illLAKBILJETTEN.
EET SPOOK lil ROOKFIELD.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
12e Jaargang
Zaterdag 2 Februari 1895.
No. 3554
abonnementsprijs:
adyertentiën:
j, c.
STADSNIEUWS.
FEUILLETON.
HAARLEMS DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers0,05.
Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30.
franco per post 0,37 4.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat X-dt, Haarlem. Telefoonnummer 122.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cents per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onza agenten en door alle boekhandelaren en courantiers.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM;
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangére G. L. DAUBE dt Co., JOHN F. JONES, Succ., Pargt 31 bi» Faubourg Montmartrs:
Eet Bijvoegsel van het blad dat
Zaterdagavond verschijnt, zal bevatten
Haar Onschuld. Haarl. Halletjes
CCXXV. Binnen- en Buitmlcmdsche
berichten. Varia. AdverlmbCén enz.
BILJETTEN voor Veilingen en
Aanbestedingen, voor Feestelijk
heden, Concoursen etc. kan men
ter Stoomdrukker]] van dit Blad
tot hoogst billijken prijs laten
drukken,
nieuwste Lettersoorten» Spoe
dige aflevering.
De Directeur Uitgever
Haarlem1 Febr. 1895.
Stedelijk Museum.
In de maand Januari jl. is bet
Stedelijk Museum van Schilderijen
en Oudheden op het Raadhuis be
zocht door 82 personen tegen- en door
129 porsonen zonder betaling.
!Naar ons wordt medegedeeld zal
het kampioenschap van Noord-Hol
land voor amateurs op de baan van
de ijsclub onder O verveen verreden
worden op Maandag 4 dezer wan
neer althans ijs en wêer daartoe me
dewerken.
Hondenbelasting.
Wij meenen belanghebbenden te
moeten opmerkzaam maken, dat de
aangifte voor de hondenbelasting van
dit jaar alsnog ten spoedigste be
hoort te geschieden, ten kantore van
den gemeente ontvanger.
Op het concert dat Woensdag 6
Februari in de Sociëteit Yereeniging
door het Stedelijk Muziekkorps wordt
gegeven voor de leden, zal zich be
halve Mejuffrouw Yeltman als pianiste,
in plaats van den Heer Orelio, die
verhinderd is, de Heer Albert Smit,
solo-violoncellist van het Casino te
Ostende, doen hooren.
Deze artist is een broeder van den
bekenden violist en volgens tal
van beoordeelingen uit Leipzig, Cre-
feld, Elberfeld, Liegnitz, Cassel, Os
tende enz. is Albert Smit in 't bui
tenland met groot succes opgetre
den.
Maatschappij van Bouwkunst
Afd. Haarlem.
De laatste vergadering der afdeeling
Haarlem en Omstreken van de Maat
schappij tot Bevordering der Bouw
kunst in Café „Neuf" gehouden,
wordt door den Voorzitter, den beer
Jacques Leijh geopend met een woord
ter herinnering aan de excursie naar
de fabriek van de heeren van Kempen
en Zoon te Voorschoten; hij merkt
op, dat zij, die deze hoogst interes
sante inrichting bezichtigden zeer vol
daan waren en niets dan lof hadden
ook over '.de vriendelijke en aange
name wijze waarop zij door de heeren
van Kempen werden ontvangen en
rondgeleid; de afwezige leden hebben
bepaald veel gemist. De notulen der
vorige vergadering worden gelezen en
na een kleine opmerking van den
heer van Lennep goedgekeurd.
Op verzoek van de afdeeling Leiden
der Maatschappij tot Bevordering der
Bouwkunst worden ter beoordeeling
der antwoorden op eene door haar
uitgeschreven prijsvraag, uit de leden
onzer Afdeeling drie Jury-leden be
noemd en bij stemming daartoe ge
kozen de heerenLeijh, van den Ban
en Wolbers, die zich die benoeming
laten welgevallen.
De rekening en verantwoording van
den penningmeester bedraagt in ont
vangst en uitgaaf f 249.245 met een
batig saldo van f66.35; nadat zij
door de heeren S. R. Rijnierse enG.
P. J. Beccari is nagezien en goedge
keurd, werdt den heer J. W. G. Droste
dank gezegd voor zijn goed gehouden
beheer.
Bij de verkiezing van een penning
meester en een bestuurslid in de plaats
van de heeren Droste en Welsenaar,
die niet herkiesbaar zijn, worden ge
kozen tot penningmeester de heer G. P.
J. Beccari en tot bestuurslid de heer
Anton J. Salm, die beiden de benoe
ming aannemen.
Door deze verkiezing is het Bestuur
voor 1895 samengesteld uit de hee
ren
J. H. Stoel Az., Eere-voorzitter.
Jacques Leijh, Voorzitter.
G. L. van Lennep, Vice-voorzitter.
J. van den Ban, Secretaris.
G. P. J. Beccari, Penningmeester.
Anton Salm, Adj. Secretaris.
De secretaris brengt daarna een
kort verslag uit van den toestand en de
verrichtingen der Afdeeling in 1894,
waaruit o. m. bleek, dat het aantal
leden hetzelfde bleef.
Door den voorzitter worden de hee
ren Roog, Geijl, Dyserinck, Droste en
Wolbers aangewezen om de verschil
lende artikelen van het huishoudelijk
Reglement te herzien en verzocht in
de volgende vergadering van hunne
bevinding verslag uit te brengen.
Verder wordt medegedeeld dat
door het Hoofdbestuur met de Voor
zitters en Secretarissen eene vergade
ring zal worden gehouden te Arnhem
op Woensdag 23 Januari 1895 en
daarop de wensehelijkheid uitgespro
ken, dat Voorzitter en Secretaris die
vergadering bijwonen.
De Voorzitter sluit de vergadering
waarna de antwoorden op de prijs
vragen der Maatschappij, die in de
vergaderzaal tentoongesteld zijn, met
belangstelling worden bezichtigd.
Haarl. lAmateur Fotografen
Club.
In de goed gevulde bovenzaal der
sociëteit „Vereenigmg" gaf bovenge
noemde club Donderdagavond hare
jaarlijksche sciopticon-soirée; waaraan
dezen keer bizondere aantrekkelijk
heid werd gegeven, door de opluiste
ring met Edison's Kinetoscoop en
Phonograaf.
De soirée begon met het projectee
ren op een doek van zeer groote af
metingen van lantaarnplaten, waar
onder zeer fraaie; sommige werden
in kleuren rose en groen ge
projecteerd.
Hierna hield de secretaris der club,
de heer M. H. Binger, eene voordracht.
Hij begon met eene schets der loop
baan van den beroemden Th.A. Edison,
welke door hem begonnen als kran
tenjongen, dank zij zijn geestelijke
vermogens en energie, hem heeft ge
voerd tot de hoogte van zijn tegen-
woordigen roem. Door geprojecteerde
platen werd vervolgens de vluchtige
schets opgehelderd, die de heer Bin
ger gaf van de uitvinding der phono
graaf tot in hare tegenwoordige vol
making en der instrumenten, waaraan
hetzelfde idee ten grondel tg lag.
Ook de laatste uitvinding van Edi
son op het gebied der fotografie, de
kinetoscoop de snelfotograaf
werd besproken. Door dit instrument
is men in staat gesteld in ééne
conde 46 fotografische opnemingen te
doen, zoodat wanneer eenige honderd
tallen van die opnamen bijv. van
eene bokspartij in Amerika, zooals
gisteravond te bezichtigen was
die, op een film afgedrukt, ons oog
voorbijtrekken, men de natuurlij'e
bewegingen der boksers verrassend
getrouw ziet weergegeven.
De aanwezigen werden in de i
legenheid gesteld de phonograaf te
hooren met den gehoortrechter, waar
door het geluid uit het instrument
door de geheele zaal wordt voortge
plant, en door middel der gehoorslan-
a. Met verrassende duidelijkheid
werd een cornet piston-solo, (het
Wilhelmus) door den heer Ign. Bis-
pinck voor den gehoortrechter ver
dienstelijk geblazen, onmiddellijk
daarna door het instrument weerge
geven.
Aan het slot zijner voordracht werd
door den heer Binger nog aangestipt
de uitvinding van de kineto-phono-
graaf de kinetograaf en phonograaf
gecombineerd, waardoor men in staat
zal worden gesteld in zijne huiskamer
bijvoorbeeld eene opera-acte gelijktij
dig te zien en hooren afspelen.
De avond werd besloten met het
opnieuw projecteeren van diverse
lantaarnplaten.
Ongetwijfeld komt een woord van
dank toe aan de H. A. F. C. en vooral
aan haar ijverigen secretaria, voor de
hoogst interessante soirée, dezen avond
aan de kunstlievende leden en ge-
noodigden aangeboden.
Nederland8cbe Opera.
De heer C. v. d. Linden en zijn
operagezelschap hebben Donderdag
aan een groot aantal stadgenooten
een hoogst aangenamen avond be
zorgd. Wagner's „Vliegende Hollan
der" werd ten tooneele gevoerd op
een wijze die alle aanspraak op waar
deering en dankbaarheid mag doen
gelden.
Men weet of misschien weet
men het niet hoeveel dit werk
eischt wat het muzikale gedeelte, en
vooral niet minder wat de regie be
treft. Te zeggen dat deze laatste in
geen enkel opzicht iets te wenschen
overliet, zal zelfs de ijverigste voor
stander der Nederlandsche Opera niet
van mij vergen. Er was, naar mij dacht,
veel, zeer veel zelfs wat anders en
beter had moeten zijn. Of het ook
beter had hunnen zijn....? Een vraag, op
welke ik, met mijn uiterst geringe ken
nis van tooneelzaken, het antwoord
moet schuldig blijven. Wei heb ik
ten volle beseft het bezwaar dat gele
gen is in het doen verschijnen van twee
bemande schepen in de ruimte waar
over het tooneel van onzen schouw
burg geeft te beschikken. De beman
ning van het „spookschip" bestond
dan ook niet nit zooveel „koppen"
als het wenschelijk geweest ware en
ook om even op muzikaal terrein
over te springen het aantal stem
men waarover die bemanning be
schikte schoot bepaald te kort,
zonder dat dit laatste zooals een
logisch denker allicht zou willen
staande houden als noodzakelijk ge
volg van het eerste moet beschouwd
worden. Want ik zou mij al zeer
moeten vergissen als ik niet veel
meer stemmen gehoord, dan hoppen
gezien heb. Maar te zwak waren ze
vooral, die stemmen, waar ze met
steeds stijgende woestheid hun
j.Johoe's" en „Hoeissa's hadden moe
ten uitgalmen en met hun akelig,
hoonend „HaHa 1 Ha niet enkel
een tooneel-siddering door de Noor-
weegsche matrozen, maar een echte
siddering door de rijen der toehoor
ders hadden moeten jagen. Zoo on
gemerkt ben ik in muzikaal vaarwa
ter verzeild geraaktwe kunnen
dus gevoegelijk meteen een kijkje ne
men op het schip van den kapitein
Daland. Het moet gezegd, zijn man
nen zetten alle zeilen bij en het mu
zikaal resultaat van hunnen ijver was
dan ook van niet geringe beteekenis.
Het Matrozenhoor in het derde be
drijf vooral dwong in menig opzicht
waardeering af. Niet minder kweet
zich het vrouwenkoor, dat in het
Spinlied (tweede bedrijf) de gelegen
heid loffelijk waarnam om zijn goede
eigenschappen te toonen. De rol van
Marijdie alleen hier van eenig be
lang is, werd door mevr. CulpKiehl
niet onverdienstelijk vervuld.
De aandacht verplaatst zich even
wel spoedig van deze rol naar die
van Sentaom daarop schier onafge
broken gevestigd te blijven wanneer
zij althans zoo meesterlijk wordt
weêrgegeven als hier door mevr. En
gelenSewing het geval was. Het
aandeel dat deze voortreffelijke zan
geres en actrice in het succes van
den avond had, komt slechts overeen
met dat van den vertolker der titel
rol, den heer Jos. Orelio. En als ik nu
nog maar alleen zeide dat hetsuccès
van laatstgenoemden kunstenaar even
schitterend als welverdiend was, dan
kon men zich reeds voorstellen, hoe
rijke bronnen van kunstgenot aan de
beide hoofdrollen van het werk ont
sprongen. Ik mag e hter niet nalaten
in 't bizonder melding te maken
van Orelio's heerlijk gezongen eerste
bedrijf en van de aangrijpende dra
matische kracht, die hij in het laat
ste gedeelte van het derde wist te
ontwikkelen.
Van de overige medewerkenden
noem ik nog alleen den heer Urlus
die de partij van den jager Erik Sen-
la's verloofde) op recht artistieke wij
ze en met lang niet te versmaden
stem middelen tot haar recht bracht.
De heeren, die als Daland en als
Stuurman optraden konden mij, geen
van beiden voldoen, hoewel zij in
Naar het engslsch
van THOMAS COBB.
41)
HOOFDSTUK XXIII.
De winner van het spel.
„Ja, ja; naar het station 7" vroeg hij ongeduldig.
Juffrouw Cawdrey drukte hare dunne lippen op elkaar,
en dit was het eenige teeken, dat zij de vraag van inspecteur
Holt had gehoord.
„Ik moet het adres van mijnheer Fairford weten," zeide
hij. „Zooals ik u gezegd heb, heb ik zaken van het grootste
gewicht met hem te bespreken. Kom, waar is hij heen
gegaan
„Ik kan u geen inlichtingen geven, inspecteur."
„U wilt niet, bedoelt u. Weet u wel, dat n groot gevaar
loopt om m tegen de wet te verzetten?"
„Ik verzet mij volstrekt niet," gal zij beslist ten antwoord.
„Dat heb ik Goddank nooit gedaan. Maar al de wetten en
inspecteurs ter wereld kunnen mij niet noodzaken te spreken
over wat hun niet aangaat."
In deze houding, terwijl het licht der ganglamp viel op
haar wit mutsje, terwijl eene eenvoudige, zwarte japon hare
magere, lange gestalte omhulde, zag zij er uit als het beeld
der barsche onverzettelijkheid, en Holt begreep, dat zij niet
zon toegeven. Hij besloot evenwel om zich ten minste te
verzekeren van de waarheid harer woorden.
„Ik zou het huis wel eens willen bekijken," zeide hij, en
tot zijne verwondering bood zij niet den minsten tegenstand,
maar deed de voordeur dicht en ging hem onmiddellijk voor
naar het portaal boven de trap, waarachter Joe zoo gaarne
een blik had willen werpen.
De vloer was be lekt met een bizonder dik kleed en het
trapportaal kwam nit op vier kamers. De eerste, die Holt
binnentrad was een slaapkamer, waarvan de vensters uitza
gen op den tuin achter het huis. De algeheele afwezigheid
van gordijnen gai de kamer een ongezellig, kaal aanzien,
daar zij noch voor de ramen noch voor het kleine ledikant
hingen.
„Wie bewoonde dit vertrek?" vroeg de inspecteur, toen
juffrouw Cawdrey de kandelaars, die zij van de tafel had
opgenomen, boven haar hoofd hief.
Ook nu scheen zij hem niet te hooren en ging hem voor
naar het volgende vertrek, die een goed gevulde hoekenkast,
een rieten leuningstoel en eenige houten stoelen bevatte,
maar evenmin als in het vertrek, dat zij zooeven hadden
verlaten, bevonden zich hier versierselen of gordijnen.
De derde kamer deed de verbazing van Holt nog toenem e
wijl deze het aanzien had van een keuken, met een aanrecht-
bank, een petroleumkooktoestel, verschillende potien en pan
nen, maar ook met hetzelfde dikke tapijt, dat echter bedekt
was met een vierkant stuk bruine mat.
De laatste der vier kamers was bijna leeg, maar van wand
tot wand hingen metalen draden, die geleken op telegraaf
draden, en die aan ijzeren haken in den muur waren beves
tigd. In een der hoeken stond een groote houten tobbe op
twee sehragen.
„Wilt u de kamers beneden ook zien mijnheer?" vroeg
juffrouw Cawdrey met tergende beleefdheid; Holt nam even
wel de uitnoodiging aan en bekeek het geheele huis van
binnen. Ten slotte knoopte hij zijne jas vast en liep naar
de voordeur.
„Dus n weigert mij mede te deelen waar mijnheer Fairford
of iets anders omtrent hem Is dat zoo
Goed," voegde hij er bij, terwijl zij met de kaars in hare
hand onbeweeglijk voor zich neer keek, „u zult waarschijn
lijk wel nader van mij hooren."
Hij keerde naar het politiebureau terug, waar Cadman
zooals hem bevolen was, op hem wachtte.
„Hoe laat vertrekt morgenochtend de eerste trein in welke
richting ook?" vroeg hij.
„Om 6.45 naar Londen mijnheer."
„Zoo, laten wij elkaar dan goed begrijpen. Zorg er voor
dat je zes nur precies in den omtrek van „Bosohzicht" bent.
Ken je de huishoudster van mijnheer Fairford van uiterlijk?"
„Ja n bedoelt immers juffrouw Cawdrey?"