Koloniën,
Lombok.
Zondag is de engelsche mail uit
Ii_dië aangekomen met de bladen,
loopende tot 13 October. Omtrent het
innemen van het grootste gedee'te
van Mataram wordt aan de Locomo
tief het volgende gemeld.
Den 28sten 's avonds om plm. 9
uur kwamen de bevelen voor den
volgenden dag en werden wij bekend
gemaakt met het plan van den aan
val.
Dit zeer goed doordachte en met
zeer veel beleid uitgevoerde plan
kwam in het kort hierop neer. Er
zouden drie colonnes tegelijk tegenMa-
taram ageeren. De eerste of eigenlijke
aanvals colonne, bestaande uit het 6e
bat. ini., 2 comp. v. h. 7e bat. inf. en
1 sectie genietroepen, gecommandeerd
door den luit. kolonel Frackers. kreeg
de opdracht M. in het Zuiden binnen
te dringen en het Z. W. vierde ge
deelte dezer plaats met de poeris te
veroveren. De lechter-colonne sterk
2 comp. v. h. 9e bat. inl. en wat ar
tillerie onder commando van den
luit. kolonel Scheuer, zou den rech
tervleugel dekken en het terrein tus-
schen Tjakra en Mataram onder vuur
nemen. De linker colonne bestaande
uit 31 comp. inf. v. h. 2e bat. 1 sec
tie veldartillerie, benevens 1 sectie
genietroepen gec. door kol. Swart
hield zich gereed om op het eerste
bevel op te rukken tegen de Wester
poort van Mataram.
De twee andere compagniën^ van
het 7e bat. inf., 2 sectiën berg, vorm
den de algemeene reserve, waarbij
zich de opperbevelhebber bevond.
Kaleh en Aroen-Aroen werde.. groo-
tendeels bezet door de marine lan
ding divisie en hierdoor kreeg men
ongeveer bat. inf. beschikbaar om
den aanval te ondernemen, 's Nachts
om 4 uur rukten we ui: Ampenan
en marcheerden over Kaleh naar het
aangewezen aanvalspunt. Terwijl de
rechter en midden-colonne zich naar
hunne stellingen begaven nam de
linker colonne positie te Aroen Aroen
Na ongeveer uur een voetpad lan;,s
den W. oever van de Antjar gevolgd
te hel ben, werd dit voetpad verlaten
en de bedding der rivier gevolgd.
Deze rivier is hier ongeveer 5 M.
breed en 1 i M. diep terwijl er, toen
wij er door trokken, gemiddeld 03 M.
water in stond. Om ongeveer 6% uur
werd de colonne ontdekt en viel het
eerste schot. De hoop om ongemerkt
binnen Mataram te zullen komen,
vervloog alzoo in rook. De vijand ge
alarmeerd, was vrij vlug bij de hand
en opende uit z'n repeteer en andere
geweren een hevig vuur op de troe
pen. Vurende trok men voorwaarts,
van aarzeling onzer troepen geen
spoor. Eindelijk bereikte de voortroep
den muur op een punt, waar deze
erg vervallen en vervangen was door
een lage borstwering van pisang-
stammen.
Na eenige salvo's werd de borst
wering door de onzen genomen en
we waren "binnen het eigenlijke Mata
ram. Helaas kostte dit aanvankelijk
succes ons een jong officier, den 2e
luit. Valkenburg en eenige minderen.
Eenmaal binnen zijnde, breidde men
zich tusschen Oost en West uit en
ging zoo in zeer goede orde en in hink
verband Noordwaarts. Langzaam maar
vastberaden rukten de t?:oepen, onder
het kalme en beleidvolle commando
van den luit. kolonel Frackers voor
waarts. Het ging als het ware van de
eene vesting in de andere. Zooals u
weet is ieder erf, ja bijna ieder huis
door leemuren omringd, en vormt een
soort versterking. Daar het onmogelijk
was om meer dan 10 5 M. rechts
en links te zien werd het verband der
troepen in de voorste linie door sig
nalen onderhouden. De vijand be
schoot de troepen van achter muren
en van uit de boomen. Vooral dit
laatste plongeerend atgegeven vuur
trof maar al te dikwijls doel.
Uit de aanwezigheid van eenige
vrouwen en kinderen bleek dat de
vijand ons daar niet verwacht had.
Ik houd het er voor dat hij, zelf laf
en verraderlijk zijnde, niet gedacht
heeft, dat de blandas zoo brani zou
den zijn om zich in zoo'n doolhof
van versterkingen te wagen. Einde
lij k bereikten de troepen den grooten
weg, tusschen beide westelijke deelen
en gingen dadelijk over tot de be
storming der poeris.
De rechter colonne was inmiddels
Noordwaarts vooruitgerukt over een
grooten weg tusschen beide zuidelijke
deelen en kwam ongeveer tegelijk met
de middencolonne op het kruispunt
der wegen aan, zoodat ook zij aan de
bestorming, kon deelnemen. De lin
ker colonne was inmiddels opgerukt
en had de westerpoort van Mataram
bezet. Na de bestorming bliezen al de
hoornblazers het Wilhelmus en ver
vulden de juichtonen der troepen de
lucht. Toen de reserve ter plaatse
aankwam met den opperbevelhebber,
die als altijd de kalmte gepersonifi
eerd was, ging er een oorverduovend
gejuich op en werd er met de helm
hoeden, hoog door de lucht gewuifd.
De geestdrift der tioepen was onbe
schrijfelijk.
Nadat de artillerie de we^en in
Oostelijk Mataram nog eens flink on
der vuur genomen had, begon de ge
nie een paar dewa-tempels of liever
ommuurde ruimten voor eene bezet
ting in te richten. Eveneens werd er
een kleine benftng gebouwd aan den
westel. ingang van Mataram.
Honderden dwangarbeiders, voorzien
van gereedschappen, hakten en duw
den de verradelijke poeri en andere
muren omver, terwijl de Sasaks hun
hart ophaalden aan het rampassen,
's Avonds om plm. 5 uur gingen de
troepen terug naar Ampenan, na ach
terlating van sterke bezettingen in de
intusschen gereed gemaakte bentings.
De verovering kostte aan gesneuvel
den den 2e luit. Valkenburg en een
12tal minderen, terwijl gewond wer
den majoor Blommestein, de luite
nants Broekman, Grootenboer en
Granpré Molière (ik weet niet of ik
de namen goed spel), benevens onge
veer 45 mind-ren.
De hinderlaag te Mataram.
Omtrent de hinderlaag te Mataram
wordt van het oorlogstooneel aan
den Java Bode het volgende geschre
ven
Nadat bij onze aankomsi te Mata
ram het terrein behoorlijk was afge
zet, begonnen de genietroepen met
hulp der dwangarbeiders de muren
omver te halen; gedeeltelijk geschied
de dit door ze met buskruit te laten
springen, gedeeltelijk door ze van
onderen weg te bikken en ze dan
omver te duwen. De geheele dag ging
kalm voorbij en te 4 uur in den
middag werden de eerste toebereid
selen gemaakt om naar het bivouak
Ampenan terug te keeren toen twee
Sasaks met een Nederlandsche vlag
in de hand den generaal Segov kwa
men mededeelen, dat zij in de buurt
een huis hadden ontdekt, dat vol
kruit en kogels was. De generaal
zond er een peloton heen onder den
luitenant Van Oppen, waarbij zich
de kapiteins Van^ Erpecum en Van
Griethuizen aansloten. De twee hon
den van Sasaks wezen den weg; een
van hen klom nog op den muur van
het aangewezen huis, keek naar bin
nen en deelde mee dat het geheel
verlaten was. Daarop drong de troep
door een heel nauw steegje naar bin
nen, maar nauwelijks had hij eenige
passen gedaan, of van alle kanten
kreeg men vuur. Ik zal den indruk
nooit vergeten van alle kanten knal
den de schoten en terwijl ik in de
onmiddellijke nabijheid van den dok
ter stond, kwam een cavalerist aan
rennen met het verzoek toch dade
lijk tandoes te zenden. De eerste ge
wonde die werd binnengedragen was
de kapitein Van Griethuysen met
een schot achter het been, daarop
de luit. Van Oppen met een schot
wond loopende door de linkerborst
onder den arm en in de rechterborst
uitkomende. Onder een hagelbui van
kogels hielp ik met den secretaris
Valette den dokter de gewonden ver
binden; gelukkig stonden wij eenigs-
zins gedekt achter een stukje muur,
waarin de meeste kogels aansloegen,
de andere vlogen over onze hoofden
heen. De arme Van Oppen overleed
in de armen van Valette; de dokter
zag dadelijk dat hij niet meer te red
den was en de dood trad ook spoedig
in na hevige benauwdheden. Nauwe
lijks was dit akelig tooneel achter
den rug of het lijk van Van Erpecum
werd aangebracht; een schot midden
in de borst had een einde gemaakt
a„n het leven van dezen dapperen,
opgeruimden officier's morgens was
ik naast hem naar Mataram gemar
cheerd en was hij vol leven en opge
wektheid.
's Avonds te halfzes was de vijand
verdreven en keerden wij naar Am
penan terug met onze twee gesneu
velde officieren en twaalf gewonden;
ik was geheel met bloed bevlekt door
het helpen der gewonden te halfacht
waren we thuis.
Van de twee schurken van Sasaks
die onze mannen in de val gelokt
hadden was er een onmiddellijk dood
geschoten en de andere gevangen ge
nomen. Deze werd den volgenden
dag op last van den generaal door den
heer Valette in verhoor genomen;
eerst wilde hij niets loslaten, maar
nadat een stevige marinier zijn ge*
heugen wat opgefrischt had, bekend*
hij dat hij generaal Segov willens ei.ll
wetens misleid had op last van eenigjB
Balische poenggawas. Om den solda^ I
ten, die woedend waren over dit ver I
raad en speciaal over den moord o; J
den algemeen beminden kaptein Vai
Erpecum, genoegdoening te schenken M
werd de ellendeling den volgende; fl
ochtend op bevel van den opperbe I
velhebber voor de poort van Mata 1
ram opgehangen. Dit werkje wen I
con amore verricht aan een paai j,
pinangstammen en in één moeit I
werd nog een Balische spion opge
knoopt die den vorigen dag ook gevac
gen genomen was.
Generaal Vetter.
Volgens het Bat. Hbld. heeft d I
gouv.-gen. aan generaal Vetter zij- I
tevredenheid betuigd over de wij&,
waarop hij tot dusver het militaii
beleid op Lombok heeft gevoerd.
VARIA.
Schrijfkunst.
„Ik neem de pen ter hand", enz
enz. Dus luidt de zeker niet gehee! I
nieuwe aanhef van een brief, dooi
den eenen vriend, het tegendeel vai I
een kalligraaf aan den anderen ge>
schreven.
Het deed mij genoegen, dn; I,
antwoordde de ander, dat gij mi L
dit er bij hebt laten weten want he L
eerste oogenblik dacht ik waarlijk
naar uw hieroglyphen te oordeelen
dat ge uw penhouder in den gronc
hadt gestoken en er toen het papie:
over heen en weer hadt getrokken
Zoo ziet ge weer dat men nooit tl^
accuraat kan zijn
Wanneer wij ons klein gevoelen. I
„Er zijn oogenblikken", zeide eei
geleerd man, plechtig zijn hand uit
strekkend, „dat wij van schaamt
verpletterd worden bij de gedachte aai
de machteloosheid van den mensch
„Zeker, antwoordde een eenvoudi
mannetje, dat heb ik vaak ondet
vonden".
„Werkelijk?"
„Ja. Ik heb een dochtertje van vij
jaren dat vragen doet".