P1BIEBEURT1N
SET EPflOK YAN EOOKFIELD.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
Ned. Herv. Kerken.
I2e Jaargang
Zaterdag 5 Januari 1895.
No. 3530
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIËN:
STADSNIEUWS.
FEUILLETON
HAARLEM'S DAGBLAD
Vo.r Haarlem per 3 maandenf 1,20.
Fra.o» door bet geheele Rijk, per 3 maanden 1,G5.
Afzonderlijke nummers0,05.
Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30.
franco per post 0,37 J.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureas: Kleine Houtstraat l-tL, Haarlem. Telefoonnummer 122.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cents per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiers.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONESSuee., Parys 31 bis Faubourg Montmartre
der
op ZONDAG 6 Jan.
TE HAARLEM.
Qrooti Kirt.
Voorn. 10 ure,
Nam. 2 ure, Barbas.
Doopsbediening.
•s Avonds 8 ure.
Nieutot Kerk,
Voorm 10 ure. Barbas.
Jam-Kerk.
Voorm. 10 ure, van Lennep.
Bakenettar Kerk.
(Voor de Kinderen.)
Voorm. 10 ure.
Eglite WaLlonne.
Dix heures, Lafon,
pasteor a Is Haye.
Gereformeerde Kerken,
Gedempt» Oude Gracht.
Voorm. 10 ure, '<j av. 5 ure. Mulder.
Kleia Heiligland.
Voorm. 10 ure, 'srv. ure, Notten,
Roor der kérk Ridder itr aai.)
Voorm. 10 ure, -s av. 6 ure, v. Schaik.
Lutkerteke Kerk.
Yoorm. 10 ure, Poolman.
's Avonds 7 ure, geen dienst.
Kerk der Vereenigd* Doopigazir.de.
Voorm 10 ure, He Vries.
•aAvonds 6 ure, Hestn.
RsmonttranttcAe Kerk.
Voorm. 10% ure. Cannegieter.
van Utrecht.
Ktri dtr Broedergemeenten.
yooxm. 10 ure. "Weiss.
Haarlem4 Jan. 1895.
Nederl. Protestantenbond.
Voor de baarlemsche afdeeling van
Bezen bond trad Donderdag in de
bovenzaal der „Vereeniging" op de
■eerw. beer ds. van Wijck, nit Zwolle,
loogst waarschijnlijk ten gevolge van
Öen minder gunstigen weg was de
taal slechts matig bezet; die echter
aanwezig waren volgden onge
twijfeld met groote aandacht den
Spreker in zijne boeiende, opwekken
de rede, waarin hij behandelde de
vraag welke positie hebben de gods
dienstige menschen in te nemen te
genover het maatschappelijk streven
genwoordig in de maatschappij. Op
jene nadere uitlegging wat te ver-
jtaan onder godsdienst uit het vrij-
nnig standpunt, en hoe die gods-
Jienst staat tegenover de sociale stre
vingen in de maatschappij, deed de
Spreker volgen een bestrijding van de
Verklaring van velen, ook vrienden
den godsdienst, dat deze onbe-
is zich de sociale toestanden
an te trekken, wat meer op het ge
bied ligt van den socioloog en econo
mist en eene bestrijding van veler
verklaringen, dat de godsdienstige
mensch geheel onbekwaam is om te
handelen op dat gebied, en dat de
arbeid van den godsdienst niet ligt
op sociaal gebied.
Het zij de taak van den godsdienst
de menschen vrede te doen hebben
met armoede, niet het dienen weg te
nemen, maar dit te maken tot den
hoogsten adel.
Een schoon beeld hiervan geeft ons
de geschiedenis van Jezus met Martha
en Maria, waardoor de verzorging van
het zieleleven als het hoogste wordt
aangemerkt.
Slachtoffers van de verkeerde sociale
toestanden zijn voornamelijk drie ty
pen, nm). de werklooze, de weduwe
van den arbeider en de oude van
dagen.
De stoffelijke nooden zijn, evenals
het overmatig bezit een schromelijk
beletsel voor de goede vorming van
het geestelijk leven.
Velen zeggen, dat het kwaad schuilt
in zuiver economische toestanden
daartegenover stelt spreker, dat wij
den slechten toestand moeten zien
een toestand van zonde. Onze maat
schappij is gevangen in een onchriste
lijk stelsel, waartegen wij moeten
strijden. Het gebrek is, dat de arbeid
geschiedt uit eigenbelang; het besef
van verantwoordelijkheid van den
eenen mensch tegenover den anderen
moet aangekweekt worden.
De maatschappij aan zichzelf ten
dienste stellen en zichzelf aan de maat
schappij ten dienste stellen, en er zijne
krachten aan te wijden, ziehier tweeër
lei streven, zoo dikwerf in éen mensch
gevonden.
De strijd moet echter meer opge
wekt worden om het „allen voor
allen" tot werkelijkheid te brengen in
de maatschappij. Wij moeten partij
izen in dien strijd, die zal zijn een
beginselstrijd, verre staande boven
een klassestrijd.
Met waardeering mag er op gewe
zen worden, dat de zelfzuchtdoodende
naastenliefde tegenwoordig haar taak
al duidelijker inziet, en den strijd
heeft aangebonden om de groote be
ginselen van gerechtigheid en broe
derzin in heerschappij te brengen.
Een wonderlijk verschijnsel is het,
dat zoovele der vrienden van die be
ginselen onverschillig voor den gods
dienst zijn.
Het streven tot het allen voor
allen zou echter niet denkbaar
zijn, wanneer niet eeuwen lang dat
opzien tot God, onzen Vader, had
bestaan.
Mr. Kerdijk heeft in de Tweede
Kamer gezegd, dat het er ondanks 19
eeuwen Christendom zoo bedroefd in
onze wereld uitziet. Spreker zegt
daarentegen „Dank zij ons Christen
dom ziet het er zoo minder bedroe
vend uit, dan het geval zou zijn ge
weest als het Christendom niet had
bestaan."
Tegenover de maatschappelijke ge
bruiken stelle men een dieper opvat
ting van zondede sociale taak zij
dan de maatschappij te vervormen
t<>t éen groot huisgezin.
Ten slotte stipte spreker nog eenige
middelen hiertoe aan, en eindigde
zijne rede met de mededeeling dat hij
nogmaals voor de haarlemsche afdee
ling hoopt optetreden.
Mejuffrouw Jeanne Landré geeft
haren tweeden liederavond op den 25n
van deze maand. Hieraan zullen mede
werken Mej. Z. Bakker, alt uit Amster
dam en de heeren Fr. Phlippeau, tenor.
G. Ph. Zalsman, bariton en de heer
Johan Wagenaar, pianist.
De concertgeefster en de heer Zals
man zullen voor] de pauze afwisselend
liederen van Grieg voordragendaarna
zal bovengenoemd quartei de Zigeuner
liederen van Brahms uitvoeren. Vroe
ger zijn op een Bachconcert deze liede
ren gezongen door de dames Pia von
Sicherer en Adèle Assmann en de hee
ren Messchaert en Rogmans.
Naar wij vertrouwen zal het der be
gaafde zangeres op dezen avond niet aan
belangstelling van de zijde van het pu
bliek ontoreken.
I\e firma Gebr. Van Vriesland heeft
hare uitgebreide zaken nog vergroot
en wel door de oprichting op de Oude
Groenmarkt van eene fabriek van on
dergoederen.
In perceel no. 20 is dit atelier ge
vestigd. Aanvankelijk werkten de
meisjes in het oude huis maar
thans verrichten zij haren arbeid
in een lokaal, dat daarvoor expres
selij k gebouwd is en dat 26 M.
lang bij 8 M. breed is. Voor fraai
bovenlicht en uitstekende ventilatie
is gezorgd. Vier en zestig meisjes uit
den netten burgerstand laten daar
de machines snorren. Wij zagen daar
ook de machine voor het aanzetten
van knoopen en die voor het maken
der knoopsgaten, hetgeen vroeger,
zooals elke naaister weet, een lastig
en tijdroovend werk was.
Gebr. Van Vriesland handelen en
gros in de hier vervaardigde artikelen
en maken tevens hun werk van export
vooral naar Ned. Indië en naar Trans
vaal. Dat er met zulk een personeel
heel wat afgeleverd kan worden is
duidelijk.
Boven de werkzaal is een maga
zijn van dezelfde grootte. Het geheel
is practisch en doelmatig ingericht
en een nienw bewijs van de onder
nemingsgeest dezer firma, die het
bouwen dezer lokaliteit toevertrouwde
aan den timmerman Brakel en aan
de metselaars Meijer en Dyserinck.
Nu het telkens opnieuw gaat sneeu
wen en dus een flinke opruiming nog
wel eens noodig zal zijn, is er alle
reden, om de klacht van een bewo
ner der Kruisstraat eens te brengen
onder de aandacht van hem dien het
aangaat.
Deze meent namelijk en o. i. niet
zonder reden, dat men voortaan wel
zal doen door wat spoediger met de
opruiming in Barteljorisstraat, Kruis
straat en Kruisweg te beginnen, zoo
wel wegens de zeer drukke passage
die daar is als omdat deze straten
den algemeen gebruikten toegang
vormen tot het station.
(Zie vervolg Stadsnieuws Se pag.)
Naar aanleiding van het besluit van
de beide commissarissen der spaarkas
te Hillegom, dat zij hunne bijdrage
alleen dan geven, wanneer alle in
leggers en dus ook de afdeeling voor
bloembollencultuur aldaar van de
ingekomen gelden hun aandeel ont.
vangen, werd weder eene vergadering
gehouden, waarin na eenige discussie
werd besloten aan de overige inleg
gers het voorstel te doen, genoegen
te nemen met 70 pet.; aan hen die
wel op de lijst geteekend hadden,
kon dan 88% pet. worden uitbetaald,
een en ander met 3 pet. rente van
1882 af in plaats van 4 pet.
Eene nadere vergadering zal dezer
dagen worden gehouden*
Te Velsen ontstond Donderdag
ochtend brand in de stoomsmederij
van C. Steffelaar. Door het spoedig
optreden der brandweer gelukte het
den brand meester te worden. Alleen
de werkplaats en het magazijn zijn
verbrand. Het gebouw is tegen brand-1
schade verzekerd.
Marktbericht.
Graan- en Zaadmarkt gehouden te
Hoofddorp Haarlemmermeer 3 Jan.
1895.
Witte tarwe f4.25 a f5.Rogge
f3.40 a 3.75, Haver f4.35 a 15.25,
Wintergerst 10.a f0.Paarden-
boonen f4.50 a 4.75, Groene erwten
f0.a f0.en Duivenboonen f5.25
a f5.50.
Door bemiddeling van den heer
Burgemeester van Zandvoort heeft de
heer Ph. 1. R. d. F., duitsch edelman
bij zijne vestiging te Zandvoort, aan
het Burgerlijk Armbestuur 1100 ge
schonken.
ViFscherij te Zandvocrt.
In het jaar 1894 namen 9 bom
schuiten deel aan de schrobnetvis-
scherij.
Omtrent de besommingen kan
volgens ingewonnen inlichtingen
het navolgende worden medegedeeld
De hoogste besomming per schuit
bedroeg in 1893 f 3370, in 1894 f3060
de laagste in 1893 f 2270, in 1894
f2100.
De gemiddelde besomming per schuit
was dan ook veel lager dan in 1893.
Toen besomden nl. de 9 schuiten
ongeveer 126,960, dus gemiddeld per
schuit f2995; in het jaar 1894 be
droeg de gezamenlijke besomming
ongeveer f23,700, dus gemiddeld per
schuit 12633.
De besommingen der verschillende
schuiten waren ongeveer als volgt:
Z. V. 9, stuurm. C.Koper Jzn.,bes.f3060.
„11, Jb. Keesman, f2900.
12, A. Paap f2700.
14, S. PaapEzn., f2700.
„13, P. Paap Wzn., f2640.
10, W. Paap Jzn., f2600.
15, D. v. Duijn Cn. f2500.
1, C. Paap Jzn., f1500.
2, A. Paap Azn., f 2100.
De gemiddelde prijzen der visch
waren als volgt:
tarbot fl8, griet f 0.402, Kabel
jauw ff 1—1.90, schel visch f0>601,
tong 10,151,40, bonschol f 3,10
1,50, rog 10,35—0,70, knorhanen
f0,551,20 per stukbakschol 117,
scharren f 1,208 en pieterman f 1,20
2,70 per mand.
De aanvoer van kabeljauw en schel-
visch was zeer gering, zelfs geringer
dan ooit.
Groote rampen zijn niet voorge
komen.
In 1894 is de bemanning van 9
schuiten en 1 kotter aangemonsterd.
Op de 9 schuiten werden gemonsterd
55 manschappen en op den kotter 4
manschappen afgemonsterd geene.
Was de visscherij in de laatste
jaren niet bevredigend te noemen, uit
bovenstaand verslag blijkt, dat die in
1894 nog ongunstiger was, wat voor
hen, die den achteruitgang tegen
willen gaan, niet aanmoedigend is,
vooral daar aan de groote oorzaak
geringe vangst niets te veranderen is.
De buitengewone opzichter van den
waterstaat bij den sluisbouw te IJmui-
den, de heer H. F. Slegtkamp is
benoemd tot opzichter bij de Neder-
Naar het engelsch
van THOMAS COBB.
19)
HOOFDSTUK XII.
Owens vergissing
„Miss Derwent verwachtte uw terugkeer niet zoo spoedig,"
zeide hij, nadat Arnold hem verzocht had te gaan zitten,
maar het volgende oogenblik stond hij weer op om Florence
te begroeten.
„Neen," gaf Arnold ten antwoord. „Het was een gelukkig
toeval, dat ik ben teruggekeerd. De brieven van Edwards
hadden mij misschien nooit bereikt, en ik zie zelden kranten
in. Er is reeds te veel tijd verloren gegaan. Het kan wel
een langdurige karwei worden."
„Eene langdurige karwei wat bedoelt u?" zeide Owen,
met hoogst verbaasd gelaat.
„Om den dood van mijn oom te bewijzen."
Arnold was een van die menschen, die in geen enkele om
standigheid hucne gedachten voor zich kunnen houden.
Niets was zijn karakter meer vreemd dan terughoudend
heid, en zijne meest intieme belangen zou hij met een
vreemdeling kunnen bespreken. Zijne gedachten lekten bij
hem uit, nu eens druppelsgewijze als de inhoud van een
lekke waterton, dan weer in een wilden stroom.
„Ja ziet gij," vervolgde hij, zich blijkbaar volstrekt niet
bewust, dat deze duidelijke zinspeling op haar vader voor
Florence iets pijnlijks kon hebben, „er is zoo weinig, dat mij
daarbij kan helpen. Is het niet zonderling, dat een eerbied
waardig, kalm man van middelbaren leeftijd kan verdwijnen
wat ik zeggen wil," vervolgde hij, terwijl Florence een
smeekenden blik wierp op Owen, „het was slechts overdaad
om duizend pond belooning aan te bieden; vijfhonderd was
voldoende geweest. Nu zou ik wel eens willen weten hoe
Viret het zou vinden, wanneer hij mij die duizend pond moest
overhandigen. Wilt u rooken Fairford?"
„Neen, dank u, nu niet."
„U rookt toch zeker wel."
„Ja, maar hier niet. Mijnheer Derwent had er altijd iets
„Nu ja, maar hij is dood."
„Arnold," riep Florence uit, hare ergernis bijna niet lan.
ger kunnende bedwingen, „ik heb reeds gezegd, dat dit nog
niet zeker is. Spreek er als 't je blieft niet over, alsof je het
wel zeker wist."
„Wat denkt u er van?" vroeg Arnold en zag Owen aan.
„Wanneer hij niet dood is, waar drommels is hij dan?"
„Diezelfde vraag zou in alle andere gevallen gesteld kun
nen worden," antwoordde Owen kalm. „Indien mijnheer Der
went dood is, waar is dan zijn lijk?"
„Verborgen natuurlijk, maar het moet nog al bizonder
goed verborgen zijn, als het aan mijne blikken zal ontsnap
pen. Ik ben hier om het op te sporen en ge kunt er op ver
trouwen, dat ik geen enkele kans verloren zal laten gaan.
Mijne nicht denkt, dat ik niet zal slagen, omdat die onnoo-
zele inspecteur niet is geslaagd. Ik ken hunne ouderwetsche
manier van onderzoeken."
„Mag men u vragen naar uwe methode?"
„Eenvoudig deze om mijne oogen open te houden en mijn
gezond verstand te gebruiken. Mijn plan is om alle eenigs-
zins verdachte personen in den omtrek na te gaan."
„Zijn er hier vroeg Owen. „U weet zeker, dat ik hier in
de buurt een vreemdeling ben."
„Om te beginnen de inbrekers. In ieder geval," vervolgde
Arnotd met nadruk, „ik ben hier en er staat voor mij heel
wat op het spel. Natuurlijk," voegde hij er bij, zonder te
letten op het gefronst gelaat van Florence, „is het eene treu
rige omstandigheid voor mijne nicht."
Owen stond op, en terwijl hij op het haardkleed stond zag
hij neer op Florence.
„Miss Derwent," zeide hij, het onderwerp van Arnold af
brekende, „ik heb nooit het genoegen gehad u te hooren
zingen."
„Ik heb de toetsen niet aangeraakt sedert.—"
Arnold was op het pianokrukje gaan zitten en begon nu
een bekend komisch lied van den laatsten tijd te zingen