
Woorden in bloed geschreven.
De contessa strekte plotseling haar hand uit, hijgde naar
adem en viel flauw.
Juffrouw Pettigrew hief haar op, legde haar op bed, leegde
een glas water boven haargelaat, en verdween na haar blaadje
meegenomen te hebben.
Toen de contesBa tot bewustzijn kwam was zij alleen. Zij
lag daar geheel afgemat, met haar blik gevestigd op de
lichtstralen, die door de gaten in de luiken naar binnen
vielen. Het was reeds lang donker, toen juffrouw Pettigrew
terugkeerde met een blaadje en een klein tafeltje. De con
tessa gevoelde zich zoo zwak, dat zij zich nauwelijks kon be
wegen.
„Kom", zeide juffrouw Pettigrew bezorgd, „eet nu een stukje
en drink een kop thee. U zult het meisje wel spoedig een
kunnen zien. Wat geeft het nu om u dood te hongeren?
Al waart u in de gelegenheid, dan zoudt u toch niet in staat
zijn om uit te gaan. Kom, neem een kop thee."
De contessa wilde hiertoe reeds overgaan, toen het denk
beeld bij haar opkwam, dat men haar wilde vergiftigen. Zij
zat op hare legerstede met de tafel voor haar, en zeide met een
argwanenden blik op de vrouw
„Wil jij een kop van deze thee drinken?"
Juffrouw Pettigrew begon te lachen.
„HaDenkt u dat ik u zal willen vergiftigen
Zij zette den stoel neer aan den anderen kant van de
tafel.
„Welnu ale u daarvoor bevreesd zijt, geef mij dan een
kop thee, met melk en suiker er in en ik zal alles ge
bruiken, wat gij verkiest. En hier is een ei. Wie zou nu een
gekookt ei vergiftigen Wat de boter betreft, die kan ik
niet roemen ze smaakt sterk, maar hier hebt u jam. En
ik wil alles voor u klaarmaken wat gij maar opnoemt, als
het hier in huis is. Ik wil niet dat u ziek wordt en onder
mijne oogen Bterft. Ik houd er volstrekt niet van om zieken
op te passen."
De contessa dronk hare thee op, en de waarheid besef
fende van de opmerking van hare vrouwelijke cipier, en ook
dat zij haar dochter niet van dienst kon zijn door zich uit
te hongeren, gebruikte zij een gedeelte der levensmiddelen.
„Vrouw", zeide zij tot juffrouw Pettigrew, „ik heb je toch
stellig geen kwaad gedaan. Waarom ben je mijne vijandin?
Laat mij van hier gaan. Geef mij mijne dochter terug. Breng
ons op den weg naar Londen. Kijk eens, hier is mijn hor
loge het is met juweelen afgezet en deze ring is kostbaar.
Ik wil ze je geven, en wanneer je een plek naar eigen goed
vinden opnoemt, dan zal ik je honderd pond geven en nooit
iets meer vragen."
Juffrouw Tony zag begeerig naar de juweelen. Zij ant
woordde
„Ik kan toch geen geld krijgen op zulke dingen. Men gaat ons
beschuldigen, dat wij ze gestolen hebben, en de pandjeshuis
houders geven er ons zoo weinig voor."
„Maar het geld dan de honderd pond. Ik zal er twee
honderd van maken je kunt het binnen eene week ont
vangen en waar je maar wilt, als je mij en mijne dochter
de vrijheid hergeeft!"
„Maar waar zoudt u dat geld vandaan moeten halen me
vrouw? Ik heb gehoord, dat u al uw geld hebt verloren."
„Ik kan het krijgen I Ik kan het krijgen van miss Barth
riep de contessa haastig en onvoorzichtig uit.
Die naam deed juffrouw Pettigrew onmiddellijk denken
aan gerechtigheid. Met het noemen van den naam Barth
kwam tegelijk het bewustzijn bij haar op van de misdaad,
waaraan zij medeplichtig was, en die haar voor het gerecht
kon brengen.
Een langdurige gevangenschap met dwangarbeid kon vol
gen op de bevrijding van de contessa. Juffrouw Tony was
nooit bizonder geloofwaardig geweest, en vertrouwde dus op
haar beurt ook zeer weinig op anderen. Zij aarzelde niet lan
ger; zij trok zich terug.