Politiek 0 verziekt. Rechtszaken. GEMENGD NIEUWS. sigarenkoker. De dieven zijn vermoe delijk in hun werk gestoord geworden, althans een vrij groot bedrag (men spreekt van f150) dat voor de hand lag, is onaangeroerd teruggevonden, zoomede gouden en zilveren sieraden. Moordaanslag. Zekere W. B., los werkman te Delft, had gepaseeerden Zondagmid dag reeds bedreigingen geuit tegen den schipper V. R. en 's avonds kwam hij met zijn broer en zijn vriend naar de woonschuit van den schipper. Te zamen begaven zij zich op de schuit en poogden het luik te openen, steeds onder scheldwoorden en vloeken den schipper met een mes bedreigende. Ondanks herhaald verzoek, weiger den zij de schuit te verlaten. Dl schipper had zich intusschen met een karabijn gewapend en echoot, toen de broeder van B. het geweer bij den loop vatte, uit noodweer af. W. B. werd getroffen in de maagstreek, waar eenige hagelkorrels doordron gen. In het gasthuis opgenomen bleek zijn toestand bevredigend. De schipper is in voorloopige bewaring gesteld. Uit Katwijk-aan-Zee meldt men nader omtrent het duin-afslaan al daar, dat, dank zij de helmbeplanting, men er met den jongsten storm bij zonder goed is afgekomen. Had men de schuiten, zooals de gemeentever ordening aangeeft, nog beter uit elk ander geplaatst, het resultaat ware nog gunstiger geweest. De helm beplanting echter doet de beste dien sten, om het steeds aan7loeiend zand vast te maken en zoodoende steeds meer en meer terrein te winnen, en ai kost die beplanting jaarlijks aan de gemeente honderden guldens, het levert de beste resulaten op. (Fad.) Maandag hebben vij f sigarenmakers, die sedert September j.l. het werk hadden gestaakt, den arbeid bij de firma Erven wed. J. van Nehe te Rotterdam het werk hervat. De 7 sigarenmakers die nu op de fabriek aan het werk zijn, worden iederen dag door de politie van huis naar de fabriek en van de fabriek naar huis geleid. De Strijenhamsche polder. Onder de vele plaatsen, die door de jongste stormvloeden zwaar ge teisterd werden, behoort ook het gehucht Strijenham. Onverwacht brak de Strijenhamsche polder, waarin het gehucht gelegen is, door, en het water overstroomde den polder in zoo kor ten tijd, dat men slechts eigen leven kon bergen, maar have en goed, vee en wintervoorraad moest prijsgeven, 35 huisgezinnen, samen 195 personen, vluchtten naar Poortvitet, waar zij tijdelijk in de gemeenteschool en bij particulieren zijn ingekwartierd. De zoogenaamde Zuiddijk, die den Pooitvlietschen polder afsluit is thans waterkeerende dijk geworden, en men zal nu met kracht trachten dezen vroegeren binnendijk de noodige hoog te en breedte te geven. Dit werk is jl. Zaterdag voor f17.975 aanbesteed aan J. Geluk te Tolen. Het is te ho pen, dat de wind vooreerst nog niet naar het Zuidwesten keert en dan tot storm aanwakkert, want dan loopt ook de Poortvlietsche polder, waarin het welvarende dorp Poortvliet gele gen is, groot gevaar, evenals de Steenbouwpolder, die aan den Poort- ylietschen polder grenst. De bewoners dier polders gaan dan ook alleen ter ruste, zoolang het ebbe is; hunne have is op de zolders geborgen en ouden, zieken en kinderen, alsmede het vee zijn naar veiliger gemeenten overgebracht. In verschillende plaat-, sen in Zeeland hebben zich commis- siëQ gevormd om gelden in.te zamelen ten behoeve van de armen die van alles beroofd zijn. Hoe de Strijenhamsche polder eigen lijk overstroomd is, schijnt nog niet duidelijk. Een ooggetuige, die zich op het oogenblik van de doorbraak op den dijk .bevond, verklaarde, dat de wind niet bijzonder sterk was en dat ook de hooge vloed er niet direct schuld aan heeft. Op een gegeven oogenblik zag hij aan de binnenzijde van den voet van den dijk een dik ken waterstraal met groote kracht door den dijk komen; de straal werd al grooter en grooter en weldra stortte een deel van den dijk weg. Aan den voet van den dijk onstond een gat van pi. m. 8 M. diep beneden den waterspiegel. Slachtoffers van het ijs Drie personen, twee jongelingenen een meisje van achttien jaar, waag den zich Zondagmorgen te Haren (Gr.) op schaatsen op de uitgestrekte plassen achter het buitengoed van de familie Moedens, met het treurig gevolg, dat ze door het zwakke ijs zakten en hunne roekeloosheid met hun leven moesten boeten. Een 20jarig jongeling, A. v. d. V. te Roermond Zondag bezig zij ode met schaatsenrijden, zakte door het ijs en verdronk. Met het voorlezen van het bevel schrift van verwijzing van eenige brieven door den tweeden beklaagde aan den eersten bekl. geschreven, van processen-verbaal van verhooren der beide beklaagden door den rech- ter-commissaris, door de deskundigen uitgebracht rapport over door hen verrichte schriftvergelij kingen en van extracten uit de notulen van verga deringen van den gemeenteraad en van B. en W. van de Bilt ging het eerste gedeelte van heden heen. Voor den rechter-commissaris heeft de eerste beklaagde in het algemeen het hem ten laste gelegde erkend, de tweede beklaagde echter niet. De valsche bankbiljetten. De behandeling van het cassatie beroep in de zaak betreffende de val sche bankbiljetten welke zaak reeds voor rechtbank en hof te Amster dam werd behandeld, is bepaald op Maandag a.s. Behalve dit zoo juist vermelde, valt er van geene der tijdelijke posten iets bijzonders te berichten. Resumeerende komt de tegenwoor dige toestand dus hierop neer, dat wij van onze zijde alle aanrakingen met den vijand op, ik zou haast zeg gen. angstvallige wijze vermijden, terwijl de vijand weinig activiteit toont. Waarschijnlijk zult ge u wel eens afvragen, hoe het nu tegenwoordig wel met de pacificatie gesteld is. Och, ik geloof van heel goed. Dank zij de vele rijksdaalders, die de Atje- hers van ons in de wacht sleepen, raken zij aan een zekere weelde ge woon, die zij later misschien niet gaarne meer zullen missen (Toekoe Nja Makan rijdt tegenwoordig ai druk vélocipède). De heer B. van der Heij te He- veskes was sedert 2 jaar in het be zit van een tamme roek, die echter jl. voorjaar eensklaps verdween. Voor eenige dagen kwam zij terug, gevolgd door. zes andere roeken, waarschijn lijk hare jongen. Zij pikte aan het venster en bij het openen der deur kwam ze binnen. Het dier, dat in t geheel niet schuw is, werd weder gastvrij opgenomen. Visscherij. Van de Scheveningsche loggervloot zijn thans uit Vlaardingen reeds 19 loggers ter trawlvisscherij afgevaren, gezamenlijk bemand door 190 Sche veningsche visschere. Van de 20 ove rige zullen dagelijks eenige vertrek ken, zoodat einde Januari de geheele loggervloot in zee zal zijn, met eece bemanning van ongeveer 400 Sche veningsche visschere. Van de ongeveer honderd te Vlaar dingen en te Maassluis liggende Scheveningsche bomschuiten zullen in den loop dezer en der volgende maand vele voor de schrobnetvissche- rij in gereedheid worden gebracht, terwijl successievelijk ook van het Scheveningsche strand ter schrobnet- visscherij op den gewonen tijd zal worden gevaren. sala. Aan beide zijden zouden groote verliezen zijn geleden, maar de Ita lianen zouden zijn teruggeslagen. Naar de Times uit Buenos-Ayres verneemt, gaan generaal Bueno, ad miraal Solier en andere officieren Vrijdag naar Europa tot hetaankoo- pen van oorlogsbehoeften. Brazilië weigert de Argentijnsche mailstoo- mers toe te laten. Dientengevolge moet de Engelsche mailboot ClycQ te Montevideo blijven. De cholera neemt af. De Times verneemt uit Calcutta dat de vliegende kolonnes in Wazi- ristan zonder verzet het gansche land doorloopen. De Bilteche gemeente-ontvan ger. Maandag is voor de rechtbank te Utrecht de behandeling aangevangen van de strafzaak tegen D, T., ge schorst gemeente-ontvanger, en K. R. geschorst gemeente-secretaris van de Bilt, beiden wonende te Bilt, thans aldaar in verzekerde bewaring. Het openbaar ministerie wordt in deze zaak waargenomen door den subst officier van justitie mr. E. A. Smidt. Als verdedigers zijn toegevoegd mr. P. G. H. Dop aan den eersten be klaagde, en mr. H. W. L. S. Bilder- dijk aan den tweeden bekl. 38 getuigen waaronder vier tevens als deskundigen, zijn door het O. M. gedagvaard in deze zaak, die waar schijnlijk eenige zittingen in beslag zal nemen. Koloniën, Atjeh. Aan de Java-Bodc wordt uit Kotta- Radja geschreven: Geen gesneuvelden en geen gewon den in den laatsten tijd, maar wel veel zieken, onder welke vele zoo niet de meesten met b6rri-berri. Zooals u weet, is de duur eener detacheering op een post buiten de geconcentreerde linie een halve maand. In den laat sten tijd nu is het ïeeds meer dan eenmaal gebeurd, dat gedurende zulk een detacheering van een detache ment ter sterkte van 75 100 bajo netten een twintigtal manschappen wegens ziekte moeBt worden afge lost. De kwaadwilligen laten tegenwoor dig al bijzonder weinig van zich hooren, terwijl ook van de laatste aflossingen slechts enkele niet noe menswaardig beschoten werden. Wer kelijk, als de buitenposten er ons niet zoo nu en dan eens aan herin nerden, dan zouden we aan geen vijand meer denken. Wij maken het hem echter ook niet lastig, want bui ten de bentings vertoonen we ons zoo goed als-niet. Op enkele posten, waar we nog al eens beschoten werden bij het houtkappen, is ook dit bezwaar uit den weg geruimd, door de leve rantie van het hout door de Atjehers te doen plaats hebben (natuurlijk weer d raison van zóóveel). Ook oorlogsmarscnen maken we bijna niet meer. In plaats daarvan maken we nu bataljonsgewijze mili taire marschen met muziek naar de verschillende posien in de linie, erg onschuldig. Het eenige waaruit we nog op kun nen maken dat de kwaadwilligen nog niet slapen is dat de benting Sinelop in de laatste weken met geschut beschoten werd. Van uit de benting kon men zien dat een ol ander stuk (waarschijnlijk nog wel een restant je van den vroegeren zee roof), gedragen door een man of acht, op een afstand van 700 a 1000 meter werd neergezet en op de benting gerichtna gevuurd te hebben, werd het weer onder den arm genomen en was het even spoedig verdwenen als het verschenen was. Reeds verschei dene malen is deze manoeuvre uit gevoerd, zonder dat daarmede eenig succes werd bereikt, ofschoon een granaatkartets op betrekkelijk korten aistand \óor de benting sprong. Of dat nu een projectiel is, door ons verschoten en niet afgegaan, weet ik niet, evenmin als ik begrijpen kan, hoe men het op dien als tand heelt kunnen doen springen. Dat men, zooals ik hoorde, ook uit een uitge- holden klapperstam gevuurd heelt, meen ik te mogen betwijfelen. Zooals gemeld is, heeft het 13de parijsche arrondissement tot kamer afgevaardigde gekozen iemand, die wegens beleediging van Casimir Perie: in jde gevangenis zit, nml. Gérault Richard. Nu loopt het gerucht, dat het Kabinet zijn ontslag zou nemen, in dien de Iransche Kamer zich mocht uitspreken voor zijne invrijheidstel ling- Te Parijs blijft men van meening. dat de Fransche regeering niet za: protesteeren tegen de annexatie van den Gongo-Staat do r België. De Paris verklaart, dat de Fran sche regeering haar recht van voor koop blijft handhaven, maar overi gens niet van plan is tegen de ver- eeniging van den Congo Staat met België te protesteeren. De Bépublique Frangaise, het orgaan der gematigd-republikeinen, stelt zich opjhetzelfde standpunt. Dit blad noemt den Com o-Staat een olifant, door Beigië uit de loterij getrokken en verzekert, dat Frankrijk niet de minste reden heeft tot naijver, nu Belgie den Congo-Staat, die in zeer ongun- stigen toestand verkeert, wil annexee- ren. De Pall Mall Gazette meldt, dat de engelsche minister van financiën, sir William Harcourt zijn ontslag heeft aangevraagd. Het blad voegt er bij, dat reeds dezer dagen de uitvaardiging van het deer set der koningin tot ontbinding van het Parlement kan verwacht worden. Naar men weet verdienen de mede- deelingen van de Pail Mall Gazette geen groot vertrouwen. De Daily News het orgaan van lord Rosebery, maakt nog geen melding van dergelijke plan nen. Trouwen-, er bestaat, tenzij er iets bijzonders moge voorgevallen zijn, niet de minste redeD, waarom Sir William Harcourt, wiens begrooting ongewijzigd is aangenomen, het minis terie zou verlaten. Het vermoeden, dat keizer Frans Jozef graaf Khuen-Hedervary zou op dragen een nieuw hongaarsch minis terie samen te stellen, is bewaarheid geworden. Als minis.er van finan ciën zal optreden graaf Tisza, zoon van den gewezen premier Koloman Tisza. Volgens bericht uit Kaïro heeft de oudste zoon van Ismail Pasja aan den Khedive van Egypte verzoc.it den terugkeer zijns vader naar Egypte te gedoogen, opdat hij aldaar zoude kunnen sterven. De Knedive zou ge antwoord hebben geen bezwaar tegen het verzoek te hebben, maar het ka binet i3 er tegen. Ismail Pasja wil nu een gelijkstrekkend verzoek aan den Sultan richten. De Débats ontving uit Kaïro be richt dat daar het gerucht loopt van een hardnekkig gevecht tusschen de It dianen en de Derwissen bij Kas- Een dief in een kiat. De Parijsche correspondent van de Daily News zendt een vermakelijk verhaal van een dief in een kist aan zijn blad. Twee detectives, die in de rue Saint- Martin liepen, hoorden een man spre ken tot een kist, die hij op een kruiwa gen had. Het kon zijn, dat de detectives aan het paard van Tróje dachten of niet dit is zeker dat ze met open ooren toehoorden en duidelijk de woorden vernamen: „Houd je stil, ik zal je er langs den kortst mogelij ken weg brengen." Na dit gehoord te hebben, volgden ze den kruier op den voet en zagen, hoe deze met een kist een handelshuis in de rue de Body bin nenreed en deze aan een klerk afle verde. De klerk wilde aanvankelijk de kist niet ontvangen, doch de kruier overreedde hem en zeide haar 'en vol genden morgen te zullen afhalen. De detectives kwamen eenigen tijd later binnen, en deelden den klerk mede, dat zij van gevoelen waren, dat er iemand in de kist verborgen was. Er werd toen besloten, dat ze zich zouden verstoppen en afwachten wat gebeurde. Te middernacht werd het deksel van de kist opgelicht en kroop er een man uit, die naar de brandkast ging, deze met de werk tuigen, die hij medegebracht had opende en, na er al het geld uitgenomen te hebben, naar zijn schuilplaats terug keerde. De detectives wachtten tot den morgen, en toen de kruier om de kist kwam, werd hij gearresteerd en met den man in de kist naar het naastbijzijnds politiebureau gebracht. Daar aangekomen bleek het, dat de dief, die natuurlij k niet weinig verbaasd was, een kleine 2000 frs. uit de brand kast ontvreemd had. Wedstrijd tusschen paard en koe. Het verhaal wordt door de Ned. Spuit Amerika geïmporteerd en luidt als volgt In het graafschap Oakland (Michi gan) ha l men den mond vol over een wedstrijd van een nieuw genre, die op de baan te Pontine plaats had het betrof niet minder dan een match tusschen een koe en een paard. Natuurlijk vond jde wedstrijd zijn oorzaak in een weddenschap tusschen twee buren, de heeren Edward White en Josep Russell. De eerstgenoemde is eigenaar van een mooie Durham- koe, negen jaar oud, die voor om streeks twee maanden geleien voor een rijtuig werd gespannen. De hard dravers eigenschappen van het beest ontwikkelden zich zoo spoedig, dat weldra vele landbouwerspaarden, die met haar in snelheid [wilden wedijve ren, haar konden nakijken. Eens trachtte mr Russell de equi page van den heer White te passee- ren, tengevolge waarvan de volgende weddenschap ontstond. De h er White maakte. Vervolgens lichtte hij de ruit uit het venster, legde ze behoedzaam neer op den rand van den kuil, waarna hij den beitel weer bij zich stak en een scheermes tevoorschijn haalde. Terwijl hij den scherpen kant tegen het gordijn drukte, hield hij zijn adem in. Het geluid van het snijden kon de aandacht trekken; Owen zou zelfs in de richting van het raam kunnen zien op het oogenblik, dat hij het mes door het gordijn stak. Dat Owen het was, die zich in de keuken ophield, daarover voelde hij geen twijfel. Het geluid der vlammen bereikte Joe's oor; wat waren deze bezig te vernielen. Eene snede benedenwaarts, ter lengte van een duim, twee rechthoekig daarop en eene opening was gevormd, waardoor hij heen kon kijken. Oogenblikkelijk hield hij ei zijn rechteroog voor. Hij had het volle gezicht op de helft der keuken. Met zijn blik op de vlammen gericht, stond Owen daar met over elkaar geslagen armen; zijn gelaat, door de vlammen verlicht droeg eene uitdrukking van walging en afkeer. Na een oogenblik te zijn verdwenen, trad hij weer te voor schijn in het gedeelte, dat Joe kon overzien en droeg een groot pak in bruin papier gewikkeld, dat hij in het vuur wierp, terwiji hij het met de tang neerdrukte. Ten tweeden male verdween hij en keerde nu terug met een flesch, die hij ontkurkte om daarna den inhoud op het vuur te ledigen, waarna hij haastig achteruit trad, daar de vlammen met vernieuwde hevigheid «itbarstten. Owens proflei was duidelijk zichtbaar, terwijl hij zat op een der hoeken van de eenvoudige tafel, de armen kruise lings op de borst, zijne lippen vast op eikaar gekiemd, tot dat de vlammen kleiner werden en de schaduwen zich flau wer afteekenden tegen de zoldering en de muren, en zij ten laatste steeds kleiner werden en eindelijk wegstierven. Owen verliet nu de keuken en Joe opende voorzichtig het venster en trad binnen. Ofschoon hij een kaars aanstak, en de asch oprakelde, kon hij niets ontdekken, dat hem op een spoor bracht wat er verbrand was. Een uur later verliet hij de keuken, niet veel wijzer geworden, maar niet alvorens de ruit op den bodem van den kuil te hebben neergelegd en er behoedzaam zijn voet op te hebben gezet. Wellicht zou juf frouw Cawdrey denken, dat ze er uit gevallen was; in ieder geval zou zij ondanks hare waakzaamheid niet vermoeden, dat Joe ze uit het venster had HOOFDSTUK XIV. Het bezoek van Arnold. „Hoe gaat het met Ann, Floy?" vroeg Arnold Zaterdag morgen aan het ontbijt. „Heeft zij een goeden nacht gehad „Zij had veel pijn van nacht," was het antwoord. „Nu en dan verheft zij zich bij een van die aanvallen. Dokter Viret zegt, dat zij in een van die vlagen zal sterven." Angina pectorisdat is duidelijk," zeide hij deftig. „Je moest eene verpleegster nemen. Het gaat toch niet aan, dat gig zoo iederen nacht waakt!" „Ik moet aan de groote kosten denken," gaf zij eenigszins mat ten antwoord. „Je vergeet, dut dokter Viret feitelijk alles betaalt. Bovendien is Ann geen gewoae dienstbode. Ik doe gaarne alles voor haar wat ik kan." „O, in dat geval is het goed," riep bij uit en stond haas tig op. „Wat ik je zeggen wilde Floy, ik ga een bezoek „Waar vroeg zij en keek haastig op. „Bij onzen buurman." „O, Arnold I" „Waarom niet?" vroeg hij. „Waarom zou ik Fairfords be zoek niet beantwoorden? Er steekt toch geen kwaad in Floy om een vriend van jou en oom Roderick eens op te zoeken? Wat heb je er tegen; geen enkele geldige reden wil ik wedden." „Het doet er niet toe, wat mijne redenen zijn Arnold. Ik weet zeker, dat je niet zoudt gaan. Ik vind het overbodig, dat je gaat en verzoek je mij te verplichten door niet te gaan." Wordt vervolgd,)v

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1895 | | pagina 2