lei@?@?ke§fdiksiit. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. 12e Jaargang Zaterdag 8 December 1894. No. 3509 ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIËN: J. C, STADSNIEUWS. FEUILLETON HAARLEMS DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65. Afzonderlijke nummers0,05. Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30. franco per post 0,37J. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat X-X, Haarlem. Telefoonnummer 132. van 15 regel» 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents. Groote letters naar plaatsruimte. By Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cents per regeL Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren en cour antiera. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE ét Co.y JOHN F. JONESSucc., Parijs 31bit Faubourg Montmartre. Het Bijvoegsel van het blad dat Zaterdagavond verschijntzal bevatten Een Gelukskind.Haarlemmer Hal letjes CCXX. Nabetrachting van den Gemeenteraad. Binnen- en Buiten- landsche berichtenVaria. Adver tentiën enz. Nota's, Rekeningen, Wissels, Qui tantiën, Brievenhoofden, Memoranda en alle overige Drukwerken, die op kantoren voorkomenworden ter Stoomdrukkerij van dit blad goed- billijk en vlug gedrukt. De Directeur-Uitgever, Haarlem7 Dec. 1894. RAADS VERGADERING van Woensdag 5 December. Verplaatsing der cholerabarak. De Voorz. zegt het navolgende B. en W. hebben de cholerabarak moeten verplaatsenzij hadden geen tijd een Raadsvergadering af te wach ten en hebBen gemeend dat de beste plaats was het Harmenjansenveld. Weldra zal de verplaatsing gereed zijn. De koeten zijn f1500.en de f1000,verleden jaar voor de cholera toegestaan, waren niet voldoende, zoodat B. en W. een krediet van 12500.vragen. De heer Lodewijks meent dat die plaats geen aanbeveling verdient. Er is geen duinwater en het spoor loopt er vlak langs50 60 treinen pas- eeeren daar. De nabijheid der vuil nisbelt is ook niet gewenscht voor een ziekenin rich ting. Op deze wijze zal van de barak geen gebruik meer worden gemaakt. Het spijt spreker dat deze plaats gekozen is. Voorz. Ik geel dadelijk toe dat een bezwaar is dat de spoor er vlak langs Wij hebben nietzooals gewoonlijk dit verslag afzonderlijk bij ons No. van gisteren gegevenomdat daartoe de zet ters op St. Nicolaasavond hadden moe ien werken. Boven vermelden wij nu alleenwat niet in ons beknopte verslag van het Nr. van den 5den voorkomt. loopt, maar de cholera is een ziekte van dien aard, dat voorbij gaande trei nen de genezing niet zullen in den weg staan B. en W. wist geen ander terrein om de barak te brengen. Voor den naam mag het niet schoon klinken, dat de barak vlak bij de vuilnisbelt is maar een voordeel is dat het ontsmetten der iaeces vlak bij kan plaats hebben. Ook kan er vanwege de gemeentereiniging toe zicht worden gehouden op de barak. Het mag een buitenhoek zijn, hij ligt slechts zeven minuten van de groote markt af en de Raad heeft besloten de barak buiten de stad te plaatsen. Bovendien komen in dat kwartier de meeste gevallen van epi demische ziekte voor en duinwater is er wel degelijk. Tjeenk Willink. Ik heb met de zaak vrede gehad, denkende dat nu de vuilnisbelt wel zou worden ver plaatst. De .toegang tot onze stad is werkelijk niet een van de fraaiste, ik ken weinig plaatsen waar de toe gang zoo bedorven wordt. De quaestie der nabijheid van het spoor laat ik in het midden maar het stelt mij te leur, dat u M. de V. die nabijheid der belt opgeeft als een voordeel, daar hierdoor mijn hoop op de verdwij ning daarvan in rook verdwijnt. van den Berg. Het isolement van die barak zal haar niet practisch- bruikbaarder maken. Niemand min der dan Virchow heeft gezegd, dat een barak haar kracht moet ontlee- nen aan de nabijheid van een zieken huis. Hier zou men missen alle ge makken die dadelijk noodig zijn. Het is echter gemakkelijk iets af te keu ren zonder er iets voor in de plaats te stellen* Ik had het oog gehad op den tuin van het Stads-Armen- en Ziekenhuis. De Voorz. doet opmerken dat aan deze plaats niet is gedacht, maar de tuin zou voor een groot deel ervoor opgeruimd moeten worden. Er is nog een bepaalde reden maar die wenscht spreker hier niet te zeggen, waarom B. en W. niet die plek konden voor stellen. Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel van B. en W. goedge keurd. Hulpbureau van politie. Wordt voorgesteld dit te plaatsen Oranjestraat hoek Oraojeboomstraat. De heer van den Berg vraagt of het daar staan kan. De Voorz. antwoordt dat het op het trottoir komt te staan. De heer Hugenholtz vraagt of het niet dichter bij de Leidschevaart kan. De Voorz. antwoordt dat aan de voorgestelde plaatsing voordeelen zijn verbonden omdat het daar een kruis punt is. De heer Stolp vraagt of het plan is ook een hulp bureau te plaatsen op het Leidscheplein. De Voorz. antwoordt dat dit aan vankelijk het plan was, maar dat men van dat punt heeft afgezien. Het voorstel wordt goedgekeurd. Punt 2. Herstemming over het voorstel van B. en W. om gunstig te beschikken op het verzoek van H. Scholten tot wederinhuring van grond bij zijn hótel in den Hout, maar tot afwijzing van zijn verzoek tot verleg ging van het daarnaast gelegen voet pad en de afsluiting daarvan. Hoewel een nieuw voorstel is in gekomen, acht de Voorz. het beter het voorstel van B. en W. toch weer in stemming te brengen. De heer van Styrum is het niet eens dat het noodig is nu te stemmen over een beschikking die adressant zelf niet meer verlangt. De Voorz. antwoordt, dat hij geen vrijheid vindt uit een formeel oog punt, om het besluit der vorige ver gadering om nu opnieuw te stemmen, ongedaan te maken. Na eenig debat wordt het voorstel van B. en W. in stemming gebracht en verworpen met 16 tegen 8 stem men. 1 buiten stemming. Het rader verzoek wordt nu gesteld in handen van B. en W. om advies. Punt 3. Voorstel van B. en W. tot vaststelling van een door den Burge meester bij het College ingediende gewijzigde verordening der gemeente politie alhier. Art. 9. De agenten der 4e klasse worden, in de gevallen bij artikel 4 voorzien, bij beurten volgens een daar van op te maken rooster, in dienst geroepen. H Hooft Er is geen moeilijker taak dan agenten 4e klasse te kiezen. Men kiest ze zonder te weten of er politie- bloed inzitmen kiest brave mannen die jzooals men dat noemt vrij zijn van sterken drank en van zichtbare gebreken; dit zijn alle negatieve qualiteiten, de groote qualiteit van geschiktheid zal eerst voor de erva ring {blijken. Men zal dus licht mis tasten en moet men nu het hoofd der politie noodzaken om voor de diensten als in art. 4 aangewezen de men8chen te nemen naar rooster De een zal zich onderscheiden door een sterk gestel, de ander door tact, een derde door volslagen ongeschiktheid althans bijna geheele ongeschiktheid. Het is beter de keuze geheel over te laten aan het hoofd der politie en ik stel daarom het volgende amende ment Jvoor, om na den eersten regel na het woord „voorzien" te laten vol gen naar gelang hunner geschikt heid voor den van hen gevorderden dienst Dit wordt ondersteund. Krol. Ik maak wel eens gebruik van die agenten 4e klasse als mijn huis leegstaat. Gaat het volgens roos ter dan kon ik wel iemand krijgen die minder geschikt is voor zijn taak. Is het hoofd der gemeente vrij inde keus, dan wordt dat voorkomen. Van Styrum. Ik voel veel voor het denkbeeld, maar het komt mij voor dat wij eenvoudiger doen door er niets over te bepalen en het geheele artikel 9 af te stemmen. H Hooft. Die gedachte is ook bij mij opgekomen, maar men is ge neigd den schijn zelfs van willekeur te vermijden. Het is hard voor beste, brave mannen met groote ge zinnen en met den besten ijver, dat zij moeten worden voorbijgegaan, maar de politie is geen instelling van lief dadigheid. Hier is maar een vraag wie is de beste man voor dien dienst Ik wou dat wel met zooveel woor den zien uitgedrukt als de zienswijze van den Raad. Vocrz Ik dank den spreker voor de welwillende woorden gesproken tot het hoofd der politie. Er is geen be zwaar tegen^het amendement en ik ben het wel met hem eens. Alleen is mij niet gebleken dat het artikel aanleiding heeft gegeven tot moei lijkheid. Klein. Het komt mij toch beden kelijk voor, in 't amendement-'t Hooft wordt gesproken van ongeschikten maar als er sprake is van ongeschikt heid, dan hooren ze er niet. H Hooft. Ik hoor dit met genoegen. Als iemand ongeschikt is zal dit een goede vingerwijzing zijn voor den man om maar met de schaatsen van het ijs af te blijven. Als hij geen voor uitzicht heeft om ooit 3e klasse te worden, zal hij wel heengaan, men hoeft hem niet eens te ontslaan. Het amendement-'f Hooft wordt aangenomen. De heer Enschedé, als pas gekomen, is buiten stemming. Het artikel wordt in stemming ge bracht en aangenomen, Tegen de heeren van Styrum, Macaré, Klein en van Lennep. Bijvoet. Naar aanleiding van het gebeurde bij de begrafenis van onzen oud-burgemeester Iordens, zou ik wil len vragen of het niet mogelijk was dat het hij een volgenden keer wat ordelijker ging. Niet alleen liepen kinderen over de graven en klommen in de hoornen, maar de plaats voor de familie werd ingenomen niet enkel door het publiek, maar ook door de doodgravers die daar zeker allerminst behoorden. Voorz. Het heeft reeds mijn aan dacht getrokken dat een en ander de plechtigheid der begrafenis niet heeft verhoogd. De zaak is evenwel zeer moeilijk, men staat altijd voor ge heele of gedeeltelijke uitsluiting van het publiek. Evenwel zal de wenk van den heer Bijvoet in acht worden genomen. Bij de gebruikelijke rondvraag zegt de heer Kol: Er staan 's avonds en 's nachts zeer veel karren onbeheerd; dit is een groot ongerief voor de bur gerij. Vroeger heb ik dit al eens ter sprake gebracht en is een tijdlang de toestand zeer dragelijk geworden, maar langzamerhand is men weer in 't oude zog gekomen, zoo het niet erger is dan toen. Ik vestig hier de aandacht op vertrouwende dat de ijver van den commissaris van politie dien toestand wel zal kunnen verbe teren. De Voorz. belooft overweging. Werkstaking van de Bak kersgezellen. Wij kunnen dit relaas aanvangen met de verklaring, dat (voorshands tenminste de werkstaking niet is ge slaagd. Reeds Donderdagavond te zes uur was dit te vermoeden. Op dat uur toch komt de nachtploeg van de Haarlemsche Brood- en Meelfabriek aan den arbeid en daar zooals bekend is deze fabriek aan het hoofd staat der haarlemsche bakkerijen, was het van veel belang of in deze fabriek de gezellen staakten of niet. Op dat uur was dan ook een groote menigte,bestaande uit gezellen en uit nieuwsgierigen voor de deur derBrood- fabriek welke toegang door agenten van politie werd opengehouden. Uit voor zorg had men de dagploeg die anders te 6 uur heengaat, nog gehouden om voor 't geval dat de nachtploeg niet opkwam, toch te kunnen doorwerken, maar de maatregel bleek overbodig te zijn, want ongeveer half zeven wa ren acht van de veertien man die de nachtploeg vormen, present en circa zeven uur waren ze er allen op éen na. Een had, wat geoorloofd is, een plaatsvervanger gesteld. Intusschen waren de stakers die voor de fabriek stonden met huil bord dat een vergadering te zes uur in Felix Favore aankondigde, daar heen getogen en volgden de verslag gevers der pers binnen eenige oogen- blikken. Wij werden tot de vergadering Naar het engelsch van CHARLES READE. 35) HOOFDSTUK XH. Aldus ontwapend ging Joseph op een stoel Ritten op eenigen afstand van de anderen en Lucy zette zich oogen- biikkelijk op zijn knie neer met haar arm om zijn hals. Sarah scheidde voor het oogenblik van hare amerikaansche vrienden, maar vroeg hun adres om hun nader gastvrijheid te verleenen. Het was een plechtige dag, en ofschoon zij volstrekt geen valsche droetheid wilde veinzen, gevoelde zij toch, dat het geen dag was om gasten te ontvangen. Nadat zij de Graces uitgeleide had gedaan tot het poortje en daar afscheid van hen had genomen, wandelde zij langzaam naar het huis terug. Haar blik viel nu op Pinder, met Lucy op zijn knie. Zij bleef staan en sloeg dat schouwspel gade. Juist verscheen de meid in de deur met de mededeeling, dat het middag maal gereed was. Sarah glimlachte het tweetal vriendelijk toe, en zeide„Kom lieisten." Beiden kwamen; Joseph zeer bedremmeld. Sarah sprak met geen woord over zijn kortstondig verzet. Hij van zijn kant deed zijn best om haar dien eenen twist te doen ver geten. Dit was evenwel geheel overbodig, wat zij hem dan ook toonde. Zij dacht er geen oogenblik aan, dat hij ongelijk had gehad, alleen stelde zij zichzelve in het gelijk, maar liet hem dat geenszins blijken. Zij had hem lief. Toen hij na een behoorlijken tijd gewacht te hebben er beschroomd op zinspeelde haar binnen niet te lang tijdsver loop de zijne te mogen noemen, sloeg zij hare oogen wijd open, en zeide: „Wanneer je maar wilt. Ik wacht slechts op jouHij was hierover verbaasd, maar dit belette niet, dat hij haar verrukt aan het hart drukte. Bij het teedere gesprek, dat op deze omhelzing volgde, zeide hij gevreesd te hebben, dat zij een uitstel van een jaar zou hebben gevraagd. „Ik niet," zeide zij, „zelfs geen maand. Ik heb ongetwij feld mijne eigen ouderwetsche begrippen omtrent betame lijkheid, maar wanneer het uiterlijke vormen geldt zal ik tegenover jou geen bezwaren maken. Wat bekommer ik mij om etiquette? Ik ben geen dame." (Ik ben er niet zoo ge heel zeker van, dat zij dat niet was.) Zij trouwden nu spoedig, en wetldra bleek Joe Pinder hoe zeer zij hem liefhad. Zijn geluk is bijna volkomen en des te zoeter nu hij er zoo lang op heeft gewacht, er voor heeft geleden, het hem geheel had verlaten, om het daarna half en eindelijk geheel te genieten. Voor de buitenwereld zijn zij nijvere handelaars, vlijtig en uitstekend voor de zaken en tevens liefdadig; toch is hunne levensgeschiedenis romantischer dan die van negen tien van de twintig dichters. Deborah zocht weer ijverig naar een echtgenoot. Op een Zondagnamiddag zag Lucy, met een goed boek voor zich, hoewel niets aan haar blik ontging, dat drie geschikte par tijen haar het hof maakten over het tuinhek. Lucy vroeg haar nu met wien zij ging trouwen. „Hoe kan ik dat zeggen?" zeide zij. „Zijn ze dan alle drie zoo aardig?" was Lucy's slimme vraag. „Zij zijn alle drie aardiger dan geen van allen," was De borahs antwoord. „Weet u tante Deborah wat ik denk Dat u nooit meer zult trouwen." „Dat is goed nieuws voor mij. En waarom niet?" „Omdat huwelijken in den hemel worden gesloten." Het is niet aan mij om de toekomst te voorspellen, maar naar wat ik heb opgemerkt aan de Lucy Mansells, die ik heb ontmoet, zou ik verwachten, dat deze jonge dame op zeventienjarigen leeftijd bizonder zeiig en teruggetrokken maar tevens een jong uilskuikentje moet zijn. EINDE.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1894 | | pagina 1