HAARLEMMER HALLETJES
ccxxx.
r
B INNENLAN D,
Teneinde eea gewenschte afwisse
ling in de St. Nicolaaswandeling te
brengen heeft onze Wandelaar zich
vervoegd bij een i ge geabonneerden,
trouwe lezers, en hun verzocht hunne
bevinding op papier te stellen en in
te zenden. Sommigen hunner hebben
daaraan voldaan en onze lezers vin
den hieronder het resultaat.
De Wandeling van een gepensioneerd
kapitein der infanterie.
's Morgens te elf uur ging ik er op
uit, flink afgeborsteld door mijn vrouw
en met een portemonnaie vol geld,
want ik heb gelukkig wat vermogen
bij mijn pensioen. Ik marcheer de
Anegang binnen en doe een inval in
t Mantelmagazijn DE ZON. „Goeien
morgen dames," zeg ik, „order van
de huiskommandante, dat zij mooie
wintermantels opzicht wou hebben."
De dames lachten. „Voor mevrouw,
kapitein „Wie is de huiskomman
dante anders, denk jelui U zal wel
met een mooien voorraad zenden
nietwaar Goeien morgen 1"
Links uit de flank, de Warmoes
straat in; daar help ik met veel an
deren een bestorming doen op den
winkel van VERNOUT. Toen ik aan
de beurt kom, zeg ik„Meneer,
stuurt U in den looppas een jongen
met teeken- en schilderbehoeften?
Mijn dochter dirigeert mij hierheen.
Ze zegt, dat ze hier altijd zoo goed
terecht kan 1"
Mijn volgende boodschap was bij de
firma HOLT op de Groote Markt, die
me een pak aanmat, zoo goedkoop
en toch degelijk, dat de elegantste
civilist er naar kijken mag; daarop
een mooien zijden cilinderhoed bij
BOEREE en klaar ben ik.
Op een revolverschots-afstand mar
cheer ik binnen bij de firma VON
DER MöHvJEN, op de Groote Markt,
een winkel waar je mijn heele com
pagnie wel in zou kunnen logeeren.
Daar kwam ik maar met een lijstje
dat mijn vrouw me gegeven had,
want van die fijne dingen als manu
facturen en ceintuurs en robes heb
ik geen verstand. Vraag me dan
naar ham en worst en kaas, daar
weet ik alles van uit den tijd toen
ik nog in dienst was. Bij KOELE-
WIJN in de Koningstraat kocht ik
van die artikelen een en ander dat
ik mijn generaal zou durven voor
zetten, daar kun je op aan.
Weet je waar mijn vrouw zoo van
houdt! Van een lekker glas advo
caat. Ik kocht er een fiesch van bij
OKHUIJSEN, een advocaatje, waar
ik al de lezers van 't Dagblad op
zou trakteeren, als er niet zoo ver
bazend veel waren. LEEMANS inde
Koningstraat moest ik toen nog heb
ben voor een mooi gutta percha ta
felkleed en ABRAM MEIJER in de
Groote Houtstraat voor een stel
warm ondergoed van dien duitschen
dokter, Jaeger heet de snuiter, ge
loof ik.
'k Wou wel eens weten of die Jae
ger gediend heeft in zijn tjjd. Enfin,
dat doet er niet toe.
't Werd al laat intusschen en pre
cies kwartier over twaalven blaast
mijn vrouw appèl voor koffiedrinken.
Met den stormpas ging ik nog naar
PANDER en bestelde daar als ver
rassing voor mijn vrouw, een nieu
wen looper in de gang die ze al lang
op het rapport had gezet. Wat zal de
huiskommandante in haar schik we
zen Toen marcheerde ik de Groen
markt over en bij de firma BERN-
DES VAN HOOFP binnen, om sta
len op zicht te vragen voor een pak
voor een van mijn jongens.
Ben je tevreden over mijn relaas,
meneer de St. Nicolaaswandelaar
geef achtOp
wanderstok. Rechts-
Ja? Nu dan
schouderrde
om Marsch
Kan Zatsrdagavondpraatje
Vroeger heb ik al eens betoogd,
dat het betalen van belasting nu niet
100'n plezierig ding iB of bet Rijk
mocht de pil wel wat besuikeren en
de belastingschuldigen een beetje
vriendelijker behandelen dan het nu
doet. Dezer dagen kreeg ik daarvan
weer een eigenaardig staaltje onder
de oogen.
Met Maart ben ik verhuisd en heb
daarvan op de gebruikelijke wijze ken
nis gegeven, om ontheffing van een
gedeelte te verkrijgen, omdat ik ander
natuurlijk én in het nieuwe én in het
oude huis personeel had moeten be
talen. De betaling over 1893/4 (de
laatste termijn vervalt einde Maart)
werd op tijd voldaan en ik wachtte
kalmpjes af tot het bericht van ont-
heffing komen zou. Daar verschijnt
in het begin van de vorige maand
een kennisgeving gedateerd 29 Octo
ber en afkomstig uit Amsterdam, dat
ik bij den ontvanger alhier een zeker
bedrag kon laten halen als ontheffing
wegens verhuizing.
Alzoo heeft de fiecus meer dan een
halljaar noodig gehad om dat uit te
rekenen. Ik vond dit nogal kalm en
om niet voor den fiscus in kalmte
onder te doen, lei ik de aanschrij
ving naast mij neer en ging niet da
delijk het geld halen. Daar komt in
het laatst van November een mede-
St. Nicolaaswandtling van ten
jonge dame.
„Gut, meneer, ik wil u wel zeg
gen waar ik geweest ben, maar u
moet niet in de krant zetten wie ik
Ijen. Zal u dat heusch niet doenT
Nu dan, weet u hoe St. Nicolaas
op 't oogenblik vaart? In een bootje
op de golven voor deramen bij PRENT
VAN DEN BERG in heerenartikelen
in de Kleine Houtstraat. Vandaar ging
ik naar juffrouw FUNCKLER op de
Oude Gracht, waar mam a en ik voor
onze hoeden zoo goed terecht kunnen
en toen ik daarvandaan kwam schoot
mij te binnen, dat ik in het vorig
nummer van 't Dagblad zoo'n mooie
advertentie van het mantelmagazijn
AUX QUATRE 3AISONS gezien had,
daar ben ik toen een mooie golf-cape
gaan koopen en aan den overkant in
den grooten winkel van VAN DER
LAAN een avonddoek voor mijn
beste vriendin, een artikel dat buiten,
gewoon geschikt is voor St. Nicolaas-
cadeau, vindt u niet?
U lacht zoo eens, och neem mij niet
kwalijk, u heeft natuurlijk van die
damesartikelen geen verstand. Mis
schien zal het u dan intereseeeren,
dat GEBROEDERS HOLT in de Ane
gang zoo'n keurige collectie winter-
handschoenen nahouden. Ik kocht
er een paar gevoerde voor mijn oud
sten broêr als u zooiets noodig heeft,
kan ik u het adres aanbevelen. Voor
linten, veeren en zulke modeartikelen
ga ik altijd naar SAMUEL MOK in
de Veerstraat, daar komt men goed
terecht. Ik hoorde, dat hij de zaak
verplaatst naar het huis waar Mrs.
't Hooft en Spoor kantoor hebben
gehouden.
U zal misschien denken, dat ik een
ijdel ben omdat ik zooveel over
kleeding praat. Maar och meneer, dat
zou u toch niet van harte meenen.
Van een meisje dat niet wat aan
dacht aan haar toilet geeft, heet het
al gauw dat ze slordig is. Ik heb
daarom bij HEERES EN VAN
ALPHEN in de Kruisstraat een
blouse gekocht, niet duur en uit een
zóo grooten voorraad, dat de keus
moeilijk viel.
U glimlacht toch en denkt dat ik
wel heel graag mooie kleeren draag.
Nu, waarom zou ik het ontkennen
Ik vind het ook wel laangenaam.
Maar de heeren |van de schepping
hebben ook hun zwakke zijde. Ik
wed bij voorbeeld dat u het een heele
opoffering vindt dat u uit beleefdheid
niet rooken kan. Troost u met de
gedachte, dat u niet de eenige is.
Papa is een groot rooker en ik ga
nu twee kistjes sigaren voor hem
halen bij VAN DER WIEL in de
Anegang.
Nu weet u alles meneer. Of neen,
nog niet. Mijn laatste boodschap was
bij VISSER, om fluweel en satijn te
;aan koopen. Als u misschien ge
huwd isja? dan kan ik u dat
magazijn aanbevelen.
Nu meneer, ik hoop dat dit wei
nige u voldoende is. Maar u zet mijn
naam toch heusch niet in de courant,
is 't wel?
WeeB u maar gerust, juffrouw,
een journalist is dicht als 't graf."
deeling dat ik verzocht word om het
geld nu maar te komen halen, aan- aan borgen toegekend.
komt. In 't voorbijgaan gezegd, zou
ik, als ik een liefhebber was van
ruziezoekerij, nog wel eens willen
zien of de fiscus dat zou mogen doen,
maar die quaestie daargelaten dunkt
mij toch dat, wanneer het Rijk na
zelf een half jaar te hebben getreu
zeld, zoo'n toon aanslaat als de weer
partij een maand wacht, er reden is
om van tirannie te spreken.
Zulke dwaze dingen zijn natuurlijk
niet de Bchuldivan den een of anderen
ontvanger, maar alleen te wijten aan
het zonderlinge systeem dat geba
seerd is op het beginsel: „iedere be
lastingbetalende burger is een voet
veeg". Noem het kleinigheden als ge
wilt, maar ik vind het een kleinig
heid om de mensehen beleefd te be
handelen en niet dadelijk zulk een
grooten mond open te sperren. De
ruovers in Italië, die iemand beroo-
ven van alles wat hij heeft, nemen
terwijl ze dat doen althans de be
leefdheid nog in acht, maar de Ne-
derlandsche fiscus geeft bij het op
strijken van onze hooge belastingen,
den betaler nog een officieel opge-
stelden snauw toe.
Een nog curieuser staaltje van
leuke overheersching vond ik dezer
dagen in de algemeene bepalingen die
het departement van koloniën geeft
bij aanbestedingen voor onze overzee-
sche bezittingen. Daar komt in het
model-inschrijvingsbiljet de zinsnede
voor, die door de borgen van den in-
Bchrijver moet worden onderteekend
dat zij zich „verantwoordelijk stellen
voor de behoorlijke nakoming van
bovenstaande verbintenisafstand
doende van alle voorrechten bij de wet
gezien anders de ordonnantie vervalt
en geen terugbetaling meer zal ge
schieden.
Ziet u, zóo zijn onze manieren
Eerst laat het Rijk iemand te veel
betalen, dan laat het hem een half jaar
wachten en als hij dan niet heel vlug
het teveel betaalde komt terugAalen,
dan wordt hem doodeenvoudig aan
gezegd, dat hij het geld niet meer
krijgt als hij niet heel haastig komt.
Niet alleen is er geen quaestie van,
dat men den belastingschuldige het
teveel betaalde komt terug brengen (iets
wat niet meer dan behoorlijk zou zijn)
maar zelfs zou hij het heelemaal niet
meer terugkrijgen alB hij niet dadelijk
Met andere woorden zegt hier dus
het Rijk„ik heb wetten gemaakt
en voer die uit, waarbij aan borgen
zekere voorrechten worden toegekend,
met de artikelen die ik kocht in
alphabetische volgorde.
Balschoentjes, C. HORNING, Ko-
(ning8traat.
Dameshoed, Mej. VAN ZIJL, Paar-
(laarsteeg.
Hanglamp, L. DE JONG, Groote
(Houtstraat 89.
Linnengoed, WEILL, Barteljoris-
(straat.
Portretalbum, G. OOSTENBROEK
(EN ZOON, KI. Heiligland.
Regenmantel, SCHLATMANN-
(GRüNDEMANN, Lange Veer
straat en Koningstraat.
Servetten en ander fijn tafelgoed,
(Erven G. VEEL ZOON, Gier
straat.
Speelgoed, J. FRENAIJ, Anegang.
Speculaas, WED. O. HORSTIN®,
(Kruisweg.
Voetzak, D. VAN INGEN, Ridder
straat.
Wintercolbert, D. VAN BEMME-
(LEN, Groote Houtstraat 87.
Ge begrijpt, dat alleen de twee
laatstgenoemde artikelen voormijzel-
bestemd -zijn, de rest kocht ik
voor anderen. Den voetzak geef ik,
onder ons gezegd en gebleven, mijzel-
ven in een pakje op St. Nicolaas pre
sent, want mijn vrouw heeft er zelf
niet mee op en geeft het mij dus ook
niet. Maar mondje dicht hoor."
„Ge wildet dus een relaas van mijne
bevinding vraagt mij deftig een
voormalig ambtenaar, van wien ik
weet dat hij nog al een6 rondwan
delt.
,Als 't niet te veel moeite is
.Geenszins. Ik zal er een correet
relaas van opstellen. Wanneer is 't
noodig
„Als 't kon vóór twaalven
„Afgesproken."
Precies halftwaalf ontving ik het
navolgende schrijven:
„Waarde wandelaar, het is mij niet
mogen gelukken een boeiend verhaal
samen te stellen. Hoe een novelle of
roman totstand komt heb ik nimmer
recht begrepen. Wat drommel, een
kat is een kat en als ik tegen iemand
wat heb, zeg ik: Je bent een lamme
vent. Maar die romanschrijvers ver
staan de kunst om duizend woorden
te besteden aan wat een mensch in
tien zeggen kan. Ik geef je dus een
voudig een lijst van adressen waar
ik op mijn wandeling ben geweest.
allen |Zondagsarbeid, een verbod om
jongens beneden den löjarigen leef
tijd in dienst te nemen en voorts
voor een meesterknecht ongeveer f20
per week, voor een eerste-knecht f 14,
voor een tweede- f 10, en voor jon
gens (boven 16 jaar) f 6 per week als
loon.
Worden deze eischen niet ingewil
ligd, dan zullen zij waarschijnlijk
staken.
De slachterspatroons zullen Woens
dag a. s. vergaderen tei bespreking
der invoering van Zondagsrust alleen,
zoodat de beweging der slachtersge
zellen hetzelfde karakter schijnt te
zullen dragen als die der bakkersge
zellen.
Mantelmagazijn de Zon, Anegang 20 A
(hoek Frankestraat.
A. Vernout, Warmoesstraat 10.
Joh. L. Holt, Groote Markt 31.
J. W. Boeree, Riviervischmarkt 5.
A. Von der Möhlcn, Groote
(Markt 25 en 27.
J. B. Koelewijn, Koningstraat 47.
J. A. Okhuijsen, Gierstraat 34.
J. L. Leemans, Koningstraat 4.
Abram Meijer, Groote Houtstraat 16.
J. Pander, Kruisstraat 22.
Berndes van Hooff, Zijlstraat 56.
Prent van den Berg, Kleine
(Houtstraat 29.
Wed. Funcklerv. d. Eelaart,
(Ged. Oudegracht 93.
Aux Quatre Saisons",
(Barteljorisstraat 20.
Gebroeders Holt, Anegang 33.
Samuel Mok, Lange Veerstraat 2.
Heeres Van Alphen,
(Kruisstraat 40.
J. van der Wiel, Anegang 2.
H. J. Visser, Groote Houtstraat 24.
De slachtergkuechts te
Amsterdam.
Ook de Amsterdamsche slachters -
knechts die, zooals gemeld is, Zon
dagochtend zullen vergaderen, wen-
schen in hoofdzaak afschaffing van
Koloniën,
Lombok.
Bijzonderheden over het verraad.
De Java-Bode bevat) van het oor
logsterrein een zeer belangrijke cor
respondentie, waarin de eerste bijzon
derheden worden meegedeeld over
het verraad van den 26n Augustus.
Onder meer deelt hij het volgende
mede
De zaak is aldus verloopen. Het
millioen, dat dour den ouden Radja
betaald moest worden, werd door hem
grootendeels opgeëischt van zijne
adeliijke en rijke onderdanen. Van
daar dat er zoo gescharreld werd,om
dagelijks eene voldoende som te kun
nen ontvangen en dat er bijv. opWoens-
dag maar f 20,000 ter telling is aange
nomen.
Daarop is van den colonne-com
mandant een streng bevel uitgegaan.
Er moest voortaan dagelijks f200,000
gebracht worden. Bovendien was in
het samengestelde nieuwe contract
het Balische bestuur erg gekortwiekt.
De hooge Baliërs waren over deze
zaken erg ontstemd jen op Donder
dag den 23n Augustus kwamen in.
het paleis te Mataram de heeren bij
een. Daar wareneerst Ketoet, dan
Djilantik, vervolgens Goesa (Goesti
Wonosari, wiens hoofd ons later te
Ampenan gebracht is), dan Goesti
Comang Pengson en een vijital andere
Poenggawah's.
Alles omtrent deze vergadering we
ten wij van een Baliër, den oppasser
en sirihzakdrager van dien Goesa.
Dat factotum heet Azamj en is thans
in onzen d enBt. Hij heeft de verga
dering bijgewoond, tenminste, onder
den troep bedienden heeft hij, in de
nabijheid, vooraan op den grond ge
zeten, en op die wijze veel wèl, helaas
ook veel niet gehoord. Ketoet heeft
daar geheel gezwegen. Djilantik heeft
den opstand sterk ontraden, Goesa
en Pengson voerden er het hoogste
woord. Zij waren zeer ontstemd dat de
Maar laat ik tot ons goede Haar
lem terugkeeren na dezen kleinen
uitstap op het gebied van onze wet
geving een haagsch reiBje, zou men
kunnen zeggen.
Over onze haarlemsche wetgeving
zal ik het vandaag maar niet hebben,
hoewel ik kolommen vol zou kunnen
schrijven over de klachten die men
allerwege in de stad aanheft over de
gemeentelijke inkomstenbelasting. Ik
wil gelooven, dat vele aanslagen niet
deugen. Nogeens, 't is van Burge
meester en Wethonders niet te vergen,
dat zij zienersgaven bezitten en zul
len raden wat velen zoo angstvallig
voor hen verborgen houdenhet
juiste [cijfer van hun inkomen. Ieder
die zich bezwaard voelt met zijn aan
slag zou ik willen toeroepen„recla
meert dan, wat ik u bidden mag 1"
Alleen daardoor, door gemeenschap
pelijk overleg met de belastingschul
digen, kunnen B. en W. komen tot
een juisten aanslag. Dit kan niet ge
noeg gezegd worden en tegenover de
beweging van sommigen dat het toch
niet helpt, stel ik mijn vaste over
tuiging, dat het ons gemeentebestuur
enkel en alleen te doen is om te
trachten een volkomen eerlijke ver
deeling van lasten te bewerken.
Maar ik zal daar niet verder over
uitweiden, 't onderwerp wordt een
beetje vervelend en is van zooveel
kanten al bezien, dat er geen onbe-
keken kant meer aan is te ontdek
ken. Wat ik vandaag eens wou vragen,
is dit:
Wat is een cholerabarak
Is een cholerabarak een houten ge
bouw, tusschen welker wanden aan on
gelukkige lijders de gelegenheid wordt
gegeven om gratis aan cholera te ster
ven?
Of is een cholerabarak een hospitaal,
waar alle middelen die de er var! no- en
een zinken kist werden gestopt om ze
maar gauw dood te hebben, doen een
eenigBzins ontwikkeld mensch glim
lachen, wanneer ze hem niet droevig
stemmen over de onwetendheid en
achterdocht, die zulke verzinsels in
de wereld brengen en verspreiden.
De resultaten van de behandeling
in de barak zijn niet schitterend ge
weest men kan ze allertreurigst
noemen. Niet een van de patiënten
is er hersteld en de broeders van St.
Johannes de Deo hebben, met het
oog op die ongunstige statistiek, de
overeenkomst met de gemeente opge
zegd, zoodat de barak spoedig zal wor
den verplaatst.
Intusschen zal men wanneer zich
hier nieuwe gevallen mochten voor
doen, de menschen niet gemakkelijk
naar, de barak krijgen. En, ik kan
het mij begrijpen. Stel u voor, dat
iemand in een talrijk gezin door de
ziekte wordt aangetast en de arts af
zondering noodig acht om de besmet
ting niet te bevorderen. Terwijl de pa
tiënt de bekende verschijnselen heeft
en niets van meer belang voor hem is
dan rust voor lichaam en verbeelding,
komen twee agenten van politie in
oliejassen en waterlaarzen aan, pak
ken hem op, leggen hem in een
brancard en gaan met hem op reis.
Ik zeg op reis, want de plaats waar
de barak nu staat en waar men die
nu schijnt te willen verplaatsen, is
van het grootste gedeelte der stad
zóóver verwijderd, dat het een reis is
om daarheen te gaan. Eindelijk is
de patiënt in de barak gearriveerd,
nadat hij een kwartier of twintig
minuten over onze hobbelige straten
is geschud en geschokt.
Behalve het gevaar der besmetting
is de eenige raison d'Stre van een
cholerabarak deze, dat men er een
andere en betere geneeskundige be-
andeling in kan genieten, dan in
jn eigen huis. Zoo gaat een zenuw-
jder naar een koudwater-inrichting,
l kan hij thuis heel wel koud wa
it krijgen. Zal men het publiek weer
et vertrouwen in de barak terugge
en, dan moet het daarheen geleid
zorden, dat in de barak een doelma-
ige wijze van behandeling wordt ge-
'olgd, die onmogelijk is iu een par-
iculiere woning. En nu zei ik daar
traks, dat men in een barak alle
niddelen dient aan te wenden, die
ervaring en wetenschap aangeven, en
ik meen, dat waar de wetenscnap te
kort is geschoten (immers, al de
patiënten in de barak zijn overleden)
het nu tijd wordt de ervaring een
woordje te laten meepraten.
Die ervaring leert, dat in 1866
tijdens de cholera-epidemie, hier ter
stede bijna honderd lijders van cho
lera zijn genezen door overmatige
hitte, een kuur niet door een kwak
zalver, maar door een gediplomeerd
en gepromoveerd geneeskundige, Dr.
Waardenburg, toegepast. Hij deen dit
in de droogkamers van de Haarl.
katoenmaatschappij.
Nu wensch ik maar te vragenIs
wat in 1866 goed was, niet meer goed
in 1894?
Waarom dan heeft men die erva
ring niet gevolgd en in de barak eene
behandeling door overmatige hitte
toegepast
De barak zou er voor moeten wor
den veranderd, maar tegen die kosten
zou de zuinigste burger geen bezwaar
maken. De ingezetenen zouden de
barak weer gaan aanzien voor een
herstellingsoord, niet voor een sterf
huis.
Of is deze beschouwing verkeerd
Was Dr. Waardenburgs behandeling
niet goed Zijn de daarover mede
gedeelde berichten onwaar Indien
dit zoo is, zou ik zoo gaarne zien
dat een onzer medici, liefst de dokter
die de barak beheerde, daarover eens
mededeelingen gaf. Ik weet wel, dat
het niet goed is dat een medicus van
alles wat hij doet tekst en uitleg
geeft, maar dit geval zou als van al
gemeen belang misschien een uit
zondering mogen zijn.
Vooral nu door het ophouden van.
de overeenkomst met het gesticht
van St. Johannes de Deo, de barak
zal moeten worden verplaatst. De
A. J. Stoel meldde een week geleden,
dat men de barak nu bij de vuilnis
belt wil zetten. Ik kan het haast
niet gelooven, maar hij verzekert dat
het zoo is en ik ben het met hem
eens, dat deze plaats allerslechtst ge
kozen is. Als men [de cholerabarak
geheel en al tot een oord der ver
schrikking wil maken in de oogen
van 't publiek, dan is de verplaatsing
naar zulk een hoek daarvoor het
midde'.
FIDELIO.