Moor-DruMi.
EENE ERFTANTE.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
I2e Jaargang
Donderdag 14 Februari 1895.
No. 3564
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIÊN:
c.
STADSNIEUW8.
„Weldadigheid naar Vermogen".
FEUILLETON
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers0,05.
Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30.
franco per post 0,37 i-
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine HoutstraatHaarlem. Telefoonnummer 122.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cents per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren en cour an tien.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangére G. L. DAUBE e Co., JOHN F. JONESSue.Parjje 31 bi» Faubourg Montmartre.
Nota's, Rekeningen, Wissels, Qui-
antiën, Brievenhoofden, Memoranda
n alle overige Drukwerken, die op
antoren voorkomenworden ter
toomdrukkerij van dit blad goed-
iiljjk en vlug gedrukt.
De Directeur Uitgever
Haarlem13 Febr. 1895.
Bij kon. beiluit ii aan bet Comité
oor den Bazar ten behoeve van bet
iaconneesenhuis alhier, vergunning
erleead tot het beuden van eenever-
oting van op gemtlden bazar onver
kocht gebleven voorwerpen van kunst
n smaak, ten voerdeele van genoemde
anstelling.
Bach-concert.
Opnieuw bood de Haarlemscbe
iachvereeniging haren leden 1. 1.
•insdag een muzikaal feestbanket aan,
aarvan de boekstaving een schoone
iladzijde vormt in de geschiedenis
-an ons muzikaal leven.
Hoezeer zich door haar rusteloos
itreven deze vereeniging den dank
[er ernstige kunstvrienden in steeds
oogere mate waardig maakt, heb ik
'eeds meermalen in het licht gesteld,
•at overigens dit Derde concert,
ilijkens den buitengewonen toevloed
•an publiek, met buitengewone inge
nomenheid werd ontvangen, had een
buitengewone aorzaak. Het was dezen
keer niemand minder dan de meester-
violist Joseph. Joachim, die zijn licht
Dver ons zou doen schijnen en ons
voor een wijle onder de bekoring van
djn machtig talent zou brengen. Een
ange reeks van jaren reeds heeft deze
man in den heerlijken en eervollen
dienst der Kunst doorgebracht, maar
schoon wat vergrijsd ongebogen
Bn krachtig stond hij Dinsdag voor
ons jeugdig in helderheid van
geheugen, in vastheid van hand, in
varmte van hart. Dit laatste vooral
.8 het wat aan zijn spel die betoovering
jeelt,die niet onder woorden is te bren
gen, maar die zich voelbaar maakt
n het teeder geweld waarmee ze
oor en geest dwingt tot luisteren
Bn droom en.
Want als in een droom komen die
ionen tot ons.... jubelend of klagend,
roostend of beangstigenden als in
een droom schijnen ze zich te be
lichamen in gestalten vol lenig-ge-
spierde kracht en betooverende gratie.
Door deze uitvoering van het Con
cert van Beethoven zijn mij twee
dingen tot helderder besef gebracht,
n.m. de beteekenis van Joachim als
reproduceerend kunstenaar en de
macht van Beethovens scheppend ge
nie. Het moet een groot kunstenaar
zijn die, zooals Joachim, de inspiratie
van een Beethoven tot de zjjne weet
te maken, en hei moet een machtig ge
nie zijn dat, als dat van Beethoven, een
Joachim zoo warm en zóo herhaaldelijk
vermag te inspireerenwant een
zeer belangrijk deel van zijn artistiek
leven heeft Joachim aan Beethovens
heerlijke toonsohepping gewijd- Geen
ander dan hem dan ook is het gege
ven haar met zóóveel kracht en innig
heid tot het gemoed der toehoorders
te doen spreken. Zij die van deze
vertolking getuigen waren zullen dit
als een gelukkig voorrecht beschou-
men en er ongetwijfeld vaak en met
aangename gewaarwording aan terug
denken.
In het tweede deel droeg de kun
stenaar een werk van eigen compo
sitie voor, n.m.: Romance uit het
„Ungarische Concert", waaruit bleek
hoe hij, ook als componist, veelhoo-
ger vlucht neemt dan de meeste vir-
tuosen die zich geroepen achten voor
hun instrument te componeeren. Joa
chim's Romance ademt een edelen en
dichterlijken geest en dat zij door
solist en orkest schier volmaakt voor
gedragen een storm van geestdrift
onder het auditorium verwekte, valt
wel niet te verwonderen. Zóó aanhou
dend en warm waren de toejui hingen,
dat Joachim er door tot een extra
nummer werd genoopt. Hij koos hier
toe een compositie van Bach, die
almede bewonderenswaardig werf
weergegeven, zoodat ook thans nog
het publiek slechts noode den kun
stenaar zag vertrekken.
Een weloverlegde keuze was die der
afzonderlijke orkestnummers, welke
het overige programma vormden. Het
geheel zou men een „historisch con
cert" kunnen noemen, beginnende met
Mozart (symphonie G mol), opklim
mende langs Beethoven, Mendelssohn,
Joachim tot Goldmark met zijn door
muzikale gedachte en orkestrale be
werking zoo hoog be angwekkende
Ouverture voor Grillparzer's treurspel
„Sappho". Van Mendelssohn werd
gegeven de ouverture „Die Fingals-
höhle". Als ik hier laai volgen, dat
dit laatste werk mij als uitvoering
niet geheel kon voldoen, doordat het
instrumentale weetsel mij niet door-
ziehtig genoeg en de technische uit
voering mij niet genoeg geacheveerd
voorkwam, dan heb ik de voornaam
ste aanmerking op de artistieke werk
zaamheden van dezen avond in 't
midden gebrachtwant wat verder
aan onvolmaakts viel waar te nemen,
behoort tot de soort van vlekjes die
men veilig „onvermijdelijk" kan noe
men,alsmoeielijk aansprekende hoorn-,
minder zuivere trompettonen en en
kele van die niet of weinig storende
kleine vergissingen, die er ons aan
herinneren, dat het menschm zijn die
daar spelen.
Overbodig dus te verzekeren, dat
het laatste Bach-concert uiterst rijk
was aan edel en verheffend muzikaal
genot.
Laat ik, om wille der volledigheid,
eindigen met een compliment aan den
heor Timmner, voor zijn meesterlijke
voordracht der vioolsolo in Gold-
mark's ouverture en dankwoord aan
den heer Kes, voor zijn echt artistieke
leiding van het geheel.
PHILIP LOOTS.
Zondagsrust der bakkers.
De bakkersgezellen-vereeniging al
hier had Dinsdagavond in combinatie
met twaalf andere haarlemsohe ver-
eenigingen eene protestmeeting belegd
in „Felix Favore."
De bijeenkomst die niet druk be
zocht was (geheele rijen van stoelen
stonden leeg) werd geopend door den
heer Schuileman, die in de slechte
opkomst een nieuw bewijs zag van
de lauwheid van het haarlemsche
publiek. Naar hij mededeelde, was
den gezellen van de Broodfabriek op
straffe van ontslag verboden deze
vergadering bij te wonen en was er
een „spion" in de zaal om te zien of
ook een der gezellen, in weerwil daar
van tegenwoordig was.
Herinnerende aan het echec dat de
laatste werkstaking hier geleden had,
bracht spreker hulde aan den patroon
Renout voer zijn houding tegenover
zijne gezellen. Hij ging daarbij na,
hoe aan de gezellen der groote fabriek
van de Volharding en van Cohen de
Zondagsrust is ontzegd. Daarvan zijn
het publiek en de fabrieken beide de
schuld, het publiek omdat het ten
allen tijde versch brood wil, de fa
brieken omdat ze zich tegen dien
eisch niet verzetten. Als de patroons
zich ten aanzien der Zondagsrust stel
den aan de zijde der gezellen, dan had
het publiek niets meer te eischen.
Na deze inleiding wordt uit de
zaal gevraagd wie de spion is. De
Voorz. antwoordt, dat hij dat niet
zeggen mag.
De spreker van den avond de,heer
Mol, nit Workum, die daarop het
woord verkreeg, betuigde zijn bewon
dering voor de bescheidenheid in de
eiechen van de gezellen te Haarlem.
Uit den brief hem gezonden, had hij
begrepen, dat de bedoeling was 12
uur dagwerkhij bemerkte echter dat
men wilde 12 uur werktijd, dus on
verschillig over dag of 's naohts. En
dan wilde men Zaterdags wel 18 uur
werken, als dan de patroon den Zon
dag maar aan den gezel gaf.
Na een paar staaltjes van overma-
tigen arbeidstijd, vooral in de be-
schuitbakkerij deelde spr. mede hoe
te Leeuwarden op een lijst vele aan
zienlijke burgers verklaard hadden,
geen brood meer op Zondagmorgen
te verlangen. Toen daarop de gezel
len een vergadering belegden om den
patroons dit mede te deelen en op
grond daarvan Zondagsrust te ver
zoeken, bleven de patroons die
uitgenoodigd waren op een paar
kleintjes na, weg. Toen spreker later
den Commissaris der Koningin in de
provincie over de zaak sprak, zei
deze dat het de schuld was van de
gezellen, die den dag na de mislukte
vergadering den moed al hadden
laten zinken, denkende: „het geeft
toch niets." Men had de zaak een
maal aangevat, niet meer moeten
loslaten.
Wat een arbeidswet betreft, daar
is spreker bang voor, tenzij die door
werklieden gemaakt wordt. Hij noem
de eenige staaltjes van verkeerde
wijze waarop die wet soms werkt en
gaf als zijn ideaal te kennen, dat de
Eerste Kamer zou worden afgeschaft
en dat alle arbeidswetten die de
Tweede Kamer maakte, ter goedkeu
ring zouden worden gezonden aan
een .Centrale Kamer van Arbeid, be
staande uit patroons en werklieden.
De heer Segaar betuigde nu zijn
leedwezen, dat hij bijna niets over
de Zondagsrust had gehoord.
De {Voorz. wees op zijn openingsrede,
maar de spreker erkende dat hij dat
punt wel wat over 't hoofd had ge
zien, misschien ook omdat hij te
dien aanzien op een eenigszins ander
standpunt staat dan de meesten. Hij
wil namelijk een vrijen rustdag, die
niet de Zondag behoeft te zijn en dan
liefst om de vijf dagen.
Nadat nog de heer Schout het
woord had gevoerd, werd aangenomen
de navolgende resolutie:
De gecombineerde vereenigingen
hebben als motie aangenomen om de
Zondagsrust, die op 17 Februari in
werking zal treden, met al hare krach
ten te handhaven, en weldoor het
weigeren van brood te nemen op
Zondagmet inbegrip van een twaalf-
urigen arbeidsdag, Zaterdags 18 uur
met instandhouding der thans be
staande loonen.
Patroons die daarin medewerken
zullen door publiciteit in de achting
en steun van het publiek worden
aanbevolen.
Patroons, die de zaak tegen zijn, of
op verraderlijke wijze hun eens gege
ven woord weder intrekken, zullen
zooveel mogelijk door publiciteit
bekend gemaakt worden.
De Kruisweg-staties, door den heer
F. Loots geschilderd, waarover een
bericht in vorig nummer voorkwam,
zijn heden, naar de plaats harer be
stemming verzonden. Allicht bespaart
deze mededeeling dezen of genen de
teleurstelling van een vergeefsch be
zoek.
Ingekomen giften tot 11 Febr.
I. R. f10, Mej. C. S. 15, Door
tusEchenkomst Langepijpenelub f 3,
G. A. f20, P. C. f1000, C. G. L. Jr.
tlO. B. M. v. L. f25, L. B. f10, H.
T. v. B. f60, met voorgaande f4228.
Bureau voor Vraag en Aanbod
voor den Arbeid.
Te Haarlem bestaat gelegenheid tot
inschrijving van werkloozen voor vak
mannen op Woensdagavonden en lossa
werklieden op Zaterdagavonden tel
kens van 8ü tot uur op den „Doelen".
Door de commissie worden de vol
gende werkeloozen aanbevolen:
Timmerlieden, metselaars, schilders,
bakkers, ketelmaker, vuurwerkers, cir
kelzager, modelmaker, houtdrager,
bleeker, bloemmisten, loopknecht,
bankwerkers, scheepstimmerman,
schoenmaker, boorder, glazenwascher,
parapluiemaker, losse werklieden, te
zamen 272 personen, welke gedurende
de laatste maand zijn ingeschreven.
Heeren Werkgevers, welke van deze
aanbieding wenschen gebruik te ma
ken, wordt beleefd verzocht hunne
aanvragen te bezorgen in de bus
welke geplaats is in de gang van den
Doelen.
Namen» de Commissie:
J. HUIZING, Secret.
Aan den wedstrijd in het schoon-
rijden te Hoofddorp (Haarlemmer
meer) is door 13 personen deelge
nomen en wel door 8 heeren en 5
dames.
Den prijs, een barometer, bekwam
de heer J. v. Westen; de premie, een
sigarenstel, bekwam de beer T. Kroes.
Den prijs een theepot met lichtstel
Naar het cngelsch
van A. B. ROMNEY.
HOOFDSTUK I.
„Hoe gaarne wensohte ik je te kunnen bewijzen, hoezeer
i dwaalt," zeide Judith.
„Nu," gal Jane ten antwoord, „al sprak je zonder ophou
den, dan zou je mij nog niet overtuigen, dat het niet geluk
kiger is voor een meisje om te huwen dan eene oude vrij
ster te werden; en wat meer is, ik ben er zeker van, dat je
alleen zoo spreekt, emdat je niet verloofd bent. Was dat wel
iet geval...."
„Wanneer dat het geval was!" was Judiths bescheid, ter
wijl zij driftig werd, „dan zou ik mijn verlooide spoedig
laten zien, dat er tenminste éen meisje bestond, dat niet zoo
dwaas was."
„Maar lieve Judith!" zeide Nellie, „denk je niet dat er
dingen zijn, die men gelooft met het hoofd maar niet met
het hart?"
„Wat wil je daarmee zeggen?" riep Judith toornig uit.
„Tracht toch als het mogelijk is gezonde taal te spreken."
„Je weet Judith," zeide Nellie, en boog met blozend gelaat
zich over haar werk, „dat ik niet zoo knap ben als jij en
dat ik niet kan redeneeren en de zaken goed verklaren. Wan
neer je niet instinctmatig begrijpt wat ik bedoel, dan kan
ik het je niet verklaren."
„Instinctmatig begrijpen wat je bedoelt I" herhaalde Judith
spottend. „Ik geloot niet dat er instinct bestaat tenminste
bij menschelijke wezens. Vrouwen spreken van haar instinct
en dat wil zooveel zeggen, dat zij weigeren te denken of te
redeneeren over hare daden. Zij laten zich slechts beheerschen
door de opwelling van het oogenblik, en dat verwaardigen
zij met den naam van instinct."
„Nu, in ieder geval wil ik geen oude vrijster worden ten
genoege van jou," riep Jane uit.
„En ik ook niet," liet Amy er op volgen.
„Zoo is het altijd met jullie meisjes aan het slot van je
redeneering herhaal je altijd dezelfde woorden, waarmee je
bent aangevangen," merkte Judith op.
„Nu wat dat betreft, dat doe jij ook," antwoordde Amy
scherp.
„Volstrekt niet. Ik ben niet begonnen, want ik wilde vol
strekt niet voor #f tegen het huwelijk spreken. Alleen wilde
ik opmerken hoe eigenaardig het mij voorkomt wanneer ik
van de colleges thuis kom en jullie steeds met zulke beu
zelingen bezig vind en volstrekt niet tracht je geest te be
schaven noch je er eenigszins om bekommert."
„NatuurlijkTwist en gevecht als gewoonlijk," riep een
jonge man nit, terwijl hij de deur openduwde en met
groote schreden op den haard toetrad, waar hij met zijne
handen diep in zijne zakken de verhitte gezichten zijner zus
ters gadesloeg. Wie, die niet met zulk een aantal zusters is
begiftigd zou ooit vermoeden els hij die jeugdige meisjesge
zichten ziet, dat zij in werkelijkheid zulk een strijdlustig,
slecht geluimd treepje vormen I"
„Wij waren niet aan het twisten," verklaarde Judith, ter
wijl zij haar studieboek opnam, „wij waren aan het rede
neeren."
„Synonieme woorden bij vrouwen, naar het mij toeschijnt,"
zeide Hubert. „Maar om van wat anders te sprekenwien
denkt je, dat ik gezien heb, toen ik met de omnibus hier
heen kwam
„O, ik weet het, ik weet het!" riep Jane uit, terwijl hare
oogen van opgewondenheid fonkelden.
„Nu, als dat zoo is, dan is het onnoodig, dat ik je hier»
over inlicht. Ik behoef dan alleen maar te zeggen, dat hij
zijne groeten laat overbrengen en mijn schoonste zusje pre-
cieB om vijf uur zal komen bezoeken."
„Watriepen de drie meisjes uit en stonden gelijktijdig
van hare stoelen op. „En dat heb je ons in het geheel niet
verteld, en het ie juist vijf uur en de kachel in de ontvang
kamer brandt niet, en wij hebben onze oudste kleeren aan.
Goede hemel!"