Eens verkeerds keuia. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. 18 Jaargang Donderdag 8 November 1894. No. 3483 ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIËN: J. C. PEEREBOOM. STADSNIEUWS. BINNENLAND. FEUILLETON HAARLEM'S DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65. Afzonderlijke nummers0,05. Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30. franco per post 0,37J. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat X4=, Haarlem. Telefoonnummer 122. van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cents per regel. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren en conrantien». Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangêre G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Suce., Parijs 31bt* Faubourg Montmartr* Nota's, Rekeningen, Wissels, Qui- tantiën, Brievenhoofden, Memoranda en alle overige Drukwerken, die op kantoren voorkomenworden ter Stoomdrukkerij van dit blad goed- billijk en vlug gedrukt. De Directeur-Uitgever Haarlem7 Nov. 1894. Voor het examen vrije- en orde oefeningen lijn Dinsdag hier ter stede geslaagd de dames E. Vermeer en J. E. Jenny Weijerman, beiden alhier. De katholieke kiesvereeniging heeft in hare Dinsdagavond, onder voor zitterschap van den heer J. W. A. Beijnes, gehouden vergadering be sloten, de vijf periodiek aftredende leden van de Kamer van Koophan del allen opnieuw te candideeren. De aftredenden zijn de heeren Mr. Johs. Enschedé, J. J. F. Beijnes, J. H. Kersten, J. Sabelis en J. J. Ker- bert. Naar wij vernemen zou de Katho lieke kiesvereeniging voornemens zijn, na de verkiezing aan de Kamer van Koophandel te verzoeken, over het algemeen hare vergaderingen voort aan te houden in het openbaar. Deze zaak (de openbaarheid nl.) waarop wij in een vorig nummer we zen, wordt ook besproken in de kies verenigingen „Vooruitgang" en ver moedelijk zal ook „Burgerplicht" niet achterblijven. Of deze beide vereenigingen even wel niet liever vóór dan na de aan staande verkiezing de quaestie zullen ter hand nemen, zal nader wel blij ken. Reddinggius die het navolgende pro" gramma.zal zingen: „Aria uit Messias": Handel; Liebestreu, Robert, Reinick, die Mainacht, Ludwig Hölty en „Wie froh und frisch mein Sinn 3ich hebt" uit L. Tieck's Magélone. Aan het bal wordt groote zorg be steed. De heer J. G. Martin is met de leiding daarvan belast en zal door de danslustigen een paar nieuwe dan sen, den Serpentinedans en den Chry- santhemnmdans doen uitvoeren. Introductie van vreemdelingen op de gewone wijze is niet toegestai Wel kan men hen meebreng inplaats van de twee dames, die elk lid het recht heeft om te introdu- ceeren. Donderdagavond zullen gecommit teerden in de nieuwe lokalen door het Bestuur worden rondgeleid. Al de deuren der nieuwe lokalen zijn op dit oogenblik gesloten en de laatste hand wordt aan het werk gelegd. Sociëteit Vereeniging. Zooals wij vroeger reeds bericht hebben zal de inwijding van boven genoemde sociëteit a. s. Zaterdag op feestelijke wijze plaats hebben. In de plaats van door het orkest uit het Concertgebouw onder den heer Kes zal het feestconcert gegeven wor den door het orkest van den heer Hutschenrnijter uit Utrecht. Als zan geres zal zich op dit concert doen hoo- ren Mevr. Van Nassau Noordewier R. C. Gemengd Koor «Jan Albert Ban". Zooals wij in ons vorig nummer meldden, zal den 21n November a.s. door dit gemengd koor worden uit gevoerd „Die Auferstehung" van G. A. Heinze en „Lauda Sion" van Mendelssohn. Bij deze uitvoering heeft de grijze toonkunstenaar Heinze zijne tegen woordigheid toegezegd. In 1863 werd „Die Auferstehung" door Heinze gecomponeerd; waarvan zijne begaafde echtgenoote den tekst had geschreven. Het succes waarmede het op een der Vincentius'concerten te Amster dam werd ontvangen, was buitenge woon groot. Nicolai besluit zijne analyse in het Cecilia tijdschrift van 1 September 1863 over „die Auferstehung" aldus „De indruk, dien het geheel nalaat, „is allergunstigst. „Men zou wel is waar den compo- „nist kunnen beschuldigen, dat zijn „stijl niet altijd in overeenstemming „is met de verhevenheid van het on derwerp, en er hier en daar wel wat „wereldsche tinten doorblinkenmaar „juist dit maakt, dat de uitvoering „van dit werk steeds een dankbare „taak zijn zal. "Waarheid van uitdrukking en „handhaving der vormen, spreken uit „deze compositie, en de instrumenta tie doet den meester kennen. Deze „is merkwaardig door hare frischheid „en verscheidenheid. „Eene gelijkluidende toon massa, „zooals men dikwijls zelfs in werken „van erkende verdiensten aantreft, en „die den toehoorder vermoeit, vindt „men in Heinzes werk niet." Wij hopen dat deze eerste uitvoe ring van deze nieuwe vereeniging met succes moge worden bekroond. Sinds eenige maanden werd onder leiding van den heer N. H. Andriessen met ijver gestudeerd terwijl, naar het aantal zangeressen en zangers teoor- deelen, de verschillende partijen dege lijk bezet zijn. Het zal het schouwburgbezoekend publiek zeker aangenaam zijn te ver nemen dat de directie van den schouw burg eene nette gelegenheid heeft in gericht tot het bewaren der kleed eren gedurende de voorstellingen. Deze Garderobe bevindt zich bij den lin ker ingang van het Balkon. Er zullen zich daar voortdurend een mannelijke en eene vrouwelijke bediende bevin den om de kleederen in ontvangst te nemen en terug te geven. Dinsdag werd te Zandvoort aan gifte gedaan van 14 gevallen van ma zelen. Godsdienstoefening in de Russische kapel. In de Russische kapel aan den Scheveningschen weg te 'sGravenhage werd Dinsdagmiddag 12 nur een gods dienstoefening gehouden voor de zielerust van Keizer Alexander III. Tegen 12 uur verscheen de gezant, ridder de Struve, vergezeld van staats raad De Berends, secretaris der keizer lijke legatie, in het kerkgebouw. Beiden droegen hetgalaeostuum met een rouwstrik om den arm, rouwfloers aan steek, aan degen of sabelkwast, rouwteekenen, die ook de in uniform gekleede genoodigden bij dezen dienst droegen. De minister en de secretaris, voor noemd, ontvingen de autoriteiten. De overige leden van de Russische kolonie te 'sGravenhage, woonden de plechtigheid bij en weldra was de kleine kapel geheel gevuld. Aan de gewone inrichting van het Koor was niets veranderd, maar de wanden en het plafond van het niet te ruime vertrek waren geheel met zwaar rouwlaken behangen, afhan gende in breede plooien en opgehou den door zwarte koorden met zilver passementwerk doorvlochten. Verder waren de treden, die naar het altaar leidden, bekleed met een zwart tapijt dat reikte tot aan den voet van een katafalk of sarcophaag, overtrokken met een zwart kleed, afgezet met zilve ren franje. Dit middenstuk van rouw, waarop het crucifix geplaatst was, stond on der de met crêpe omwonden licht kroon, waarvan alle pitten ontstoken waren. Ieder der aanwezigen hield ge durende den dienst een brandende waskaars in de hand. Een en ander gaf aan de rouwkamer een plechtig aanzien, geheel in overeenstemming met het karakter van dezen heiligen en droevigen dienst. De aanwezige dames waren allen in groote rouwkleeding. Even voor 12 uur stapte de vertegenwoordiger van H. M. de Koningin-Regentes, de luitenant-generaal; jhr. Verspyck, H. M. adjudant-generaal aan het Gods huis af. Z. Ex. werd ontvangen door den heer De Struve en naar zijn plaats geleid, ter rechterzijde van het al taar. Vandaar af liep de rij van genoodig den, die zoo waren geplaatst, dat zij een cirkel vormden, rondom den voorgan ger bij dezen dienst. In de „chapelle ardente" werden bij de plechtigheid opgemerkt de heeren Roëll, minister van Buiten- landsche Zaken, Van der Kaay, mi nister van Justitie, Van der Wijck, minister van Marine, Schneider, mi nister van Oorlog, jhr. v. Panhuys, vice-president van den Raad van State, mr. Gleichman, voorzitter van de Tweede Kamer, mr. Roest, burge meester van Den Haag, baron Du Tour, opperceremoniemeester, de ge pensioneerd vice-admiraal jhr. De Casembroot, kanselier der orden, luit. ïeraal Van Helden, gouverneur der residentie, de gezanten van En geland, Dnitschland, Portugal en Spanje, de heer Labouret, zaakgelas tigde van de Fransche Republiek, vergezeld van den heer Seydoux, at taché, de zaakgelastigden van België, Italië, Japan en Oostenr.-Hongarije voorts de heeren Haehne consul-gen. van Rusland te Amsterdam, Lorrain, president van de Fransche Kamer van Koophandel voor Nederland te Amsterdam, Vinckhuyzen, intendant van H.K.H. de Groothertogin van Sak sen en een drietal vertegenwoordigers van dagbladen. De Russische aartspriester de heer Bogalowsky, verrichtte den heiligen dienst, bijgestaan door het zangkoor der Grieksche Kapel. De mis der doo- den werd volgens den ritus van den orthodoxen godsdienst gevierd. Na de gebeden en de gewijde gezan gen, zich kenmerkende door diepe lar moyante tonen en waarbij de na im van Alexander herhaalde malen werd uit geroepen, was de dienst te ruim 12j^uur geëindigd. Generaal Verspyck verliet het ge bouw, tot aan den uitgang vergezeld van den gezant van Rusland, aan wien hij reeds bij de aankomst zijne deelneming had betuigd met het ver lies, dat de Russische natie geleden heeft. Ü3SÜ Ook de minister van Buitenland- sche Zaken, de heer Roëll, herhaal de aan den gezant van wijlen den Czaar zijn oprechte gevoelens van deel neming. De heer De Struve toonde zich zeer getroffen door deze ook door anderen tot hem gerichte condoleanties. Een talrijke menigte stond aan beide kanten van den hoofdingang van het gebouw geschaard om het ver trek der deelnemers aan de plechtig heid in hunne schitterende uniformen te zien. Indien bij de begrafenis van den keizer van Rusland officieel© missies worden ontvangen, zal H. M. de Ko ningin-Regentes zich doen vertegen woordigen door luit.-generaal graaf Dumonceau, chef van het militair huis, vergezeld van kapitein jhr. Van den Bosch, adjudant van H. M. de Koningin. Lombok. De consul-generaal der Nederlan den te Kaapstad, de heer B. de Waal heeft onlangs in het consulaat eene vergadering gehouden, om te over wegen wat door Nederlanders en an deren in Zuid-Afrika gedaan kon wor den om de ramp te Lombok te leni gen, waardoor velen in Oost-Indiëen Nederland getroffen zijn. Het volgend beroep werd op de Nederlanders in Zuid-Afrika gedaan: „Aan de Nederlanders in Zuid- Afrika." „Alle Nederlanders in ons wereld deel weten hoe hunne landslieden in het vaderland een scherpen strijd hebben te voeren tot handhaving van hun gezag in Indië, en dat hierbij groot verlies door het Indische leger is geleden. „Wetende dat juist zulk een strijd om de heerschappij allen wien het bloed van het heerschende volk in de aderen vloeit, waar ook gevestigd, nauwer verbindt, nemen wij de vrij heid om bijdragen te vragen, ten einde te toonen dat men ook op Naar het engelsch van CHARLES READE. 13) HOOFDSTUK IV. Zij sloten de deur van de zitkamer, en verborgen zich in die kamer. „Maar hoe moet mijn man binnenkomen?" fluisterde Sarah. Een van de zwarte, onzichtbare gedaanten gaf haar ten antwoord: „Gemakkelijk genoeg, alleen hoop ik maar, dat hij de twee terst© uren niet komt; hij zon alles bederven." „Niet thuis komen voor het avondeten? Dat zal dan een teeken zijn, dat hij niet nuchter is. Ik beef over al mijne leden." „Stil I" „Wat? Dieven!" „Neen, maar spreek als 't u blieft niet. Als een kat komt hij binnensluipen, daar kunt u zeker van zijn. Luister!" „Wat is er?" „Het keukenraam," fluisterde Steele. Sarah zweeg nu, maar in de duisternis hoorde men haar hart kloppen. Weldra deden zich voetstappen op de trap hooren. Ver volgens stilte weer een krakende stap. De wakers verbor gen zich achter het gordijn. Wat verder gebeurde konden zij slechts gedeeltelijk gissen. Ik zal het echter beschrijven van den anderen kant der huiskamerdeur. Een man opende zachtjes de keukendeur, en trad binnen, licht en geruischloos als een kat. Hij had een dievenlantaarn en liet het licht een kort oogenblik rondwaren om te zien waar hij was. Terzelfdertijd werd een gelaat zichtbaar, voorzien met een klein, zwart masker. Hoe klein het ook was, toch was de man er geheel door vermomd, en deed het den glans zijner oogen bij de opwinding der misdaad nog woester schijnen. Hij opende de deur van de zitkamer en deed er zijn licht een oogenblik in schijnen, waarna hij de deur weer sloot. Dit was een pijnlijk oogenblik voor zijne bespieders. Zij waren bang, dat hij de kamer zou doorzoeken. Hierna opende de man voorzichtig de keukendeur en fluisterde„De kust is vrij; kom maar hier. Een andere man kwam nu op zijne teen en aansluipen. De eerstgekomene overhandigde hein nu het licht. „Neen," fluisterde de eerste, „houd zelf het licht maar vast. Geef mij den sleutel." De eerste liet nu het licht uit de dievenlantaarn op de geldkist vallen, en gaf den ander een sleutel, glinsterend in zijne nieuwheid, blijkbaar voor deze gelegenheid nage maakt. De tweede opende nu het kistje. Hij keek er in en uitte een kreet van verbazing. Vervolgens stak hij er zijne handen in en een welluidend geldgerammel deed zich hoo ren; dit geluid bereikte ook de ooren der bespieders in het aangrenzend vertrek, en zachtjes slopen zij uit de kamer. „Dat is een vondst!" riep de man uit. „Laten wij het geld maar op de toonbank tellen. Er zijn er zoo waar meer dan vijftig." Hij legde ze op een hoop op de toonbank, op hetzelfde oogenblik dat de deur der zitkamer werd geopend en een sterke lichtstraal uit een dievenlantaarn de glinste rende geldstukken verlichtte. De man stond verstomd van schrik. De ander snelde onder het uiten van een luiden kreet naar de keukendeur, rukte die open, en stond in het licht van een tweede lantaarn, aan den voet van de trap. Hij deinsde achteruit en was in een oogwenk bij de winkel deur, die hij opende; de sleutel stak in het slot, opdat James kon binnengelaten worden als hij kwam. Daar bevond zich ook een lantaarn, vastgehouden door een politieagent, die binnentrad en zijn makker verzocht buiten te blijven. De winkel was nu goed verlicht door al die bewegende lichtstralen, elkaar ontmoetende op de plek waar het ge stolen goudgeld lag en die nu en dan speelden over de twee gemaskerde gezichten der inbrekers, wier wangen verbleekt waren en wier oogen schitterden. Steele bekeek den in den val geloopen boosdoener een

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1894 | | pagina 1