Wedstrijden.
Letteren en Kunst.
vrouwen er reeds aan gewoon ge
raakt op het veld te werken, zoodat
men nu, nu er niet gevochten wordt,
de mannen het huiselijke werk ziet
verrichten en met de kinderen loopen,
en de vrouwen op den akker.
„Bij de landing zagen wij niemand
en waren alle inlanders de bergen
ingetrokken.
„Wanneer zich nu de een of andere
compagnie soldaten vertoont, gelijken
de menschen op hertenzoo ziet men
ze en zoo zijn ze verdwenen.
„Men zegt, dat wij reeds twee jaar
geleden hier hadden moeten zijn,
doch dat men bang was voor veel
ziekte.
„Het is hier 's nachts zoo koud,
dat ik met een sprei, deken en mijn
kapotjas over mij heen nog niet
warm word.
„Bij ontwaken spoed ik me dade
lijk naar de keuken, om brood, koffie
en een oorlam te koopen.
„Hier zijn vijf buitenverblijven. Er
zijn er bij veel mooier dan in Neder
land en die stellig een millioen heb
ben gekost. De arbeiders van een der
verblijven moeten echter werken voor
niets, zonder eten, en die dit niet
verlangt, wordt eenvoudig gedood.
„Wij hebben al die buitens bezocht
en zullen na tien dagen marcheeren
er nog een te zien krijgen, dat door
gaat voor het mooiste.
„Hier groeit van alles, wat men
ook maar bedenken kan."
De minister van marine ontving Za
terdag van den Goeverneur Generaal
telegraphiech het verzoek zoo spoe
dig mogelijk een oorlogsschip te zen
den. Ingevolge dit telegram zal de
oorlogsbodem Koningin Wilhelmina,
thans te Helder, den 6en October
naar Indië vertrekken, onder com
mando van den kolonel P. Zdgers
Veecken8, en met 120 man landings
divisie, behalve de gewone beman
ning.
Vertrek naar Indië.
Zaterdagmorgen aan de Handels
kade te Amsterdam dezelfde leven
digheid als veertien dagen geleden.
Opnieuw vertrok een detachement
van de koloniale reserve te Nijmegen
naar Indië, thans per stoomschip
Prins Hendrik.
Duizenden waren weer aan de Han
delskade samengestroomd om van
hunne belangstelling blijk te geven.
O. a. waren vele officieren van het
leger te Amsterdam in garnizoen en
van het Ind. leger aanwezig.
Met het„Wien Neerlandsch bloed:
gespeeld door de stafmuziek van het
7e regiment infanterie, werden de
troepen, bij hunne aankomst uit Nij
megen verwelkomd en toen ze in de
loods van de Stoomvaart Maatschappij
„Nederland" waren opgesteld, riep
luitenant-kolonel Bruinsma,die met
de andere officieren van de koloniale
reserve, den troep tot Amsterdam uit
geleide had gedaan, hun een woord
tot afscheid toe.
In het bizonder richtte zich luit.-
kolonel Bruinsma tot den soldaat
Hendrik van den Berg en speldde hem
voor 't front van den troep onder
eenige hartelijke woorden het eere-
teeken voor belangrijke krijgsbedrij
ven op de borst, wegens betoonde
dapperheid en goed gedrag gedurende
de jaren 1888 en 1889, toen hij in
Atjeh diende.
Met een „leve de koninginnen 1"
eindigde spr. De muziek speelde het
Wilhelmus van Nassouwe.
Als oudste officier van het Ned.
leger in de hoofdstad aanwezig, richtte
hierna kol. Lutz, commandant van
het 7e reg. inf een afscheidswoord
tot de vertrekkende troepen en toen
marcheerden deze opgewekt naar de
Prins Hendrik. De stafmuziek speelde
nog een vroolijken marsch.
De soldaten zongen of zwaaiden
met hunne helmen en mutsen. De vele
toeschouwers op den wal wuifden met
hand of zakdoek; de stoomfluit liet
haar dof steunend geluid hooren en
voort stoomde het zeekasteel.
Het vertrekkende detachement staat
onder bevel van kapitein Kramer en
onder medegeleide van den le-luit.
dtHarvant en den 2e-luit.-kwartier-
meester Gunther.
Men meldt ons uit IJmuiden
Ofsehoon niet zoo druk als de vo
rige maal, door den zeilwedstrijd,
was er toch Zaterdagmiddag vrij wat
volk op de Sluis bij het uitgaan van
de „Prins Hendrik'1het aantal van
hen die met de boot van Amsterdam
tot hier medegingen om familie of
kennissen uitgeleide te doen was zoo
groot, dat de Maatschappij een zestal
extra Javaansche bedienden, om bij
de lunchtafel enz. te helpen de reis
tot hier liet mede makendie per
spoor weer naar Amsterdam terug
keerden.
Dr. A. Kuyper.
Omtrent den gezondheidstoestand
van dr. A. Kuyper meldt men aan
De Standaard uit Brussel, dat het ver
loop in de jongste week zeer gunstig
was. De ziekteverschijnselen weken
ïeel, de koorts hield op, de nach
ten werden rustiger, en er is thans
nog slechts sprake van herstel van
krachten.
Een reconvalescentie, die echter nog
maanden duren kan.
worden geloot tusschen Yum Yum
KoningWilliam en Nan Dirkalle
punten.
Derde klasse (tjotters) die uitstekend
zeilden. Er waren er zeven die alle rin
gen gestoken hadden.
De uitslag der derde klasse was.
dat moest geloot worden tusschen
NeptunusVlinder, GeertruidaAnna
Paulowna, Wilhelmina, Alida Johanna
en Beverdie alle 12 punten gehaald
hadden. Tegen Geertruida wasechter
een protest ingediend door den heer
Grootes van de Wilhelmina opgrond
dat deze geen drie ringen zou hebben
In deze klasse waren 10 deelnemers,
evenals in de laatste (gondels.) Daar
van was de uitslag, dat moest geloot
worden tusschen Appollo, Zwaluw
Frits KareiZeemeeuw, Marie en Meer
val, die alle 12 punten hadden.
De feesten te Zaandijk.
De feesten zijn Zaterdag geëindigd
met een waterfeest: admiraalzeilen
en ringzeilen op de Zaan,
Aan het admiraalzeilen werd deel
genomen door 88 personen, die in
twee groepen van de Wijd vertrokken.
Daarna zeilde de eerste groep onder
admiraal H. G. Koster de Poel in,
ter wij L de tweede groep onder vice-
admiraal H. Bernhard Jr. de Kuil
invoer. In die beide inhammen ble
ven de twee eskaders, het eerste van
17, het andere van 21 schepen, eenigen
tijd de verschillende manoeuvres ma
ken, die door de beide aanvoerders
met vlaggeseinen werden aangegeven.
Om kwart voor eenen waren de
schepen in het Wijd terug voor het
ringzeilen.
Omsteeks half twee begon het ring
zeilen. Voor den molen op de grens
van Wormerveer en Zaandijk waren
drie boeien in 't waren geplaatst met
hooge smalle sleuven er op. Drie
houten ringen zaten er los op en moes
ten met een stok, die aan den boeg
spriet was bevestigd, er afgestoken
worden. De roode ring moest voor den
wind genomen en telde 3 punten,
de witte bij den wind 4, de blauwe
in den wind 5. Dit voortdurend heen
en weer zeilen van al die kleinere
en grootere schepen gaf zeer veel
levendigheid op het water en aan den
kant was het niet minder druk, aan
gezien daar de zeilen en vlaggen
wapperden van de stilliggende booten
terwijl een talrijke menigte langs den
oever liep en een pleizierboot vulde.
In de eerste klasse (boeiers) waren
6 deelnemers, waarvan geen enkele
den rooden ring stak. Hora hield op
en de Sperwergezeild door mevrouw
Jurrjens, werd gedisqaalificeerd wegens
gereefd zeil, hetgeen verboden was.
De prijs werd bepaald door de Tele
foon van den heer Bernhard met 9
punten.
Om de premie moest worden geloot
tusschen Diena Gesina en Vischhandel
beide met 5 punten.
Tweede klasse (scherpe vaartuigen)
13 ingeschreven. Niet opgekomen Sil-
vana Toy en Flying Dutchman. Moest
De sigarenmakersbond.
Naar aanleiding van de door den
heer W. G. Boele te Kampen tot
zijne werklieden gerichte circulaire
werd reeds Vrijdag bij het eindigen
der week aan een 25-tal sigarenma
kers de tabak tot verwerking gewei
gerd. Eerst nadat zij tegenover de di
rectie voldoende verklaringen omtrent
hun verdere houding bij de door den
Sigarenmakersbond op het getouw
gezette beweging hadden afgelegd,
konden zij het werk hervatten. Allen
hebben verklaard, dat zij hun lid
maatschap zuilen opzeggeu.
Vanwege het bestuur derafdeeling
Patrimonium, versterkt door een daar
toe benoemde commissie van 6 leden
der vereeniging zijn de gezamenlijke
sigarenfabrikanten uitgenoodigd de
volgende week eene vergadering te
houden, ten einde hun de vraag voor
te leggen:
„Welk zal het duurzame middel
zijn, om den Sigarenmakersbond niet
alleen te bestrijden, maar hem ook
met vrucht buiten de stad te houden."
De moord te Nijmegen.
Omtrent den moord te Nijmegen
wordt nog gemeld
Stelbrink moet bij het onderzoek
der justitie tot bekentenis zijn ge
bracht.
delijke richting, die de ballon nemen
zal; hij die het eerst bij de landing
tegenwoordig Js en een penning van
den luchtschipper in ontvangst neemt,
heeft den eersten prijs behaald; de
tweede aankomende den tweeden
prijs, enz.
Uitgeloofd zijn een groote zilveren
en een kleine zilveren herinnerings
medaille.
Prijsuitdeeling 's avonds 7 uur in
den Parktuin.
De inschrijvingen sluiten Dinsdag
a.s. 's nachts 12 uur in „Amsterdam's
Wielrijders Bondslokaal,"Kalverstraat
2. (Inleggeld wordt niet geheven.)
Mededinging uitsluitend openge
steld voor abonnés op Wielernieuws
en leden van den Alg. Nederlandschen
Wielrijdersbond.
De regelingscommissie bestaat uit
de leden van Amst.wielrijdersvereeni-
gingen.
Cricket.
De competitie wedstrijden der le
klasse clubs zijn afgeloopen.
Al rezen er eerst eenige moeielijk-
heden, welke voortkwamen uit het
feit, dat de Haarlemsche en Haagsche
clubs beide de winstpunten van
den laatsten match vorderden, toch
werden deze later uit den weg ge
ruimd en de bestuurs-vergadering van
den „Nederl. Cricket Bond" welke
Donderdag 11. gehouden werd, kei
deHaarl. C. C. „Rood en Wit" het kam
pioenschap toe.
Daar deze club nu drie opeenvol
gende jaren dezen Boreei-beker won,
is deze hierdoor blijvend eigendom
van „Rood en Wit" geworden.
Een drama.
Te Venloo is Zaterdag een 17-jarig
meisje door een man op den
openbaren weg doodgeschoten, waarna
de dader zich van het leven beroofde.
Een gewezen huzaar, die voor eenige
weken den dienst verliet, had ken
nis met een circa 18-jarige dochter
van de caféhouder Pntzen. Volgens
gerucht was de liefde van het meisje
afgekoeld en had zij thans kennis
met een ander jongeling. Zaterdag
middag trof de afgewezen minnaar
het meisje op den Singel aan en
loste hij op haar verschillende scho
ten uit een revolver, met het nood
lottig gevolg dat zij, in het hoofd
getroffen, spoedig den geest gj
daarna schoot de moordenaar zich
zelf een kogel door het hoofd, die
ook bijna den onmiddellijken dood
ten gevolge had.
Een zonderlinge wedstrijd
Het weekblad Wielernieuws heeft
een wedstrijd tusschen een luchtbal
lon en wielrijders uitgeschreven onder
toezicht en officieele contröle van de
redactie van het weekblad.
De wedstrijd is op Belgische wijze
georganiseerd en zal Woensdag a. s.
plaats hebben van uit den Parktuin
te Amsterdam. Op het bevel van op
stijging van den ballon, door den
kapitein den heer A. Denys te geven,
starten de wielrijders in de vermoe
Roeiwedstrijd op den Amstel.
Het comité voor het championaat
van Nederland in „single sculling
outtriggers" verroeide Zondag te Am
sterdam voor de negende maal den
Fortunabeker, welke door den winner
van verleden jaar, den heer F. de
Hoop van de roeivereeniging „De
Hoop" zou verdedigd worden.
Ingeschreven waren de heeren F. de
Hoop („De Hoop"); J. J. K. Ooms,
(„Neptunus"); P. D. Alta („De Am-
stel") en J. Oldigs jr., („De Amstel").
terwijl voor het extra wedstrijdnum
mer voor „sciff juniores" de heeren
D. F. Geels („Neptunus") en F. Mat-
tern" („De Amstel") zich hadden op
gegeven.
De lengte der baan was 1900 M.
Eerst roeiden de heeren Ooms en
Alta. Ooms 8 m. 5*/s sec. Alta 8 m.
10. Verschil 2 bootslengten.
F. de Hoop won het van J. Oldigs
Jr. in 8 m. 5% sec. tegen 8 m. 17
seconden.
De beslissende kamp om het cham
pionaat moest dus plaats hebben
tusschen Ooms en De Hoop.
Na een spannenden strijd overwon
de Hoop, die de baan aflegde in 7 m.
52li6 sec.
In den wedstrijd voor „Sciffs junio
res", was winnaar de heer Mattern in
8 min. 51.8 sec. De heer Geels had
het al spoedig na de afvaart opge
geven.
Te half vijf had de uitreiking van
de prijzen in het café j„de IJsbreker"
plaats.
'kBen in de vaag van 't leven niet
Bezweken
Mijn herfst en zomer bleven niet
Ontbreken.
Is „wat mijn zomer heeft beloofd"
Gekomen
Is aan mijn takken „bruikbaar ooft"
Vernomen
t Moest meer geweest zijn, zucht mijn
(ziel,
Waar zoo veel dauw en zegen viel.
Mij is een zomerse he ouderdom
Geschonken,
En moed noch kracht, hoe hoog hij
(klom,
Ontzonken
Veel, heel veel liefde, strooide een
(schat
Van bloemen
Op wat ik nu mijn afgaand pad
Moet noemen,
Maar dat mij van steun vergezeld,
Haast niet doet voelen dat het helt.
Ik zal, al is het eind niet ver,
Niet vreezen;
Daar is voor mij een lieve ster
Gerezen
Een ster die in geen duisternis
Verdwijnen,
Maar helderst waar het donkerst ig
Zal schijnen,
Tot dat haar licht versmelten mag
In dien nooit ondergaanden dag!
Lof, eer, en dank zij U, mijn God.
Gegeven,
al uw goedheên, heel mijn lot
En leven
't hoogste en heiligste uit uw
(schat
Verkregen
al wat me ooit heeft liefgehad
Mijn zegen
Mijn zegen, dierbre vrouw en kroost,
En als 't op scheiden gaat, Zijn troost
Voor
Voor
Aan
Door den heer A. Kuipers onder
wijzer te IJmuiden is een kinderkoor
„Euphonia" genaamd opgericht dat
reeds bijna 50 leerlingen telt.
Een vers van Beets.
Nicolaas Beets heeft ter herinne
ring van zijn tachtigsten verjaardag
13 Sept. 1894 de volgende dicht
regelen in druk aan zijne vrienden
toegezonden
Mijn God, hier bid, hier schrei ik om,
Laat mij en herfst en zomer derven,
Laat me in mij ns levens lente sterven
Maar Heer! geen wintersche ouderdom.
1836. Najaarsmijmering
Koloniën,
Lombok.
BATAVIA 2224 Augustus.
Hoewel de laatste ontvangen mail
couranten tot 24 Augustus loopen,
wordt door de daarin voorkomende
berichten over de Lombok-expeditie
nog geen licht verspreid over den
plotselingen aanval der Baliërs op
onze troepen, welke overrompeling,
gelijk men weet, op 25 Augustus
plaats had. Integendeel, een telegram,
d.it den 24sten Augustus uit Boele-
leng aan de Java Bode is verzonden,
luidde nog zeer geruststellend.
De redactie van de „Java-Bode"
schreef, eveneens onder dagteekening
van den j24sten Aug., in het Mail
overzicht van zijne courant, het vol
gende, dat wel geschikt is om te be
wijzen hoe onverwacht de aanval der
Baliërs (naar uit latere hier te lande
ontvangen berichten is gebleken, met
een klem deel der Sassaks vereenigd)
op onze niets vermoedende troepen
is geweest:
„De Lombok-expeditie zal nu
spoedig voor het grootste gedeelte
naar Java terugkeeren, want al zul
len er voorloopig troepen op Lombok
moeten blijven, dezen zullen zeker
niet zoo talrijk behoeven te zijn als
voor de eigenlijke expeditie noodig
werd geacht. Anders toch zou het
verkregen resultaat al zeer luttel
wezen.
En men mag voor het oogenblik
zeker allen tegenstand gebroken
achten, nu de man, die den opstand
ook tegen ons gouvernement had
willen voortzetten, Daeng Ginoro,
door de gepacificeerde Sassaks is ge
dood en aan de onzen is uitgeleverd,
„Het is onmogelijk," zeide zij. „Ik heb er niets mee te
maken. Ik ben bij anderen in dienst. Ik sta geheel buiten
alles en weet van de zaak niets af."
Zij nam haar licht en ging haastig de kamer uit.
De contessa liet zich op haar rustbed achterover vallen.
Zij koesterde nog eenige hoop de vrouw te kunnen omkoo-
pen en ging er over nadenken, hoe dit mogelijk zou zijn. Zij
was totaal uitgeput. Na wat te hebben gegeten gevoelde zij
zich slaperig en afgemat door alles wat er was voorgevallen,
en viel in een koortsachtigen slaap.
Toen juffrouw Tony den volgenden morgen hare kamer
binnentrad vond zij haar in slaap, hoe wek zij zich onrustig
bewoog en dikwijls kreunde. Zij wekte haar niet maar
deelde Tony mede, dat de contessa waarschijnlijk aan koorts
leed en misschien hier zou sterven; dan werd de zaak toch
wat al te ernstig.
Zij en Tony zouden zich dan aan moord hebben schuldig
gemaakt en wie zou hen dan uit moeielijkheden helpen?
Den geheelen dag lag de contessa door hevige hoofdpijn
gekweld op het rustbed, te schreien en te jammeren naar
haar kind, of liep met onvaste schreden de kamer op en neer.
Bij het vallen van den avond gaf juffrouw Pettigrew haar
de verzekering, dat zij den volgenden dag haar kind zou zien
en overreedde haar om iets te eten en vervolgens te gaan
slapen. De jonge dame was volkomen in orde, en alles zou
opgehelderd worden.
De contessa verwachtte geen heil van eene opheldering,
maar zij was te uitgeput om iets anders te doen dan op
hare legerstede te blijven liggen.
Eindelijk viel zij in diepen slaap.
Ongeveer ten een ure trad juffrouw Pettigrew behoedzaam
binnen. In hare hand had zij eene fiesch en een spons en
zij liet de slapende contessa chloroform opsnuiven. Daarna
deed zij in den zak der arme dame een beschuit en een klein
fleschje met wijn gevuld.
Tony trad binnen en met hun beiden wikkelden zij de
contessa in doeken, droegen haar de trap af en legden haar
in een rijtuig, dat voor de deur stond.
Juffrouw Pettigrew was bizonder zorgzaam, dat haar slacht
offer gemakkelijk zou liggen. Zij legde de kussens goed en
gaf het hoofd en de voeten der arme dame goeden steun.
Terwijl zij hiermede bezig was, hield zij een lantaarn in
het rijtuig en een oogenblik viel het volle licht op het ge
laat van de contessa.
Toen de gevangene goed en wel in het rijtuig lag, klom
Tony op den bok om weg te rijden.
„Als ik mijn nek niet breek, dan kom ik terug," zeide hij.
„Het zou jammer zijn als je den nek brak," gaf zijne lief
hebbende ega ten antwoord.
Zij trad vervolgens het huis weer binnen, het diep betreu
rende dat zij het aanbod der contessa van de juweelen en het
geld niet had aangenomen.
Tony reed intusschen in woesten draf noordwaarts. Hij
had een paar goede paarden en spaarde de zweep niet, ter
wijl de dieren voortijlden.
Hij reed in de richting van de stad Ware. De aanbrekende
dag begon te grauwen toen hij eenige open velden bereikte,
ongeveer op twee mijlen afstands van Ware.
Daarna steeg hij van de bok, opende het portier van het
rijtuig en wierp een blik op de contessa. Hij greep hare
hand en luisterde naar hare ademhaling. Zij was nog be
wusteloos.
Er bevond zich eene opening in de heg, die den weg ie
zijne nabijheid omzoomde, en daarachter verhief zich
groote boom, welks gebladerde een rustieke zitplaats over
schaduwde.
Tony legde de contessa hierop neer, en wel zoodanig, dat
zij tegen de leuning van de bank en den stam van den
boom steunde. Daarna reed hij oostwaarts en stopte eerst
toen hij acht mijlen had afgelegd voor een herberg, waar hjj
zijne paarden rust liet nemen.
De frischheid van den Meimorgen deed de contessa her-<
leven. Zij begon haar bewustzijn teherkrygen. De lange rus
de verandering van houding; de heerlijke, frissche atmosfeer,
verdreven voor het oogenblik de koorts en de pyn, die haar
kwelden. In den beginne keek zij verbijsterd rond en begon
zich de gebeurtenissen van den laatsten tijd weer voor den
geest terug te halen. Droomde zij Zy voelde naar haar
zakdoek en betastte het stuk beschuit en het fleschje port
wijn. Zy at en dronk. Ja, zij was wakker en vrij.
Wordt wnwtyd.)