DE JACHT BP EENE ERFEHIS.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
12e Jaargang
Zaterdag 13 October 1894.
No. 3461
ABONNEMENTSPRIJS:
ADYERTENTIËN:
m
NABETRACHTING
8T ADSNIEU WS.
BINNENLAND,
FEUILLETON
Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20.
Franco door liet geheele Rijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers0,05.
Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30.
franco per post 0,37 j.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat 14=, Haarlem. Telefoonnummer 122.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cents per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren en cour an tien,
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONESSucc., Parijs 31 bis Faubourg Montmartre:
1 Eet Bijvoegsel van het blad dat
Zaterdag avond verschijnt, zal bevatten
Plicht. tiaarl. Halletjes CCXII.
Binnen en Buitenlandsche berichten.
Varia. Advertentiën,enz.
uit den
GEMEENTERAAD-
LXIX.
Er is een tijd geweest, dat de ver
gaderingen van den gemeenteraad
duurden van een tot vijf uur. En dan
moesten we het nog loven. Soms
werd bet wel half zes, kwartier voor
zessen en 'tis in die dagen gebleken
een geluk te zijn, dat ook een Raads
lid maar een menscb is, met menscbe-
lijke behoeften. Kwartier voor zessen
namelijk begon den heeren de maag
te jeuken en kwam aan de praatpret
een eind.
Dat was onder het bestuur van
onzen ouden burgemeester Iordens,
in den tijd toen de onderhandelingen
met de Hollandsche Spoor en de re
geling van het Middelbaar Onderwijs
en de overeenkomst met deStaalwa-
terbron aan de orde waren. In den
laatsten tijd, na de vaststelling van
de plaatselijke inkomsten-belasting,
kennen we die lange bijeenkomsten
niet meer. We komen zoo eens een
uurtje of een paar uurtjes bij elkaar
om te kijken of we net nog go
maken.
„Bonjour," zegt bet eene Raadslid
tegen het andere, J„gaat het weD
'n Prettige reis gehad En we kijken
of de Burgemeester nog wel op zijn
plaats zit, omgeven door zijn getrouwe
lijfwacht bestaande uit de vier Wet
houder en den Secretaris en of de
bode wel behoorlijk zijnjfunctiën waar
neemt door den dorstigen leden een
glas duinwater aan te bieden, dat zij
voor eventueele bacillen met een wit
papiertje bedekken en als dat dan
allemaal in orde is, dan kan het be
ginnen heila nog een oogenbliR
wachten.
't Publiek is er nog niet. Er is wel
een jong onderwijzer die op een hoekje
van de bank ietwat schuchter zit te
wachten of zijn vriend A. of B. be
noemd of bevorderd zal worden, maar
het publiek, wat je noemt het publiek
dat is er nog niet.
De burgemeester fluistert met den
secretaris. Zou er beraadslaagd wor
den om de behandeling van de aan
hangige punten uit te stellen tot het
publiek er is? Misschien wel. Maar
daar gaat de deur van de Raadzaal
open en verschijnt het publiek, dat
bij het binnenkomen van de zaal den
hoed afneemt en met den stok in
de andere hand neervalt op de bank,
waarna het publiek door de brilgla
zen heen de oogen richt op bet acht
baar college, blijkbaar vast voorne
mens zich geen woord van het ge
sprokene te laten ontgaan en door
meewarig hoofdschudden of een me
delijdenden glimlach daarop kritiek
te oefenen. We zijn gerust. Het va
derland is gered. Het publiek is er,
we kunnen beginnen.
Deze Woensdag was de Raadszitting
nauwelijks begonnen, of ze was al
weer uit ook. Ternauwernood had
den we den ventilator dieopZ(omer)
stond op W(inter) gedraaid. Het
eenige onderwerp waar wat over te
praten viel, was de aanvrage van den
heer Lubcké om voorloopige conces
sie voor een stoomtram Haarlem
Beverwijk.
Had de Raad niet veel fiducie in
de aanvrage? Waarom anders vond
het college goed uitdrukkelijk te 1
palen dat 's Raads verklaring aan
adressant dat er in principe geen be
zwaar bestaat tegen het gebruiken
van stoom, niet beteekent dat daar
mee een voorloopige concessie is ver
leend?
De vervallen concessie voor een
paardentram spookte blijkbaar in de
zaal. Ge weet wel, die concessie voor
een door paarden getrokken tram
naar Beverwijk. Toen die verleend
werd, zagen we al in gedachten vu
rige rossinanten draven voor een
met vroolijk landvolk beladen wagen.
Helaas, het heeft zoo niet mo:<en
zijn De vurige rossinanten bleken
hobbelpaarden te zijn, die wel bewe
ging maken maar niet van de plaats
komen.
Vreesde de Raad misschien, dat
de stoom van den heer Lubcké in
de lucht zal vervliegen en dat het
publiek dien stoom evenmin langs
den straatweg naar Beverwijk zal
hooren sissen, als dat het er de paar
den van den heer le Comte langs
beeft zien draven?
Haarlem, 12 Oct. 1894.
Levering van brandstollen.
Door Burg. en Weth. is de levering
van brandstoffen ten behoeve van de
gemeente-inrichtingen tot 1 Juli 1895
gegund als volgt:
Grove steenkolen aan Frans Perquin
voor f0,99 per 100 KG.
Anthracitkolen aan N. van Bree-
men Co. voor fl,50 per 100 KG.
Korte turf aan J. Overakker voor
f 0,54 per dubb. HL.
Lange turf aan denzelfde voor f 0,27
per dubb. HL.
Geklopte cokes aan Haarl. Gasfa
briek voor f0,44 per HL.
Grove cokes aan dezelfde voor f 0,1
per HL.
Lieder-Avond.
Toen na lange sluiting, zich einde
lijk Donderdag de deuren onzer uit
munten-Ie concertzaal weder openden,
was het ten gerieve van een niet
juist bizonder groot, maar uitgezocht
concertpubliek dat zich het voorrecht
wilde gunnen den aangekondigden
Lieder-Avond van de heeren Messchaert
en Röntgen bij te wonen.
Dat dit knnstenaars-paar op zijn
tourneé door ons vaderland ook onze
stad de eer van zijn bezoek heelt
waardig gekeurd, moet voorzeker op
hoogen prijs worden gesteld. Hoeveel
schoons ook de hier gevestigde mu
zikale vereenigingen en bijzondere
personen ons telken jare te genieten
geven, ontegenzeggelijk kunnen uitin
gen der muzikale kunst van het
hier aangeboden gehalte niet anders
dan tot de gelukkigste uitzonderin
gen blijven behooren. Ons land i>
over 't geheel niet arm aan kunste
naars van beteekenis, maar
het bezit toch maar één Messchaert
en de Röntgens zijn mede uitermate
schaars. De -logische gevolgtrekking
hieruit zou zijn dat op het oogenblik
althans, in ons land maar éen enkele
kunstenaars-combinatie Messchaert
Röntgen is te formeeren, en dit zal
te gereedelijker worden toegegeven
door hen die zich Donderdagavond
in de „Vereeniging" bevonden.
Het was in éen avond een heer
lijke avond; een woord al te rijk aan
indrukken om te trachten die in het
gewone bestek van een muziekver-
slas ook maar flauwtjes wêer te geven.
Een veertiental zangnummers, ver
scheiden in karakter, vorm en stijl
drie omvangrijke piano werken.... het
is niet doenlijk dit alles afzonderlijk
te bespreken of zelfs maar aan te
stippen. En toch zon men zoo gaarne
bij ieder nummer van het rijke pro
gramma willen toeven om nu eens
met geestdrift te spreken van den be
zielenden gloed die een soms eenvou
dig lied uit éen hart opgeweld in
honderden harten doet natrillen; dan
weer vol bewondering te wijzen op het
meesterschap van den mensch over
het doode materiaal, een meester
schap dat door natuurlijke middelen
ons een idiaal weet voor te tooveren
en zelf engelentaal vermag te ontlok
ken aan het zielloos maaksel van
men8chenhanden. Want de akkoorden
die op Röntgen's wenk aan de piano
ontstijgen zijn inderdaad van ideale
schoonheid. Menigeen zal hierin wel
licht slechts een compliment aan den
pianofabrikant zien't is waar, ook
hem komt waardeering, zelfs hulde
toe, want hij heeft zijn werk tot groote
volmaaktheid weten te brengen, maar
wat ik hier op 't oog heb is niet zoo
zeer dien zeer zeker hoogst weiluiden
den maar niettemin geheel uiterlijken
toonschaal, dan wel den karakteristie
ken, alleen door een innig en verfijnd
muzikaal gevoel voort te brengen
klank, die met recht gevoelsspraak
mag genoemd worden.
Zij die van het pianospel een erns
tige studie maken, weten wat het
zeggen wil de techniek zoo te be-
heerschen dat men niet enkel de een
of andere vlugge passage met tame
lijke gelijkmatigheid kan doen hoo
ren, maar ook de afzonderlijke tonen
van een gelijk aangeslagen akkoord
naar willekeur vermag te doen wijken
of op den voorgrond treden. Evenals
bij het zingen of spreken de klank
der verschillende vocalen wordt voort
gebracht en gewijzigd naar mate in
bet stemorgaan de een of andere
harmonische boventoon meer of min
der op den voorgrond treedt, zoo
wordt ook aan den klank van een
piano-akkoord de vereischte karakte
ristieke kleur gegeven door het sterke
of minder sterk doen klinken van
een bepaalden akkoordtoon. Voor het
juist aanwenden van deze capaciteit
natuurlijk een meer dan opper
vlakkig muzikaal gevoel eerste ver
eischte trouwens de bovenaange-
duide studie wordt wel in den regel
niet ondernomen dan door hen die
door de natuur met meer bijzondere
muzikale gaven zijn toegerust.
Röntgen behoort- tot de bevoor
rechten die en over de muzikale ge
gevens en over de vaardigheid in
zeldzaam ruime mate beschikken.
Men kan zich dus een denkbeeld
maken beter althans dan het zich
laat beschrijven van het genot dat
een door hem voorgedragen sonate
van Beethoven den toehoorder moet
verschaffen, van de warme belang
stelling die hij weet af te dwingen
voor de degelijke wellicht zelfs ook
voor minder degelijkewerken van
jongere meesters, in wier rijen ook
hij zelf een eervolle plaats inneemt.
Evenmin behoeft te worden verze
kerd hoe onder zijne handen de veelal
zeer belangrijke begeleiding van het
moderne lied zoowel als de. sobere
innig geschreven pianopartij van een
aria van Mozart of het geestig noten
weefsel bij een ballade van Löwe
volmaakt tot hun recht worden ge
bracht.
Maar reeds veel te lang sta ik bij
dit gedeelte van het programma stil.
Een enkel woord thans over den zan
ger die allen concertbezoekers meer
of minder muzikaal ontwikkeld
dierbaar en welkom is, den kunste
naar dien wij met vreugde en trots
onzen Messchaert noemen. Zijn pro
gramma omvatte een keur van num
mers zooals ik reeds zeide zeer
verschillend in stijl en inhoud. Wer
ken van Mozart, Schubert, Schumann
Lowe en Rubinstein gaf hij te genieten
en na ieder zijner voordrachten wist
men niet anders te ze-gen dan mees
terlijk volmaaktOnverschillig of
zijn lied weemoedig, hartstochtelijk of
humoristisch getint is, onfeilbaar treft
hij den juisten toon, onfeilbaar ook
gelukt het hem zijn auditorium te
boeien en mêe te sleepen. Is het dan
wonder dat de opgetogenheid van dat
auditorium hooger steeg na ieder
nummer en dat de zanger telkens en
telkens en telkens met warmen geest
drift werd toegeiuich?
Waarlijk zij die zich dezen avond
niet in de Vereeniging bevonden
iegden een verzuim dat niet licht
te herstellen is.
PHILIP LOOTS.
Te laat om heden op te nemen
ontvangen wij het ontwerp eener
regeling van het onderwijzend per
soneel aan de beide H. B. S. voor
jongens en het ontwerp van een re
glement voor die beide scholen.
Wegens plaatsgebrek moet het ver
slag van de tooneelvoorstelling van
Donderdag tot morgen blijven liggen.
Tot versterking der geldmiddelen,
wil de gemeente Haarlemmermeer over
1895 de gemeente-opcenten op de per-
soneele belasting, die thans 40 bedra
gen, met 20 verhoogen en den hoof-
delijken omslag, die over 1894 met
20 pCt. is verhoogd, nog met 10 ver
meerderen.
De stijgende uitgaven van onder
wijs en armbestuur, die ongeveer de
helft der begrooting in beslag nemen,
geven hiertoe aanleiding.
Uit de gemeente Egmond aan Zee
hebben zich 27 jongelingen aangemeld
om aan de vrijwillige oefeningen in
den wapenhandel deel te nemen,
waartoe kader uit dit garnizoen wordt
beschikbaar gesteld.
Naar het engelsch
van PAUL H. GERRARD.
81)
HOOFDSTUK XXXIL
Hereenigd.
„Contessa Idria 1" riep mies Barth uit, en snelde haastig
-toe om haar te begroeten, terwijl -.ij haar voorzichtig naar
een stoel leidde, daar zij bemerkte hoe nitgep it hare be-
zoekster was.
„Miss Barth, ik kom uwe hulp inroepen. Ik heb mijn
kind verloren mijne Natalie mijn alles! Help mij om
.haar op te sporen!"
.„Dat zal stellig gemakkelijk gaan," zei le m:ss Barth.
„Helaas neen! Het is al bijna twee maanden geleden, en
ik heb niet het minste spoor van haar ontdekt. Al dien tijd
is zij alleen en hulpeloos geween."
„Ik ben er van overtuigd, dat zij in veiligheid is. Ja zelfs,
ik kan er u de verzekering van geven."
„Hoi: 1" riep de contessa uit en klemde zich aan haar vast.
„Hebt u iets van haar gehoord
„Zij is veilig."
~„Eo waar, waar kan ik haar vinden?"
„Daarvoor benoeft u zoover niet te gaan," zeide Myra en
reikte haar een glas wijn toe. „Drink maar eens en wees
kalm. Zoodra u kalm zijt, zal ik u bij haar brengen. Zij is
op het oogenblik hier in huis."
„En ongedeerd?" hijgde de contessa.
„Ongedeerd, alleen draagt zij evenals u de sporen van
zwakte, angst en leed; maar ik ben er van overtuigd, dat
zoodra gij beiden weer zijt hereenigd, nw beider gezondheid
wel spoedig zal terugkeeren."
„Breng mij dadelijk bij haar. O miss Barth, bedenk eens
twee maanden twee lange maanden van scheiding?"
Miss Barth gaf de contessa een arm en geleidde haar naar
hare eigen kamer. Het vertrek, waarin Natalie zich bevond,
kwam hierin uit en miss Barth had niet alleen de deur, die
uitkwam op de gang gesloten en goed gegrendeld, maar er
bovendien het bed tegenaan laten plaatsen, zoodat men de
kamer harer beschermelinge slechts door hare eigen kamer
kon binnentreden. De deur daartusschen stond open, en de
zijden gordijnen voor de opening waren toegeschoven.
Miss Barth gaf de contessa een wenk om stil te zijn en
wees door de deur.
Natalie lag op een laag rustbed voor het venster, gekleed
in eene witte japon, die Mi versierd had met rose linten en
roBe geraniums. Mi lag naast haar neergeknield en hield hare
hand vast. Zij sprak tot haar.
„Kijk wat opgewekter, lieve Natalie. Miss Barth iaat overal
naar uwe moeder zoeken. Zij heeft geadverteerd en de politie
gewaarschuwd. Mijnheer Mellodew zal spoedig teruggekeerd
zijn, en bij het opsporen van dienst zijn. Dokter Brice door
zoekt alle gasthuizen en gestichten. Spoedig zal zij gevonden
zijn en kunt gij u verheugen."
„Maar Rupert dan," zeide Natalie. „O Mi I Wij waren bijna
reeds getrouwd en begaven ons naar de kerk waar de plech
tigheid zou plaats hebben en de predikant kwam te laat en
sedert dien dag hebben wij drieën niets meer van elkaar
gehoord."
„Maar hij zal wel opgespoord worden," hield Mi vol. „Ieder
een en alles wordt den een of anderen dag gevonden. Jij
bent gevonden en lady Bidebanks testament ook. Ik heb dat
gevonden, en alles is aan Rupert vermaakt. Hij zal wel eens
hier komen en dan is dat mooie kapitaal voor n en Rupert
en uwe moeder, en tevens al de juweeien der familie Bide-
bank."
Miss Barth liet de contessa alleen en trad op Natalie toe.
„Ik heb goed nieuws. Kunt gij het raden?"
„Mijne moeder 1" riep Natalie uit.
„Zij is in veiligheid. Zoodra gij kalm genoeg zijt om de
vreugde van de ontmoeting te dragen, moogt gij haar zien."
„Neen, nu dadelijkriep Natalie uit „Waar is zij O
mama, mama!"
Miss Barth had de voorbereiding nog wat langer willen
laten duren, maar de contessa verhinderde haar dit. Zij kon
die kreten van hare dochter niet weerstaan. Zij snelde de