Letteren en Kunst. Rechtszaken. Politiek Overwicht. uitvoering van het plan te verijdelen. Overigens is, merkt De Tijd op, een werkstaking van bakkersgezellen te Amsterdam zeer moeilijk, zoo niet onmogelijk, wijl er, wegens het groote getal patroons slechts zeer moeilijk een organisatie tot stand zou kunnen komen. Wat daar echter bezwaarlijk zou gaan, zal in steden als Haarlem, 's-Gravenhage, Rotterdam,Leiden enz, waar de fabrieken en de coöperatie domineeren, wel mogelijk wezen. Het bestuur van den R. K. Bakkersgilde- bond heeft dan ook zijne afdeelingen in genoemde steden aangespoord, om in buitengewone vergaderingen maat regelen te beramen om werkstaking te voorkomen. Verder werd aan De Tyd verzekerd, dat de kassen van de meeste neutrale vereen i gingen, en met name die van den Gezellenbond, in treurigen toe stand verkeeren, zoodat de leiders der beweiing een zware verantwoor delijkheid op zich zouden laden, wijl zij niet in staat zouden zijn de sta kers financieel te steunen, en van dezen zeer velen gevaar zouden loo- pen door de staking werkloos te wor den. Eon brief. Als een bewijs, welke stukken soms aan eene redactie worden toegezon den, neemt het Leidsch Dag bi. Mer onderstaand schrijven op dat de re- dactieDinsdagmorgen ontving,aan den lezer zeiven overlatend zich er een oordeel over te vormen: Mijnheer Wilt U dit opnemen in U blad misschien red Gij er een jong leven mee. Zondag avond van mijn vrienden huiswaarts keerende liep ik op 't Ra penburg bij de vliet daar zag ik een jutvr. langs de boomen gaan eerst wilde ik naar haar toegaan zooals wij gewoonlijk zijn, maar daar zij een rare houding aan nam bleef ik achter haar loopen. Ineens bleef zij staan bij een lan taarn nam iets uit haar zak las het rolde het op nam haar hoed af en stopte het Ier in ik ging achter een boom staan zoo dat ze mij niet zag zij liep er in gedachte door ik volgde haar zij lag haar hoed op de kant van het water keek rond of zij nie mand zag zij scheen mij niet te zien ik liep zacht naar haar toe en hoorde haar de woorden zeggen God verlost mij van deze aarde, had ik een oogen- blik geaarzelt en zij had te water gegaan ik vatte haar en zei wat gaat gij doen zij schrok geweldig nam haar hoed en wilde vluchten maar ik hield haar tegen ze Keek mij aan met oogen die vuur schoten maar zij veranderde keek mij aan en zei zoo zacht moge lijk zeg nooit aan iemand wat ik heb willen doen. Mijnheer wees zoo goed en neemt hier iets uit wie weet als hij of haar die haar iets geschreven heeft zich over haar ontfermd want ik ben er altijd niet bij wie weet wat haar hart vervult. ik noem mij U abonné den heer K, Slecht geschreven maar geen tijd jeugdige kinderen worden door den verongelukte achtergelaten. Een tegenvaller. Een winkelier te Schiedam geeft aan eiken kooper van sigaren een genummerd zakje. Evenals dit ook elders wel geschiedt, wordt, indien op zulk een nummer in de Staats loterij een prijs valt, door dien win kelier aan den bezitter van het zakje een geschenk uitgereikt, hetzij een kistje 6igaren, een huishoudelijk arti kel of een bedrag in geld. Twee Schiedammers hadden dezer dagen het geluk elk een prijs van f25 te winnen, welke bedragen door den winkelier werden uitbetaald te gen quitantie. Bij wijze van reclame had hij vervolgens die quitanties in zijn winkel voor het raam tentoonge steld. Weldra echter ontving de winkelier bezoeK van de politie en werden beide quitanties in'beslag genomen, omdat zij.... niet behoorlijk van zegel waren voorzien. Tegen de aanvankelijk gelukkige prijs winners werd nu proces-ver baal opgemaakt, wegens overtreding van de zegelwet en er bestaat nu kans dat het gewonnene, zoo niet geheel dan toch zeker voor een groot t edeel- te, door de boete zal worden verzwol gen. Iel levensgevaar. Betreffende het zinken van het ijze ren aakschip „Maria" in den nacht van Zaterdag op Zondag op de Ooster- schelde bij Bergen-op-Zoom, worden nog de volgende bijzonderheden ge meld. Op het schip waren aanwezig de weduwe Hartogs en hare drie zo nen. Toen het vaartuig begon te zin ken, hadden twee der zonen de tegen woordigheid van geest om het luik open te trappen van het achteronder, wuar de oude vrouw verblijf hield, en haar naar boven te halen. Vervolgens namen zij hunne moe der tusschen hen beiden in en wisten haar zwemmende bovenwater te hou den, totdat zij werden opgemerkt door schipper De Zeeuw, van Krabben- dijke. De Zeeuw, die met het noodweer de handen vol had met zijn eigen vaartuig, slaagde er in, de drenkelin gen aan boord te krijgen en ook den derden zoon, die op een luik rond dreef, van een wissen dood te redden, De weduwe Hartogs verkeert ten gevolge van de doorgestane angsten in zorgelijken toestand. Het vaartuig ligt in de vaargeul bij eb 22 voet diep, zoodat men vreest dat het verloren zal gaan. meisjes op den zolder werkzaam, die om zich te redden uit een klein raam op de 3de verdieping op het dak van een aangrenzend huis sprongen, ver wondden zich zoo ernstig, dat zij naar het Binnen-Gasthuis moesten worden vervoerd. De brand ontstond waar schijnlijk door onvoorzichtigheid bij het aanleggen van een kachel. Alles is verzekerd. Een treurig ongeluk. Woensdagmorgen had op de lijn Rijs- bergenPrinsenhage van de Zuid-Ned, Stoomtramweg-maatschappij,een treu rig ongeluk plaats. De machinist A, van der Ven kwam, toen hij op de machine staande ter zijde wilde zien, met het hoofd in aanraking met een telepho -opaal, hetgeen onmiddellijk zijn dood ten gevolge had. Zijne vrouw, die hem in Prinsenuage met eten opwachtte, stortte bij het vernemen der noodlottige tijding in éen. Vijf Werkstakingen van Typografen. De werkstaking op de drukkerij van Gebr. van de Weijer te Utrecht duurt voort. Dinsdagavond zijn vijf zetters uit Breda aangekomen, van de drukkerij der firma Oukoop (waar bij Gebr. v. d. Weijer ook betrokken »«n)- Woensdagmorgen 7 uur zijn zij m een sterke politiemacht gebracht naar de drukkerij, waarvoor nog voortdu rend werkstakende gezellen heen en wéér liepen, in 't oog gehouden door voldoend sterke politie. Naar 't heet, zijn nu een twintig zetters op de drukkerij aan den arbeid, zoodat 't noodige werk kan worden verricht en de „Utr. Courant" kan verschijnen. Op alle andere [drukkerijen blijft men rustig aan 't werk. De heeren Van de Weijer hebben op de eischen der werklieden het vol gende antwoord gegeven Dat zij een loonsregeling, welke geen rekening houdt met ijver en bekwaamheid, onredelijk achten en daaraan niet willen medewerken dat eene verhooging van loon, als geëischt, op hunne werkplaatsen te meer ongemotiveerd is, omdat nog voor slechts enkele maanden de loo- nen van het geheele personeel zijn geregeld, niet alleen in overleg met de meesterknechts, maar ook in over leg met twee commission, door het personeel zelf benoemd, dat toen talrijke verhoogingen heb ben plaats gehad en de commissies voornoemd de schriftelijke verklaring hebben afgelegd, dat de luonen op hunne inrichting naar billijkheid zijn geregeld. Cholera. Te Woubrugge kwam Dinsdag het eerste geval van Aziatische cholera voor. De lijder, een 6 a 7-jarige knaap, is reeds overleden. Van diefstal verdaoht. De twee te Leeuwarden gearres teerde personen uit Amsterdam, 20 en 21 jaar oud, zijn nu te Amster dam met den heer C., den benadeelde geconfronteerd. Alhoewel deze de in brekers niet heeft opgemerkt en dus niets positiefs kon verklaren en de twee aangehoudenen hardnekkig blij ven ontkennen dezen diefstal met braak bedreven te hebben, blijven zij toch nog verdacht omdat zij geen voldoende herkomst van het op hen bevonden geld, welk bedrag vrij wel overeenkomt met het vermiste, kun nen opgeven. Het zal niet gemakke lijk gaan het wettig bewijs van hun schuld te leveren, daar de nummers der gestolen bankbiljetten niet betend zijn. Mislukte en gelukte afdreiging. Een ingezetene van Drachtater Com pagnie, die te Drachten goederen had afgeleverd, keerde vrij laat in den avond naar zijne woonplaats terug. Op eene eenzame plek werd hij staan de gehouden door twee .erels, die vermoedelijk wisten dat hij eene vrij aanzienlij te som geld bij zich had. Een hunner ^ischte zijn geld of zijn leven. „Dan het leven maar," ant woordde de voetganger doodkalm doch tegelijkertijd gat hij den aanran der zulk een geduchten slag, dat deze in de Marewijk terechtkwam, waarop de tweede het hazepad koos. Eene schuldbekentenis. Dezer dagen is door zekeren J. J. G. uit Vlachtwedde op het graf van H. S. te Boertange het volgende graf schrift geplaatst: „Hier rust ik met achthonderd gul den schuld aan J.J.G.zegge 8 honderd gulden. Dit mag niet af gescheurd worden of het moet be taald zijn. HW.S. (De namen zijn voluit geschreven). Dinsdagnacht heeft er een brutale diefstal plaats gehad te Hees bij Nij megen, ten huize van de weduwe Schamp, die daar alleen woont met eene dienstbode. Twee .mannen zijn door eene schuur binnengekomen en dwongen, met eene revolver dreigende, de weduwe tot afgifte van de sleutels. Geld, papier en gouden en zilveren voorwet pen werden meegenomen. De dienstbode, nam de vlucht en zag dat er nog een derde persoon buiten stond. Het drietal dieven is onbekend. Men weet alleen, dat een hunner Fransch sprak. Brand te Amsterdam. Hedenmorgen tegen 7 uur is brand uitgebroken op de Korte Prinsen gracht te Amsterdam, waarvan de drie verdiepingen in gebruik zijn van de Kon. Ned. Gestikte-Dekenfabriek der firma Veltman Co. De twee zolders zijn geheel uitgebrand. Twee Een nieuw stuk van Ibsen. Volgens de'. Frankf. Ztg. heeft Ibsen een nieuw stuk klaar. Het telt drie bedrijvener komen slechts weinig personen in voor. De titel is nog niet vastgesteld. De zoon van den schrij ver is bezig het in het Duitsch te vertalen, zoodat het stuk voor Kerst mis te gelijk in Duitschland en in Noorwegen zal verschijnen. Amsterdam, 23 October 1894. Paljas. Zeker tot genoegen van velen las men reeds lang op het repertoire van de „Nederlandsche Opera" directie v. d. Linden de opera „Paljas", het zoo veel opgangmakende werk van R. Leoncavallo. Dat dit werk nog evenals verleden jaar veel belangstelling verwekt, kon men bemerken aan de bijzonder goede opkomst van het publiek,een publiek dat met gespannen aandacht de voor stelling volgde. Dit verwondert mij geenszins, want dit werk vol gloed en passie brengt de toehoorders in een toestand van opgewondenheid, die nog nawerkt, lang nadat men de zaal verlaten heeft. En zeker bij een opvoering als deze, waar de hoofdrollen in handen waren van artisten als Mevrouw Dirckx v. d. Weghe, de heeren Pauwels, ürelio etc. Mevr. Dirckx met haar hooc krach tig sopraangeluid zong zeer schoon de partij van Nedda. Zij zong in de eerste acte het Vogellied vol gloed en verlangen. Ook in het duet met Silvia gaf ze veel schoons te genieten. Pauwels zong en speelde verruk kelijk. Wat is hij toch echt artiest, zoo geheel levende in zijn roll Het lied aan het slot van het eerste bedrijf: „Kom trek je pak aan," ontlokte menig oog een traan. Ik kan het niet helpen, maar het uitbundig applaus was me bepa-ld hinderlijk. Het is mij niet mogelijk om na d i t lied zoo direct tot de wer kelijkheid terug te keeren. Deze uiting van wanhoop en smart van den zwaarbeproefden man is zoo aangrijpend weergegeven, dat men met hem medegevoelen moet. Orelio ;als Tonio is ook een goede bekende. Na de „proloog" werd hij uitbundig toegejuicht. Hij zong dan ook heerlijk met zijn staal geluid. Ik bewonder in hem steeds zijn bij zondere zeggingskracht. Het duet met Nedda in het laatste bedrijf, was een en al sarcasme. Het is een weldadig gevoel onze Nederlandsche taal te hooren uitspre ken zooals Orelio dat doet. En op dat punt zijn we helaas niet verwend. De kleine rollen als „Silvia" en „Beppa" waren in handen van de heeren Puons en Urles. Poons met zijn sympathiek geluid zong uitstekend. Deze zanger is toch altijd op zijn plaats; hetzij als de vroolijke „Figaro" in de Barbier van Sevilla of de ernstige „Silvia". Het duet met Nedda in de eerste acte zong hij verdienstelijk. Urles heeft nog veel te leeren, vooral wat uitspraak betreft. Toch geloof ik, dat, wanneer hij zijn taak ernstig op vat, hij een goede toekomst heeft, want de stem is er wel, alleen ont breekt hem nog de manier om haar te gebruiken. Het geheel heeft een zeer goeden in druk bij mij achtergelaten.' Aan decors en costuums was blijk- baar veel zorg beBteed. De koren bewogen zich vrij en on gedwongen en maakten soms een aar dig effect. Over de derde acte „Rienzi" welke aan „Paljas" vooraf ging, zal ik maar niet spreken, daar de uitvoering van dit werk vroeger reeds genoeg be sproken is. Den heer v. d. Linden komt een woord van oprechte lof toe voor de opvatting vanj zijn moei lijke taak en zijn energieke leiding. Naar wij uit goede bron verne men zal het gezelschap bij de eerst volgende voorstelling in Haarlem ook „Pljaz" ten gehoore brengen. De muziekliefhebbers wacht dus een genotvolle avond. De dames Jeannette de Jong, Anna Oorver en Maria Snijders traden Woensdagavond te 's Gravenhage voor een zeer talrijk publiek op. Hetzelfde programma dat morgen hier uitge voerd zal worden werd ge even en met zooveel enthousiasme ontvangen dat de dames onder 't concert voor een 2e uitvoering in „Diligentia" geëngageerd werden. Met volle vertrouwen durven wij dit concert, waarvan de prijs slechts is, het publiek aanbevelen. De valsche bankbiljetten-zaak. Dinsdag en Woensdag werden voor het Hof te Amsterdam de pleidooien gevoerd door de verdedigers der be- "aagden in deze zaak. Na afloop hiervan werd Woensdag aan de beklaagden de gelegenheid gegeven, nog iets in het midden te brengen. Van die gelegenheid maakte Krausse gebruik. Hij riep, naar het scheen bewogen van hart, de clementie van het Hof voor zich zei ven en zijne medebeklaagden in. Met bewoon stem sprak hij over de beproeving, welke hij zijne vrouw en kinderen had aangedaan, toonde berouw over het door ïhem gepleegde misdrijf en zeide dat hij zeer zeker nimmer meer in dezelfde fout zou verv -llen, waar voor thans zulk een zware straf tegen hem was geëischt. Hij durfde hopen dat het Hof, rechtsprekende, gebruik zou maken van het hoogste recht, dat dit Hof het zijne kon noemen, het recht genade te vorleenen. Zich half tot zijnen verdediger mr. Simons wendende, bracht hij dezen hulde wegens zijn warm pleidooi en wegens de wijze waarop hij gepoogd hadden naam van het misdrijf, door bekl. pleegd, te verzachten en dit aan de rechters voor te stellen onder zulk licht ids het zachtst mogelijk oordeel vermocht uit te lokken. Het Hof bepaalde daarop de uit spraak op 7 November des voormid dags half elf. Tusschen den rijkskanselier Caprivi en den pruisischen minister-president graaf Eulenburg bestaat een geschil over de maatregelen, welke namens Daar hij haar nooit sloeg dit is een feit begon de waardige echtgenoot haar te haten. Haar liefde bleef echter even standvastig als zijn verfoeielijke ondeugd. Deborah's echtgenoot stierf plotseling aan eene beroerte. Sarah durfde haar niet opzoeken om haar te troosten en wilde haar de reden niet melden. Zij verzocht de treurende weduwe om bij haar te komen. Deborah kwam en de twee zusters omhelsden elkaar schreiende; ofschoon in neigingen en karakter zulke groote contrasten, hielden zij toch zeer veel van elkaar. Met brokstukken vertelde Deborah haar, met eene her nieuwde uitbarsting, dat haar echtgenoot haar slechts schul den had nagelaten. Zij was doodarm en moest gaan bedelen. „Niet zoolang ik leef," was het kalme antwoord. „Blijf hier maar voorgoed, dan is alles in orde." De dienstbode kreeg haar ontslag op verzoek van Deborah; zij zeide, dat zij hard moest werken of anders van verdriet zou sterven. Het gevolg was, dat zij nu de huishouding waarnam en al het ijzer- en koperwerk begon te glinsteren en te schitteren nu de weduwe in huis was opgenomen. Dit was voor Sarah in ieder opzicht een groote steun; zij kon het huis met meer gerustheid verlaten wanneer zij haar man weg moest halen uit de gelegenheden, waar hij zijn verderf vond, en ook deed het haar goed om hare van alles beroofde zuster te troosten. Zij sprak in die dagen met De borah in het geheel niet over hare eigen zorgen; en dit feit duidt, dunkt mij, ten voile de flinkheid aan van haar karakter. Wat Deborah betreft, deze was spoedig uitgeschreid, en op zekeren namiddag hoorde Sarah haar lachen met den knecht van den bakker lachen uit volle borst, zooals jonge dames dames bevolen wordt te zingen (wanneer het oppermachtige corset dit niet belette) en een octaaf lager dan zij ooit boven gesproken had sedert haar komst. Sarah was verbaasd en in den beginne pijnlijk getroffen. Zij zeide echter tot zichzelve: „Arme Deb, zij is even lucht hartig als ooit, en waarom zou zij het hart breken over hem hij zou het niet doen om haar." Langzamerhand nam Deborah de gewoonte aan om het huis te verlaten wanneer haar werk was verricht, als Sarah tenminste thuis bleef. Zij kon niet lezen, dus moest zij wan delen en praten. In al die vijf jaar had zij geen enkel boek gelezen, maar haar babbel talent was ontwikkeld. Wekelijks had zij tweemaal de markt bezocht om hare producten te verkoopen en zij had veel marktpraatjes geleerd en spreek woordelijke uitdrukkingen. Weldra ging zij al hare vroegere kennissen in de stad op zoeken, en vierde bij allen haar babbelzucht bot, en verneem nu deze bizonderheid. Haar geheele woordenschat bestond uit ongeveer negenhonderd woorden, terwijl gij en ik er tien duizend er meer zult kennen; toch was zij wel in staat om het wat praten betreft van ieder te winnen. Daar zij altijd over nieuwtjes babbelde, wist zij spoedig meer van de Man- sells dan deze zelf, en vernam, dat Mansell dronk en leefde van de verdiensten van zijne vrouw. _Dit was voor haar een reden van groote bezorgdheid. Nu wist zij de oorzaak van Sarahs veelvuldig uitgaan en terug- keeren met haar echtgenoot, die dan niet in staat was om goed te spre.en. Zij sprak er hare zuster niet over en was evenmin boos ver haar gebrek aan vertrouwen. Zij kende Sarahs karakter en bewonderde er haar om, dat zij met nie mand over de gebreken van haar man sprak. Toen zij het evenwel wist, zinspeelde zij er in tegenwoordigheid van Sarah zoo dikwijls op, dat deze, de arme, naar deelneming snak kende vrouw, haar ten laatste met veel zuchten gedeeltelijk in haar droevig geheim inweidde. Deborah sprak er opgewekt over en hoopte, dat het slechte tijdelijk zou zijn, en Sarah deed het ten slotte veel genoegen dat zij het wist, want Deborah's tong was in werkelijkheid niet zoo los als ze lenig was. Zij kon babbelen zonder schijn baar iets voor zich te houden en toch tegelijk iets verzwijgen zoo goed als de beste. Zij vertelde Sarah thuis alles wat zij hoorde, maar sprak nooit over hetgeen voorviel in het huis harer zuster. Op zekeren dag zegt zij tot Sarah „Ken je ook een man Varney genaamd Dick Varney?" Sarah zeide nooit zijn naam te hebben gehoord. „Nu," zeide Deborah, ,je moest hem toch kennen." Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1894 | | pagina 2