Letteren en Kunst. Politiek Overzicht spiritus bewaard werden. Om twee uur was men het vuur meester. De oorzaak van den brand was het omwerpen van een petro leumlamp. Persoonlijke ongelukken kwamen niet voor. Woensdag voormiddag ontstond brand in de steenbakkerij vun Den Hoos onder L iderdorp in de voor de ovens gestapelde turf. De stokers die gewoonlijk tusschen de ovens en de voor stoking gereed liggende turf slapen, beseften in het minst niet het gevaar dat hen dreigde, toen gelukkig een hunner wakker werd en bemerkte aan welk dreigend onheil hij en zijn makkers waren blootgesteld. Hen te wekken, zich te kleeden en naar buiten te snellen was het werk van een oogenblik, waarna de brandweer werd gealarmeerd. Daar er eene hoeveelheid van on geveer 5000 ton turf voor de ovens lag gestapeld, moest de blussching een kolossalen arbeid vorderen, alvo rens de brand zou zijn gebluscht. Alles is tegen brandschade verzekerd. Sedert vier maanden wordt het penningmeesterscaap niet meer door den heer Van 'tLindenhout waarge nomen doch zijn door het bestuur de heeren E. J. Griffijn te Arnhem, mr. J. P. A. Graaf van Limburg Stirum te Oosterbeek en H. J. Ko per te Hees alB leden van de finan- cieele commissie voor de Weesinrich ting gekozen. De heer Van'tLinden hout wil echter de gaven blijven ont vangen om deze in de kas dezer fi nancieels commissie te storten. De grondslag waarop Neerbosch van den beginne af gestaan heeft, is hierdoor niet veranderd. Alleen met datgene, wat vroeger op hem rustte, hebben zich nu de genoemde drie heeren be last. Omstreeks kwart voor elven Dinsdag avond vervoegde zich aan het politie- posthuis aan den Diergaardesingel te Botterdam zekere A., die inlichtingen kwam vragen omtrent een in den loop van Dinsdag volgens hem ge- leegden diefstal. Aangezien men aan at posthuis van een diefBtal niets afwist, werd de man naar het bureau in de Witte de Withstraat verwezen, waama hij vertrok. Anderhalf uur later kwam hij andermaal aan het posthuis terug, thans van vier kame raden vergezeld, en eischte nu om trent den volgens hem gepleegden dief stal inlichtingen. Hem werd daarop gelast het posthuis met zijne gezellen te verlaten, waaraan met veel moeite voldaan werd, aangezien de twee in het posthuis aanwezige agenten tegen het vijftal niet opgewassen waren. A. was de laatste die het posthuis ver liet, en toen daarop de agent 3e kl. D. van Ingen de deur achter hem sloot, sloeg hij eensklaps een der ruiten daarvan stuk, waardoor die agent een stuk glas in de hand kreeg en eene hevig bloedende wonde op liep. Naar het Ziekenhuis gebracht, bleek zijne opname noodzakelijk, om dat een bloedader van de rechterhand was afgesneden. Inmiddels was door den thans nog alleen in het posthuis overgebleven agent om assistentie getelephoneerd, tengevolge waarvan weldra uit het politiebureau in de Witte de With straat eenige agenten ter hulp op daagden, die A., welke in beschonken toestand verkeerde en zich bij het in slaan der ruit aan den linkerpols eenige kwetsuren bezorgde, arresteer den en naar het bureau in de Witte de Withstraat overbrachten, waar hij in bewaring gesteld iB. Van zijne vier gezellen kon men er slechts één, ook al beschonken, machtig worden en naar hetzelfde bureau brengen. De anderen ontkwamen. (N. R. Ct.) Weeeinrichting te Neerbosoli. In de vorige week overleed te Nij megen op 91-jarigen. leeftijd de heer Van 'tLindenhout vader van den di recteur der bekende weerinrichting. Uit het woord dat de zoon aan den overledene wijdt, blijkt dat deze een groot aandeel heeft gehad in de ge schiedenis der stichting, al trad hij nimmer op den voorgrond. Zijn lijk is op het weezenkerkhof bijgezet. Naar de heer Van 't Lindenhout me dedeelt, hebben de weezen meer dan ƒ30,000 schade geleden door hetgeen over de inrichting in den laatsten tijd geschreven werd, en hij hoopt dat de aanstaande feestdagen deze bres in de kas zullen stoppen. Dinsdag sloeg op den weg tusschen Kloetinge en Kapelle een paard met een rijtuig, waarin eenige personen zaten, op hol. Een 70jarig inwoner van Ierseke trachtte zich te redden door uit het rijtuig te springen, doch bekwam daarbij een hersenschudding, waaraan hij een half uur na zijne thuiskomst overleed. Nog drie zijner medepassagiers bekwamen op dezelfde wijze verwondingen. Koloniën. Inbraak in een station. Dinsdagochtend wilde de stations chef te Voorschoten als naar gewoon te de sleutels nemen van de geld- lade en kwam toen tot de ontdek king dat zij verdwenen waren. Hulp was spoedig ontboden, men brak de lade open en nu bleek dat eene som van f118, welke daarin aanwezig moest zijn, verdwenen was, De kan toorsleutel was met een valschen sleutel geopend. Tevens werd vermist een van de vier sleutels waarmee] de wissels worden verzet. Bij onderzoek bleek dat de wissel omgezet, en dat de lantaarn, die als sein moest die nen, in de sloot geworpen was. Een groot onheil is door deze ontdekking voorkomen, daar een in aankomBt zijnde trein ongetwijfeld had moeten derailleeren. Van den dader is niets bekend. Hij moet echter met de inrichting van het station bekend zijn, dat blijkt uit alles. Woensdagavond werd in het „Paleis", directie de Groot, het volgende pro gramma afgespeeld onder het aan lokkelijk opschrift „Bij deze voorstelling zal aan elk bezoeker gratis een nummer worden uitgereikt voor de verloting van een ^Gouden Remontoir Horloge", welk nummer door een bezoeker zal wor den getrokken onder de voorstel ling." Programma No. 1. 4e bedrijf uit „de Hugenoten" van Meijerbeer. 2. Groot Oostersch Ballet-divertis sement. 3. Trekking van het nummer. 4. Asschepoes. Hoofdpersonen in de Hugenoten waren: Slej. Vermeeren en de heeren Maurits de Vries, v. Loo en Dons. Hoofdpersonen in Asschepoes Mevr. Rössing-Sablairolles, Mej. A. Mulder en de Heer Jan Malherbe. En dat alles tot bevordering der dramatische kunst. O, arme Meijer beer, wiens werk zoo uit haar verband wordt gerukt I Arme artisten, die tot een dergelijke kermisachtige bombast moeten medewerkenArm publiek, dat lust heeft zoo een voorstelling te gaan bijwonen. Hoewel, er valt een gouden remontoir-horloge bij te win nen, en dan slikt men al heel wat bij een dergelijk twijfelachtig kunst genot. Lombok. *2 Aan de J.-B. wordt dd. 30 October uit Ampenan geschreven De noordwestelijke rand van Ma- taram, Mondjok genaamd, is nog niet geheel van vijanden gezuiverd volgens ingewonnen berichten is deze plaats nog bezet door zekeren Wa jang Djilautiek met plm. 30 volge lingen, die zich ten doode gewijd hebben. Den 28sten October is het 6e ba taljon met 1 sectie bergartillerie on der commando van den luitenant kolonel Erackers in de richting van Rem bega uitgerukt om de streken in die buurt te verkennen. Dat batal jon kwam om lOJf ure v.m. te Am penan terug en had niets bijzonders op zijn weg ontmoet. Ook het 7e ba taljon onder den majoor Willems maakte den volgenden dag eene ver kenning over Mataram-poeri langs Pagasangan-Oost en Sekar-Bela. Te Pagasangan-Oost werden een 15 tal granaten geschoten op vluchtende Baliërs in de richting van Abean Toeboeh. De uitwerking was nihil. Door de Borneo werd onlangs een Balineesche 'vlerkprauw ingerekend, die van Telok Kombo naar Karang Asam (Bali) koers zette. De prauw werd gevisiteerd en daarin een tal beschreven lontarbladen gevonden, die zorgvuldig onder eenige kleeding- stukken waren opgeborgen. De vijf opvarenden werden toen in verzeker de bewaring genomen. Hoewel niet in verzekerde bewaring, doch onder streng toezicht, bevinden zich alhier de Sassaks Mohamad Noer en Abdoel Latip, die steeds in de naaste omgeving van den radja zijn geweest en dus meer van de zaken welke voorgevallen zijn moeten weten, dan zij voorgeven. Mohamad Noer was de geheimschrij ver van den radja en fungeerde te vens als notaris bij het sluiten van contracten, aankoop van goederen enz. Abdoel Latip waB pembekel van Poenia, doch werd door den radja als schrijver gebezigd. Beiden ver klaarden op den nacht van de over valling (26 op 27 Augustus) uit Tja- kra Negara te zijn gevlucht, hetgeen niet aanneembaar is. Den 29en October, juist een maand i de vermeestering van Mataram, heeft de le luitenant Broekman het tijdelijke met het eeuwige verwisseld. Kalm en zonder de minste pijn gaf hij den geest, na nog den vorigen dag aan eenige kameraden, die hem bezochten, te hebben medegedeeld, dat zijne wond mooi genas en hij meer gevoel kreeg in zijn beenen, zoo zelf dat de wetenschap, die hem reeds had opgegeven, een oogenblikje daar door in dwaling werd gebracht. De teraardebestelling had des na middags om 4 ure met de meest mo gelijke plechtigheid plaats en werd bijgewoond door bijna alle officieren van Ampenan. De overste Scheuer, onder wien Broekman had gediend, kwam met zijn adjudant en het vaan del van Pagasangan-Oost over om de begrafenis bij te wonen. In de meest roerende bewoordingen, waardoor alle aanwezigen werden bewogen en die menigeen een traan afperste, her dacht de overste Broekman's schit terende hoedanigheden en bedreven heldenfeiten: roemde hem als een dapper officier en zeldzaam helden figuur. Het was den overste, die tot sniïkens toe bewogen werd, aan te zien, dat de woorden door hem ge sproken uit de diepte van zijn hart voorkwamen en werkelijk gemeend waren. Na den overste Meld domine Ofïerhaue, die Mer voor 't eerst spral een sierlijke grafrede. De hoofdweg van Ampenan wordt opgehoogd en doorgetrokken naar de ijzeren brug, van waar hij verder doorloopt tot den nieuwen weg Ka- leh-Pagasangan. Voor den aanleg der wegen worden Sasaks gebezigd, die bewijzen leveren goede aardwerkers te zijn, hetgeen zij trouwens reeds gedaan hebben bij het opwerpen der hooge en breede aarden wallen om Mataram en bij Aroeng-Aroeng. Uit Lombok kreeg het Soer. Hand., het volgende bericht In den reusachtigen boom bij het oude bivak Mataram, waar thans een belegerings-batterij is verrezen, is een geblindeerde uitkijk aangelegd. De daarop geplaatste wacht bestaat uitsluitend uit scherpschutters, die eiken Balinees die over de muren durft te kijken, een kogel toezenden met een adres er op. Vandaar dat hun bescMeting van onze werklieden weinig vruchten oplevert. Daar zij geen gelegenheid hebben om te richten, scMeten zij maar in den blinde weg Onlangs werd in een correspon dentie melding gemaakt van een adjudant-onderofficier van het 6e ba taljon, die met levensgevaar de kist waarin het geld van den raad van administratie geborgen was, heeft ge red, zoodat die gelden konden wor den medegenomen. Velen weten niet dat dit feit door den adjudant-onder- offiicier Wunnink werd verricht, die behalve dat, ook nog de vivres uit de aan de Poerie grenzende keukens heeft gered, waardoor de achterge bleven compagnie-Kamerman niet van voedsel was verstoken. Deze onderadjudant heeft bovendien onze driekleur gered van den smaad om in 'svijands handen te vallen, door dat hij den vlaggestok onder een he- vigen kogelregen wist te bereiken en de vlag nederhaalde en later op den Dewatempel deed bevestigen. Hij was het, die bij den terugtocht naar Ma taram het vaandel van het 6e batal jon onder een overstelpend vuur des vijands en nadat de vaandelwacht was gesneuveld, behouden in den Dewatempel te Mataram bracht. Aan hem dus onzen dank. (Bat. N.) Dinsdag is de duitsche Rijksdag geopend. In de troonrede is Gods zegen af gesmeekt over het nieuwe gebouw. Verder wordt daarin het volgende Bij het streven naar bescherming en hoogere maatschappelijke en zede lijke ontwikkeling, gebiedt de plicht krachtiger op te treden tegenover de daden van hen, die de overheid de vervulling van haren plicht trachten te beletten. De verbonden regeeringen achten eene aanvulling van het ge- meene reoht noodzakelijk. Het wetsontwerp dat zal worden ingediend wil in hoofdzaak de bescher ming der maatschappelijke orde ver sterken door uitbreiding der strafbe palingen. Verder werd een wetsontwerp aan gekondigd tot verbetering van het procesrecht in straf- en civiele zaken, waarbij schadevergoeding gegeven kan worden aan onschuldig veroordeelden. Het beurswetontwerp en het voorstel betreffende de onedele concurrentie worden nog voor deze zitting in het vooruitzicht gesteld. Het wordt voor onmogelijk ver klaard, nieuwe belastingbronnen to openen, dientengevolge zullen het tabaksbelastingontwerp en het voor stel over de verhoudingen der finan ciën van het rijk tot die der afzonder lijke staten weder ingediend worden. Van de hoogere bijdragen, welke voor de afzonderlijke staten geëischt wer den, ziet de regeering echter af. „Het uitzicht op het behoud van den vrede is opnieuw grooter geworden," gaat de troonrede voort. „Getrouw aan den geest |der ver bonden, onderhouden wij met alle mogendheden goede vriendschappe lijke betrekkingen. In twee aangren zende rijken hebben onlangs diepin grijpende gebeurtenissen plaats gegre pen. Duitschland heeft zich oprecht aangesloten bij de betuigingen van deelneming van alle zijden, (die ge tuigenis afleggen van de solidariteit van de menschelijke gevoelens en de vredelievende wenschen. In den over leden keizer Alexander II betreuren wij een vriend en getrouwen mede werker aan het werk van den vrede." De keizerlijke oorkonde, die bij het van den sluitsteen van het nieuwe gebouw van den Rijksdag voorgelezen is, brengt den doorluchten stichter van het rijk, keizer Wilhelm I, en diens met roem bekroonden zoon in herinnering wien het niet vergund was de voltooiing van het werk te aanschoawen. Evenals de keizer hunne herinnering dankbaar zegent, zal ook hun aandenken altijd bij het volk blij ven voortleven. Tot eer van het Duitsche vaderland verheft zich het gebouw en legt het getuigenis af van Duitsohlands nijverheid en macht. De mannen, die geroepen zijn de welvaart van het Rijk te bevorderen, zijn vervuld met een geest van gods vrucht, vaderlandsliefde en eendracht. Het gebouw is een vermaning der vaderen om zorg te dragen voor datgene, dat door den strijd verkre gen is. Bijna alle bladen te Berlijn bespre ken in hunne hoofdartikelen de ope ning van den Rijksdag, in verband met de inwijding van het nieuwe gebouw voor den Rijksdag. Hierbij komt veel ontevredenheid aan het licht. Sommigen zijn zeer gebelgd dat de, door de bouwcommissie uitdruk kelijk goedgekeurde opdracht„Aan het Duitsche volk", om onbekende redenen is weggelaten, en zoeken hierachter eene bijzondere bedoeling. Anderen zijn ontstemd hierover, dat de openingsplechtigheid door de ge- heele wijze waarop zij geregeld was, niet meer indruk maakte dan ieder ander hoffeeet, terwijl de inwijding niet eens in de zittingszaal maar eenvoudig in de wandelgangen en in een voorhal plaats had en den voor zitter van den Rijksdag met het ver dere bestuur daarbij zelfs eene plaats werd aangewezen achter bevelvoerende generaals enz., terwijl de Rijksdag hier toch eigenlijk de rol van gastheer had behooren te spelen. Men zegt dat in deze kleinigheden weder aan den dag treedt, welk eene bescheidene plaats de volksvertegenwoordiging in het algemeen nog in DuitscMand inneemt, enz. Nog anderen drukken den wensch uit, dat in het nieuwe paleis door groote mannen den in vloed en het politieke aanzien van het parlement moge toenemen, opdat de uiterlijke pracht van het gebouw met de innerlijke macht der volks vertegenwoordiging in overeenstem ming kome. De Bulgaarsche Sobranje heeft nu eene beslissing genomen over de ver kiezing van den bekenden leider der Russisch-gezinde partij, ZankofE Bij de jongste Sobranje-verkiezingen trad te Bela Slatina tegenover Zan- kofï de oud-minister Tontscheff in het strijdperk. Tontscheff werd geko zen, maar Zankoffa aanhangers be weerden, dat hun leider eigenlijk de meerderheid had behaald. De Sobranje heeft nu besloten de verkiezing voor ongekozen te verklaren en eene nieuwe stemming uit te schrijven. hoe zeer zij hem liefhad. Wat Sarah betreft zij trachtte niet zichzelve noch anderen te misleiden. Zij legde haar voorhoofd op de kleine tafel en brak in een bitter schreien uit. Deborah snelde op haar toe, en het eerste wat zij deed was haar hoed afnemen, want waarum zou zij dezen bederven evenals zich het hart bre ken Terwijl zij echter het hoedje redde, trachtte zij het hart te troosten. „Hoe heeft hij je kunnen verlaten Hoe heb je hem kun nen laten gaan? Je zult het niet overleven." „MisscMen niet, ik vertrouw op den Hemel." „Schrei zoo niet liefste," snikte Deborah. „Over een of twee maanden zal hij wel terugkeeren, en dan geef je wel toe." „Neen. Ik kan slechts om hem schreien, en op de Voor- (ienigheid hopen zooals ik deed, toen ik bemerkt had, dat men mij had bedrogen. Ik hoopte toen niet te vergeefs. Breng mijn kind eens bij mij." Deborah haalde Lucy en zette die neer op haar schoot, waarna de dochter door de moeder werd geliefkoosd, terwijl deze nog steeds Eehreide. Maar wat zag Deborah daar? Jo seph Pinder verscheen weer aan het poortje met zijn koffer in zijn hand. Zij snelde haastig op hem toe en fluisterde hem in „Nog niet, dwaze jongen je moet niet binnen een week terugkeeren; dan zal zij wel handelbaar zijn." „Ik kom volstrekt niet terug," ze de Pinder luid en uit dagend. „Het is alleen eene beleefdheid. Een heer en eene dame uit Amerika zoeken overal naar haar." Hij hield het poortje open en verzocht een heer en dame binnen te ko men. Zij kwamen naderbij en liepen op zijn verzoek den tuin binnen. Sarah had een scherp gehoor. Zij hoorde elk woord, en haar glimlach vol hemelsche liefde vermengd met wereldsche zegeviering bij het hooren van Pinders Btem en hare ont goocheling waren merkwaardig om te zien; daar zij echter geschreid had, kon zjj hare bezoekers niet onmiddellijk te woord staan; zij droogde hare oogen en trachtte haar gelaat een uitdrukking van kalmte te geven. Juist op dat oogen blik wees Pinder zonder een woord te spreken in hare rich ting en Salomon Grace liep met ernstig gelaat door den tuin en ging stijf rechts naast haar staan. Juffrouw Grace trad ook naderbij, maar bleef meer op een afstand. Eene groote plechtigheid kenmerkte al hunne bewegingen. In plaats van weer heen te gaan bleef Pinder met zijn koffer in zijne hand op zijde staan, en snel werden eenige woorden tusschen hem en Deborah gewisseld. „Je bent hier gekomen uit beleefdheid; waarom blijf je dan nog?" „Uit nieuwsgierigheid," beet Pinder haar toe. Zoodra juffrouw Mansell Salomon Grace zag, zeide zij haastig „O mijn goede vriend, u hier Wees welkom Beide handen strekte zij naar hem uit. Hij drukte dio en zeide plechtig: „Wij brengen u ernstig nisuws." Bij het hooren van „wij" keerde Sarah zich om en zag juffrouw Grace voor zioh staan. Zij verwelkomde haar juist zooals zij haar echtgenoot had ontvangen. Lucy maakte eene schoolsche buiging voor beiden. Er waB een oogenblik van Btilte. Grace en zijne vrouw keken elkaar aan. „Ja, je kunt het haar mededeelen," zeide Elizabeth. Sarah Maneell zag hen doordringend aan. „Ja, u kunt het mij mededeelenwie mij misleidt is van dat oogenblik af dood voor mij." Zij vermoedde half de waarheid. Sommige vrouwen kunnen in een oogwenk alles opmerken uit gelaats trekken, manieren en bij omstandigheden. Dit was hier ook het geval. „Ja," zeide Elizabeth, „het doet mij genoegen, dat u er op voorbereid zijt. James Mansell is niet meer." Grace overhandigde haar nu Mansells doodakte. Juffrouw Grace vervolgde: „Hij stierf in het gasthuis,be rouwvol en vergiffenis smeekende aan hen, die hjj had ge- grield. Juffrouw Mansell, ik stond aan zijn sterfbed en heb hem vergiffenis geschonken." „En dat doe ik ook," zeide Sarah. „Ik vergeef hem van ganscher harte evenals ik ook eens vergeving hoop te ver krijgen," en zij sloeg hare oogen ten hemel. Terwijl dit plaats greep ging Deborah achter Pinder staan die ernstig ieder woord aanhoorde, en nam kalm den koffer uit zijne hand en vervolgens zijn hoed; beide overhandigde zij aan het dienstmeisje en verzocht haar die weg te brengen. Susan begreep onmiddellijk wat haar te doen Blond. (Slot *ol#t.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1894 | | pagina 2