Mi pa sthfail HAARLEMMER HALLETJES Gemengd Nieuws. De burgemeester van Chauborgny was een gewezen vleeschhouwer, die door het koopen van aan tuberculose lijdende koeien voor een laag prijsje en het verkoopen van hun vleeeeh aan zijn klanten voor driemaal den prijs dien hij er voor betaald had, een aar dig kapitaaltje bad vergaard. Aan hoevele menschen hij aldus de ziekte heeft bezorgd is een vraag waarover zijn geweten zich nimmer bekommerd heeft en zij die er aan stierven hebben nooit vermoed dat zij hun leven gaven, om aan Riblard, zoo heette hij, een rustigen en weelderigen ouden dag te verschaffen. De eerste wethouder van Chaubor gny, die hem zoo noodig verving, was de heer Loiron, kruidkundige van beroep, een lange man met een paar dwalende oogen en een baard van onbeschrijflijke kleur, die hem op een geit deed gelijken. Chauborgny ligt aan een tamelijk breede rivieren daar langs de oevers daarvan de stad zich uitbreidde, deed zich de behoefte aan een brug drin gend gevoelen. Om dit doel te bereiken waren er twee wegen. De eerste was een lee ning te sluiten en de brug te bouwen voor rekening van de stad, de tweede was om het werk op te dragen aan eene parijscbe maatschappij, die zich wilde belasten met al de kosten op voorwaarde, dat het gemeentebestuur haar toestond gedurende negentig jaar een tol op de brug te heffen. Na dien termijn zou de brug het eigendom van den stad worden. In den gemeenteraad had de veearts Famoin dat laatst plan bestreden. „Het heffen van tol," betoogde hij, „is een verouderd gebruik, dat den han del belemmert en het vrije verkeer bemoeilijkt. De stad zelf moet de brug bouwen, dan worden de kosten billijk over al de ingezetenen gelijk verdeeld. Bovendien zal de Maatschappij enorme winsten maken en is een concessie voor negentig jaar veel te lang." Eenige krenterige raadsleden schrik ten evenwel voor een nieuwe leening terug, daar de stad al een belangrij ken schuldenlast had. Zij hadden meer lust in het verleenen van een conces sie. De gevoelens waren verdeeld. Vbor en tegenstanders van beide plannen wagen precies tegen elkander op. De burgemeester had zijn opinie nog niet gezegd. Inwendig gevoelde hij wel, dat Famoin gelijk had, maar de vee arts was geen vriend van hem en het kostte hem daarom moeite zich voor de meening van Famoin te verklaren. Toen Riblard nog zaken deed had Famoin zich namelijk eens veroor loofd, een paar van zijn tuberculeuze koeien den toegang tot het abattoir te weigeren en dat bad Riblard hem nooit vergeven. Zoo stonden de zaken, toen uit Pa rijs een vertegenwoordiger van, de Maatschappij te Chauborgny aan kwam, b last met het verhaasten van de beslissing van den gemeente raad. Nadat hij eene zitting van dit Een Zaterdagavondpraatje. CCXVIII. Het zal mij benieuwen hoe het nu aüoopen zal met de verkiezing voor de Kamer van Koophandel, 't Is zoo'n rare verkiezing, zoo anders dan an dere verkiezingen. Ten eerste is het aantal kiezers klein, namelijk maar zeshonderd en daarbij is de belang stelling voor deze verkiezing gewoon lijk niet groot, zoodat de kans bestaat dat iemand die honderd stemmen krijgt, gekozen is. Misschien komt er dezen keer wat meer animo, omdat er een strijdleus bij de stembus zal worden aangehe ven „leve de openbaarheid't Is best mogelijk, dat nu de patentwet is af geschaft, de Kamers van Koophandel ook spoedig tot het verleden zullen gaan behooren, maar vooreerst (dat wil zeggen de eerste twee jaar) zullen zij denkelijk toch wel blijven bestaan. En twee jaar zijn gewichtig genoeg in het menschelijk leven, om sommi ge zaken althans voor dien tijd naar zijn zin te regelen. Men is het er in Haarlem vrij al gemeen over eens, dat het tijd wordt de vergaderingen van dé Kamer van Koophandel eens in 't openbaar te houden. Menschen van geheel ver schillende politieke beginselen zijn het in dit opzicht volkomen eens. En waarom kan dit ook niet? Omdat, zoo beweren tegenstanders van die openbaarheid, de Kamer vaak advie zen heeft uit te brengen aan Regee ring of Gemeente, die niet voor pu bliciteit geschikt zijn. Maar in dat geval is er immers geenerlei beletsel om een vergadering met gesloten deuren te houden. Dit argument houdt dus geen steek. college bijgewoond en bemerkt had, dat de totstand koming der zaak van de stem van den burgemeester af hing, sprak hij dezen op straat aan en gaf hem duidelijk te verstaan, dat hij hem een mooie aanbieding kon doen, wan neer hij én door zijn invloed én door zijn stem, te weeg kon brengen dat de Raad de voorstellen der Maatsch. aanvaardde. Bij de eerste woorden maakte Ri blard zich boos, daarop veinsde bij wel ooren naar het aanbod te hebben en verzocht den vertegenwoordiger om hem den volgenden dag te bezoe ken ten einde nader over de zaak te spreken. Dit was om hem des te beter in de val te laten loopen. Onder het naar huis gaan wreef hij zich vergenoegd in de handen. Nu had hij dan eindelijk een van die schacheraars in handen, een van die schelmen die Frankrijk tot een die- venkelder trachtten te maken. Om- kooping van een ambtenaarZes maanden gevangenisstraf stond er op! De Parijzenaar zou er een slechte pijp aan rookenEn zijn, Riblards, be langeloosheid zou hem zeker verheffen in de oogen van het publiek en zijne herbenoeming verzekeren. Met groote verontwaardiging ver telde hij het geval aan den eersten wethouder en sprak met dezen af, dat hij zich in een kast verbergen en te voorschijn komen zou, zoodra de schelm zijn aanbod gedaan had. Den volgenden dag verscheen de wethouder op tijd aan het huis van den burgemeester, die hern in een «smalle, lange kast liet gaan, waarde lange Lorion zich niet in kon bewe gen. „Dat is geen gemakkelijke po sitie," zei hij benauwd, toen hij er zich met moeite in gewerkt had. „Komaan, een kwaad oogenblik is spoedig voorbij," zeide de burgemees ter, „bedenk, dat wij den dank der burgerij er mee verdienen." Daarop sloot hij de kast. Onmiddel lijk daarop verscheen de vertegen woordiger van de parijsche maat schappij. Het was een jong man met een gunstig uiterlijk, correct in het zwart gekleed en die er volstrekt niet als een schelm uitzag. De lieden die te Chauborgny zaken deden waaraan een luchtje was, droegen gescheurde klee- ren en brillen; deze Parijzenaar zag er met zijn sierlijk gekrulden knevel en monocle als een gentleman uit. Bovendien drukte hij zich zeer ge makkelijk uit. „Heeft u over onze aanbieding na gedacht* burgemeester?" vroeg hij. „Wat is uwe aanbieding?" „Dat zal ik u zeggen." „Wij luisteren." De Parijzenaar keerde zich om en de burgemeester, zijn vergissing voe lende, zeide haastig„Ik luister, be doel ik." „De Maatschappij heeft mij een kre diet toegestaan voor een," zeide de vertegenwoordiger. „Zij is coulant in zaken. Wanneer wij de concessie krij gen, betaalt zij u veertigduizend gul den." Bij het hooren van dit cijfer beefde de burgemeester en een vreemd ge- Nog minder beteeken is heeft een tweede argument: dat de Kamer wel spoedig door de Regeering zal wor den afgeschaft Hierop mag men antwoorden, dat het tenhalve gekeerd tuch beter is dan ten heele gedwaald. Kunnen we nog een paar jaar van de K. v. K. plezier hebben, dan is dat al zooveel gewonnen. Nu ik de zaak nogeens overdenk komt het mij voor, dat de leden van de Kamer op het algemeen verlan gen dat zij hunne vergaderingen in 't openbaar zullen houden, trotsch mogen zijn. Het publiek geeft daar mee te kennen„ziet eens hier, me- neeren," wij willen gaarne de woorden van wijsheid die uit uwen mond vloeien, mede opvangen. We zijn daartoe op dezen oogenblik, daar ge uwe deuren steeds hermetisch voor ons gesloten houdt, tot ons leedwe zen niet in staat welnu, opent die deuren én gij zult met genoegen er varen, dat Haarlem's ingezetenen wel degelijk belangstellen in de debatten die gij voert over de belangen van handel en nijverheid in deze ge meente Dit is in elk geval zeker waar, dat niemand het op dit moment den kiezers mag euvel duiden, dat de Ka mer van Koophandel hen koud laat. In teresseer u eens voor wat ge niet kent Zoodra de deuren van hare vergader zaal opengaan, zal de belangstelling toenemen, iets wat naar mij dunkt den leden zeiven aangenaam moet zijn. Dit jaar bestond het Stedelijk Mu ziekkorps dertig jaar. Of beter gezegd dit jaar is het drie decennieën geleden, dat er te Haarlem een Stedelijk Mu ziekkorps werd opgericht. Immers van het oude korps heeft het tegen- luid drong van uit de kast tot hem door. Geen van beiden had aan zulk een som gedacht. „Ik doe u opmerken," zeide de Pa rijzenaar, „dat u door het aanbod te aanvaarden alleen de ingezetenen be nadeelt, terwijl gy door het te wei geren u zeiven schade berokkent." Met deze woorden haalde hij een blad papier voor den dag. „De overeen komst is zeer eenvoudig. Ziehier een acte, waarbij wij ons verbinden u veertigduizend gulden te betalen. Wij zullen dat beiden teekenen. Zoodra de concessie ons gegund is, overhandig ik u een cheque op de fransche bank en verbranden wij dit papiertje." Tot eenig antwoord opende de bur gemeester de kast en verscheen de wethouder, bleek en half gestikt. Hij zag er zoo dwaas uit, dat de Parijze naar schaterde van lachen. „Zijt gij met u beiden?" zei hij onbeschaamd, „welnu, dan moet gij maar deelen 1" „Staak uw scherts," zei de burge meester waardig. „Mijnheer is getuige dat gij mij hebt willen omkoopen, gij zijt in de val geloopen. Gij zult tot uw schade ervaren, datdeburge- gemeester van Chauborgny niet te koop is." De Parijzenaar keek hem strak aan en glimlachte ongeloovig. „Vererger uw toestand niet, jonge man," zei de wethouder maar op zeer verzoenenden toon. „Gij zult dit hui? alleen onder ge leide van twee gendarmen verlaten," vervolgde de burgemeester. „Inmiddels verzoek ik u in deze kamer te gaan, daar ik met den wethouder wensch te beraadslagen." „Zeer goed," antwoordde de Parij zenaar, met onverstoorbare kalmte de kamer binnentredende, welke Riblard hem aanwees. „Als gij domooren wilt zijn, moet gij dat zelf maar weten." Burgemeester en wethouder waren alleen. Er heersen te stilzwijgen. „Wij hebben hem," zei toen de eerste. „Wij hebben ze," verbeterde de wet houder en tuurde begeerig naar het papier dat op de tafel was blijven liggen. ,,'t Is een ernstig geval," hernam de burgemeester. Opnieuw stilzwijgen. De een wachtte totdat de ander spreken zou. „Men moet niet overdrijven," zei daarop de wei houder. „Komaan, de hand op het hart, zoudt gij dezen beschaafden jongen man gevange nisstraf willen bezorgen?" „Dat is waar, dat z >u barbaarsch zijn," gaf de burgemeester toe. „Loi- rion, gij zijt een verstandig man. Evenwel, het is omkooperij „Och, omkooperijzei de wet houder, ,,'t is hoogstens enfin, laat ons niet overdrijven." „Wat zullen we doen?" „Goed nadenken en een besluit nemen, dat niemand benadeelt." „Zeer juist. Dat vind ik ookwe moeten niemand benadeelen." „Iets anders," zei de wethouder. „Als wij een vervolging instellen, zal dat veel gerucht maken. Overal zal men botsingen zien. Dat zal een zeer verkeerde uitwerking hebben." woordige gezelschap al weinig meer dan den naam overgenomen. Tus- schen het korps van nu on dat van toen ligt een breede klove. Het opvisschen van oude koeien uit vergeten slooten is geen aangena me bezigheid en allerminst het doel van dit artikeltje. Toch is het niet kwaad er op te wijzen, hoe er tegen woordig met een betrekkelijk kleine som gelds, namelijk slechts tien dui zend gulden van gemeentewege (f 4000 meer dan voor het vorige orke3t wTerd besteed) een muziekkorps te Haarlem wordt instand gehouden, dat zich bui ten zoowel als in de stad terecht in een goede reputatie verheugt. In Lei den en in Amsterdam geeft het in de laatste maanden concerten, die zeer in de smaak vielen. Dit feit moeten wij Haarlemmers des te meer waardeeren, omdat van een orkest als dit groote inspanning gevorderd wordt. Voor de zomermaan den moet het harmonie-, voor de win termaanden symphonie-orkest zijn. Nauwelijks beginnen in den Hout de bladeren te vallen of de artisten bergen het blaasinstrument weg en halen de strijkinstrumenten voor den dag, om na enkele weken studie in staat te zijn strijkconcerten te geven. En als de lente haar intrede doet, ruilt men weer het snaar- voor het blaasinstrument. Bij een orkest dat aan zoo verschil lende eischen moet voldoen, kan dit niet anders. Grootere orkesten hebben niet deze tweeslachtige taak te vervullen. Het orkest van het Concertgebouw bij voorbeeld maakt geen harmonie, de kapel van de grenadiers en jagers, behalve een klein orkestje voor bals en partijen, geen symphonie, en het spreekt vanzelf, dat zij daardoor veel gemakkelijker een zekere hoogte op hun instrument kunnen bereiken, omdat zij niet elk halfjaar dat in- „Dat moeten we vermijden," riep de burgemeester levendig. „Het zou een schandaal maken," vervolgde de wethouder. „Geen schandaal I" riep de burge meester, „dat is altijd mijn stelregel geweestvooral geen schandaal „Men moet niet over zich laten praten." „En de orde en rust niet verstoren," zei de burgemeester. „Hoe meer ik er over nadenk," zei de wethouder, „des te meer ben ik overtuigd, dat de Maatschappij ons niet heeft willen beleedigen. Zij heeft de zaken zeer goed ingezien." „Als het een paar duizend gulden betrof, ja dan „Het wordt overal gedaan," zei de wethouder, „het is welbeschouwd, hoe -:ai ik zeggen, eene beleefdheid." ,,'t Is waar," hernam de burgemees ter, „ik begrijp eigenlijk niet waarom ik mij zoo boos heb gemaakt." „Als we het aanbod niet aannemen, zouden we onbeleefd zijn tegenover de Maatschappij. Zij zou ons voor provincialen houden." „Volkomen juist," zei de burge meester. „Weet gij wat men zeggen zou, Ri blard Dat wij geweigerd hadden omdat men ons niet genoeg geboden had." „En onze eerlijkheid zou in twijfel worden getrokken." „Wij moeten den iongen man hier roepen en het contract teekenen. Dat is mijn meening," besloot de wethou der. „Juist," zei de burgemeester, de zaak blijft op die manier onder ons." Daarop deed hij de kamerdeur open en zei tot den Parijzenaar„kom bin nen, mijnheer. Wij hebben beraad slaagd. Wij willen geen gerucht en hebben een afkeer van de inmenging der justitie. Om alle schandaal te vermijden zullen wij alle drie tee kenen." „Ik dacht het wel," zei de verte genwoordiger," men moet elkaar maar goed begrijpen. Nooit heeft de Maat schappij iemand willen omkoopen. 't Is slechts een attentie harerzijds". „Een beleefdheid," betoogde de wet houder, „eenvoudig een beleefdheid." „Juist," zei de Parijzenair. „Anders niets", zei de burgemeester, de pen aan zijn wethouder overhan digende. Ea toen de P.-irijzenaar en de wet houder gezamenlijk het huis verlieten, keek deze deugdzame burgemeester hen na en zei: „Wat ben ik een ezel geweest dat ik er Lorion in gehaald heb! Die domheid kost mij twintig duizend gulden 1 Naar het frcmsch. Spionnage in Frankrijk. De Parijsche commissaris van politie Cochefert heeft in de voorsteden van Parijs huiszoeking gedaan bij ver scheidene personen, verdacht van spionnage. Tengevolge daarvan zijn twee Duitsohers, Schoenbeck en von Cassel genoemd, bij wie gewichtige strument behoeven te verwisselen. De directeur van het korps, de heer Kriens, zit niet bij de pakken neer. Hij vertoont het kunststuk van voor weinig geld goede waar te leveren en is er voortdurend op uit, voor het korps nieuwe bronnen van inkomsten te zoeken om daardoor ook het gehalte te kunnen verbeteren. Het is bekend, hoe de heer Andriessen het korps zooveel mogelijk engageert bij de con certen van zijne liedertafel en van zijn gemengd koor, hoe het met succes optreedt bij de uitvoeringen van Haar lems gemengd koor en het is te be treuren, dat indertijd de pogingen om het korps ook te verbinden met de concerten van Bach en van Toon kunst niet hebben mogen slagen. Niemand zal beweren, dat het or kest de volmaaktheid heeft bereikt, maar nu er eenmaal een goede basis is waarop kan worden voortgebouwd, nu is de verbetering van het korps enkel en alleen een quaestie van geld. Het is talrijk genoeg, maar niet al de krachten zijn op de hoogte van de eischen, welke aan de leden van een beschaafd en goed geschoold orkest mogen worden gesteld. Het zal noo dig zijn, deze te vervangen door per sonen die meer artisten van beroep zijn, maar die dan ook zooals vanzelf spreekt, hooger dienen te worden be zoldigd. Zoo komt in den kringloop der wereldsche dingen alles weer, fami liaar gezegd, op de dubbeltjes neer. De teekenen der tijden zijn voor ons Muziekkorps te dien aanzien gunstig. Het volgende jaar zal het Brongebouw in exploitatie worden gebracht en zullen daar talrijke concertenmoeton worden gegeven. Niets ligt meer voor de hand, dan dat hier Brongebouw en Stedelijk Muziekkorps elkander de hdnd reiken. Is het aan den eenen kant voor het Muziekkorps veel waard, een groot contract af te sluiten, het papieren gevonden moeten zijn, gevan gen genomen en naar Mazas gebracht. Hetzelfde lot is aan een Franschman te beurt gevallen. Ook bij eenige vrouwen is een huiszoeking gedaan. In Turkije is de invoer verboden van de„Fliegende Blatter 1 Wat daartoe aanleiding heeft gegeven, be grijpt niemand. Het blad werd in Konstantinopel veel gelezen en ge waardeerd, en niet alleen in de Duit- sche kolonie. Smokkelaars. Eenigen tijd geleden werden te Gladbach een hoofdconducteur en een kastelein in hechtenis genomen, beschuldigd van smokkelen op groote schaal van horloges en saccharine. Terwijl de hoofdconducteur in den trein die uit Nederland kwam, de horloges uit ons land over de Duit- sche grenzen bracht en ze afleverde aan deu horiogekoopman Eloeth te Elberfeld, ging de saccharine, waarop een invoerrecht geheven wordt van 250 francs per K. G„ juist den omge keerden weg op. Deze werd uit Duitsch- land naar ons land gesmokkeld. Op deze wijze is in het laatste jaar voor meer dan f 100.000 aan saccharine over de grenzen gesmokkeld. De saccharine, 40 zakken ieder van een K. G„ die bij den herbergier werd gevonden, is in beslag genomen. De staat moet op deze wijze voor een buitengewoon hooge som aan rechten benadeeld zijn. Boaelib randen. In de Vereenigde Staten zijn op nieuw boschbrandeu uitgebroken. De stad Memphis in den staat Tenessee wordt aan drie zijden door het vuur bedreigd. Groote rookwolken verduis teren den hemel boven de stad. Koloniën. Lombok. Aan een brief, den lln Oct. uit Ampe- nan aan het Bat. Nbl. geschreven, ontleenen wij het volgende Met de opruiming van Mataram vorderen we flink en de vijand biedt ons geen tegenstand zelfs bemoei lijkt hij tot heden onzen arbeid niet en het schijnt, dat hij de plaats ge heel en al prijsgeeft. De Sasaks roo- ven wat zij kunnen; ook vroegen zij om achter de poeri van den kroon prins (te mogen graven, aangezien er schatten onder den grondverborgen moeten zijn. Men zal echter wel zoo verstandig zijn, dit vriendelijk ver zoek niet toe te staanna al de uit gaven voor deze expeditie gedaan, kunnen die schatten worden aange wend om een deel der oorlogskosten te vergoeden. Voorloopig zal er ech ter wel geen sprake kunnen zij n van dergelijke opgravingen, aangezien ons veel te klein aantal sappeurs de han den vol heeft en, wegens gebrek aan gen etroepen, verschillende noodwen dige werken gestaakt of niet onder handen genomen worden. De lijken der minderen, die in de vijandelijke hinderlaag sneuvelden, zijn bij het Staalbad stelt er zeker prijs op zijn muziekkorps als het ware onder de hand te hebben. Het Staalbad is door 'de aanwezig heid van een goed muziekkorps in de stad in veel gunstiger conditie dan menig Kurort in het buitenland, hetwelk geheel alleen een korps moet engageeren, dat verder generlei bronnen van inkomsten bezit. Daarenboven kan men bij de ge lukkige veelzijdigheid van het orkest, steeds de concerten laten doorgaan. Bij slecht weer is het korps onmid dellijk gereed tot het geven van strijk- concert in de zaal en het spreekt van zelf, dat deze dubbele bekwaamheid zal toenemen, wanneer een niet al te karig contract het engageeren van meer goede krachten instaat stelt. Ik ben er dan ook zeker van, dat het bestuur der Staaibron dien weg uit wil. Het is de weg om in Haar lem te krijgen een in alle opzichten aan hooge eischen beantwoordend orkest. Samenwerking van allen, die instaat zijn zulk een korps fin an tieel en moreel te steunen, is noodig en dat het niet alleen aangenaam, maar ook noodzakelijk voor Haarlem is, dat het een goed orkest hebbe en houde, behoeft waarlijk niet meer te worden betoogd. Aan elke kunstuiting worden in onze dagen steeds hooger eischen gesteld, niet het minste aan de toonkunst. Wanneer het Staalbad Haarlem dat een zoo bij uitstek haar* lemsche onderneming is, door een flink contract het Stedelijk Muziek korps instaat stelt, nog meer dan vroeger aan die eischen te voldoen, dan zal het ook op die wijze tot den bloei van Haarlem hebben bijgedra gen. ^FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1894 | | pagina 8