In weerwil van deze eigenaardige
Sleitrede requireert de off. van justitie
e veroordeeling van elk der beklaag
den tot gevangenisstraf voor 3 dagen.
Uitspraak over 8 dagen.
Daarop stond een bekende figuur
terecht, de planeetlezer H. W. van
Thefelen. De bovenmenschelijke ken
nis, die hij beweert te bezitten, van
de toekomst van anderen heelt niet
kunnen bewerken dat hij zich zeiven
kent, noch dat hij respect voor zich
zeiven aan den dag legt, wat men
van een zoo geleerd man dan toch
zou mogen verwachten.
Verbeeld u, dat hij, als ware hij
een gewoon sterveling, den 9den van
deze maan l in de Jansstraat zóo be
schonken was en zooveel lawaai maak
te, dat de rijksveldwachters Van der
Mark en Frank er op afkwamen en
den planeetkenner wilden meenemen.
Dit vond Van Thefelen voor iemand
van zijn positie te vernederend en
verzette zich daarom heftig.
Veel weet hij er niet meer van;
't is van een horoscooptrekker dan
ook niet te verwachten dat zulke or
dinaire zaken als het verkeeren in
kennelijken staat van dronkenschap
lang in zijn geheugen blijven han
gen. Alleen beweert hij, dat men hem
„Lomboksch" heeft aangevallen en
dat hij zich daarom verzette.
Uit de lijst van veroordeelingen die
hij achter zich heeft, zou men haast
opmaken dat een planeetlezer voor
zijn vak noodig heeft, in voortduren
de kennis met de justitie te blijven.
In 1877 is hij veroordeeld voor bede
larij, in 1880 voor het onbevoegd
uitoefenen der geneeskunde, in 1884
voor verbreking van afsluiting, in
1889 voor beleediging van den Ko
ning en voor mishandeling, in 1893
voor vernieling, in 1894 wegens dron
kenschap viermaal door den kanton-
reohter hier en eenmaal door zijn
ambtgenoot te P urmerend.
Nadat de eisch 2 maanden gevan
genisstraf en 14 dagen hechtenis is
gedaan, en de uitspraak is bepaald
op heden over 8 dagen, verdwijnt
onze planeetlezer, een mager man met
grijzend haar en roode vlekken in
't gezicht die niet juist aan water
doen denken, de trap af naar bene
den, om als hij daar lust in heeft
den gevangenbewaarders hun toe
komst te voorspellen.
Hedennamiddag ten half drie is
een metselaar werkzaam boven aan
de lift in het gesticht van St. Joan
nes de Deo gevallen tengevolge waar
van hij ernstig aan de beenen werd
verwond.
Heden is weder een geval van
mond- en klauwzeer vertoond by vier
runderen op een stal van J. Dirken,
aan de Dubbele buurt No 54.
Bureau voor Vraag en Aanbod
voor den Arbeid.
Geopend: Zaterdagavond van 8& tot
934 uur.
Lokaal „Doelen", ingang Luitensteeg,
is gelegenheid tot inschrijving van
werkloozen, die minstens 12 maan
den in Haarlem woonachtig zijn.
Na de vorige maand hebben zich
als zonder werk zijnde aangemeld:
Timmerlieden, metselaars, schilders,
houtzager en schaver, molenbaas,
touwslager, winkelbediende, schip
persknecht, voorslaander, bloemist,
opperlieden, grondwerkers, pakhuis
knechts wijnkoopersknecht en een
voor schrijfwerk en loopwerk, te zamen
45 personen, welke gedurende de
laatste maand zijn ingeschreven.
Heeren Werkgevers, welke van deze
aanbieding wenschen gebruik te ma
ken, wordt beleefd verzooht hunne
aanvragen te bezorgen in de bus
welke geplaatst is in de gang van den
Doelen.
Namens de Commissie
J. HUIZING, Secret.
kan zich het leven in die buurt
voorstellen als men weet, dat de Kik-
kersteeg geheel bewoond wordt door
vischvrouwen.
Het benedengedeelte aan het Dooi
water dienende voor bergplaats van
gezouten groenten van de firma Gebr.
Polak, Raamstraat 46, kreeg belang
rijke waterschade. Oorzaak onbekend,
alles is verzekerd.
Woensdagavond is te Rotterdam de
meubel makers werkplaats van de firma
Hendriks Bouman aan de Oudaen-
straat gedeeltelijk uitgebrand.
Te Schoten is de besmettelijke vee
ziekte gewekenhet vee van 24 vee
houders werd door mond- en klauw
zeer aangetast enkele dieren bezweken
aan die ziekte.
Koloniën.
Ter gelegenheid van het feit dat voor
eenige dagen de milloenste liter bier
is afgeleverd binnen het jaar door de
Leidsche stoombierbrouwerij „de Post
hoorn" heeft de eigenaar, de heer M.
van Waveren te Leiden, Dinsdagavond
eene gezellige bijeenkomst met zijn per
soneel gehouden.
Een goed denkbeeld was dit, vooral
waar het geldt de goede verstand
houding tusschen patroon en personeel
te bevorderen.
De rechtbank veroordeelde heden
Jacobus Hetem, tuinier te Haarlem,
wegens feitelijk verzet tegen de po
litie tot een maand gevangenisstraf.
De eisch was 2 maanden.
Jan,Andries Boers, de inbreker op
het Molenpad, is tegen zijn vonnis
waarbij hij tot 12 jaren gevangenis
straf veroordeeld werd, in hooger
beroep gekomen.
Aanbesteding.
Vanwege het Ministerie van Wa
terstaat, Handel en Nijverheid, werd
heden aan het gebouw van het Pro
vinciaal Bestuur alhier aanbesteed
lo. Het maken van vier remstoelen bij
de in aanbouw zijnde schutsluis te
IJmuiden, deel uitmakende van de
uitbreiding der sluis en havenwerken
aldaar.
Raming f78300.
Van de 13 ingekomen inschrijvings
biljetten was dat van B. vanBuuren
te Amsterdam het laagst voor f72170.
2o. Het voorzien der boorden van
het Noord-Hollandsch Kanaal tus
schen de Willemssluizen en Pur
merend.
Raming f6000.
Hiervoor kwamen 17 biljetten in
waarvan dat van J. Oldenburg te
Bergen het laagst voor f5068.
BINNENLAND,
Lombok.
De op Lombok gesneuvelde militair
beneden den rang van officier, van
wien sprake is in bet bericht van de
Staatscourant van Woensdag is de
fuselier K. P. A, van Regenmorter,
algemeen stamboek no. 34090.
(SU'Ot.)
Een promotie
De bestellers ten postkantore te
Kampen werden dezer dagen, naar
de Kamper Ct. meldt, verblijd
met de mededeeling van den minis
ter dat zij met 1 Jan. benoemd zijn
tot „brieven en telegrambestellers".
Daar uit dezen titel wel vermeerde
ring van dienst, maar geen verhoo
ging van tractement voortvloeit en
zij daarenboven voor des ministers
brief ieder nog 75 cents moesten of
feren, is er dan ook onder hen maar
al te zeer „tot juichen stof."
Brand te Rotterdam.
Dinsdagnacht ten ruim 1 uur brak
te Rotterdam een zware brand uit in
de stoommeubelfabriek van den heer
W. Henschel, Doelwater 32. Deze
fabriek strekt zich uit van aldaar tot
aan de Kikkersteeg tusschen de pan
den 39 tot 47 Haagscheveer.
De fabriek is geheel uitgebrand.
Aan het blusschingswerk namen deel
10 hand- en 2 stoomspuiten. Men
Woensdag zijn met de Engelsche
mail de Oost-Xndische bladen, loopen-
de tot 27 October, aangekomen.
Lombok.
Aan een schrijven in het Dai. Nbl.,
gedagteekend Ampenan 18 October,
ontleenen wij het vulgende
Aan de officieele ziektecijfers moet
men maar niet te veel waarde hech
ten. Wel zijn die cijfers juist, maar
zij sluiten niet in het aanval geëvacu-
eerden en kwartierzieken en buitendien
komt er telkens aanvulling van Java.
Als men b.v. van een compagnie van
150 man binnen zeker tijdsverloop
40 man evacueert en 5 man in het
hospitaal deponeert, dan bedraagt het
ziektecijfer volgens de rekening
van Bartjes 30 percent. Vult men
echter dat verlies van 40eëvacueer-
den door middel van versche troepen
aan, dan is de sterkte der compagnie
weer 150, waarvan 5 in het hospitaal,
en dan kan men heel leuk beweren,
dat het ziektecijfer slechts ruim 3
percent bedraagt.
Ik wil echter volstrekt niet beweren,
dat de gezondheidstoestand ongunstig
is, want betrekkelijk hebben we re
denen tot tevredenheid en we danken
zulks aan het klimaat en de gunstige
gesteldheid van den bodem, die het
ontstaan van moerassen en de daar
aan verbonden miasmen onmogelijk
maakt. Op dit woord betrekkelij k leg
ik echter den nadruk, opdat de lezer
zich niet zou gaan verbeelden, dat we
hier „voor ons plezier uit zijn 1" Zoo
wel op de posten als te Ampenan is
het logies uiterst primitief en geeft
het geen afdoende beschutting tegen
het regenwater daarbij rukken we
dagelijks van 's ochtends vroeg tot in
den vooravond uit en brengen dik
werf den geheelen dag doornat op het
terrein door. Het is hier de ware
oorlogstoestand met al zijn bekende
misères, terwijl de gevechten, die we
moeten leveren, zeer zwaar zijn! Dien
tengevolge klaagt menig gehuwd offi
cier met het volste recht over het
feit, dat men ons hier financieel ten
achter stelt bij onze kameraden te
Atjeh.
Waarom genieten wij hier b. v.
geen daggelden en worden die te
Atjeh wel genoten? Is dat rechtvaar
dig?
De Basaks gaan intusschen maar
rustig voort met rampassen. Met
patjols, koevoeten of andere puntige
ijzers gewapend onderzoeken zij de
puinhoopen en wroeten in den grond
om de begraven geldstukken en voor
werpen van waarde te voorschijn te
brengen. Zij geraken op die wijze in
een toestand van weelde, die ze in
jaren niet kenden, en stellen zich nu
gretig schadeloos voor de uitzuige-
rijen der Balische overheerschers.
Mataram is zoo goed als geraseerd.
Alleen in het Noordoosten is nog een
klein onaangeta,t gedeelte, waarin
zich nog Baliërs ophouden. De scha
de, die wjj den Baliers reeds hebben
toegebracht loopt zeker in de milli-
oenan. Men moet hen niet gelijk
stellen met den armen Javaanschen
dessaman, maar begrijpen dat alle
Baliërs welgestelde lieden waren, die
in hun woningen een soort van weelde
tentoonspreidden, waarvan die een
voudige dessalieden geen begrip heb
ben. Alles wat zij bezaten is vernield
verbrand of geroofd; duizenden vrucht-
boomen zijn omgekapt en hun vrucht
bare, gedeeltelijk reeds geplante sa-
wahvelden zijn in onze handen ge
vallen zij bezitten niets anders meer
dan Tjakranegara, Narmada, Lingsar
en eenige kleinere kampongs ter
Noordkust. Uitgenomen de hoofdstad
Tjakranegara zijn al hun omvang
rijkste en schoonste vestigingen hun
ontnomen.
Niettegenstaande deze ontzettende
nadeelen en de volkomen nederlagen
door hen te Pagasanhan en te Ma
taram geleden, toonen zij zich nog
niet tot onderwerping bereid, dooh
doen ook niets om onze nadering tot
Tjakranegara te beletten of onze werk
zaamheden te bemoeilijken. Hun hou
ding is volmaakt passief-defensief en
zij zoeken hun kracht in hun muren en
vuurwapenen.
In Tjakranegara zelf wordt een
streng stelsel van op en afsluiting
gehandhaafd. Niemand wordt uit-,
niemand wordt binnengelaten. Van
politieke aanraking is om zoo te zeg
gen geen sprake en wat wij verne
men zijn slechts geruehten. Tot nog
toe werd uit den Westrand van Tja-
kra geen schot gelostvertoonen wij
ons in den Oostrand van Mataram,
die 4 a 500 meter van Tjakra ver
wijderd ligt, dan hijscht men de Ne-
derlandsche vlagook worden in
Abean-Toeboeh, dat het zuidelijk deel
van Tjakra vormt, nu en dan witte
vlaggen geheschen, maar daarbij blijft
het.
Volgens de kaart is Tjakra wel
viermaal zoo groot als Mataram en
eigenlijk is het één kolossale vesting,
samengesteld uit talrijke kleine ves
tingen. Wel zijn die vestingen niet
volgens de Europeesche regelen der
kunst aangelegd en kenmerken zij
zich niet door de aanwezigheid van
zwaar geschut, pantserkoepels en be-
tonmuren, maar zij bezitten niette
min een groot weerstandsvermogen,
en onzerzijds beschikken wij niet over
legercorpsen en artillerie- en genie
parken, zooals men die in de Euro
peesche vestingoorlogen aanwendt.
Met een naar verhouding kleine
macht en betrekkelijk gebrekkige
hulpmiddelen zulien we ,den strijd
moeten strijden.
baix Oudenhoven te Borgerhout, voor
stad van Antwerpen, men zegt ten
gevolge van een gasontploffing inde
kaarsengieterij. Al spoedig was heel
het gebouw eene prooi der vlammen.
Ontzaglijke massa's vetstoffen ston
den in brand en vormden eene bla
kende vuurzee. Aan blusschen viel
niet te denken. Men redde wat te
redden was en bracht den inhoud
der bureau's en van het woonhuis
den eigenaar in veiligheid.
De fabriek staat afgezonderd op een
uitgestrekt terrein.
Prins Bismarok.
Prins Bismarck is diep getroffen
door het overlijden zijner echtgenoote.
De oud-kanselier is geheel onder
den indruk van het verlies dat hem
heeft getroffen. Hij ontvangt alleen
zijn naaste bloedverwanten en zon
dert zich overigens geheel af. De toe
stand, waarin Bismarck verkeert, geeft
zijn kinderen aanleiding tot ernstige
ongerustheid.
Bismarck's lijfarts, dr. Schweniger,
dringt er op aan, dat de oud-kanse
lier zoo spoedig mogelijk naarFried-
richsruhe zal vertrekken. De genees
heer acht het dringend noodig, dat
Bismarck in eene andere omgeving
geplaatst wordt. Men verwacht daar
om, dat Bismarck spoedig van Var
zin naar Friedriohsruhe zal vertrek
ken.
Politiek Overzicht.
Ia verband met het onruststoken
in de portugeesche Kamer van som
mige leden is eene motie aangeno
men, waarbij de voorzitter gemach
tigd wordt het re-lement van orde
te wijzigen ten einde de kabalen
onmogelijk te maken. Den al te on-
gezeggelijken Kamerleden kan nu
evenals al te wodigen schooljongens
gelast worden de zaal te verlaten.
Naar 'men verneemt, heeft China
aan den Amerikaanschen gezant te
Peking formeele vredesvoorstellen
medegedeeld.
De gezant zal ze aan zijnen ambt
genoot te Tokio overbrengen.
De Morning Post verneemt uit Kon-
stantinopel, dat in het landschap
Yemen, in zuidwestelijk Arabië, een
opstand is uitgebroken, die aanlei
ding geeft tot groote bezorgdheid. De
aanvoerder der beweging zou den ti
tel van lm m hebben aangenomen en
den steun hebben verkregen vaneen
deel der Mohammedaansche priesters,
die hem als het hoofd Ier geloovigen
beschouwen.
De erfprins van Saksen Wei
mar-Eisenach.
De extra-trein, waarmede het stof
felijk overschot van den erfprins van
Saksen-Weimar-Eisenach is overge
bracht, is Woensdag te Weimar aan
gekomen. Een talrijke volksmenigte
was aan het station en ook in de
straten waren tal van belangstellen
den bijeengekomen. Het lijk werd
van het station onmiddellijk overge
bracht naar de kerk, waar heden een
lijkdienst zal worden gehouden.
Keizer Wilhelm, die voornemens
was de teraardebestelling bij te wo
nen, is door verkoudheid verhinderd
naar Weimar te gaan. De keizer zal
nu vertegenwoordigd worden door
prins Friedrich Leopold van Pruisen.
Heden werden tot bijwoning der
plechtigheid nog verwacht koning
Albert van Saksen, prins Albrecht
van Pruisen, de regent van Bruns-
wyk en vele andere Duitsche vorsten.
De weduwe van den eriprins is ook
reeds te Weimar aangekomen.
öemengdNieuws.
Brand te Antwerpen,
Woeasdaguaoii Idag omstreeks 4
uur ontstond er brand in de zeer
aanzienlijke kaarsenfabriek De Rju-
De oorlog tnsgoheu China
en Japan.
Volgens berichten van de New York
Herald zou niet enkel Li Hoeng Tsjang
zelf maar zou ook zijn familie bij den
Keizer in ongenade ziju gevallen. Het
gerucht dat hij gevlucht zou zijn
schijnt onjuist maar houdt toch aan,
evenals de geruchten van gepleegd
verraad, waarbij de gewezen Chinee-
sehe gezant in Japan leelijk wordt
betrokken. Van andere zijde wordt
verzekerd dat Li Hoeng Tsjang met
zijn leven zal moeten boeten voor den
val van Porth Arthur. Doch, zoo heet
het ook weer, de gewezen premier
zal met behulp van eigen krijgsmach
ten elke poging van den Keizer om
hem doen gevangen nemen trachten
te keeren. Volgens bericht uit Tientsin
heeft hij de stad veriaten, na het
onderkoningschap te hebben overge
dragen aan Loei Koen Ji. Te Kobé
moeten Detring en hooge Chineesche
beambten zijn aangekomen, die een
eigenhandig geschreven brief van Li
Hoeng Tsjang met vredesvoorstellen
brachten.
Volgens te Hiroshima ontvangen
berichten heeft het eerste Japansche
leger in Mantsjoerije de Chineezen
niet overhandigd worden door bemiddeling van welken per
soon ook goed oi slecht en moet onmiddellijk aan
juffrouw Haynes worden overhandigd, en ik moet er mijzelf
van overtuigen, dat ze hem leest."
Elizabeth ontstelde, maar zij durfde haar verloofde niet
trotseeren in tegenwoordigheid van Salomon Grace. „Maar
ik ken haar niet," zeide zij en keek naar den brief in Salo
mons hand.
„Ja zeker, toch wel zij is de dame, die vannacht onder
nw dak heeit doorgebracht."
Elizabeth uitte een korten kreet, en haar hart bonsde. Zij
rukte hem bijna den brief uit zijne hand, en riep uit
„Dan heeft zij toch aan de deur geluisterd."
„Dat is zeer waarschijnlijk," zeide James. „Dan zal zij
natuurlijk weten, wat zij moet schrijven om ons voor de gek
te bonden."
„Ja, maar zij weet meer, dan jij mij gisteravond hebt ver
teld," zeide Elizabeth. „Zij wiBt waar zij de bankbiljetten
kon vinden wie iets verbergt kan het ook vinden. Mijne
vingers beven; scheur hem maar voor mij open Salomon."
Hij opende den brief, dien hij aan Elizabeth overhandigde
en tartte James Mansell om tnsschenbeide te komen. Lang
zaam las Elizabeth den brief las hem zoo goed alB het
ging, want nn was het haar beurt om diep in het hart ge
wond te worden
„Mejuffrouw Gij en ik zijn beiden ongelukkig. Gjj wordt
bedrogen, ik ben bedrogen. Wanneer ik u de waarheid mededeel
moet ik u smart veroorzaken; verzwijg ik ze, dan zal hij u nog
meer bedriegen." O wat zal ik vernemen? zeide de arme
Elizabeth. „De man, die voor Metthews doorgaat" zij
zweeg, keek hem aan en vervolgde„voor Matthews door
gaat is James Mansell mijn echtgenoot!" De lezeres
strekte hare hand naar Salomon Grace uit; hij ondersteunde
haar en zij bleei hem vasthouden wat haar meer kracht
scheen te geven om verder te lezen. „Wij zijn gehuwd in de
St. Mary-kerk te Gloucester, den 13en Juli 1873."
„Dat is een leugen," zeide James.
„Zoo klinkt het toch niet," was het doffe antwoord.
„In 1878 ontstal hij mij mijne spaarpenningen, en ging
naar Amerika. De vorige maand deelde een zekere Varney
uit Liverpool hem mee, dat ik geld had. Hij kwam toen
onmiddelligk terug om het te halen en nam mij liever met
zich mee het was 400 dan dat hij het niet kreeg.
Geachte mejuffrouw, ik kon niet dulden, dat mgn kind be
stolen werd." Ja, ik wist het wel zij heeft haar geld weer
mee teruggenomen. „James Mansell is echter de uwe, als u
hem daartoe waardig acht?" Ben jij nog iets waard „Nooit
komt hij weer bij mij over den drempel. Mocht u zich ech
ter ooit zoo wanhopig en eenzaam gevoelen als ik dien
rampzaligen avond op de stoep van uw huis, dan is mijn
huis het uwe. God helpe ons beiden
SARAH MANSELL,
„13 Greenstreet, Liverpool."
„Dat is de grootste leugen ooit door eene vrouw verteld,"
zeide James Mansell.
Elizabeth antwoordde: „Het ie waarheid! De zonneschijn
kan niet helderder zijn. „Dus jij bent getrouwdZij hield
hare beide handen voor haar gelaat. „Jij waart de vriend
van mijn overleden echtgenoot," zeide zij tot Salomon, aan
wien zij zich kraehtig vastklemde, „breng mij naar huis."
Daarna wendde zij zich tot Mansell. „Over een uur zal de
dienstbode u aan de deur uwe koffers afgeven. Nooit meer
komt u mijn huis binnen."
„En vergeet niet," zeide de Amerikaan, „dat ik er zijn zal.
Ieder zijn beurtNa deze woorden keerde hij zich om, ter
wijl Elizabeth, bevende hoewel vastberaden, hem stevig bij
den arm vasthield, waarna hij haar naar huis geleidde.
Toen zij zich verwijderden uitte Mansell eene verwensching
aan hun adres. Vervolgens snelde hij naar den waterkant en
de stoomboot was nu goed te zien evenals Sarah met haar
kind naast zich en omhoog geheven blik.
De dwaas en schavuit brak nu in verwenschingen los over
deze twee achtenswaardige vrouwen, die hij bad bedrogen
en verloren. Beiden waren te goed voor hem, en eindelijk
wiBt hij dat beiden waren nog zichtbaar, en toch verlie
ten zij hem voor altijd ook dat wist hij. Hij balde zijne
vuisten in woede; hij vloekte en Bnelde naar den waterkant.
Neen, hij had de moed niet om te sterven. Hij haalde zijn
flesch te voorsohijn en zocht troost bij hetgeen zijn onder
gang veroorzaakte hij verzwolg onverdunden brandewijn.
Wordt tmrvolg<L)