Politiek Overzicht. fiecktszaken. Een erfenis. ÖemengdNieuw s. teruggave van het waarborgfonds voor den spoorweg SemarangCheribon, aan de concessionarissen, wat door de Tweede Kamer was bewilligd. De quaestie was deze of nu de conces sionarissen in gebreke waren geble ven, ondanks herhaaldelijk verleend uitstel, het noodige kapitaal bijeen te brengen en ten slottevóór de laatste uitstel-aanvrage was beantwoord, de concessie hadden overgedragen, in billijkheid het waar borgkapitaal hadden verbeurd of niet. Twee meeningen traden daarbij op den voorgrond, de een: dat het waarborgkapitaal gestort was ah waarborg voor de naleving der gestipu leerde verplichtingen en dat dus de verbeurdverklaring moest beschouwd worden als een boete voor de niet- nalevingde anderdat allerlei om standigheden de naleving der con cessie-voorwaarden, buiten de schuld der concessionarissen, hadden be moeilijkt,. dat de Staat geen nadeel had geleden daardoor en dat het dus onbillijk, onbetamelijk en in strijd met de publieke moraliteit zou zijn, de gestorte som in te houden. Deze laatste meening was die van den Min. van Kol. en van de heeren Ylielander Hein, Wertheim en Bult man tegenover hen stonden de hee ren Fransen v. d. Putte en J. Prins. Het wetsontwerp werd ten slotte aangenomen met 26 tegen 11 stem men. Hoofdstuk X (Koloniën) werd zon der debat of stemming goedgekeurd. Evenzoo de begrooting voor Suriname. Daarbij betuigde de heer Wertheim zijn ingenomenheid met de plannen der Reg. ten aanzien der kolonie en gaf hij weder een getuigenis van de warme belangstelling die hij in Suriname stelt, waar hij aandrong op alle zoodanige maatregelen die het kapitaal er toe kunnen leiden zich derwaarts te begeven. De Minister hoopte, dat het eerlang te verdedigen leeningsplan voor productieve werken daartoe zou bijdragen. Meer recht streeks kon de Reg, z. i. niet optreden. Maar hij was bereid de kolonie zooveel mogelijk te steunen en te trachten haar tot ontwikkeling te brengen. De Kamer ging tot nadere bijeen roeping uiteen. G. Jr. Prof. A. H. de Hartog. f Dinsdag overleed te Amsterdam Ïilotseling prof. A. H. de Hartog, hoog- eeraar aan de Vrije Universiteit en regent van het Hospitium. Een geschenk. Omtrent het geschenk in zilver, dat H. H. M. M. de Koninginnen bij een eventueel bezoek aan Maas tricht namens de burgerij aldaar zal worden aangeboden, verneemt men, dat dit zal bestaan uit een marmeren voetstuk, waarop in gedreven zilver een engel met het stadswapen zal prijken. Op de vier zijden van het voetstuk zullen in haut-relief gezich ten op monumentale gebouwen der stad worden aangebracht. Onze koningin op schaatsen. Hare Majesteit Koningin Wilhel- mina heeft Dinsdag streng incognito haar eerste tochtje op schaatsen ge maakt. Na te Leidschendam te heb ben aangebonden, reed H. M. met gevolg, voorzien van het insigne der Zuid-Hollandsche IJ s vereenigin g, over de Goowatering door den Tedinger- broekpolder onder de gemeente Stomp- wijk tot nabij Voorburg, waar op den Vlietweg de hofrij tuigen gereed ston den om H. M, met H. D. gevolg naar de residentie te brengen. H. M. de Koningin-Regentes was bij den afrit der Koningin tegenwoor dig en wandelde vervolgens langs den Vlietwe< tot de plaats waar de rij tuigen weder werden bestegen. De burgemeester van Leidsehen- dam, tevens districts-commissaris van de Zuid-Hollandsche IJsvereeniging, had speciale zorgen aan dit gedeelte der ijsbaan besteed. schriften op de htogte worden ge steld. Tegen 1 uur ging Reens naar huis, en daarmede was de demonstratie geëindigd. Vorstelijke rijders. Men schrijlt aan het U. D. Nu uit de berichten in de dagbla den blijkt, dat onze jeugdige Konin gin eene liefhebster van schaatsen rijden is, mag wel eens herinnerd worden, dat ook wijlen Koning Wil lem III in zijn tijd veel van dat echt nationaal vermaak hield, evenals zijn beide broeders. Schrijver dezes herinnert zich, nu een 45 k 50 jaar geleden den toen- maligen kroonprins en de beide an dere zoons van Koning Willem II meermalen op schaatsen te hebben gezien op het zoogenaamde ijsveld nabij het Hollandsche spoorwegstati on in Den Haag, dat destijds druk bezocht werd door de schaatsenrij ders, die een ruimer terrein wenschten dan de vijvers in het Bosch aanbo den. De drie prinsen waren allen klceke rijders en bewogen zich met de groot =te ongedwongenheid onder hetpu bliek. Ook zij kenden blijkbaar den oud-Hollandschen regel, dat op het ijs alle standen gelijk zijn. Van de drie broeders was de middelste, prins Alexander, de beste en vlugste rijder. Gewoonlijk reed hij reeds af, ter wijl de kroonprins en prins Hendrik nog bezig waren met hunne schaat sen te laten aanbinden; evenwel om. na eenige keeren over de baan ge zwierd te hebben, terug te keeren en op zijne broeders te wachten. Hij was het ook die voorop ging, wanneer de prinsen gezamenlij k reden, hetzij itan een stok, hetzij door op te leggen. Dikwijls ook reedde kroonprins te zamen met zij n jongsten broeder, ter wijl dan prins Alexander door alleen te rijden aan het publiek ongezocht gelegenheid gaf om zijn sierlijke be wegingen te bewonderen. Voor de Hagenaars was het steeds een genot de drie zoons des konings op schaatsen te zien, vroolijk, opge wekt en minzaam tegenover allen. Ook de latere prins Willem van Oranje (oudste zoon van koning Wil lem III) hield veel van schaatsenrij den en was die kunst meester. Den lateren prins Alexander, hoewel zijn gezondheidstoestand minder gunstig was, heeft men mede meermalen op schaatsen gezien. Te Amsterdam kLjn in bewaring gebracht een 18 en een 19jarigejon- gen, als verdacht van diefstal aan de KLorte Prinsengracht. Bij huiszoeking bij den vader van een der verdachten de Marnixatraat is in den poot van de tafel gevonden f 240 aan bank- p ipier, alsmede een aantal loopers, beitels enz. Men meldt aan de „Amst." Tuans blijkt dat ook bij de admi nistratie der kerkvoogdij ea diacjnie der Ned. Herv. Gem. te Achlum (Fr.) een belangrijk tekort aanwezig moet zijn. Men noemt een passief van ruim f 20,000 doch officeel is het nog niet bekend, in hoeverre deze cijfers waarheid bevatten. Ten opzichte van het Hoogerhuis herhaalde Rosebery dat de tegen woordige verhouding een ernstig ge vaar oplevert, en dat dit vraagstuk diende behandeld te worden langs den weg van eene resolntie in het Lager hui». Het was echter geen zaak, deze resolutie thans reeds te verlangen aangezien er op haar eene ontbinding volgen moet, terwijl de Regeering vooral nog eenige ontwerpen wenscht door te zetten, overeenkomstig hare beloften. Het adres van antwoord werd goedgekeurd. In het Lagerhuis is het debat verdaagd. Uit Parijs wordt gemeld, dat eene schikking is geteekend, bevestigend en regelend het recht van voorkoop van Frankrijk op den Kongostaat voor het geval deze op België mocht overgaan. De schaatsenwed8trijd voor ama teurs te Gouda, die Donderd tg werd uitgesteld, is Maandag gehouden. Op de baan van 5000 meter werd de eerste prijs behaald door den heer Rodenhuis van Apeldoorn, de tweede prijs, em fraai inktstel, verwierf F. ter Molen, en de derde prijs de heer Gorter, beide laatsten van Zwolle. Op de baan van 1500 meter werd mede de eerste prijs behaald door den heer Rodenhuis en de derde door den heer Gorter. Ter Molen kwam hier te vallen. De werkloozen te Am sterdam. Door Reens, den bekenden anti- belastingman, daartoe opgeroepen, kwamen Dinsdag voormiddag onge veer 50 of 60 werkloozen in „Con- stantia" bijeen. Aangezien de opkomst te gering was om te vergaderen en Reens niet gezind scheen om voor die weinigen zijne toegezegde rede uit te spreken, werd na kort beraad besloten eene wandeling te doen, ten einde te beproeven meer werkloozen bijeen te brengen. Ook die poging mislukte. Tegeu half een was men in „Constantia" terug, doch ook toen telde de verzamelde werkloozen en nieuwsgierigen (het was toen schafttijd) niet meer dan 100. Toch beweerde Reens dat het aantal werkloozen duizenden bedroeg. Hij noodigde de aanwezigen uit, hedeu tegen 11 uur op den Noord- bur wal bij de Paleisstraat bijeen te komen, om de wandeloptochten van vroeger jaren te hervatten. Dinsdag zouden de werkloozen in de bevolkte buurten door plakka ten en draagbare borden met op- IJS. De baan naar het eiland Marken is nu gereed, doch van Monnikendam af slechts voor een vierde deel be rijdbaar; hdt overige deel wordt te voet afgelegd. Het ijs is nu vertrouwd. Te Venloo heeft Maandag een hu zaar bij een twist met een herber gier drie revolverschoten op dezen gelost en hem zoo ernstig verwond, dat men voor zijn leven vreest. Zooals gemeld is, ia Dinsdag het engelsche Parlement geopend, en werd bij die gelegenheid een Troon rede uitgesproken. Hierin werden o.a. aangestipt de gebeurtenissen in Armenië. Na een verslag ontvangen te hebben over de buitensporigheden, door Turx- sche troepen in sommige distrikten van Klem-Azië begaan, heeft de re geering gemeend, in vereeniging met andere mogendheden, bij de Porte een vertoog te moeten indienen. De Sultan heeft zijn voornemen te ken nen gegeven, de schuldige ofiieieren en soldaten streng te straffen. Hij heeft reeds eene commissie van on derzoek uitgezonden. Afgevaardigden der mogendüeden, die consuls te Erzeroem hebben, zullen de commissie vergezellen. De troonrede kondigt verder de indiening aan van wetsontwerpen tot wijziging van de agrarische wet in Ierland, tot verbetering van het lot der uitgezette pachters, tot opheffing der Angiikaansche kerk in Wales ids staatskerk, tot „local option''', tot verwezenlijking van het „éen man éen stem", en tot het instel en van scheidsgerechten tusschen arbeiders en patroons. In het Hooger- en Lagerhuis zijn onmiddellijk de beraadslagingen over het adres van antwoord begonnen. Bij het debat in het Hoogerhuis verklaard© Rosebery, dat indien de geruchten omtrent de gruwelen in Armenië waar zijn, de toestand der Christenen in Klein-Azië dan niet kan blijven wat hij is. Eenigen tijd geleden werd door een dame haar vermogen nagelaten aan de diaconieën der Ned. Herv. Ge meenten te Haarlem en Amsterdam. Bij den dood dezer dame bleek het aan hare familieleden, die vier jaren geleden met de overledene eene er fenis hadden gedeeld, dat de moeder van genoemde dame een natuurlijk, niet erkend kind was geweest, zoo dat zij niet gerechtigd was geweest om als bloedverwante en erfgename ab intestato bij deze verdeeling op te treden. De familieleden hebben daarop eene vórdering tot teruggave der haar toenmaals toebedoelde, en thans aan de diaconieën vermaakte gelden in om de Eagelsche «verheien te bewe gen, eindelijk met kracht het nakomen van hare eigen rooraehriften te eisehen. Anders zon de vraag over wogen dienen te worden, hoe de be veiliging van het internationale ver keer beter gewaarborgd zen kunnen worden. Volgens telegram van Dalziel uit Duinkerken van 4 Februari, heeft de gezagvoerder van het stoomschip Uranienborg een groot aantal lijken bij de Hollandsche kust zien drij ven. Aan velen zag hij reddinggordela waarop lij dreven. Te Lowestoft werd door de smak Verena een mailzak met brieven en het lijk van een der matrozen van de Elbe, Friedrioh Ernst genaamd, aan gedacht. Onder meer werd een zil veren horloge op het lijk, dat op eene reddinggordel dreef, gevonden. Het was blijven stilstaan ten 7 u. 5 m. De mailzak, gemerkt Stockholm, werd naar Londen verzonden. Volgens de thaas bekende ofiicieele lijst waren in het geheel 354 perso nen aan baord, zoedat er in het geheel 334 personen bij deze scheepsramp het leven verloren. kus verl een boo: ljjh uw ter Dinsdag werd voor de rechtbank alhier door den officier van justitie, jhr. mr. A. J. Rethaan Macaré, con clusie genomen in deze zaak, daartoe strekkende, dat bedoelde gelden aan de familieleden zullen worden terug gegeven. Het vonnis zal later worden me degedeeld. De ramp der „Elba." De Duitsehe bladen verdedigen met klem de „Norddeutsche Lloyd" en hare schepen te^en de onbillijke aan vallen van de Engelsehen. Gedurende de vaart op de Noordzee en door het Kanaal verlaten de kapiteins der „Lloyd" de brug des nachts nooit en over ,dag alleen bij volkomen helder weer en dan slechts voor een paar uren. Bovendien staau naast den ka pitein nog minstens twee officieren op de brug eu verder tot South imp ton een Engelsche loods, op de terugreis eeu Weser loods. Bovendien staau oudgedienden, beproefde zeelui op den uitkij keu aan het roer. Daar entegen is de verregaande roekeloos- neid, waarmede dia wij Is op kleine Engelsche kolenstoomers gevaren wordt, bökend. Men ziet er zeer dik wijls niemand anjers op dek dan den matroos aan het roer staan en op de brug geen kapitein noch een stuurman en geen man op den uitkijk. Op deze booten worden dagelij as en schier elk uur de strenge voorschriften op het uitkij aen en de wacht overtredeu. Als de kapitein der Orathie beweert, dat hg de Elbe niet gezien heeft, d .n ligt daarin tevens net bewijs, dat hij noeh een ander gezagvoerende per soon op het dek was. 's Ochtends om half zes op welk uur de aan varing heeft plaats gehad is men op de booten van de „Lloyd al met schoonmaken enz. bezig. Overal brand eiectrisch licht, afgezien van de groote seinlichten. HÓt is te hopen dat de vreeselijke ramp er toe zal bij iragen Een audiëntie. De Daily News deelt mede, dat koningin Victoria de mijnwerkers Boulton en Carter, die zich heldhaf tig gedroegen bij de reddin; der ver ongelukten in de mijn te Diglake, in audiëntie zal ontvangen, evanals de jonge Mayer, die door Carter in be- wusteloezen toestand werd gered. Men is ook van plan het mij upaard „King" dat vele dagen in het water heeft ge staan met alleen nek en kop hoven, naar Osborne te vervoeren. Voor Boulton en Carter zal wel een Al- bert-medaille zijn weggelegd. Het fonds tot ondersteuning van de be trekkingen der verongelukte mijnwer. kers bedraagt reeds meer dan£7000_ Toen het vijf uur had geslagen nam zijn onrust toe; om zes uur zette hij zijn hoed op en wandelde naar het post kantoor; eerst om zeven uur ontving hij echter een telegram „Holt, politiebureau, Bookfield. „Intrek genomen in dit hotel. Geen spoor der anderen. „CADMAN, „Royal Docks Hotel, „Southampton." Zonder een oogenblik te verliezen vertrok inspecteur Holt, maar de eerstvolgende trein vertrok eerst over een uur en zelfs wanneer deze Londen op tijd bereikte, zou hij nau welijks tijd hebben om dien avond nog te Southampton te komen. Toen hij, gezeten in een coupé derde klasse, Rook- field verliet, was de trein al tien minuten te laat, en onder weg had de trein op versehillende plaatsen oponthoud en of Holt al in zijne verbeten woede zich bij de stationschefs be klaagde, het hielp niets. Hij was van meening, dat zijn prooi hem zou ontBnappen. Wanneer de Fairiord» ook te Southampton waren, dan was dit alleen met het doel om Engeland te verlaten. Maar hoe zou Owen zich overtocht voor zijne moeder verschaffen? Wanneer hij haar nog tijdig genoeg kon bereiken, dan zou hij, aldus beeloot Holt, de gelegenheid niet verloren laten gaan. Hij zou gewoon zoo stoutmoedig zijn om haar te arres teeren onder beschuldiging van medeplichtigheid of onder welk voo rwendsel ook, raet de zekerheid, dat zij wanneer zij eenmaal in zijne macht was wel zou spreken. Toen Holt zijn voet zette op het perron van het station te Londen was de trein naar Southampton reeds vertrok ken, en hem bleef dus niets anders over dan den nacht in zijne eigen woning door te brengen. Met den eersten trein begaf hij zieh den volgenden mor gen naar Southampton; even na tienen had hij het Royal Docks Hotel bereikt, dat niet veel meer was dan eene her berg dichr bij de haven; de eerste persoon dien hij zag was Cadmaa, bij de deur staande in een grijs kamgaren pak, naar den snit te oordeelen in het dorp gemaakt, mei een van gezondheid stralend gelaat het type van een vreed zaam agent van politie uit een klein dorp. „Waarom heb je niet vroeger getelegrafeerd vroeg Holt, niet zonder eenige scherpte. Cadman ontstelde als een sol daat, wiens aandacht plotseling wordt gevraagd. „Nu mijnheer," gal hij langzaam ten antwoord, „ik heb niet veel tijd verloren laten gaan. Door het wachten in Lon den was het zes uur geworden vóór wij hier aankwamen." „Heeft juffrouw Cawdrey in Londen ook ergens een bezeek afgelegd „Neen mijnheer. Zij is in een omnibuB naar het andere station gereden, zij binnenin en ik bovenop." „Je hebt er toch voor gezorgd, dat zij je niet zag?" „Ja, ziet u, zij kent mijn gelaat evengoed als het hare, en ik ben nu juist niet iemand, die onopgemerkt blijft. Zij liep bijna tegen mij aan...." „Ja, ja. Welnu, je bent haar gevolgd tot hier. Is zij ook De beteekenis van een tooneelkus. De quaestie van deu tooneelkus is weder opgerakeld, door het ontslag, door den directeur vau het Raimund- Theater te Weenen aan eeu zijner beste actrices, mevrouw Leuthoid, verleend. Dit besluit wordt iu het volgende schrijven gemotiveerd. „Het valt mij niet gemakkelijk, midden in het seizoen een eerste su jet te laten gaan, maar ik ban tot de overtuiging gekomen, dat gij niet langer in staat zijt, uw beroep als tooneelspeelster uit te oefenen, zonder dagelijks nieuwe conflicten te ver oorzaken. Toen gg in het huwelijk zoudt treden, handhaafde ik uw con tract, in de onderstelling dat gij ook als getrouwde vrouw de voor uw be roep noodige vrijheid zoudt behouden. Maar nu strekt uw heer gemaal zijn onleocheubare echtelijke rechten zoo ver uit, dat hij u verbiedt op het tooueel iemand te kussen en u te la ten kussen. Telkens als gij optreedt, zit hij op de eerste rijals er een tooneel komt waarin gij moet gekust worden, wordt hij onrustig, en als de kus is gegeven, springt hij op en verlaat de za»i; gij geraakt daardoor van uw stuk, gij verzet u tegen de kussen, die gijvolgens uwe rol, met verrukking moest ontvangen en be antwoorden gij brengi uwe mede spelers in dej war, en verklaart zelfs onder de voorstelling, dat gij niet verder wiit spelen. Ik waardeer de gevoelens van mijnheer uw gemaal, uiaar een dergelijke toestand is toch onhoudbaar. Een kus, op het tooueel gegeven ten aansehouwe van duizend meusehen, is iets geheel conventio neels, en niemand denkt daarbij iets. Als uw heer gemaal u vandaag het door iemand ontvangen „Neen mijnheer. Zij vroeg een kruier naar een adres om onder dak te komen, en," voegde Cadman er bij met een veelbeteekenend knipoogen, „ik begai mij naar den kruier zoodra zij hem den rug had toegekeerd. Hij had haar hier heen verwezen, zeide hij; ik volgde haar dus en hoorde, dat zij eene kamer bestelde en verzocht om vanmorgen negen uur te worden gewekt." „O juist," zeide inspecteur Holt, „natuurlijk heb je haar kleine list doorzien." „Hoe bedoelt u...." „Goede Hemel I" riep Holt uit, je wilt me toch niet gaan vertellen, dat zij je is ontsnapt 1" „Ja mijnheer...." „Waar is de vrouw nu?" vroeg de inspecteur stroei. Cadman nam zijn vilten hoed vau zijn hoofd en toonde een beklagenswaardig gelaat terwijl hij met zjjn hand over zijn hoofd streek. „Ik weet het waarlijk niet mijnheer. Ik ben om acht uur opgestaan in de meening, dat ik dan vreeg genoeg zou zijn, en wachtte totdat het negen uur sloeg eu ondervroeg den portier. Zij moet al vroeger opgestaa» en om half zeven vertrokken zijn." Wtrdl vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1895 | | pagina 2