Letteren en Kunst. Sport en Wedstrijden, Rechtszaken Koloniën, Politiek Overzicht. Eerie dwaling. Zaterdagavond was het bestuur van en een deputatie uit de vereeniging van oud-strijders bij de zee- en land macht in Indië met een banier aan het Hollandsche spoorwegstation te 'g-Gravenhage present omgene raal Vetter te verwelkomen I Het ge val verwekte natuurlijk veel opziens en 't kostte nogal moeite den men- sehen te beduiden dat zij te vlug wa ren. Wel is aan generaal Vetter en den Indischen legercommandant van wege het gouvernement telegraphisoh de onderscheiding bericht, hun te beurt gevallen. bied welbekenden heerEduard Blaauw te Lisee. hardrijderij door vrouwen zul worden beschikbaar gesteld. De „Prinses Elisabeth". Betreffende den brand aan boord van het BtoomBChip „Prinses Elisa beth" te Queensbro wordt nog ge meld dat deze te 7 u. 30 min. des avonds in het volkslogies ontstond en eene groote uitbreiding verkreeg doordat de standpijpen van de water leiding aan de Pier te Qaeenborough op eene enkele na bevroren waren, hetgeen de blussching vertraagde. De twee mannen die niet uit bet volks logies konden ontsnappen, heeft men tegen de zijde van het schip hooren kloppen. Eerst te 11 u. 15 minuten slaagde men er in den brand te blus- schen. Van het volkslogies tot aan de verblijfplaats der stuurlieden was het stoomschip geheel uitgebrand, doch het achtergedeelte bleef onbe schadigd. Toen de brand gebluscht was, vond men een der omgekomenen in eene knielende houding met de handen gevouwen, alsof hij gebeden had, en een arm van het andere slachtoffer van den brand om zijn lijf geslagen. Een scheepsjongen van de „Prinses Elisabeth" kreeg brandwonden en 2 matrozen bekwamen letsel. Zondag, 's namiddags te een uur, kwam het stoomschip te Vlissingen aan, medebrengende de 2 lijken van de bij den brand omgekomen matro zen. Aan de Kon. Maatschappij „De Schelde" te Vlissingen wordt de her stelling, die een f20.000 zal beloopen, en ongeveer zes weken zal duren, op gedragen. Tegenwoordig is weer een nieuwe kwaal aan de orde van den dag, na melijk doofheid, veroorzaakt door de telephoon. Vooral het zwakkere ge slacht schijnt hierdoor te worden aangetast, ten gevolge van het aan houdend luisteren naar de piepende en knarsende geluiden van den ont vanger of telephoon. Bij sommigen scheen het onheil zóó ernstig, dat zij hare bezigheden gedeeltelijk of geheel opgaven, nit vrees voor volslagen doofheid. Vooral in de groote Ame- rikaansche steden komt de kwaal veelvuldig voor, wijl de telephoon daar zeer druk wordt gebruikt. Ook ver zweringen aan het trommelvlies schij nen voor te komen. Maandag werd onder Zuidlaren aan gehouden zekere R. K. de Vries, die zich Woensdagavond ten nadeele van zijn patroon, den heer W., ijzerhan delaar te Groningen, wiens vertrou wen hij in die mate genoot, dat hij den Bleu tel der brandkast onder zijn berusting had en dien hij gedurende 30 jaren als boekhouder diende, had schuldig gemaakt aan diefstal van een trommel met effecten uit de brand kast (.zie ons vorig nummer). Sedert hij den diefstal pleegde, zwierf De Vries in en om de omstre ken van Groningen rond, zonder dat men er in mocht slagen, de hand op hem te leggen, tot nu eindelijk Maan dagmorgen zijn arrestatie, waarop eene belooning stond, plaats had. Na eerst naar Assen te zijn overgebracht, werd hij van daar naar Groningen vervoerd en ter beschikking van den officier van justitie gesteld. Een ooievaar. Vrijdagavond vervoegde zich ten onzen bureele opnieuw de Huisen- sche berichtgever van de aankomst van den ooievaar. Blijkbaar niet op zijn gemak, begon hij „Meneer, ik bin zooveul as de per- zoon, die van de w&ak hier is ge- wést mit die affertensie van den ooievaar en noe zeien ze mien, da'j altied 'n kwartje krig as je den jailer- tensie brocht" „Ja, dat gebeurt wel eens, wanneer wij van de waarheid volkomen over tuigd zijner zon anders wel eens misbruik kunnen worden gemaakt." „Dat 't woar ismeneer kan gerust kommen kieken as ie wil um zich te overtuugen „Maar ik dacht, dat ge al big waart als het bericht voer niets in de courant kwaml Vindt ge het an ders goed: ge hebt het zeker gele zen „O, jao I 't steet er mooi genog ien, moar zie je, as ik noe 'n kwartje krieg, dan kom ik nog is weirum as den ooievaor kommend joar wetr kumt of zoo." „Dkt verandert de zaak, maar dan reken ik daar ook op." Doar kan meneer gerust ep Jubileum Van Zuylen. Bij gelegenheid dat Willem Van Zuylen Maandagavond te Rotterdam voor de eerste maal optrad in „De Volksvertegenwoordiger Leveau" van Jules Lemaitre, ter viering van zijn 40-jarig jubilee als tooneelspeler, was de schouwburg stampvol. De grootste hulde was bewaard tot het einde van het derde bedrijf. On middellijk voor de pauze, na het wederophalen van het gordijn, zag men daar verschillende artisten ge schaard om een tafel, waarop ver-., schillende geschenken 'en geflaneerd door bloemstukken en kransen. Daar met een kwinkslag of een aardigheid, eendracht en onderlinge genegenheid bewarende, waar die bedreigd werd. Hij toonde haar eene pendule met kandelaars, het geschenk van hare medespelenden, en overhandigde haar tevens een cadeau van de kunstbroe ders en kunstzusters van het Frede- riksplein. Henri Poolman gaf haar de beeltenis van Christine's leermees teres, mevr. Kleine Gartman, een gesohenk van hare broeders en zus ters, terwijl het publiek daverend ap plaudisseerde en de jubilaris hare ontroering kwalijk vermocht te verber gen. En eindelijk trad nog de oude heer Judels ten toeneele. Hij sprak mevr. Poolman methel- dere stem toe, herinnerde haar aan En met een tevreden gebaarstreek hg het douceurtje op, dat hem ge schonken werd. Hoewel velen de zoo vroege komst van langbeen betwijfelen, is dunkt ons dit tweede bezoek van onzen jBe- tuwschen reporter bewijs te meer voor de waarheid. Volgens hem, houdt het dier zich voornamelijk op bij een paar slooten, die speciaal voor hem worden open gehouden. Op het nest komt hg nog niet, omdat er „te veul snauw" in ligt. (Arnh. Ct De SneouwgariB. Als een groote merkwaardigheid een gevolg der strenge kourle, ver toont zich gedurende eenige dagen in een der polders van Lisse de sneeuwgans. (Auser hyperboreus Pal- las). Deze gans is geheel wit, alleen de uiteinden der groote slagpennen zijn zwart. Zoover bekend, is er van deze soort nog nooit een in Holland bemach tigd. Het laatst werd deze soort waar genomen 17 November 1891 te 's-Gra- veland. In Amerika is het een strand vogel. Deze waarneming is gedaan door den in Holland op ornithologisch ge- trad Rosier Faassen naar voren als woordvoerder van de afdeeling Rot terdam van het Tooneelverbond en van de talrijke vrienden, die een blijvend aandenken aan Van Zuylen wilden schenken. Namens eerotge- noemd lichaam bood hij hem een krans en namens de laatsten de tee- kening eener zilverkast, benevens een feestgave besloten in een zilveren koffertje aan, bestemd om het inwen dige der kast te voorzien. Dit ge schenk ging vergezeld van een album, de namen der gevers bevattend. Be halve de naam van den tegenwoor- digen burgemeester komen daarin ook de namen voor van diens beide voorgangers, de heeren Vening Mei- nesz en Lycklama Nyeholt. Verder van prof. Nolen, zonder wien, naar Faassen zeide, Van Zuyien er niet meer wezen zou, verschillende schil ders en letterkundigen, onder wie Israels, Mesdag, Emants, Nouhuys, mevrouw Snijder van Wissenkerke, en last not least, ook van den ouden Judels. NamenB eenige schilders werden den jubilaris eenige schilde rijen en teekeningen vereerd endoor den Tivoli-sehouwburg een krans. Daarna nam mevr. Beersmans het woord om den jubilaris namens zijn medeleden een krans en een gesohenk aan te bieden. Eindelijk nam Van Zuylen zelf het woord. Hij noemde het thans ontvan- gene een kapitaal van liefde, vriend schap en hulde, waarvoor hij met zijn gaven de rente zou betalen. „Is het zoo goed geweest moeder", klonk het daarop van zijn lippen, terwijl hij zich wendde tot de loge waarin de oude vrouw met verdere familie gezeten was. Daverende toejuichingen lieten zieh na deze verschillende edevoeringen hooren, waarop in het slotbedrijf nog meer bloemen werden geofferd. In do pauze werd Van Zuylen door den burgemeester 's Jacob, de leden der commissie en verschillende vrien den gecomplimenteerd. De burgemees ter sprak daarbij eenige zeer waardee- rende woorden. het gezelschap, waarvan hij, Judels, en Bouwmeester, de leiding op zich hadden genomen, overhandigde haar bloemen on geschenken van hem zal ven en mevrouw Albreeht. En bij elke hulde werden de gelukwenschen door het publiek ondersteund. Ten laatste trad mevrouw Poolman naar voren. „Als het hart tet spreken dringt, zoo spreek", zeide zij De Ge- nestet na, en sprak tot de directie van het Nederl. Teoneel, tot hen, die haar daareven zooveel sympathie hadden betoond, tot hare kunstbroe ders en kunstzusters, en tot de toe schouwers enkele woorden van dank, De heer Reginald Barker, van Lon den, had Zaterdag na afloop dei- hardrijderij door door vrouwen van wege de Nieuwe Leeuwarder IJsclub, waarvoor hij den eersten prijs, f100, had uitgeloofd, de winneressen van prijs en premie en de laatste acht mededingsters, benevens de leden van de directie en eenige anderen, bij zich aan tafel genoodigd in het hotel „De Nieuwe Doelen." Bij de feestviering van 's avonds deelde de voorzitter, den heer Strinksma, mede, dat de di rectie hem tot eerelid der club had benoemd en werd hem tevens eene gouden herinneringsmedaille uitge reikt. De heer Barker heeft medege deeld, dat voortaan jaarlijks door hem een prijs van f100 voor eene De rechtbank te Utrecht veroor deelde Maandag den 15-jarigen knaap uit Bodegrave, beklaagd van mishan deling van een 10-jarigeu makker, den dood ten gevolge hebbende, tot gevan genisstraf van zes maanden (de eiscb was een jaar. Gelijktijdig met de huldiging te Rot terdam van Willem van Zuylen, werd te Amsterdam een zijner kunstzusters, die haar vijf en twintig jarig jubileum herdacht, gevierd en met huldebetui gingen overstelpt. Het was mevrouw Christine Poolman van het Neder- iandsch Tooneel, die in den Stads schouwburg optredende in „De Com pagnon" en „Storm op Zee", na elk bedrijf luid werd toegej uicht en voor het voetlicht teruggeroepen, waarbij haar bouquetten en bloemstukken werden gegeven, meer dan zij kon dragen. De reeks der toespraken werd geopend door den regisseur de Leur. Deze vertel de aan hen, die het niet weten mochten dat mevr. Poolman in hetleven was als in haar meeste rollen, de altoos hulp vaardige, nu met ernstig overleg dan MEDAN, 19 Januari. Atjeh. Uit Scgli wordt aan de „Deli-Ct. geschreven Zooals u uit Kota Radja werd ge- seind verliet de pretendent-sultan in den nacht van 14 op 15 Decem ber Kemala, waar hij het niet meer heuden ken tegen de federatie Gi- gieng of zeoals deze bij de heeren van de politiek keetde federatie VI die in dezen strijd door het bestuur te Segli door de verstrekking van munitie werd gesteund. De resi dent Van Langen huldigde hierbij weder den ouden regel „verdeel en heersch". De Pedirstreekwaarin Segli ligt, wordt gevormd doer twee lederatieB, die der XII hoeloebalangi en die der VI hoeloebalangsaan het hoofd der eerste staat Pedir met Tongkoe Pakeh, aan dat der laatste T. Bindara Gigieng, die in 1893 zoo pompeus te Kota Radja ontvangen werd, dat achteraf beschouwd dns nog niet zoo dom is geweest als velen meenden. Sedert tal vau jaren liggen beide federaties met elkander overhoop en heeft Pedir zich vergroot ten koste van Gigieng, dat op het laatst zij geheele kustgebied zag verloren gaan, juist gelegen in de nabijheid onzer versterking te Segli. Ook de pretendent-sultan, jaren geleden gastvrij in Gigieng opgeno men, breidde zijn gezag daar meer en meer uit ten koste van zijn gast heer en verbond zich ten slotte met de federatie XII, zoodat onze politici den tijd gekomen achtten om te stre ven naar eene verbreking van dat verbond en het herstel van het vroe ger tuEschen beide federatiën bestaan hebbend evenwicht. Tot dusverre ie dat al heel aardig gelukt; men zegt dat de pretendent een 10,000 dollars in Kemala achter liet en zijne woning zelf in brand liet steken; tot aan de grenzen van de VII moekims Pedir werd hij door het volk van de federatie VI ver volgd, zoodat zijn terugtocht veel van een wilde vlucht had. Van Kemala begaf de pretendent zich naar Kwala Batoe waar Toean koe Abdnl Madjid, zijn schoonvader, te huis behoort. Ge herinnert u wel licht de geur die te Kota Radja ge- maakt is toen de kapitein Nieuwen- huizen, thans overste dezen sul tanstelg aldaar binnenbracht ei men meende heel wat aan hem te zullen hebben, hetgeen niet bewaar heid werd. Na te Kwala Batee op kosten van de bevolking geleefd te hebben, zich anauseerende met te kijken naar de langs varende stoomschepen, en ook op een afstand een kjjkje te hebben genomen van onze benting te Segli, die misschien een uur loopen van Kwala Batoe afligt, moet hij den 30 December van daar vertrokken zijn en zich nu ophouden in de woning van zijn bondgenoot T. Pakeh in kampong Paloeh, zinnende op plan nen van wraak tegen de federatie VI. Natuurlijk dat T. Pakeh heaa daarin stijft, daar zijne federatie in de boven streken nu geheel baar overwicht verloren heeft e» hij niet» liever zal willen dan dat te herstellen. Men zegt dan ook dat de preten dent de hoofden der federatie XII voor Pakan Pedir heeft opgeroepen; Endjoeng en Ajer Leboe, die daartoe behooren, moeten echter reeds ge antwoord hebben, dat zij niet komen konden omdat zij zelve bedreigd wor den door T. Tjoet Mohamad en T. Hadjie Brahim, twee „vrienden" die de resident Van Langen in zijn hand schijnt te hebben. Meenende dat de berg niet tot hem komt, hij het best doet met zelf naar don berg te gaan, zal de pretendent nu de kust- .andschappen gaan afreizen om te zien daar hulp in mannetje oorlogs behoeften en geld te krijgen; hij ie dus nog niet „au bout de son latin" en schijnt nog niet aan onderwerping te denken. Met 297 tegen 283 stemmen is het door Chamberlain voorgestelde amen dement op het Adres van Antwoord aan de koningin van Engeland ver werpen door het Lagerhuis. Gelukkig behoort het tot de zeldzaamheden, dat de discussiën over een dergelijk Adres zoovele zittingdsgen innemen als het dit jaar het geval was met het Antwoord op de Troonrede. Sir William Har- court vroeg dan ook ten s otte het debat te willen sluiten, welk voorstel met 279 tegen 271 st., dus met eene uiterst geringe meerderde d, werd aangenomen. Hierop werd het Adres goedgekeurd. In den loep der Oei aaJelagiag ver klaarde Sir William Harcourtdeleer te verwerpen dat de regeering of het Lagerhuis zich moeten laten influen- ceeren door de vraag of het Hooger- huis al dan niet de d<>or de regeering voorgestelde m.iatre elei. aanneemt. Hij verwerpt ook het doukbeeld dat de meerderheid moet wijken voor eene oppositie die niet de feitelgke meer derheid achte- zich heeft. Naar aanleiding vau eeue door kei zer Wilhelm verleende audiëntie aan uen Build der Landmrthe, waarbij hem namens 2UO.UIXI landbouwers werd ewezen op den nou-i van den landbouw, heeft de keize: de quaestie van den agrariechen toestand in Duitschland beaprokon. Hij verklaarde, dat deze audiëntie wel een bowij - Invert h<»e ernstig het welzijn der boeren hen tor harte gaat, vereerde maar het minst liefhad. Dat moest worden toege schreven aan eenig gebrek in haar eigen karakter, aldus be sloot mevrouw Dudley met een zucht. Het verbaasde haar, zoo snel alB de avond wasjvoorbij ge gaan. De kinderen zouden spoedig thuis komen; waren zij binnen een uur nog niet terug, dan zou zij zich naar bed begeven. Hare oogen werden zwaar; zij zette hare bril af, sloot hare oogen een oogenblik en viel onmiddellijk in slaap. HOOFDSTUK IV. Intnsschen ging de avond voorbij, genotvol of vervelend, naarmate de verschillende ervaringen der gasten. Wat waren de uren voor het souper lang voor de zich vervelende chaperons, die zonder zich te kunnen bedwingen, achter hare waaiers geeuwden, voor de muurbloemen, die de pijnlijke waarheid er van beseften, dat uitgestelde hoop het hart grieft. Maar hoe snel vlogen de uren voorbij voor den zanger oi zangeres, die werden toegejuicht, voor het geluk kige paar, dat ongestoord in een hoekje zat, verborgen ach ter groene palmen en verlieht door rose-kleurige lampen. Jane zat nu in een schilderachtig hoekje, in het zacht ge tinte licht eener hooge, rose licht verspreidende lamp, in gezelschap van dokter Black Crum. Jane had juist een portie ijs verorberd en dokter Crum zette het schoteltje ter zijde, ging naast haar zitten, nam haar waaier en begon haar daarmee lrissche lucht toe te waaien. Hij zag er zeer verhit nit, zijn boord lag half in zwijm en het trok Jane's aandaoht, dat het leer zijner schoenen bizon der strak zat en zij zeer puntig waren. „Als u wilt moogt u den waaier voor u zelf gebruiken," begon Jane, „ik heb het niet meer noodig. Mijn kanten kraag gaat er voortdurend zoo dol van op en neer." „Tenminste om mij dol te maken, dat moet ik bekennen," antwoordde dokter Crum. „Onzin, dokter Crum!" lachte Jane; toen na een oogenblik van stilte vroeg zij„Houdt u van bloemen „Verbazend veel vooral van bloemen uit de kassen," antwoordde dokter Crum. „Wat is uw geliefkoosde bloem?" vroeg Jane. „Heliotroop, dunkt mij," gaf hij na eenig nadenken ten antwoord. „Kent u de beteekenis van heliotroop?" „Neen miss Dudley; ik vrees, dat ik niets van de bloemen taal versta. Wilt u mij de beteekenis zeggen „O neen, dat doe ik niet," riep Jane coquet uit. „U moet dat zeil maar eens te weten zien te komen." „Wees niet zoo onmeedoogend. Ia zou het zoo bizonder gaarne willen weten," drong Crum aan en rustte met zijn elboog op zijn knie, terwijl hij zijn duim en wijsvinger tegen zijn dikke wang hield. „Wanneer u het mij zegt, dan zal ik u iets mededeelen, wat a denk ik wel belang zal inboe zemen," ut riij zich zou van eer," riep dokter Crum met na- „Is u uat ernst?" vroeg June, die meenée verklaren. „Op mijn woord druk uit. „Weinn dan, de beteekenis is.... toewgding," verklaarde Jane en keek voor zich neer. Hare wimpers waren bizondei lang en zacht. „O, had ik er hier een takje van om het u te kunnen aanbieden I" riep Crum uit. Jane bleef zwijgen totdat zij de eerste nolen van het vol gende lie.l hoorde. Zij vreesde, dat iemand '...ar zou komen halen. Vriendelijk zeide zij„En wat is het nu, dat u mij be- loofdet mede te deelen?" „O I" zeide Crum haastig, blijkbaar verlicht door de wen ding in het gesprek. Ik weet zeker, dat u met belangstelling zult vernemen, dat miss Lina Brushes is verloofd." „Eu is dat alles wat u mij kunt vertellen?" riep Jane uit, op een toon van de grootste minachting. „Dat heb ik al een eeuw geleden gehoord. Een dag nadat hij haar had gevraagd, is zij mij komen opzoeken en heeft mg alles ver teld en toonde mij haar verlovingsring. Hoe dom van uom te denken, dat ik dat nog niet had gehoord 1" „Het spijt mij zeer," begon Crum zacht, „maar ik wist niet, dat zij zulk eene goede vriendin van u was." Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1895 | | pagina 2