DEBDE BLAB
Stadsnieuws.
Koloniën,
BEHOORENDE BIJ
UAA-FILEM' s JJA. Gr EEA.JD
VAN
gaandag 17 December 1894.
Haarlemsche Kunstclub.
Hadden wij bij de eerste uitvoe
ring der Haarlemsche Kunstclub
bereids gelegenheid om op te mer-
ien, dat er onder hare leden zijn
tan onbetwistbaar artistieke capa-
;iteit, de tweede voorstelling welke
ïrijdagavond in den schouwburg
jegeven werd, vermocht dien indruk
ilechts te versterken.
Daar het programma de namen
Ier uitvoerenden vermeldt, meenen
irj zonder ons aan indiscretie schul-
lig te maken dat voorbeeld te kun-
ïen volgen en noemen dan op de
lerste plaats mevrouw Smit Kleine-
'astré, die niet enkel in hare be-
mgrijke rol iu 't blijspel van La-
liche «Zand in de üogen", maar
iok en vooral in «Lettre d'amour",
aynète en prose" van Jules Legoux,
litmuntte door zeer juiste en uiterst
lesehaafde voordracht. In het ge-
oemde blijspel excelleerde verder
e heer F. A. T. Sommer, al mag
aaruit niet worden afgeleid, dat
e overigen geen woord van lof
ouden verdienen. Integendeel, het
usemble was zeer goed en er was
lijkbaar aan studie geen tijd ge
paard.
De Duitsche klucht «Een verloren
arasol" werd kostelijk gespeeld,
iet het minst door de uitstekende
ertolking van Mej. W. van Mans-
elt. De heer Mr. H. Ph. 't Hooft
af eene zeer lachwekkende type
an den onnoozelen schooljongen.
De dames J. C. Lieftinck en W.
an Mansvelt droegen met succes
an duet «Vom Mackenball" voor.
Wat deze voorstelling niet het
linst onderscheidde was een tableau
aar Boulangers schilderij La Gy-
écée. De schikking daarvan, toe-
ertrouwd aan de bekwame handen
an den heer Ed. von Saher, was
ijzonder fraai. Eigenaardig was
aarbij de voordracht van hét on
langs gevonden overblijfsel van
oude Grieksche, muzikale kunst, dat
door Faure is bewerkt en als «Chant
a Apollon" uitgegeven. Dit stuk, uit
den aard der zaak vreemd klinkend
in onze aan de moderne muziek
gewende ooren, werd unisono ge
zongen door een zestal heeren van
het koor a capella, onder directie
van den heer E. F. Bruijnsteen.
Het accompagnement bestond uit
piano (de heer Bruijnsteen) en een
fluitpartij door den heer George
Schmidt.
De zaal was tot aan den nok
van het gebouw toe vol. Familiën,
welke men bij andere uitvoeringen
in het balcon of in de stalles pleegt
te zien zitten, moesten zich nu te
vreden stellen met een plaatsje op
de gaanderij, een bewijs voorzeker
van de groote belangstelling, welke
de Kunstclub in de aanzienlijke
kringen hier ter stede vermag op
te wekken.
In het Noordwestelijk front der
stelling Amsterdam zal, onder be
heer der genie te Haarlem, een
tweede munitie-magazijn worden
gebouwd, waarvan de kosten wor
den geraamd op f '106,500.
Te Velsen is besloten tot oprich
ting van een Onderling Veefonds;
een 30-tal personen traden in de
eerste daarvoor gehouden vergade
ring als leden of donateurs toe.
Door de afdeeling Houtrijk en
Polanen der Hollandsche Maatsch.
van Landbouw zijn veemarkten,
voorloopig vier per jaar, ingesteld.
Raadsvergadering te
Zandvoort.
In de Vrijdagavond gehouden
openbare raadsvergadering, waarin
alle leden aanwezig waren, werden,
na opening door den voorzitter, de
notulen van het verhandelde in de
vorige vergadering gelezen en goed
gekeurd.
Daarna was aan de orde de
mededeeling en bespreking van de
verwerping van het Cassatie-beroep
i/z het proces met de maatschap
Alberts Co.
De voorzitter deelde mededat
naar aanleiding van de verwerping
van het cassatie-beroep i/z het pro
ces Alberts Co. namens die
firma de vraag is gedaan of de Raad
bereid is in der minne het ver
schuldigde te voldoen of aan exe
cutie de voorkeur geeft.
Namens Burgemeester en Wet
houders wordt het volgende voor
stel gedaan: '1°. eene commissie
van drie leden te benoemen, welke,
bijgestaan door een rechtsgeleerde,
binnen een tijdsverloop van drie
maanden, rapport zal uitbrengen
omtrent alles, wat betrekking heeft
gehad op het proces met de maat
schap Alberts Co.2°. aan Bur
gemeester en Wethouders een
blanco crediet te verleenen ter be
strijding van de onvermijdelijke
kosten van dat onderzoeken3°. den
Burgemeester te machtigen tot on
derhandeling met de maatschap
Alberts Co. te Middelburg tot
het verkrijgen van uitstel van exe
cutie hangende de enquête.
De voorzitter licht het voorstel
volgenderwijze toe.
De publieke opinie heeft zich ge
durende meer dan twee jaren
hangende de verschillende beslis
singen, welke telkens ten nadeele
van de gemeente uitvielen zoo
wel in als buiten Zandvoort gelegen
laten liggen aan alles wat daarop
betrekking had. De meest uiteen-
loopende meeningen zijn daarom
trent verspreid. Het is noodig en
wenschelijk, dat alles worde opge
helderd wat wellicht minder dui
delijk in deze is geweest. Het Da-
gelijksch Bestuur acht zich verplicht
te waken tegen elke storing in den
geregelden gang der gemeente
zaken, welke eene executie ten ge-
gevolge zou hebben. Indien uit het
voorgesteld onderzoek mocht blij
ken, dat de gemeentebelangen niet
voldoende zijn behartigd door hen,
die daartoe geroepen zijn (of waren)
dan bestaat langs dezen weg de
mogelijkheid om op derden te ver
halen, wat de gemeente thans ver
schuldigd is.
De heeren Draijer, Peters en
Slagveld verklaren zich te kunnen
vereenigen met het voorstel.
Tot stemming overgaande, wordt
met algemeene stemmen besloten
conform het vooistel van Burge
meester en Wethouders.
De Voorzitter benoemt vervol
gens tot leden der commissie, be
doeld sub 1 van het genomen be
sluit, de heeren Peters, Draijer en
Slagvelddie verklaren zich de be
noeming te laten welgevallen.
Met algemeene stemmen wordt
besloten, aan A. van der Kruk al
hier, het door hem aangevraagde
stuk gemeentegrond te verkoopen
tegen f '1,60 per c.A.
Niets meer te behandelen zijnde,
sloot de Voorzitter de vergadering.
Lombok.
Aan een brief van «Janus", den
oorlogscorrespondent van het Bat.
N.bl. wordt het volgende ontleend:
De wijze waarop aan het bivak
te Kapitan is gearbeid, heb ik in mijn
vorig artikel beschreven. Niettegen
staande er dagelijks duizenden han
den aan het werk waren, had men
veertien dagen noodig om de lage
borstwering van 1.20 op te werpen,
een viertal primitieve blokhuizen
te bouwen, de boomen te kappen en
een staande draadversperring om
het bivak op te stellen. Ziende hoe
bedroevend langzaam dit alles ging
en beseffende, dat er op die manier
nog wel een drietal weken zou ver-
loopen alvorens alles gereed kon
komen, besloot men aan dat «ge
scharrel" een eind te maken en
liever «spijkers met koppen" te
slaan. Heel laat in den avond ont
ving het 6de bataljon plotseling last
om den volgenden ochtend bij het
krieken van den dag met pak en zak
naar Kapitan op te rukken en zich
daar te «installeeren." Erg prettig
klonk deze order niet, maar elk
officier begreep, dat de helaas
veel te laat gekozen weg de
eenige ware was. Dapper togen de
officieren en minderen, geholpen
door de dwangarbeiders, de Madu-
reesche en de Sasaksche koelies en
voorgelicht door de officieren der
genie, aan het werk, maar tegen
den middag stortten de wolken ge
weldige stroomen water over allen
uit, tengevolge waarvan zoowel alle
medegenomen goederen, die daar
onbeschut op het terrein lagen, als
de ldeeren, die men aan het lijf
droeg, doornat werden. De arbeid
werd echter niet gestaakt en tegen
den avond waren de officieren en
minderen onder dak, met dien ver
stande evenwel, dat men zich be
helpen moest met de helft der
ruimte, die voor den soldaat te
velde berekend wordt. De losge
barsten stortbui is blijkbaar de inzet
van den westmousson geweest, die
zijn komst reeds gedurende een
maand door onregelmatige wind
en regenvlagen aangekondigd heeft.
Het regent bijna onafgebroken.
Het bivak is een ware modderpoel;
alle goederen zijn nat; niemand bezit
een droog stuk goed, want de zon
vertoont zich niet. Inmiddels heb
ben de twee, den daaropvolgenden
dag naar Kapitan gezonden, com
pagnieën van het zevende bataljon
zich ook een zeer bekrompen „onder
dak" gebouwd. Maar van ernstige
voortzetting van den arbeid kan
voorloopig geen sprake zijn. Eer
stens blijven de Sasaksche koelies
sedert een paar dagen eenvoudig
weg; zij schijnen niet in den regen
te willen werken. Tevens brengen
de Sasaks geen materialen meer
aan; de talrijke barakken voor infan
terie, artillerie, cavalerie, munitie,
vivres en dwangarbeiders, die nog
op het meesterlijk ontworpen „bi
vakplan" voorkomen, kunnen we
niet te voorschijn tooveren; eerst
moeten we materialen hebben en
dan kunnen we als het ware zwem
mende arbeiden. Hoe verdrietig
toch, dat men den bodem zoo heeft
omgewoeld! Nu is het allemaal mod
derige modder!
Het strekt onzen soldaten tot eer,
dat zij in de gegeven omstandig
heden, die een mensch abnormaal
en onlekker of ziek maken, vroolijk
en met ijver hun werk doen, totdat
ze wegens ongesteldheid niet rneer
kunnen! Ze begrijpen even goed als
de officieren, dat het noodlot ons
nu eenmaal in zulk een toestand
heeft gebracht en dat we daarin
moeten berusten.