AANPLAKBILJETTEN. HET SPOOK TAB ROOKFIELD. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. 12e Jaargang Vrijdag 14 December 1894 No. 3514 ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIËN: J. C. PEEREBOOM, l m n o STADSNIEUWS. FEUILLETON HAARLEMS DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20. Franco door het geheele Kijk, per 3 maanden 1,65. Afzonderlijke nummers0,05. Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30. franco per post 0,37 Dit blad verBchijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat Haarlem. Telefooiiiinmmer 122. van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cents per regel. Abonnementen en Advertentièn worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiere. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangére G. L. DAÜBE dé Co., JOHN F. JONES, Snee., Parijt 31 fnj Faubourg Montmartre; BILJETTEN voor Veilingen en Aanbestedingen, voor Feesteiyk- beden, Concoursen ete. kan men ter Stoomdrukkerij van dit Blad tot hoogst billijken prijs latei drukken. Aieuwste Lettersoorten. Spoe dlge aflevering. De Directeur-Uitgever Een telegram uit Batavia aan het Nieuws van den Dag meldt Generaal Vetter is ziek en keert waarschijnlijk naar Batavia terug. Haarlem13 Dec. 1894. Aanbesteding. F- Vanwege het Ministerie van Water staat, Handel en Nijverheid werd heden aan het gebouw van het Pro vinciaal Bestuur alhier aanbesteed Plo. Het voltooien van den aanleg eener vischhaven en het maken der bijbehoorende werken, deeluitmaken de van de uitbreiding der sluis- en havenwerken te IJmuiden. Raming 1577.000. P-Van de 13 ingekomen biljetten was dat van A. Volkers en P. A. Bos te Sliedrecht en Gorinchem het laagst voor f 441900. 2o. Het verdiepen van de vaargeul langs den strekdam in het open IJ, behoorende tot de werken der verbe tering van het vaarwater buiten den afsluitdijk bij Schellingwoude. Raming 195.700. Van de 13 ingekomen biljetten was dat van A. Volker en P. A. Bos te Sliedrecht en Gorinchem het laagst voor f59300. 3o. Het uitvoeren van baggerwerk in het Noordzeekanaal. Raming f15.000. Van de 2 ingekomen biljetten was dat van A. van der Vlies te Zalt- Bommel het laagst voor f12300. 4o. Het leveren van 910 scheepston grove en gewone stortsteen (Drentsche- Noorsche- of Brabantsche keien ol basaltstortsteen) en het bestorten der Heldersche zeewering, behoorende tot de rijks zeewerken, in de provincie Noord-Holland. Raming f4000. Van de 5 ingekomen biljetten was dat van J. L. Burgers te Zutphen het laagst voor f 3332.875. 5o. Het aanbrengen van voorzienin gen aan de basaltmuren om de haven op Vlieland, behoorende tot de zee- werken in Noord-Holland. Raming f3180. Van de 6 ingekomen biljetten was dat van G. D. van Doorn te Amster dam het laagst voor f 2760. En vanwege [de Genie werd mede heden aanbesteed lo. Het maken van een munitie magazijn bij het Rijnlandshuis te Haarlemmerliede en Spaarnwoude. Raming f47500. 2o. Het wijzigen en maken van het aardwerk voor het werk aan de Lie- brug. Raming f9700. Voor het le perceel kwamen 20 biljetten in waarvan dat van A. de Groot te Heukelom het laagst voor 140.900 en voor het sub 2 genoemde 11 biljetten en was dat van J. van Noordenne te Utrecht het laagst voor f7890. De heer Van Hamel, hoogleeraar te Groningen, trad gisteren voor een zeer talrijk gehoor in Teylers gehoor zaal op met een boeiende voordracht over fransche poezie. De Gemeenteraad te Amsterdam benoemde Woensdag tot leeraar in de Duitsche taal en letterkunde den heer B. J. Terbrugge, leeraar aan de H. B. S. met 5-jarigen cursus, alhier. Crescendo. De avond van Woensdag was voor de mannenzangvereeniging „Crescen do" een bizondere avond; een con certavond, die zich niet enkel onder scheidde door een rijkere aanwending van muzikale hulpmiddelen, maar die tevens de verwezenlijking was van een sinds lang gekoesterd plan. Toen de liedertaiel dezen zomer bij gelegen heid van een pleiziertochtje een be zoek bracht aan den heer Heinze op zijn villa „Caecilia" te Muiderberg, was de ontvangst aldaar zoo joviaal en gulhartig, dat bij de liedertaiel sterker dan ooit zich de drang deed gevoelen den vriendelijken componist wederkeerig een blijk van hulde en vriendschap te geven, door bij haar eerstvolgend concert waarbij Heinze beloolde tegenwoordig te zijn een belangrijke plaats aan zijne werken in te ruimen. Dit althans meen ik te hebben verstaan nit de redevoering die onder de pauze door den presi dent, den heer Savrij, werd gehouden. In overeenstemming hiermede was het eerste deel van het programma wat het koor betreft, geheel gewijd aan wer ken van Heinze, en de uitvoering was zoo,dat zij inderdaad als een hulde kon gelden. Vooral het eerste nummer: Bede werd uitmuntend gezongen. Aan den bariton-solist een bizonder woord van lof! Het tweede koorwerk Ave Maria was mede van den kant van 't koor zeer lolwaardig dat de tenor partij bij den heer Joh. J. Rogmans, die dezen avond zijn medewerking verleende, in goede handen was, be hoeft niet gezegd de totaalindruk van deze uitvoering was evenwel niet schitterend. Daargelaten dat mij het eerste gedeelte te {gerekt voor kwam was het orkest inzonderheid in dit werk alles behalve gelukkig. Klank en stemming lieten te wen- schen over en enkele vergissingen bij de houten blazers waren bepaald sto rend. Gelukkiger was het nieuwe aan de Liedertaiel opgedragen koor Komt de LenteFlink waren de nog albe langrijke moeielijkheden in dit werk overwonnen en liet ook een enkele maal de intonatie iets te wenschen over, daartegenover stond zooveel goeds voortreffelijk was b.v. het crescendo-effect en de declamatie in het gedeelte Hoort ge dat fluiten enz. dat het geheel een zeer gun- stigen indruk maakte en Heïnze's jongste opus deed kennen als een werk van frissche inspiratie en mees terlijke behandeling. Aan het einde ervan werd de componist op de es trade genoodigd, waar hem door den president in de zooeven reeds ge noemde redevoering menig woord van warme waardeering en vriend schap werd toegesproken. Ook mej. v. Westde dichteres van Komt de Lente die mede in de zaal aanwezig was, werd niet verge ten en het publiek toonde door luide toejuichingen zijn instemming met den lof aan componist en dichteres gebracht. De aanbieding van een groote lauwerkrans aan den eerste en een fraai bouquet aan de laatste, bekroonde dit gedeelte van het feest. In het tweede deel gaf het koor nog Verhulst's Floris V op het Slot te Muiden waarbij de heer Rogmans schitterde in de zware tenorpartij en O Weltdu bist so iüunderschönu van Meijroos. Beide werken genoten een gelukkige vertolking, want ook het Sted. Muziekkorps bleek thans beter op dreef te zijn dan in 't eerste deel. De afzonderlijke solo-voordrachten bestonden in een drietal liederen die Unvergleichliche van Heinze, Van een Koningsvrouwe van Spoel en Mie- hen's Moeder van Hol door den heer Rogmans en drie violoncel-num mers, door den heer Ch. Blazer voor te dragen. De heer Rogmans oogstte zooals gewoonlijk uitbundig succès, wat dan ook zeer verdiend was; vooral zijn Miehen's Moeder was onverbeter lijk. De heer Blazer toonde zich opnieuw een violoncellist van niet geringe ver diensten. Kon zijn eerste nummer Kol Nidrei van Bruch mij niet warm maken, wat ik hoofdzakelijk wijt aan de benauwende orkestbegeleiding Bruch heeft toch immers die fraaie orkestpartij niet geschreven om ze door een aljte angstvallige voordracht te doen verstikken en er alle kleur en frischheid aan te ontnemen? in de Melodie van Massenet waar de begeleiding geheel ondergeschikt blijft ontwikkelde hij veel gloed en gaf een rijken, milden klank te genieten. Dat het hem ook niet aan een zekere mate van virtuositeit ontbreekt, bewees hij door de verdienstelijke voordracht van Popper's Tarantella. Het Stedelij k mu ziekkorps bezit in hem een kracht waar mede het zich geluk kan wenschen. De heer Andriessen leidde het ge heel met zijn gewonen, bewegelijken ijver; over het resultaat van zijn werk heelt hij alle reden tot tevreden heid en een woord van lof komt hem ten volle toe. PHILIP LOOTS. Kinderspeeltuin. Woensdagnamiddag werd in de Directeurskamer van de kweekschool voor onderwijzers onder voorzitter schap van den heer P. H. van der Leij de gewone jaarvergadering ge- honden van de vereeniging „de eerste haarlemsche kinderspeeltuin". Aan het verslag 'der Secretaresse, mevrouw Willekes McDonald ont- leenen wij het volgende: De speeltuin werd dit jaar geopend op Woensdag 9 Mei in tegenwoordig heid van den voorzitter en eenige leden van het Bestuur; een 400 tal kinderen maakten reeds dien eersten dag gebruik van den tuin. Door het verbeterd toezicht der politie was de tuin in den afgeloopen winter veel minder gehavend dan in vorige jaren. In het geheel werd op 80 dagen in den tuin gespeeld en wel door een getal van 19.327 kinderen. In de kermisdagen en verder op re gendagen en bij al te groote warmte bleef de tuin gesloten. Hij bleef onder de directie van den heer Meyerink, die daarin door den por tier Schornagel wordt bijgestaan. Ernstige ongelukken kwamen er we der niet voor, slechts een jongen kwam met zijn voet onder het hob belpaard. Behalve door een paar le den van het bestuur die bij hun be zoek eenig speelgoed aan de kinderen brachten, mocht de tuin zich niet in bi zondere schenkingen verheugen en kan men ook niet roemen op veel sympathie van het Haarlemsch pu- pliek. De contributies verminderen meer dan dat ze vermeerderen en slechts door een uiterst zuinig beheer kan de tuin zich staande houden. De rekening over het afgeloopen boekjaar bedraagt in ontvangsten 1367.96, in uitgaven f313.77 en sluit derhalve met een batig saldo van 154.19. Hieruit mag evenwel niet worden afgeleid, dat de vereeniging in een bloeiend financieelen toestand verkeert. Zonder de buitengewone gilt van 1100 zou er een nadeelig saldo zijn geweest en verschillende zaken als verbetering van den tuin, ophooging van het gebouwtje en trak- tementsverhooging van den directeur, zijn achterwege moeten blijven. De ijver en toewijding van den directeur den heer A. J. Meijerink, werden zeer geroemd door den voorzitter die daarop een en ander zeide naar aan leiding van de in den laatsten tijd allerwege voorkomende klachten over straatschenderij en balddadigheid der jeugd. „Men moet," zoo zeide spreker o.a. „niet alleen klagen over de jeugd maar ook iets doen. Het ligt niet op onzen weg om op te treden als po litie, en ik voor mij ben altijd voor opbouwende werkzaamheid. Bij het kind, zelfs in de prille jeugd, is een behoefte aan daden en die behoefte moet geleid worden. De kinderen die wij ons moeten aantrekken, bestaan uit twee soorten le. de kinderen van die ambachts lieden, die, wetende dat hunne kin deren op straat niet veel goeds leeren, dezen in huis houden en daar op sluiten 2e. die kinderen die door hunne ouders wèl de straat worden opge zonden, maar niet spelen op behoor lijke manier, omdat ze het niet heb ben geleerd. Behalve aan de Leidschevaart waar ruimte is, kunnen kinderen in de stad niet spelen. Onze kleine speeltuin is dan ook niet voldoende, wanneer er drie waren op verschillende hoeken der stad, zou in de behoeften zijn voorzien, maar als men niet alles kan doen, moet men toch iets doen. Wij vragen geen groote giften, ook kleine zijn voldoende zoo ze maar komen in voldoend aantal." In den loop der vergadering werd nog daarop gewezen, dat het meeste Naar het engelsch van THOMAS COBB. 5) HOOFDSTUK III. Florence Derwent. Een voorbeeld. Een predikant, een gewoon, kalm geeste lijke, verliet plotseling zijne omgeving, begaf zich naar eene andere stad, vele mijlen verwijderd en opende een boekwin kel. No verloop van twee maanden kwam hij tot zichzelf, maar alles wat er sedert zijn vertrek uit zijne pastorie was gebeurd, was weggevaagd nit zijne herinnering. De zaak is nauwkeurig onderzocht. „Maar dat was een ziektegeval of een geval van krank zinnigheid," merkte Florence op. „Van epilepsie." „Maar dat kan toch op mijn vader volstrekt niet van toe passing zijn," zeide zij. „Hij was uitstekend gezond naar lichaam en geest." „Men mag nog niets als zeker aannemen miss Derwent. Wij hebben er op het politiebureau over gesproken, en zijn tot de gevolgtrekking gekomen, dat er hier van eene mis daad geen sprake kon zijn. Mocht er eene of andere ontdek king gedaan worden, dan wilt u het mij natuurlijk wel laten weten. Ik hoop evenwel dat mijnheer Derwent spoedig ge zond en wel bij u zal terugkeeren." HOOFDSTUK IV. Owen Fairford. Ofschoon Florence Derwent verscheidene vrienden bezat, die zij langer kende dan Owen Fairlord, was er, behalve misschien haar neet Arnold, niemand met wien zij zoo ver trouwelijk scheen te zijn. Van zijn vroeger leven wist zij in het geheel niets, evenmin van zijne familie, zaken en de reden, waarom hij alleen in Rookfield woonde; toch begreep zij, naar zij voor zichzelve meende, den man zelf. Hij was bijna zes voet lang, en zijne breede schouders en gezond, gebruind, knap gelaat kenmerkten den jongen En- gelschman, zooais bij te Oxforden Cambridge veel wordt gezien. Ofschoon hij niet jonger dan vier en dertig jaar kon zijn, zag hij er, tendeele door zijn gladgeschoren gelaat, aanmer kelijk jonger uit. Naar Florences oordeel was er iet3 in hem, dat hem onder scheidde van alle andere jonge mannen, die zij kende. Wat dit was had zij nooit juist kunnen bepalen. Zijn haar was bijna zwart, zijne oogen waren donkerblauw. De gewone uit drukking daarvan Bcheen steeds droevig te zijn, en dit was het wellicht, dat evenals zijne eigenaardige levenswijze haar in den beginne deed vermoeden, dat een ernstig leed hem terneer drukte, en dit wekte hare belangstelling op. Maandagnamiddag bezocht hij voor de eerste maal na Derwents dood de „Rookery". „Ik wilde niet gaarne eerder komen," zeide hij, „zelfs aar zelde ik heden nog. Natuurlijk had ik niet behooren te ko men en nu ik hier ben weet ik nauwelijks wat ik zal zeg gen. Men wenscht zoo gaarne eenige deelnemende woorden te spreken, en is toch bevreesd pijnlijke herinneringen op te wekken. Wilt u het er maar voor houden miss Derwent, als had ik ze reeds uitgesproken „Het doet mij genoegen, dat n gekomen zijt," gaf zij ten antwoord. „De detective is hier vanmorgen geweest," zeide hij. „Had hij ook eenig nieuws De wensch om den uitslag van zijn bezoek te vernemen is het, welke mij zoo stoutmoedig heeft „Neen niets mijnheer Fairford. De notaris van mijn vader heeft htm Donderdag vo<r de eerste rraal ontboden Hij is hier in huis geweest en heeft de dienstboden onder vraagd tenmins e allen behalve Ann." „Waarom werd Ann uitgezonderd?" „Zij lag ziek te bed. Hij kon hare kamer niet binnentre den. Inspecteur Holt blijft van meening, dat vader uit eigen beweging is weggegaan, en zoo blijft de toestand nu." „Maar u looft de belooning neg steeds uit zeide Owen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1894 | | pagina 1