Rechtszaken. Politiek 0verziolit. GEMEN&D NIEUWS Financieele Mededeelmgen. den op gen? die wijze in angst te bren- deelde hen dure. in de kosten der proce- De storm. Men meldt uit Bruinisse Tijdens den hevigen storm in den nacht van Maandag op Dinsdag zijn van de schepen Twee Gebroeders schipper Holle, tehuis behoorende te Lokeren (België), geladen met rijst van Amsterdam naar Rozendaal, en de Acht Gebroedersschipper Prins, tehuis behoorende te Wintham (Bel gië), geladen met kopererts van Am sterdam naar België, voor anker lig gende in de Keeten, de kettingen ge sprongen, waardoor beiden driftig ge worden, het eerste op de slikken van Oude Tonge, het tweede tegen den Blindendatn aan den polder Bruinisse gestrand zijn. Het laatste zal waar schijnlijk verloren zijn. De in levens gevaar verkeerende schepelingen heb ben zich met hunne boot gered en zijn hier druipnat aangekomen. Van den eerste is alleen de lading, van den tweede schip en lading door assurantie gedekt. Schipper Holle is Dinsdagochtend met een vaartuig van hier zijn schip te Oude Tonge gaan zoeken; dat van Prins bij den Blin- dendam moet niet meer te zien zijn. Het scheepje Vrouw Christina schipper P. van Gimpet, komende van België met bestemming naar de Paal, trachtte Maandagavond bij den heerschenden storm te Bath binnen te loopen, doch het geraakte voor de haven aan den grond en liep vol water. De schipper, zijn knecht en een 17-jarige knaap sprongen op de slik ken en redden zoo hun leven. H^t scheepje werd later bij hoog water door de rijksambtenaren Van Keulen en Meijer in de haven gebracht Te Watnel is eene baggermachine, die op stroom lag, door den storm tegen den wal geslagen en gezonken. De kantonrechter te Haarlemmer meer heeft deze week vonnis gewe zen in de voor vele kerkbesturen be langrijke zaak van kerkvoogden der Hervormde Gemeente te Aalsmeer, als eisehers, tegen den heer B. van C., onderwijzer aldaar, als gedaagde. Deze heer toch had, evenals een groot aantal gelijkgezinde ingezetenen der gemeente, sedert eenige jaren gewei gerd den hoofdelijken omslag in de kerkelijke belasting te voldoen en was mitsdien door kerkvoogden gedag vaard om tot betaling te worden ver oordeeld. De gemachtigde van den gedaagde mr. L. W. van Gigch, advocait te Amsterdam, beBtreed dezen eisen en concludeerde tot niet-ontvankelijk- verklaring ven kerkvoogden, op grond dat dezen verzuimd hadden zich door de gecombineerde vergadering van kerkvoogden en notabelen te doen machtigen tot het voeren dezer pro cedure en op grond dat de kohieren van den voormelden hoofdelijken om slag op onwettige wijze, in strijd met art. 13 van het Algemeen reglement op het beheer der kerkelijke goede ren, zijn vastgesteld en mitsdien voor niemand verbindend zijnimmers hadden kerkvoogden alleen, zonder medewerking der notabelen, de ko hieren vastgesteld. Hiertegenover voerde de gemach tigde van de eisehers, mr. J. C. van der Lip, advocaat te Leiden, aan, dat kerkvoogden ook zonder machtiging kunnen procedeeren en evenzeer zon der medewerking van notaoelen de belastingkohieren kunnen vaststellen, hetgeen dan ook in tal van gemeen ten pleegt te geschieden. De kantonrechter stelde bij zijn vonnis den gedaagde in het gelijk, verklaarde kerkvoogden niet ontvan kelijk in hunne vordering en veroor- Koloniën, Lombok. Aan de J.-B. werd den 6n Oct. van Lombok geschreven: Bij het onderzoek bekende hij (de overledene van de twee spionnen, die onze soldaten in eene hinderlaag hadden gelokt), dat Ketoet zelf hem had gedwongen, ja zelfs door middel van een lanssteek, ons in de val te lokken. Inderdaad vertoonde de man verschen lanssteek. Als losprijs zouden zijne vrouw en kinderen wor den vrijgelatenzoo hij bleef weige ren, zouden ze vermoord worden. Hiermede scheen de zaak atgeloopen. Op den derden October, dus twee dagen later, geiukte het aan eenige dwangarbeiders alle lijken binnen te halen. Zij werden plechtig te Ampenan begraven. Intusschen gingen de werkzaamhe den te Mataram voort. De eens zoo bloeiende plaats, die wij zeiven vroe ger met de muziek vooraan door marcheerden, bood na eenige dagen niets meer aan dan een beeld der verwoesting. Waar onze soldaten nog niet geweest waren, drongen de Sasaks binnen en stichtten brand. Ook het noordwestelijke stuk bleek, ten min ste in de nabijheid der door ons be zette poeri, verlaten te zijn. We kwa men daar op den 4n October in, zon der slag of stoot. Het buskruit (uit het gevo kruitmagazijn te Mataram) was van zeer goede qualiteit. Waarom heeft de vijand dit alles toch achtergelaten? Het vinden van dit magazijn gaf tot allerlei redeneeringen op de posten aanleiding. Waren die beide Sasaks wel verraders geweest. Was weliicht, toen zij ons die boodschap brachten, het buskruitmagazijn niet onbe schermd geweest Heeft de eene overgebleven gids, die dan toch naar onze zijde vlood, misschien zijne be kentenis niet gedaan als gevolg van de strenge wijze waarop hij verhoord werd De posten nemen nu langzamer hand de grootste plaats in op Lom bok. Ampenan wordt hoe langer hoe leeger. Men gaat het nu verkleinen, daar de bezetting hoe langer hoe ge ringer wordt. Kaieh wordt ook al ver kleind op een kwart van zijne grootte. w sangan-west zal spoedig van de aarde verdwijnen, evenais Sekarbela Kapitan verdwenen zijn. Aroeng- aroeng schuift vooruit naar Mataram. Zoo verandert de kaart eiken dag. Het bericht van Ketoets sneuvelen is zekerheid geworden. Bij het ge vecht in zijn poeri te Mataram is hij doodelijk gewond. Hoe kon hij dan later dien Sasak bevelen ons in de val te lokken bij het buskruitmaga- zijntje? vragen velen; en zij zoeken daarin terecht verontschuldiging voor den quasi verrader. Ketoets dood moet zeker zijn. Ten slotte nog eenige mededeelin- gen die het nemen van Mataram na der illustreeren. Zoo ten eerste De Sasaks volgden alweder onze troepen en in plaats van in ernstigen arbeid de muren te slechten, maak ten zij een ontzettend grooten buit. Vooral rijst en keppings (de Lom- boksche pasmunt) voldoen aan hunne roofzucht, maar bovendien hebben ze vele wapenen en voorwerpen der huis houding weggehaald uit kampong- gedeelten waar onze soldaten heelemaal niet geweest zijn, en waar de Baliërs alleen uit vrees gevlucht waren. Ten tweede is het opmerkenswaard dat op een meter naast het kruitma gazijn een granaat werd gevonden, bij toeval een die niet gesprongen was. Anders hadden we van daar ook nog eene ontploffing gehad. Verder is hier en daar gevonden dynamiet, in bamboekokers, van Nobel te Berlijn; het moet een ander preparaat zijn dan het onze. Daar mede is uitgemaakt dat zij wel dy namiet bezitten. Het is evenwel tot heden niet met eenig succes door hen tegen ons aangewend. Eindelijk nog dit. Een officier van hoogen rang komt op een pleintje naast de poerie, 's middag3 van den dag der verovering. Hij vindt daar eenige inlanders in de gewone kl ding. „Wie zijn jelui?*1 vraagt hij. „Sasak, toe wan". „Nu, blijf dan hier niet zitten, maar ga helpen om de muren te slechten", zegt de officier en wandelt verder. Die drie men- schen waren ongewapende Baliërs. Zij zaten daar bij het toegedekte lijk van Ketoeï, dat men niet had kunnen weghalen, 's Nachts hebben zij zich met het lijk uit de voeten gemaakt. Den 7en werd uit Ampenan aan de „Java-Bode" geschreven. Heden houden wij rustdag, doch sinds de verovering van Mataram zijn de troepen en dwangarbeiders dagelij ks bezig geweest om de muren in Mataram omver te halen, hetgeen geen gemakkelijk werk is, en boven dien komen wij hiervoor werkkrach ten te kort. Het eerste factuurtje vrije koelies van Madura, dat wij een paar dagen geleden ontvingen, is niet veel zaaks: meerendeels afgeleefde menschen en magere jonge kereltjes, die geen zwaar werk kunnen presteeren. Als de an deren die nog verwacht worden, even slecht zijn, dan is het zeker beter de werving te sluiten en het maar zon der die lui te doen. Ik vernam zooeven, dat die vrije koelies behalve vrije voed;ng en klee ding een gulden per dag krijgen en bij vertrek naar hier drie maanden voorschot. Iu Tjakra Negara werd een paar dagen geleden op drie verschillende punten de Hollandsche vlag uitge stoken. De artillerie van Pagasangan vuurde hierop, toen werd onder de Hollandsche de witte vlag geheschen, doch aangezien de artillerie toch op die punten bleef doorvuren, werden de vlaggen ingehaald. Toen het 9de bataljon naar de poeries oprukte, kreeg het zulk een hevig vuur van den vijand, dat aan verder voorwaarts gaan niet kon wor den gedacht dan ten koste van ve len ofiers. Een sectie inianders werd toen aangewezen om bij net kruis punt van Mataram stelling te nemen, ten einde alzoo al het vuur tot zich te trekken en den achteraankomen den troepen gelegenheid te geven voorwaarts te gaan. Tot tweemalen toe werden achter eenvolgens twee inlandsche sectiën naar dit kruispunt gezonden, doch zij kregen zulk een vuur dat de soldaten zich achter de daar aanwezige waring- boomen moesten dekken. Het voor gestelde doel werd alzoo niet bereikt. Luitenant Broekman bood zich toen aan met eene sectie Europeanen dit kruispunt te bezetten. Hij hield niet tegenstaande een hevig kruisvuur uit de vier poeris moedig en krachtig stand, hield zijne soldaten bij elkaar, met dat gevolg dat hij al het vijan delijk vuur tot zich trok en alzoo den achterkom enden troepen gelegenheid gaf voorwaarts te rukken en de poeri te vermeesteren. Alle hulde en eer aan dezen krani- gen krijgsmakker 1 Niet de kapitein Christan, doch de 2de compagnie on der den kapitein Janssen was het eerst in de poerie. Pastoor YOOGEL. Over pastoor Voogel laat de brief schrijver van het „Bat. Nbld" zich met groot b waardeering uit. Hij schrijft o. a. „Te Mataram bleef de pastoor moe dig in het zwaar beschoten bivak om de stervenden te helpen. Voor de Katholieken doet hij zulks volgens de Roomsche leer, maar ook den andersgezinden stelt hij te hulp, zon der hun godsdienstige gevoelens te kwetsen. ,Ook na het terugtrekken in de dewa en gedurende den terugtocht naar Ampenan bemoeide hij zich steeds met de gewonden en stervenden. Bij de verovering van Mataram was het alweer pistoor Voogel, die zijn leven waagde om hulp te verleenen, waar die verlangd werd. En als men dan zalk een geestelijke hoort zeggen, d.t niets hem aangenamer zou zijn dan te vallen als offer van den gods dienstplicht, dan krijgt men eerbied voor zoo iemand en vraagt men zich af, of zulk een gedrag, eerlijkheids halve, onbeloond mag blijven Heden aanvaart de heer de Moraes zijne betrekking van president der republiek Brazilië, tegelijkertijd dat Peixoto aftreedt. Tot voorzitter van den Belgischen Kamer is Woensdag herkozen de heer Dé Landsheere met 87 van de 131 stemmen. Leon Defuissaux, de candi- daat der socialisten had 26 stemmen terwijl er 18 in blanco waren. Na de benoeming van den heer Schoenstedt tot pruisisch minister van justitie, kan de crisis in het pruisische ministerie als geëindigd worden beschouwd. De rechtervleugel van het centrum grootendeels bestaande uit agrariërs, begint reeds meer en meer vriend schappelijke houding jegens het minis terie aan te nemen, vooral ten op zichte van den nieuwen minister van landbouw, Von Hammerstein-Loxten De Kreuz-Zeitung spoort de r< w ring aan haar voordeel te doen met deze welwillende houding der agra riërs. De officieuze Norddeutsche Allge meine Zeitung bespreekt in een hoofd artikel dezelfde quaes tie en komt tot de slotsom, dat bezwaren tegen een verbond tusschen de regeering en het centrum niet onoverkomelijk zijn. „Wel is waar" zegt het blad „heeft het centrum, bij de behande ling der legerwefc zich tegen de voor stellen der regeering verzet, maar overigens heeft het centrum zich door zijne gematigde houding zeer verdien stelijk gemaakt". Naar aanleiding van de verklaring van den Franschen minister van, bin- nenlandsche zaken Hanotaux in de Kamer, dat nl. de Fransche regee ring Madagaskar als eene voorspoedige Fransche kolonie wenscht, hetgeen schijnt aan te duiden, dat Frankrijk het eiland bezetten en inlijven wil, verklaart de Standard, dat Engeland zooiets nooit bedoeld of goedgekeurd heeft. Het blad hoopt, dat de Fransche regeering de geoorloofde grenzen van Madagaskar niet overschrijden zal De Politische Correspondenz te Wee- nen bevestigt het gerucht (hetwelk evenwel alsnog onder voorbehoud wordt medegedeeld) dat erteSamoen (Armenië) door de Basji-Bozoeks eene algemeene slachting onder de inboor lingen is aangericht, waarbij 6000 hunner het leven verloren. Het Engelsche gezantschap te Kon stan tinopel stelt een onderzoek in. Het heet dat de vredesonderhan delingen tusschen China en Japan mislukt zijn voor zoover de bemidde ling van de Europeesche mogendhe den betreft. Alles hangt thans weer af van de bemiddeling der Veree- nigde Staten. Volgens telegrammen van de New York Herald zou Li- hoentsjang geneigd zijn rechtstreek- sche vredesonderhandelingen te voe ren met den Japanschen opperbevel hebber. De diamantbewerkers te Antwerpen. De diamantbewerkers] te Antwer pen hielden Dinsdagmorgen eene al gemeene vergadering en begaven zich daarna in stoet naar de verschillende fabrieken, om de makkers die nog arbeidden te doen staken. De werk staking was nagenoeg algemeen. En kele Jfabrikanten namen het gevraagde tarief aan, andere niet. In den namiddag vergaderde de officieele nijverheidsraad, diamantwerkers. Hij sloot zich aan bij de eischen der werkliedenmini- mum-tarielafschaffing der verplich ting boord te koopen voor vastge- stelden prijs; anderhalf uur rust per dag; afschaffing der leerjongens. Dinsdagavond groote vergadering, waar nagenoeg alle vakgeuooten aan wezig waren. Eenp irig besloot men de werkstaking Woensdag voort te zet ten. De fabrikanten en de nijverheids- raad vergaderden Woensdag. Snijders verstellers namen deel aan de werkstaking. De aanwezigen werden aangewakkerd tot kalmte en orde, die dan ook niet gestoord zijn. Woensdag zijn de eerste hulpgel den uitgedeeld uit de kas der Am- sterdamsche diamantslijpers. Keizer Nicolaas heeft aan professor Sacharjin een kostbare snuifdoos en het portret van keizer Alexander ge schonken. Storm op Cyprus, Het eiland Cyprus is 11. Donderdag geteisterd door een kringstorm. Een honderdtal huizen zijn omgewaaid en 40 menschen gedood. De schade wordt op een mülioen geraamd. Bij Valencia in Venezuela heeft on langs een wolkbreuk plaats gehad, waarbij 150 personen verdronken moeten zijn. Een groot aantal huizen en bruggen zijn ingestort. De schade wordt op 500.000 geschat. Het Weekblad van Broekman en Houders bevat o. a. de volgende op gave van minder courante of incou rante fondsen, in de week, tot den datum van 13 November 1894, door hun tusschenkomst verhandeld. Aand. Amsterd. Westelijke Entrepót Oblig. Brakke Grond (Mij. tot expl. van De) Aand. Arnhemsche Hypo theekbank voor Ne derland volgefourn. Haagsehe Bouwgr. Maats. „Duinoord". Helenaveen (Maats, tot ontg. en verv. der Peel genaamd). Billiton Maatschap. Ie rubr. te 's Hage. f1600. Moluksche Handels- Vennootschap. Oblig. Ned-Ind. Cultuur- Maatschappij Aand. Sumatra Koffie Mij. (Loeboe Raya en Angkolo) Amsterdam Rkijn- beurtvaart le Serie. Oblig. Stoomtramw. Maat schappij 's Bosch Helmond Kon. Paketv. MijOpr.-bew. f 300. Aand. Venn. „Nederland" (divid. '93 over f150 gef.)f90. 40 pCt. 30 100 130 80 40 102ü 79 37 75 hield hem echter tegen. „Neen James, antwoord jij haar niet. Ga maar hier vandaan met het kind en neem het op je knie, dan zal ik dezen twee eens zeggen wat ik ik op het hart heb." Zij sprak zoo ernstig en waardig, dat tegenstand buitengesloten was. Mansell ging met Lucy naar boven. Toen hij verdwenen was, strekte Sarah hare beide armen uit en zeide vriendelijk„Komt eens hier, gij beiden." Zij grepen nu ieder eene hand èn hunne oogen glinsterden. Met zachte, vriendelijke stem, die hen tot Kalmte bracht, richtte zij eene vraag tot hen. „Gij beiden zijt mij oprecht genegen. Heb dan ook mede lijden met mij en drijf mij niet tot het uiterste. Laat mij niet kiezen tusschen mijn man en u. Gij weet, wien ik moet kiezen. Wanneer ik nu eens mijn geld voor mijne kleeding en andere dingen uitgaf, dan zoudt ge mij dat nog niet eens verwijten. Welnu, laat mij den wensch van mijn hart be vredigen en mijn geld geven aan hem, wien ik mijne liefde heb gegeven, en die is meer waard dan 400. Deze woorden brachten beiden tot kalmte. Deborah zeide op een half hulpeloozen, hall bedroefden toon tot Pinder „Zij begrijpt ons niet." „Wat wij bedoelen is, dat als je van je geld afstand doet, je ook je man zult verliezeu, maar zoolang je het geld onder je eigen bereik houdt, zal hij bij je blijven; beiden hebben wij gezien hoe lang je kunt treuren, wanneer hij je verlaat en je berooit." „Ach!" zeide Sarah zonder toorn. „Gij meent het goed met mij, maar gij koestert twijfel, wantrouwen, argwaan. Dat geldt geen beleediging voor u beiden, maar uw karakter is het mijne niet. Slechts voor éen gevoel tegelijk is mijn hart geopendik kan niet liefhebben en wantrouwen koesteren evenmin kan ik wantrouwen koeiteren en liefhebben." De adel van haar gemoed en de innigheid van hare een voudige doch krachtige woorden maakten diepen indruk op haar vroegeren aanbidder en teederen vriend. „Kwel haar niet meer," zeide hij. „Zij is te goed voor deze wereld. Zij is een engel Deborah glimlachte, en na een aandachtiger! blik op hare zuster te hebben geworpen, zeide zij koel „Zij is een verwonderlijk goede vrouw; haar gelaat drukt dit reeds uit, maar zij is eene vrouw, daar kunt ge zeker van zijn, zooals hare moeder voor haar. Sarah, het is overbodig om nog langer hierover te spreken. Zou je misschien willen, dat eene andere vrouw die 400 kreeg?" „Eene andere vrouw?" riep de zoogenaamde engel uit, plotseling vuur vattende. Wat wil je daarmee zeggen Welke andere vrouw?" „Dick Varney heeft hem met eene vrouw zien loopen, en eene knappe vrouw ook." „Welnu, wat bewijst dat?" „Op zichzelf niet veel, maar het is best mogelijk, dat eene man, die zijne vrouw drie jaar lang heeft verlaten zijn oog op eene andere vrouw laat vallen." „O, zeg dat niet I" riep Sarah uit. Deborah ging echter voort„Nu het is goed mogelij Ir, drie jaar lang heeft hij niets van zich doen hooren, en nu za die andere vrouw geld willen hebben Dick Varney heeft hem gezegd, dat jij het bezat een-maand daarna is hij hier en den eersten dag den besten tracht bij de koe reeds te melken. Deze zinspeling van Deborah maakte meer indruk, dan hare woorden ooit hadden teweeggebracht. Door het gif der jaloezie was Sarahs gelaat geheel veranderd en de zaohtei kalme uitdrukking was geheel verdwenen. Zij was diep ge schokt en kreunde luid. „Indien het zoo is, den sta de Hemel mij bij 1" Zij legde toen haar hand op haren boezem'en hare schoone bruine oogen verdwenen bijna geheel onder de oogleden bij het op waarts staren, zoodat alleen het wit zichtbaar was. „O zus' ter, jij hebt een adder in mijn boezem doen ontwaken Twijfel. Deze zal mijn hart stukknagen (Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1894 | | pagina 2