DE JACHT OP EENE ERFENIS. IEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. 12# Jaargang Donderdag 18 October 1894. ABONNEMENTSPRIJS: AD VERTEN TIEN: STADSNIEUWS. BINNENLAND. FEUILLETON Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONESSuce., Parijs 31 bis Faubourg Montmartre. No. 3465 DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maanden1,20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65. Afzonderlijke nummers0,05. Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30. franco per post 0,37J. van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cents per regel. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat 14:, Haarlem. Telefoonnummer 122. Directeur-Uitgever J. C. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiers. PEEREBOOM. H'.arlem17 Oct. 1894. Feestelijke opening der Socië teit «Vereeniging." Op Zaterdag 10 November des avonds te half acht zal de feestelijke opening plaats hebben van het nieuwe ge bouw der Sooieteit „Vereeniging" in de Begijnestraat. Die opening zal aanvangen met een concert van het beroemde orkest van het Concertgebouw onder di rectie van den heer W. Kes. Voordat het laatste nummer van het pro gramma wordt ten gehoore gebracht, zal de president der Sociëteit, de heer C. Prins Szn., omringd door bestuur ders en gecommitteerden eene korte leestrede honden. Daarna zullen de leden en hunne dames worden rond geleid door eene commissie nit het college van gecommitteerden en zal het Stedelijk Muziekkorps onder di rectie van den heer Kriens zich doen hooren. Met een bal zal het feest worden besloten. Tot bijwoning daarvan worden spe ciaal genoodigd de heer Commissaris der K< ningin in deze provincie, de heer Burgemeester van Haarlem en de heer kommandant van het garni zoen alhier; benevens de he eren dr. H. Coomans de Ruiter en A. F. Ker- rehijn, als schenkers resp. van de pla fondschilderingen in de leeszaal en restauratie en van I et gebrande glas, voorstellende Frans Hals. De leden der Sociëteit hebben toegang met twee dames. Uit het College van Gecommitteerden zijn verschillende com missiën ge vormdvoor ontv ngst, voor den rondgang, voor aanbieding van den eerewijn en voor het bal. Tot kastelein der sociëteit „Ver eeniging" alhier is benoemd de heer J. D. Ponsen te Leiden. Oogheelkundige Polikliniek. In achterstaande advertentie kon digt de heer A. G. H. van Genderen Stort, oogarts alhier, de opening aan van een oogheelkundige polikliniek voor on- en minvermogenden in de Sm edestraat 21. Deze nuttige inrichting is gebaseerd op philantropischen grondslag. Im mers, de vereischte betaling van f 1 strekkende voor een kaart die voor 8 maanden geldig is, kan geene ver goeding worden genoemd voor de dik wijls zoo moeilijke behandeling van oogziekten. De polikliniek is natuur lijk bestemd voor loopende behan deling gelegenheid tot verpleging be staat tegen een nader mede te deelen tarief. De he^r Stort stelt zich voor den eersten November deze inrichting te openen en zal de spreekuren nader bekend maken. Dinsdagmiddag reed een boerenwa gen met twee paarden bespannen aan het Zuider Buitenspaarne te water. De bestuurder wist er nog bijtijds af te springen. Spoedig was er veel hulp aanwezig zoodat de dieren en het voertuig weldra weer goed en wel aan wal werden gebracht. Lombok. Aan een particulier schrijven van een sergeant uit Ampenan is het volgende ontleend Op den 25n Augustus kregen wij achterdocht, om reden een inlandsch hoofd de meiden van den passer (markt) verjoeg; men zag geen menscb meer op het strand. Dit bemerkt heb bende, werden onze stukken geladen en de infanterie nam stelling. Ik kreeg last om des nachts om 12 uur (van 25 op 26) stelling te nemen, maar juist om 12 uur werd bij het 6e bat. het vuur geopend het gebulder dei- kanonnen en het geweervuur was verschrikkelijk. Wij stonden als ver steend en gluurden door bosch en struik of iets te bespeuren- was, m;.ar alles bleef rustig, 's Morgens bij het aanbreken van den dag werd onze compagnie aangewezen om het 6e bataljon te ondersteunen; wij zouden pfmarcheeren entoen, helaaskregen wij de volle laag. Door ons werd het vuur geopendhet was een strijd op leven en dood. Wij moesten terugtrekken naar het bivak, om reden de vijand achter muren stond en door gaten schoot die in den Jmuur waren gemaakt; wij konden ze dus ni3t raken. Ons bivak was geheel van stroodus de kogel gingen voor in en achter uit. Wij hadden eene aarden verhoo- og van een halven meter; dat was de eenigste dekkingdaar hebben wij den 26n op rug en buik doorge bracht. Om 5 uur 's avonds komt o: ze kapiteinjongens vooruit 1 looppas De vijand zou ons bestormen; de artillerie had den muur stuk gescho ten en wij stormden met een 20 tal mannen de vijandelijke stelling bin nen. Ik zag een vent voor een achter gat (hij had zijn geweer tegen den muur geplaatst, en wachtte ons met de lans af), maar nauwelijks had ik hem ontdekt, of ik gat hem een schot en een steek met de bajonet de kapitein gut hem een sabelhouw. Van «'aar xioesten wij verder on der eene massa verliezen en wij zou den uilen den dood hebben gevon den, indien wij niet eene onbezette versterking hadden bereiktaldaar hebber» wij den nacht doorgebracht, anders' waren wij mogelijk allen een lijk. Otn 5 uur 's ochtends marcheerden wij af onder een hevig vijandelijk vuur en moesten den terugtocht naar het zeestrand aannemen. Aldaar aan gekomen, waren wij voorloopig veilig en wij kregen daar het noodige, want wij hadden in twee dagen geen eten gehad dan slootwater. Wij hebben in ons bivak alles achter moeten laten, levensmiddelen, munitL, geld, kleeding enz. Het aantal gesneuvelden en ver wonden ia verschrikkelijk; dat be draagt meer dan 600 man. De overige in dezen brief aange haalde feiten zijn min of meer van algemeene bekendheid. Aanvullingstroepen voor Indië. De sterkte der afdeelingen aanvul lingstroepen, die den 27n Oct., 3n en lOn Nov. e. k. van het Koloniaal- Werfdepöt naar Indië moeten wor den uitgezonden, moet gebracht wor den respectievelijk op een aantal van 12 onderoffic. en 180, 15 onderoffic. en 180 en van 15 onderoff. en 180 mindere militairen. Het Contingent suppletie-!roepen, dat alleen in October van Harderwijk naar Batavia moet vertrekken, is daar door gebracht op een sterkte van 700 korporaals en manschappen, benevens 41 onderolficieren. Ter waarschuwing. Den 3den dezer maand ontving eene kassiersfirma X in een onzer provin ciesteden een in het Fransch gesteld schrijven van eene firma te Londen: „H. W. Mitchell Sons, 75 Little Britain, London E. C.", blijkens het welk deze, „ofschoon in geen handels betrekkingen n et haar staande," zich „had veroorloofd" op haar eene chèque af te geven „voor het matige bedrag van f62", en om goed te maken dat zij zoo maar ongevraagd over de firma X beschikte, haar verzocht, wel als dekking van die chèque te willen aan nemen (que vous voudrez bien accep ter en couverture ouverture de compte)„la valeur incluse". Deze „valeur incluse", niet nader omschre ven in den brief, bestoad uit een van den 15en September gedagteekenden wissel, waarin de firma „Samuel Fischer Co", te L-mden, verzoekt op rekening v n de firma „Labrune Stevens Co., 623 Heerengracht, Am- tterdam." twee maanden na dato uit te betalen de som van f300 „waarde genoten" aan de firma „Mitchell Sons," door welke de wissel behoor lijk geëndosseerd was aan de firma X. Natuurlijk rees er bij de firma X, die geen der opgegeven namen kende, argwaan, vooral wegens het bedrag der chèque in verband met dat van den wissel, en in dezen argwaan werd zij versterkt toen het bleek dat de cheque, gedagteekend van den 2en October, en behalve den naam der [firma „Mitchel Sons" dien van de firma „Marcus E Raphael (6 Middle Street, Smithfield, Londen)" dragen de, door laatstgenoemde afgegeven was ten behoeve van eene handels firma IJ, in dezelfde provinciestad, bij welke eveneens de opgegeven namen volkomen onbekend waren. Men ging aan het informeeren de firma „Mitchell Sons" was wel zoo beleefd geweest, in haar schrijven aan de firma X twee huizen in ons land op te geven (een te Amsterdam en een in eene andere provinciestad dan de bovenbedoelde) en de slotsom was „Betrokkenen (Labrune Stevens Co.) zijn oplichters, en gesignaleerd door de politie. Het juiste adres van be trokkenen is ook onbekend terwijl het te bezien staat of betrokkenen willen accepteeren en of het stuk wel door hen zou worden teruggegeven na aanbieding." Wij hebben gemeend, aldus schrijft de N. R. Ctin het belang van den handel aan het bovenstaande open- b arheid te moeten geven. Werkstaking a van Typografen. Men schrijft uit Amsterdam aan het U. D. van Dinsdag Door het comité der typografen is, onderteekend door A. Rot, voorz. en P. Hols, secretaris, een manifest aan de typografen en aan verwan e vak- genooten verspreid, waarin het er op wijst, hoe de typografen in den loop van dit jaar de patroons hadden uit- genoodigd om met de door de Am- sterdamsche typografen aangewezen mannen te bespreken de wenechen door hen op een vergadering geuit. Twee patroons kwamen op, een zond een schrijven, al de overigen ant woordden met een „minachtend stil zwijgen." Het comité, en daarmede de typo grafen, werd daardoor ten diepste beleedigd. Alle gemeenschappelijk overleg werd door de patroons sma delijk afgewezen. Het antwoord hierop werd gegeven in de vergadering van „Concordia". Men besloot zich tej organiaeeren voor een werkstaking, wanneer niet aan alle eischen werd gehoor gege ven met deze bepaling echter dat winkel-werkstakin gen t usschentij ds volstrekt niet waren uitgesloten. De gelegenheid bood zich aan, macht werd tegenover macht gesteld. Het ging nu, zegt het manifest verder, bijna als van een leien dakje. De eene firma na de andere gaf toe, na een korter of een langer verzet. Voor de slachtoffers die er vielen werd geld bijeengebracht. Reeds twee weken werd er een tamelijk groote som gestort, waardoor het Comité in de gelegenheid is gesteld aan al zijne verplichtingen te voldoen. Er verder op wijzende dat de pa troons zonder de werkstakingen niets zouden hebben gedaan, waarschuwt het manifest ten slotte de vakgenoo- ten om niet toe te geven, zich door geen mooie beloften te laten lijmen, maar voort te gaan op den eenmaal ingeslagen weg. De overwinning zal dan aan de typo's zijn. Maandagochtend is op de Haarlem merstraat te Amsterdam de typograaf Segerö, waarnemend voorzitter ^an „De Katholieke Pers", door eenige ty pografen aangevallen en mishandeld, ofschoon gelukkig niet ernstig, dank zij wellicht het optreden van een sjouwerman die een der aanvallers bij den kraag greep, en het spoedig verschijnen van de politie. De ande ren gingen toen aan den haal. Op het politiebureau door den aan gevallene naar de reden der mishan deling gevraagd, legde de jeugdige ar estant de verklaring af, dat in de Vrijdagavond in „Plancius" gehouden vergadering van typografen besloten was, met Segers, wegens diens hou ding bij de toonbeweging, eens flink af te rekei.en. Werkstaking van bakkers. De Ned. Bakkerscourant bevat het volgende bericht: „Wij vernamen terzijde, dat een werkstaking van bakkersgezellen wordt voorbereid over geheel hetlar.d, over eenige weken aan te vangen. „Het is werkelijk leerrijk, dat, kort na het tot stand komen van het Te huis en het instellen eener zoo uit stekende arbeidsbeurs, door samen werking van patroons en gezellen, leze gelegenheid wordt misbruikt, om Naar Jut van PAUL H. GERRARD. 94) HOOFDSTUK XXXIII. Eene middernachtelijke ontmoeting. Een man heeft echter verklaard, maar dat kan hij wel met de een of andere bedoeling gelogen hebben, dat hij het op het veld heeft gevonden. Wat ik met het kind heb gedaan kan ik ni« t zeggen, maar toch begrijp ik heel goed, dat ik den erfgenaam van de bezittingen mijns vaders van zijn erf goed heb beroofd, en het kind is door mijne schuld öf een ellendigen dood gestorven, öf het is zedelijk vermoord in een verdorven omgeving. Ik heb hier steeds te midden van al deze weelde geleefd met het besef, dat ik «lie onrechtmatig bezat en ze op eene rampzalige wijze had verworven. Ik be sefte dat Gods toorn op mij rustte, en dat als hier de waar heid bekend werd men mij zou verpletteren. Ik kon echter niet bekennen, want wat had ik te bekennen Of wat zou ^et helpen, als tenminste de knaap niet gevonden was. En al deze jaren heb ik getracht hem te vinden. En nu George, haat en verlaat mij, want voor God ben ik eene moorde nares I" Myra schreide hevig. Zij gaf uiting aan de haar reeds jaren lang kwellende angsten en zelfbeschuldiging. „Onzin 1" zeide George beslist. „Deze zaak moet ontward, opgehelderd worden. Moed lieveling. Weet of vermoedt iemand iets behalve jijzelf?" „Ik denk, dat mijn neef Wriglty iets vermoedt of iets weet. Eens heeft hij mij bedreigd, maar ik toonde een onverschrok ken gelaat en dreigde hem op mijn beurt; Ailsa Wallace weet het, daarvan ben ik zeker." Op dat oogenblik werd de deur van de bibliotheek ge- op nd en seek AiLa Wallace naar binnen, die Myra in haar gelief koosden stoel fden stoel baars vaders zag zittem en George in een anderen, dicht bij haar, terwijl hij haar aankeek en hare hand in de zijne hield geklemd. Ailsa's onwillekeurige uitroep trok de aandacht van het paar. Ailsa was naar de slaapkamer van ha:e meesteres ge gaan om te zien of zij rustig sliep, en kwam tot de ontdek king, dat zij r niet was. Haastig had zij hierop den omtrek van het huis doorzocht en ook den noodlottigen weg langs geaeken maar niets bespeurd, eu zij was naar huis terugge keerd met het voornemen om de bedienden te wekken en een onderzoek in te stellen, toen het geluid van stemmen in de bibliotheek en het schijnsel van licht haar aandacht trok. Hartelijk was de begroeting met Fitzroy. Kort daarop deden zich zware voetstappen hooren in de portiek bij den ingang, en luid werd er op de deur geklopt. George sprong op om te gaan zien wie daar was. „Een oogeDblik I" zeide Myra. „Wacht even George. De Idrias. Ailsa mijne revolver I" Ailsa ijlde naar de kamer harer meesteres, en toen zij weer beneden kwam met het wapen, verscheen de bottelier half gekleed in de gang, en George verzocht hem de deur te openen. Toen deze open ging verscheen de eenigszins gebogen ge stalte van den eerlijken Timmy Titlow, die iets droeg, en bij het flikkerend licht der lamp, die de bottelier boven zijn hoofd hield, bespeurde George ook het gebruinde gelaat van Sam Porter, die Timmy met het dragen hielp. Timmy trad recht op Myra toe, welke op den drempel van de bibliotheek stond, legde zijn last voor hare voeten neer, en zeide met voldoening „Zie hier; u hebt gezegd, breng hem mij terug, op welk uur ook overdag of des nachts, en hier is hij 1" En de deken, die hem bedekte, werd weggeslagen en daar lag Rupert, doodsb'eek, roerloos, geheel doorweekt. „Uit het Reservoir 1" riep Timmy met trots uit. Myra zonk neer op hare knieën naast den jongeling, dien zij zoo lief had, streek met hare hand over zijne natte, zwarte lokken en drukte een kus op zijn gelaat. „Vlug Ailsa 1" riep zij uit. „Leg vlug dekens op het bed in de kinderkamer. Timmy draag hem naar boven. George George, laten wij zijne levensgeesten trachten op te wek ken. Wrijf hem laat iemand spoedig brandewijn halen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1894 | | pagina 1