BINNENLAND,
Rechtszaken
Dinsdagavond hielden de leden der
Zandvoortsche Zangvereeniging de
jaarlij ksche aigemeene vergadering,
waarin verslag werd uitgebracht om
trent den toestand en de werkzaam
heden der vereeniging. Uitgeloot
werd aandeel no. 1. Het bestuur, be
staande uit de heeren C. H. N. Tates,
voorzitter-directeur, C. van der Werff
Wzn., secretaris, Jb. van der Werfij
Wzn., penningmeester, P. P. den Baars,
bibliothecaris en S. van der Mij e Jr.,
werd herkozen. Een geanimeerd bal
besloot den avond.
De bekende noorsche schilderes
Mevr. AkerslootBerg gaat Zand-
voort verlaten en zich vestigen te
Hasselt bij Zwolle.
In de Dinsdagavond gehouden verga-
derin - van de afdeeling Zand voort van
de Noord-Hollandsche Vereeniging
„het Witte Kruis" werd besloten een
adres aan het Gemeentebestuur te
zenden, teneinde aan te dringen op
rioleering van de gemeente.
De heeren hofstede, genaamd „Wil
denhorst" te Haarlemmermeer, groot
40 H. A. wei- en bouwland, heeft in
publieke veiling opgebracht f51.400.
De vorige koop bedroeg ongeveer
f90.000.
Veeziekte.
De veeziekte neemt in de Haarlem
mermeer op onrustbare wijze toe.
Door de uitgebreidheid der gemeen
te is het werk voor den Rijks veearts
zeer moeielijk en vermoeiend.
De begrooting der gemeente Alke
made sluit in ontvangst en uitgaven
over 1895 met f29.482. De opcenten
op de pers. belasting voor de ge
meente bedragen slechts 10.
naar de fabriek te gaan, kwamen de
stakers hard aangeloopen, met gebal
de vuisten bedreigingen schreeuwend.
Daar schoot De L. de moed in de
schoenen; ze zouden hem doodgesla
gen hebben zei hij en hij, oude
man, kon niets terugdoen.
Eindelijk gelukte het hem in den
winkel binnen te sluipenz'n naam
werd opgenomen en z'n woonplaats.
Maar weer moest de man hulp vra
gen bij de politie, want hij beweert
zijn leven niet zeker te zijn. „En er
is geen xrummeltje eten meer over,"
verklaarde hy bitter.
N. R. Ct.
miet voldoende is, om een groot ge
bouw in de lucht te doen springen,
kan men begrijpen, aan welt gevaar
de inwoners blootstaan."
't Zou om van te rillen zijn.... als
twaar was.
Werkstakingen dor
Typografen.
In eene Maandagavond gehouden
vergadering van de stakende gezellen
van de Gebr. van de Weijer te Utrecht
is weder eenparig besloten vol te
houden. Er is in den stand der sta
king nog niet de minste verandering
Zonder werk.
De L. is sigarenmaker, al jaren
lang hij heeft gewerkt voor bekende
firma's, en het blijkt uit de getuig
schriften, steeds tot genoegen. Maar
in Amsterdam i3 het hem gaan te-
genloopen, hij raakte „buiten ver
diensten", hij liep dag aan dag de
patroons af, doch het gaf nietsgeen
werk, was telkens het antwoord en
er waren er al zooveel wezen vragen.
Langzamerhand werd stuk voorstuk
het in'boedeltje „weggebracht". Zoo
ging het niet langer. Toen besloot
hij op z'n ouden dag nog, met zijn
vrouw naar Rotterdam te trekken om
het hier te probeeren. En hier woont
hij nu reeds drie weken, en het
laatste is „verpand" en zijn schoenen
zijn stuk geloopen honger, wer
kelijke honger lijden de oude luidjes.
Bij de firma Erven de Weduwe J.
van Nelle zou hij wel aan den slag
komen, gedurende de werkstaking,
maar gerust, hij durfde niet, want
toen hij er eens langs was geloopen,
had hij de stakers op clubjes zien
staan, blijkbaar om vreemde gezellen
te verhinderen binnen te gaan. En
toch moest er verandering komen 1
Maandag was hij een paar oude
bekenden tegengekomen, een, met
wien hij bij de huzaren had gediend
en die nu bij de politie was.
„Wèl De L., zeiden ze, wat zie je
d'r stumperig uit, wat schort er
aan
En toen deed hij met tranen inde
oogen zijn droevi.r verhaal.
Dat ging die kameraden aan het
hart„Jij honger lijden met je vrouw?
Neen hoor, we zuilen je brengen bij
de Erven van Nelle."
Zij namen hem mee naar het bureau
in de Pauwensteeg, maar zoodra hij
er met een politieman uitkwam om
De moord te Doetinchem
Omtrent het bericht dat de vrouw
van zekeren Heemeijer te Oudendijk
gem. Finsterwold, gearresteerd zuu
zijn en dat bij deze arrestatie ook
de naam van den vermoorden heer
Brouwer, te Doetinchem genoemd
zon zijn, deelt de Prov. Gron. Ct. het
volgende mee.
Zekere daar wonende Heemeijer
was 200 gulden schuldig aan den
vermoorde. Nu is in den loop der
vorige week Heemeijers zoon, land'
bouwer te Oudendijk, voor den dag
gekomen met eene door den heer
Brouwer vroeger zijn buurman
onderteekende verklaring, die hem
na diens dood uit Groningen moet
zijn toegezonden, naar hij, volgens
zeggen beweert. Zijn onze inlich
tingen juist, dan moet volgens die
verklaring den ouden Heemeijer het
verschuldigde zijn kwijtgescholden en
aan zijn zoon een legaat van 1000
gulden zijn vermaakt door den ver
moorde. Twijfel aan de echtheid
van dit stuk moet oorzaak zyn, dat
de vrouw van Heemeijer Jr. jl. Vrij
dag naar het huis van bewaring te
Winschoten is overgebracht, verdacht
van het plegen van valschheid in ge
schrifte. Over den moord zal deze
zaak echter wel geen licht doen op
gaan.
In een buitengewoon politieblad
bericht de Commissaris van politie te
Arnhem dat op 28 Oct. jl. aldaar zijn
ontvreemd
1 5% Oostenrijk Mei-Metalliek,
fl 1000 no. 143156.
1 4% Orel Griasi, M. 500, no.
32252.
4 Oostenrijk, Juli-Metalliek ieder
fllOO.
f13: bestaande uit 4 rijksdaalders,
2 guldens en 4 kwartjes.
6 nieuwe zilveren theelepeltjes.
4 idem groo ter soort (ouderwetsch.)
1 bruin lederen reisvalies, van
onderen 2 witte houten latten.
Van dezen diefstal worden verdacht
een Duitscher en diens vrouw zich
genoemd hebbende Kuch en vermoe
delijk Hoepfner genaamd. De man is
ongeveer 1.75 meter, slank, min of
meer kaalhoofdig, haar, baard en kne
vel rossig, gekleed met zwarten ron
den fantasiehoed, grijze of bruine de-
misaison en ge6treepten broek. De
vrouw is niet groot, zwaar van pos
tuur, rossig, gekleed met donker-
blauwen rok en dito zijden blouse.
Genoemde commissaris van politie
verzoekt opsporing, aanhouding en
bericht.
gevolgen voor de tanden en de knieën
had. De namen dezer kwaal, stoma-
cace en sceletyrbe, door Grieksche
geneeskundigen daaraan gegeven, ver
taalt een onzer oude geschiedschrij
vers met mondeuvel en schinkelsmert.
De zonderlinge oorzaak daargelaten,
zou men vragen, of hier niet van het
tegenwoordig zooveel besproken mond
en klauwzeer sprake is.
De Friezen, zegt Pliaius verder,
gaven Germanicus een geneesmiddel
hiertegen aan de hand, het „Britta-
uisch kruid" geheeten, dat tevens ge
bruikt werd bij slangen- en adder-
beien. Men heeft gemeend, dat men
onder dit kruid het Lepelblad, ande
ren dat men er de Betonie onder
moest verstaan.
Een aanvaring op de Waal.
Dinsdag voer de open aak Wühcl-
mina Mariaschipper H. de Beyer,
de Waal af, met bestemming naar de
haven te Nijmegen.
Bij de gierbrug werd zij ingehaald
door de sleepboot Oud en Nieuw- Gas
teldie vijf schepen achter zich had.
Het achterste daarvan kwam in aan
raking mot genoemde aak, en bracht
deze zulk een averij toe, dat zij on
middellijk begon te zinken. Zij dreef
nog af tot aan de spoorbrug. De
bemanning had in dien tijd gele
genheid zich met haar roeiboot te
redden.
Het scheepje, welks mast ongeveer
halverwege boven het water der Waal
uitsteekt, ligt recht onder de spoor
brug en weinig hinderlijk voor de
vaart. De lading, bestaande uit stee-
nen van de firma Gebrs. Terwindt, was
verzekerd, het vaartuig niet.
Dynamiet.
De Maasbode deelt het volgende
mede
Wij vernemen uit goede bron, dat
de stad Zutfen aan een groot gevaar
ligt blootgesteld. Er is namelijk in de
kom der gemeente 500 pond dynamiet
geborgen.
„Als men nagaat, dat 5 ons dyna-
Windhoos.
Over Zuid- en Noord-Beveland heeft
Maandag een windhoos gewoed.
Op een hoefje onder Nisse hield
zij buitengewoon hevig huis. Vele
vruchtboomen werden van hunne
kruinen beroofd. Canada-populieren
werden met wortel en tak uitgegooid,
jonge fruitboomen plat op den grond
gelegd. Twee xorenhoopen gingen ge
deeltelijk de lucht in. Een wel wat
bouwvallig wagenhuis stortte in el
kaar.
Het boerenerf bood een tooneel aan
van de schrikbarendste wanorde
overal schooven, losstroo, dakpannen,
boomtakken. De moestuin was er let
terlijk mede bezaaid, ook nog om
liggende stukken land. Los stroo
droef vry ver mede. Van een in de
nabijheid ploegenden boerenzoon ging
de hoed mede de hoogte in en is nog
niet gevonden.
Op Noord-Beveland ging die hoos
gepaard met een korte onweersbui,
hevigen regen en zwaren hagel. Daar
bewoog zij zich in O.N.Oostelijke
richting van ongeveer den Z.Weste
lij ken hoek des eilands uit. Op haar
weg wierp zij boomen omver, brak
knotwilgen af, rukte van een wagen
huis en een schuur 200 pannen weg,
verstrooide een paar graanstapels, brck
een weihek door midden, draaide een
losstaanden wagen eenige malen rond
en wierp hem gebroken neer, sloeg
een paard met wagen omver, zoodat
de jeugdige voerman eenige schreden
ver werd weggeslingerd, en deed een
gedeelte van een andere schuur in el
kaar zakken. Van 't eerste tot het
laatstgenoemde punt is de afstand
ongeveer 5 K. M. De breedte der
baan is naar schatting 100 tM. De
voerman van den losstaanden wagen
die zich in de nabyheid van zijn voer
tuig bevond, zegt zelf niets van den
winddruk gevoeld te hebben.
Mond- en klauwzeer.
Een scheurkalender bevat de vol
gende in deze dagen zeer actueele
mededeeling
„Piinius verhaalt, dat Germanicus,
toen hij in het begin onzer jaartelling
deze landen doortrok, aan den zee
kant eene bron vond van zoetwater,
waarvan het gebruik zeer schadelijke
zij verwelkomde hem met glimlachjes en een langen kus.
„Goed nieuws liefste," zeide zij juichend.
Hij begroette haar met ontmoedigende koelheid. „Wel
wat is er?"
Zoo spoedig liet zij zich echter niet ontmoedigen. „Wel
beste Jemmy, er wacht een flink werk op je in de pastorie,
en er zijn dertig pond mee te verdieneD."
„Dertig pondDat zal een langdurige karwei zijn."
Hierover schudde zij een oogenblik het hoofd. „Wat een
langdurige karwei? Wanneer ik het doen moest en ik was
zoo knap als jij bent, dan was het spoedig genoeg verricht.
Kom, daar is Deborah met je koffie en heerlijk geroosterd
brood. Eet je ontbijt op en ga dan aan het werk. Neen eet
het nu niet in de kamer op, zet het hier maar neer. Ik zie
hem zoo graag eten."
Aldus aangespoord bracht Mansell de koffie naar zijne
lippen. Zonder er uit te drinken zette hij de kop weer neer
en zeide, dat hij niets kon gebruiken.
„Probeer het maar, het zal je goed doen."
„Ik kan niet Sally, ik ben niet welmijn hoofd draait
en het brandt zoo in m#n maag. 01" en Mansell leunde
over den hoek van de toonbank en kreunde luid. Hij
scheen werkelijk zoo ongesteld te zijn, dat Sarah er zich
ongerust over maakte, en Deborah vroeg een dokter te
halen.
Deze bleet echter waar zij was en hield zich even kalm
als de man luidruchtig was in de uitingen zijner ongesteld
heid. „Een dokter! Wel, die zou hem maar ziek maken. Zij
Oplichting
Voor het gerechtshof te Amsterdam
werd Dinsdag in hooger beroep be
handeld de bekende zaak van C. Czn.
Kwakman te Volendam, in de wan
deling genaamd de „Bofferbakker."
Het is een 65-jarige Volendammer,
die zegt van beroep te zijn sjouwer
en marktlooper, alias porder.
In October en November 1893 had
deze beklaagde zijn dochter Aaltje ge
zonden naar den veerschipper Tha
mes Koning. De eerste maal met de
boodschap, üaar voor hem, beklaagde,
f200 mede te geven, den tweeden
keer om f150. De eerste maal werd
er bij gezegd dat de moeder van Koning
op 19 Maart 1894 zou sterven als het
geld niet werd gegeven, de tweede
maal heette het dat zijn broeder die op
zee was, zou verdrinken. Werd het
geld wel gegeven, dan zou dit gege
ven worden aan den pastoor te Volen
dam, die er missen voor zou lezen,
waardoor het gevaar voor moeder en
broeder zou worden bezworen.Beklaag-
de heeft voor den officier van justitie te
Haarlem verklaard dat hij de ge
noemde sommen had ontvangen, dat
hij die ten eigen bate had aangewend,
maar dat hij er nu wel degelijk spijt
van had. Thans echter ontkent hij
voor het Hof ooit zoo iets voor den
officier te hebben gezegd, en hoewel
de door hem geteekende verklaring
hem wordt voorgelegd, zegt hij dat
het onwaar is. Hij heeft geld gevraagd
en gekregen, dat is juist, maar hij
heeft het eenvoudig geleend en de
naam van den pastoor is niet genoemd.
Er waren drie getuigen gedagvaard.
De eerste was de 24-jarige Vollen
dammer visscher Thames Koning.
Hij verklaarde dat Kwakman's doch
ter wel degelijk was gekomen met
de genoemde boodschap en dr t hij
uit Deventer geld had gehaald.
De tweede getuige, de gemeente
veldwachter Kieppel, vertelde ook,
dat de zaak zich wel degelijk had
toegedragen als door den eersten ge
tuige was verklaard; Kwakman had
het hem zelf verteld.
De derde getuige, de Volendammer
visscher Pol, bijgenaamd „de Bollen-
pikker" waarom men hem zoo
noemt, wist hij zelf niet zwager
van den bek!., zeide dat de zaak was
zooals Koning had gezegd. Hij zeide
ook dat in Februari 1893 Kwakman
hem reeds om f200 had ge-tuurd
naar een zekere juffrouw; deze had
maar f100 en die had getuige niet
willen hebben. Toen had gezegde juf
frouw hem gestuurd naar den pastoor
te Ilpendam, doch deze had gezegd
„er niet mede te maken te willen
hebben 1" Get. begreep nu dat het
alles praatjes was geweest en zeide
nu niets meer „van die rommeklerij
te gelooven".
Hei O. M. waargenomen door den
adv.-generaal mr. Op ten Noort, wees
er op dat te Haarlem tegen bekl. zes
maanden was geëischt, maar de recht
bank vrijsprak, op grond dat zij te
doen had met een bnitenrechterlijke
verklaring. Waar men nu echter een
rechterlijke verklaring had en het
Haarlemsche O. M. in hooger beroep
was gekomen, meende het O. M. dat
men hier wel degelijk had te doen
met oplichting. Bekl. had zeer slim
gebruik gemaakt van het feit, dat de
pastoor te Volendam daar eerst [kor
ten tijd was en het Volendamsche
volk in Nov. 1893 nog niet wist wat
men aan hem zou hebben. Daar bekl.
ouder was dan 65 jaar en niet een
zaam kan worden opgesloten,^eischte
het O. M. een gevangenisstraf van
acht maanden.
Bekl. hield na dien eisc-'. vol „dat
hij met die rommelderij niets te ma
ken had gehad en Koning allerlei
leugens had verteld."
Het Hof zal uitspraak doen op
13 Nov. e. k.
vouwde hare armen over elxaar en keek het slachtoffer aan.
„Het heeft niets te beduiden," zeide zy. „Hij heeft alleen
een haar noodig van den hond die hem byt." Dit was zeer
juist aangemerkt, maar werd niet als zoodanig op waarde
geschat. „Hoe durf je dat zeggen," riep S-irah uit.
„Ja Deb, als 't je blieft," kreunde de lyuer, „als 't je
blieft, geef mij een druppeltje brandewijn."
Deborah zou het onmiddellijk voor hem gehaald hebben,
wanneer zij meesteres ware geweest, maar in deze omstan
digheden raadpleegde zij hare zuster door middel van haar
blik.
Sarah gaf met groote beslistheid een antwoord op haar
blik. „Je doet het niet als je mijne zuster bent. Ja, dat is
juist de manier drinken, dat men er onwel van wordt,
om dan weer te drinken om wat op te frisBchenis
men dan eenmaal begonue», dan gaat men weer door totdat
men weer onwel wordt, en e«n druppeltje noodig heeft om
voort te kunnen gaan op den weg, die naar armoede en schande
leidt. Drinken drinken drinken in een vroolijk krin
getje rond, dat geen einde heeft". 24 vervolgde daarna op
beslisten toon„Je drinkt je koffie op zonder veel praatjes,
en dan ga je als een man voor je dochter werken. Komaan!"
Met een bevallig gebaar hield zij hem gebiedend het
kopje voor, hoewel al dien tyd haar hart van droefheid
bonsde, en daar hij juist in eene toegevende bui verkeerde,
nam hij het gelaten van haar aan en dronk er een weinig
uit. Hierna versoheen een klant, maar Sarah liet zich daar
door niet van haar voornemen af brengey. 2ij beval Deborah
Zaak-Van Deth.
Tegen Dinsdag was voor de arr.-recht-
bank te Amsterdam, 4e kamer, ge
dagvaard om ter openbare terechtzit
ting zich te verantwoorden Gerrit
Van Deth, oud 57 jaren, makelaar,
geboren te Amersfoort, wonende te
Amsterdam.
In de dagvaarding wordt hem ten
laste gelegd, dat hij iD een door hem
onderteekenden, aan dr. F. van Gheel
Gildemeester, predikant te 's-Graven-
hage toegezonden brief, uit Arasterdam
verzonden den 18n Mei 1894 en daags
daarna aan de woning van genoemden
predikant afgegeven, dezen heeft belee-
digd door hem o. n. te schrijven
„Waar sprake is van waarheid
spreken en van zedelijkheid, daar
behoordet gij de oogen neer te slaan
en te zwijgen. Maar schaamteloosheid
en brutaliteit zijn volle zusters van
zedeloosheidgeen wonder dus, dat
gij heel 't gezin in uw hart hebt
opgenomen. Uw lieve vriend ds. C.
Thijm is openbaar terechtgesteld.
Ook hij liep in de volle kracht
zijner waardigheid op Heeren wegen,
tot dat Dame Justitia hem bij de keel
greep en hem toedonderde „Ellendige
smeerpoets, onderga uw gerechte
straf
„Zoo en niet anders ga het u eerst-
aangezien gij in vergelijking
met uw confrater in den Heere min
stens 20 jaren hebt verdiend voorde
meer dan gruwelijke onzedelijkheid
die u op 't geweten drukt" enz.
Op requisitoir van den subst.-offi-
cier van justitie mr. Regout wordt
den beklaagde verstek verleend.
Vervolgens wordt voorlezing gedaan
van twee extract-vonnissen, waarbij
Van Deth reeds vroeger wegens
beleediging is veroordeeld.
Dr, F. van Gheel Gildemeester,
hierna als getuige gehoord, verklaart
den heer Van Deth vroeger wel te
hebben gekend. Deze was vóór 1887
eens bij hem gekomen met een aan
bevelingsbrief van een Arasterdamsch
predikant.
Getuige had hem (Van Deth) toen
aan flOOO geholpen. Ook Van Deth's
vrouw was wel eens bij hem gekomen.
Get. protesteert er nogmaals tegen,
dat Van Deth in een zijner brochures
beweert, dat get. wist, <iat Van 't
Lindenhout meisjes zou leveren aan
cafés met damesbediening en dergelij ke
inrichtingen.
Hij heeft, zegt hij, Van Deth ge
sommeerd den naam te noemen
van den persoon, die hem dat zou
hebben medegedeeld, maar deze is
steeds in gebreke gebleven dat te doen.
Ook door dr. Louis Bahler is hij be-
leedigd in het Nieuwsblad van het
Noorden en eerst 6 weken, nadat hij
dezen schriftelijk om verantwoording
van zijn insinuaties had gevraagd,
had get. ook tegen dezen een klacht
ingediend.
om er
bodem
bij te blijven
had geledigd.
staan tot hij het kopje tot op den
Deborah vouwde hare armen over
elkaar en keek nauwlettend toe.
Twee derde van den inhoud kreeg hij naar binnen en
toonde haar daarna het overschot met zulk een deerniswek
kend gelaat, dat zij medelijden met hem kreeg, haar langen
arm naar het kopje uitstrekte, met een teug den inhoud door
haar keelgat liet glijden om daarna hem het kopje weer toe
te reiken; dit alles gebeurde in twee seconden en met be
wonderenswaardige snelheid zette James het leege kopje
voor Sarah neer, en aldus maakten zij misbruik van haar
vertrouwen.
„Dat is goed gedaan," zeide zij; „sterke koffie is een uit
stekend middel, zegt men, en arbeid ook. Ga nu naar de pas
torie en blijf daar werken tot een uur. Deborah zal dan een
heerlijk warm maal voor je klaar hebben gemaakt. Zij zocht
zijn mand voor hem en zijne kwasten en borstels, die zij
eigenhandig had schoongemaakt, daar hij ze vuil en wel
had laten liggen.
Bij deze laatste ontdekking vertoonde zich een uitdrukking
van dankbaarheid in zijne oogen. Hij zeide„Je bent toch
een goed vrouwtje, en het is een groot genoegen om voor
jou te werken."
(Wordt vervolgd»)