NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
12e Jaargaig
Vrijdag 11 Januari 1895.
No. 3535
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIEN:
NABETRACHTING
STADSNIEUWS. f
Arrondissements-Rechtbank
FEUILLETON-
GBLAD
Y..r Haarlem per 3 maandenf 1,20.
Fraaaa door het geheele Rijk, per 3 maaadoa 1,65.
Afitaadarlijke nummers0,05.
Gaïllastreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30.
franco per post 0,37
Dit M»d verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Peeetdagea.
Bsrni: kleine Houtstraat A-dt, Haarlem. Telefoaaaaatiaer 121É.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cents per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelnren en courantiers.
Dirwoteur-Uitgerer J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het
Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Suce., Paryt 31his Faubourg Montmartr*.
Nota's, Rekeningen, Wissels, Qui
tantiën, Brievenhoofden, Memoranda
en alle overige Drukwerken, die op
kantoren voorkomenworden ter
Stoomdrukkerij van dit blad goed-
billijk en vlug gedrukt.
De Directeur Uitgever
j. c.
uit den
GEMEENTERAAD-
LXXIV.
Burgemeester Iordens was indertijd
gewoon den Raad in de eerste verga
dering van het nieuwe jaar geluk te
wenschen, maar onze tegenwoordige
Raadsvoorzitter laat dat achterwege.
Even goed gemeend, maar er was
wel aanleiding voor een ernstig woordje
en had men een belastingbetalend
burger even het woord kunnen geven,
dan zou hij denkelijk iets gezegd heb
ben als het navolgende:
Edelachtbare Heeren, leden van den
Raad, wijsheid en gezondheid worden
U toegewenecht in 1895. Moogt gij de
kracht vinden om wat U goed toe
schijnt te verdedigen, wat U verkeerd
voorkomt te bestrijden, zonder aan-
ziens des persoons. Dat het jaar 1895
voorbijga zonder dat er een brug
worde gelegd in onze goede stad, we
hebben bruggen genoeg en geld te
weinig om nieuwe te betalen. Wilt
overwegen, edelachtbare heeren, ot er
geen andere gelegenheid is om het
Middelbaar Onderwijs onder dak te
brengen, dan in «en fonkelnieuw
steenen paleis, gebouwd op kostbaren
grond. Weest, wat ik u bidden mag
zuinig met het toekennen van grati
ficaties en subsidies in 't bijzonder en
met onze povere financiën in 't al-
meen. Tracht ons zoo spoedig moge
lijk water te bezorgen dat iedereen
die ervoor betalen wil, krijgen kan
en goochelt vooral geen ziekenver-
plegingen meer naar een uithoek van
de gemeente.
Vooral, edelachtbare heeren, matigt
u in het gevoelen van deferentie voor
elkanders meeningen. Eerbied voor
eens anders gevoelen te hebben is
een deugd, maar bij overdrijving
wordt dat een kwaad. En hiermee
wensch ik u een vruchtbaar zitting
jaar toe, tot voldoening van de bur
gerij en van U zei ven.
Het verzoek van de Staaibron tot
ontheffing van de verplichting om in
het Frederikspark een badhuis te
plaatsen, heelt den loop gehad dien
ik voorspeld heb. B. en W. zeiden
zeer terecht„laat de adressante eerst
dan eens zeggen wiar zij het badhuis
dan wèl wil bouweD." En daar kon
niemand iets tegen hebben, ook niet
de woordvoerder jvan de Maatschappij
in den Raad, de heer Prins. Dez6
heeft van de gelegenheid gebruik
gemaakt om er nog eens op te wijzen,
dat Commissarissen wel degelijk van
plan zijn een badhuis te bouwen en
dat het volstrekt niet te doen is om
daarvan te worden ontslagen. De
Raad bleek hiervan dan ook over
tuigd te zijn en stemde niet in met
het denkbeeld van den heer Tjeenk
Willink om nog eens aan het besluit
toe te voegen, dat de Maatschappij
gebonden blijft aan den oorspronke-
lijken termijn van uitvoering.
Overeenkomstig een schrijven van
Ged. Staten is de subsidie van f 1000.
die de gemeente aan de kweekschool
voor onderwijzeressen verleende, in
getrokken. Niet, zooals in enkele
bladen is beweerd, omdat de reke
ning van de school over 1893 met
een batig saldo sloot en de subsidie
dus overbodig zou zijn, maar omdat
de wet op het lager onderwijs van
1889 aan gemeentebesturen verbiedt,
na het jaar 1894 nog subsidiën te ver-
leenen aan particuliere scholen.
Op voorstel van B. en W. deed de
Raad eens eenige restanten af, oude
adressen en voorstellen over de be
stemming van het Oude Mannenhuis,
over de uitdieping van den Delft,
over de aanstelling van een vischaf-
slager en over de overwegen van den
spoorweg. „De overblijvende stukken,"
zoo zeide de Burgemeester, „zijn in
behandeling."
BrrrDie overblijvende stukken
zijn niet minder dan zeventien in
getal en daar is bij een concessie voor
een tram naar Zandvoort en een plan
van een nieuw stadskwartier tusschen
Wagenweg en Wilhelminastraat en
een adres om minimum loon en ma
ximum arbeidsduur 1 Vloeit, stroomen
van welsprekendheid, maar verstikt
goede zaken niet, doch brengt die,
gezuiverd en gereinigd, snel in be
houden haven!
Haarlem10 Jan. 1895.
In 1894 zijn hier uit de richting
Zuiderbuitenspaarne doorgevaren 1
zeeschip 40 en 1 36 zeetonnen,
komende van Katwijk en bestemd
naar IJmuiden en 1 46 en 1 40
zeetonnen, komende van Leiden en
bestemd naar IJmuiden
uit de richting van het Noorder
Spaarne zijn doorgevaren 1 houtvlot,
lang 150, breed 3.50 M., komende van
Amsterdam en bestemd naar Leiden,
alsmede binnengevaren 7742 schepen
metende tezamen 382,801 tonnen.
Uit de richting van het Zuiderbui
tenspaarne zijn binnengevaren 7955
schepen metende tezamen 305,568
tonnen.
Telephoonnet te Haarlem,
Het telephoonnet alhier, telde op 1
Januari 164 aansluitingen tegen 151
aansluitingen bij den aanvang van
liet jaar 1894.
Het aantal door de geabonneerden
onderling gevoerde gesprekken gedu
rende het jaar bedraagt 113285.
Voorts werden 2437 telegrammen
per telephoon behandeld, tegen 2282
telegrammen gedurende het jaar 1893.
Uit de belangrijke toeneming van dit
verkeer spreekt duidelijk de toene
mende waardeering van dezen tak
van dienst der Nederlandsche Bell-
Telephoon Maatschappij. Over de
Intercommunale-telephoonlijnen wer
den 2522 gesprekken gevoerd, terwijl
dat verkeer over 1893 er 2211 aan
wijst; ook dit verkeer nam derhalve
toe.
Behalve de belangrijke werkzaam
heden, die gedurende 1894 moesten
worden uitgevoerd: le tot aansluiting
van de nieuwe geabonneerden, 2e.
voor nieuwe geleidingen wegens ver
huizing van geabonneerden en verder
tot onderhoud van het telephoonnet,
vestigde de Neder!. Bell Telephoon
Maats, in het hulp-Postkantoor te
Bloemendaal een publieke spreekcel
in aansluiting mei het telephoonnet
alhier. Van uit deze spreekcel, die
op 1 Januari jl. gereed kwam, is het
mogelijk, tegen betaling van het tarief
voor het plaatselijk verkeer of f0.25
per gesprek, gesprekken te voeren met
de geabonneerden, aan het bureau
alhier aangesloten en voorts tegen
het fingeerend tarief van f0.50 per
gesprek van 3 minuten, met geabon
neerden, in andere plaatsen aange
sloten aan de Intercommunale lijnen,
terwijl het verder de bedoeling is ook
telegrammen aan te nemen en die
rechtstreeks over te seinen naar het
Telegraafkantoor alhier.
De heer T. K. L. Sluyterman, leeraar
aan de school voor Kunstnijverheid
alhier is benoemd tot leeraar aau de
Polytechnische school te Delft.
Onze vroegere stadgenoot, de heer
F. W. ten Cate, heeft zich volgens
achterstaande annonce na zesjarige
afwezigheid in het buitenland nier
gevestigd als teekenaar en lithograaf.
Na in Dusseldorf de academie te
hebben bezocht, was hij in twee der
grootste ateliers van Duitschland werk
zaam.
Eene doeltreffende en fraaie reclame
is door de heeren Augustinus Wit
te veen alhier aangebracht op de ijs
baan voor hun schaatsenhandel en
slijperij. Aan den voor-en zijkant van
de tribune zijn opgehangen drie ge
schilderde doeken, voorstellende tafree-
len betreffende de ijssport. De pla
ten, verdienstelijk geschilderd door
den heer H. de Wilde, decorateur
alhier, breken de eentonigheid van de
tribune zeer. Een daarvan stelt voor
twee hardrijders op een ijsbaan met
het onderschrift „Haal op Jaap". Het
spreekt vanzelf, dat degene die den
voorsprong heelt onzen bekenden
wereldkampioen Jaap Eden zal moe
ten voorstellen.
De Onderlinge Brandwaarborg Ver-
eeniging voor de gemeente Haarlem
telde, den 31n December! 1894 122
deelhebbers, met een verzekerd kapi
taal van f 1.009.535, tegen 86 deel
hebbers, met een verzekerd kapitaal
van f811.300 op 31 December 1893.
De vereeniging „Melpomene en Tha
lia" gaf Woensdag jl. voor de talrijk
aanwezigen in den schouwburg alhier
eene liefdadigheids-voorstelling ten
bate van de wed. A. van Haren en
hare kinderen.
Opgevoerd werd „Joan Wouterzs",
of Leyen en Sterven voor Oranje, door
H. J. Schimmel.
De hoofdrollen waren in goe
handen en werden zeer juist weer
gegeven.
De costumes
en de mise-en-scène
waren goed.
Ook de regie bleek flink verzorgd
te zijn.
Den acteur, die de rol van „Joan
Woutersz" vervulde werd een fraaie
krans vereerd.
De muziek onder leiding van den
heer C. F. D. Wagner voldeed mede
zeer goed.
De Haarlemsche stoombooten, di
rectie Bus en Kaarseladeveer, varen
nog geregeld door Spaarne, ringvaart
en zij kanaal, welke wateren voor de
scheepvaart gesloten zijn.
Zitting van heden Donderdag 10 Jan.
Izaak de Roos, kermisreiziger, stond
heden terecht voor het wegnemen van
een biljartbal en twee jeneverglaasjea
uit het koffiehuis van Van Aken. De
bal was in zijn broekzak, maar de
man beweert dat die door een ander
daarin moet gestoken zijn en verde
digt zich overigens met groote loos
heid. Of het hem wat baten zal De
ambtenaar van het O. M. acht zijn
schuld bewezen en reqnireert zijne
veroordeeling tot 4 maanden.
De Roos werd in 1892 door de
rechtbank van 's Hertogenbosch we
gens diefstal tot 6 maanden veroor
deeld, toen ook al bij recidive. In
1888 toch kreeg hij wegens diefstal
van de rechtbank te Arnhem een jaar
en in 1887 van die te Groningen ook
voor diefstal 6 maanden.
Wie verre reizen doet, kan wat ver
halen.
De ambtshalve toegevoegde verde
diger mr. Th. de Haan Hugenholtz
betwistte zoowel het wettig als het
overtuigend bewijs en concludeerde
derhalve tot vrijspraak.
Uitspraak over 8 dagen.
Adrianus Nicolaas K-k, horloge
maker, laatst wonende te Haarlem, is
een reparateur aan wien men zijne
uurwerken liever niet moet toever
trouwen. De weduwe Sébil had hem
in November een gouden horloge ge
geven om te herstellen, maar Kok
beleende dat voor f8 en gebruikte
het geld voor zichzelven.
Deze manier van handelen is hem
niet vreemd. De Rechtbank te Utrecht
veroordeelde hem in Aug. 1892 tot
2 jaar gevangenisstraf voor 4 mis
drijven van verduistering en op dat
tijdstip was hij, nog geen 5 jaar ge
leden, voor hetzelfde misdrijf reeds
veroordeeld geworden. Beklaagde zegt
(en daarvan zal wel iets waar zijn)
dat wanneer men in zijn vak eenmaal
een veroordeeling heeft ondergaan,
een betrekking niet meer te krijgen
is en men trachten moet, werk aan
huis te krijgen, hetgeen ook niet vlot
gaat.
De eisch is 1 jaar gevangenisstraf.
De toegevoegd verdediger Mr. F. A.
Bijvoet, wierp een paar dubia op en
rfep ten slotte de clementie der
Rechtbank in.
Dezelfde advocaat treedt op in de
zaak tegen S amnel Antonisse, 19 jaar
en smid van beroep, die bij het
Kerstfeest van de Haarlemsche Jon-
gelingsvereeniging in „Felix Favore"
Naar het
van THOMAS COBB.
24)
HOOFDSTUK XIV.
Het bezoek van Arnold.
„Verondersteld dat zij gek is...."
„Wat zegt gij
„Dat zij krankzinnig is niet wel bij het hoofd is, of
iets dergelijke."
Owen ontstelde merkbaar.
„Verondersteld dat zij krankzinnig is, zei ik."
„Ja ja, ik begrijp het wel."
„De Hemel gave, dat ik het begreepriep Arnold uit.
„Laten wij nu weer veronderstellen, dat zij dien nacht, den
vierden Maart, mijn oom ontmoette."
Owen stond op, trad naar het venster en keek naar buiten.
„Mijne verbeeldingskracht is niet sterk genoeg," zeide
hij kalm.
„Fairford," riep Arnold uit, stond heftig op en trad ach
ter hem, „ik verzeker u bij God, dat ik die vrouw zal op
sporen."
„Zij kan even onwetend zijn als wij allen even onschul
dig." Owen scheen al zijne krachten in te spannen om zich
zelf te beheerschen, want hij sprak alsof de woorden hem
werdeu ontwrongen.
„Waarom verklaart zij dat dan niet?" vroeg Arnold.
„Hoe kan dat wanneer zij van niets weet?"
„Zij moet er van weten. Onschuldig kan zij zijn. Een eed
zou ik er op willen doen, dat zij dien nacht mijn oom heeft
gezien. Waarvoor al die geheimzinnigheid?"
„Daarvoor kunnen ongetwijfeld zeer grondig© redenen be
staan," was Owens antwoord „redenen, die die de
vrouw zelve aangaan, en waarmee niemand iets heeft te
maken."
„Ik zal het opsporen," riep Arnold uit. Beide mannen zagen
elkaar nu aan. „Hare vrienden kunnen niet beter doen dan
mij daarbij helpen. Doen zij dat niet, dan zijn de gevolgen
voor hunne rekening. Ik zal haar opsporen, den sluier voor
haar gelaat wegrukken...."
„Zij is eene vrouw Derwent," zeide Owen en zijne vuisten
waren krampachtig gebald.
„Dat gaat mij niet aan! wanneer zij eene duivelin is zal
ik haar onschadelijk maken."
„Zooals gij zelf veronderstelt," zeide Owen, „is het moge
lijk dat zij vrienden heeft."
„Ik vrees hen niet evenmin als ieder ander levend mensch,"
was Arnolds bè?cheid. „Mijn eenige wensch is om in het
bezit te komen van hetgeen mij toekomt. Kom,1' voegde hij
er bij, „ik ben niet hier heengegaan om mij op te winden;
alleen om mijn tijd zoek te brengen u even op te zoeken.
Het wordt tijd, dat ik naar Florence terugkeer."
Toen hij de gang doorliep, keerde hij zich vastberaden om,
en keek om zich heen.
„Een mooie, oude trap," zeide hij. „U kunt niet zeggen,
dat u hier geen ruimte genoeg hebt; daarom hebt u daar
zeker die afscheiding laten aanbrengen Nu, adieu Fairford.
Ik hoop, dat u ons weer eens spoedig komt opzoeken, en ga
een volgenden keer niet opnieuw zoo haastig weg. Adieu 1"
Owen Fairford keerde weer naar zijne eetkamer terug, trad
op den haard toe en leunde met zijn hoofd tusschen zijne
handen. Niemand kon zijn gelaat zien, maar ware er een toe
schouwer geweest, hij had inderdaad een steenen hart moe
ten hebben om geen medelijden te koesteren met zijne diepe
ellende.
Het onderhoud scheen evenmin aan Arnold te hebben
behaagd.
„Had ik je raad maar opgevolgd, en was ik thuis geble
ven Floy," zeide hij na de lunch. „Dat is bij mij zoo ver
keerd ik zie de zaken altijd-goed in wanneer het te laat is. Niet
dat ik er niets door heb gewonnen. Ik twijfelde er voor dien
tijd reeds niet aan, maar nu wil ik er mijn leven onder ver
wedden, dat zij daar woónt achter die afscheiding op de
eerste verdieping. Ik had er wel wat voor over, als ik eens
een kwartier lang daarachter kon gaan. Toch moet ik bekennen
eene fout te hebben begaan ik heb mijn-gezicht laten zien."