EENE ERFTANTE. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. 12e Jaargang Zaterdag 23 Februari 1895. No, 3572 ABONNEMENTSPRIJS: ADYERTENTIËN: STADSNIEUWS. Arrondissements-Rechtbank FEUILLETON HAARLEMS DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65. Afzonderlijke nummers0,05. Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30. franco per post 0,37 J. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat X<L, Haarlem. Telefoonnummer 122. van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cents per regel. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onxe agenten es door alle boekhandelaren en cour antiera, Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE dé Co., JOHN F. JONES, Suec., Parg» 3Ibis Faubourg Montmartre f Het Bijvoegsel van het blad dat Zaterdagavond verschijnt, zal bevatten'. Het Meesterstuk van Murillo. Haar- Immer Halletjes CCXXVIII. Bin nen en BuilenUmdsche berichten. Varia. Advcrtmtïên enz. Haarlem, 22 Febr. 1895. Dr. D. de Haan. f Hedenvoormiddag ia alhier op ruim 60-jarigen leeftijd na eene langdurige ongesteldheid overleden de heer Dr. D. de Haan, wethouder dezer gemeente, r. In 1871 nam de heer de Haan zitting als lid van den Gemeenteraad; de betrekking van wethouder be kleedde hij einds 27 Augustus 1890. I In tal van andere bestnren en van 'commissiên had hij zitting. Zoo was hij; directeur van de jHollandsehe Maatschappij van Wetenschappen, mede-direeteur van Teylersstichting, lid van den Raad van beroep voor de vermogensbelasting, voorzitter van het college van zetters, lid der com missie van aanslag voor de bedrijfs belasting, regent van 3 hofjes, com missaris van drie coöperatieve beuw- vereenigingen, van de Haarlemsche hypotheekbank en van levens- brandverzekering-maatschappijen.Ook op kerkelijk gebied nam hij iu de werkzaamheden van vele celleges een groot aandeel. Vooral de Vereenigde Doopsgezinde gemeente alhier, in wier kerkbestuur en schoolbestuur hij eene voorname plaats innam, zal zijn ver scheiden betreuren. Voorts was de overledene lid van het voorloopig comité voor den Noord- HollandschenUtrechtsohen Lokaal spoorweg (verbinding tusschen Haar lem en Nieuwersluis deor de Haar lemmermeer) en tot vóór eenigen tijd directeur der Nederlandsche Maat schappij ter bevordering van Nijver heid. Niets was den heer de Haan te veel; behalve dat zijne zaak (de bierbrou werij „de Haan en Raven") veel tijd in beslag nam, wist hij zijn werk steeds zoo te verdeelen, dat bij bijna nooit op de bizonder vele vergaderin gen, waarvoor bij was opgeroepen, ontbrak. Is alzoo in hem een bizonder nuttig burger ten grave gedaald, nog veel meer zullen zijne vele vrienden en kennissen den aaagenamen mensch betreuren. Op allen, met wie hij op zoo versehillend gebied te duen had, maakte zijne gemoedelijke hartelijk heid steeds den besten indruk. De bij het le reg. int. beroemde kapitein J. H. de Wildt blijft tot 1 October in zijn nieuwen rang gede tacheerd bij de militaire school alhier.j Geslaagd Donderdag 21 dezer te 's-Gravenhage voor het examen nut tige handwerken, mej. A. W. Miehielse alhier. Begrafenis van luitenant Camerling Helmolt. De jeugdige officier J. A. Camerling Helmolt, le luitenant der infanterie, die dezer dagen nog plotseling over leed, werd hedenmorgen naar zijn laatste rustplaats gedragen. Officieren van alle wapens woonden de plechtigheid op de begraafplaats aan den Schooterweg bij, de officieren van het bataljon in groot tenue. De lijkkoets werd, behalve door de fami lieleden van den overledene, gevolgd door den garnizoenscommandant N. W. Hofstede en doer eene deputatie uit de officieren van het 4de regiment, bestaande uit den kapitein Van den Heuvel RijnderB en de le luitenants Van Borselen en Thomas. Tal van onderofficieren en minde ren waren aanwezig om hunnen supe rieur de laatste eer te bewijzen. Aan de groeve nam kolonel Hof stede het woord, die er op wees hoe Helmolt reeds jaren met geestkracht heeft gestreden tegen de ziekte die hem ondermijnde en in weerwil der kwaal zijn dienst bleet doen. „Hij was," zeide spreker, „een goed kame raad, een humaan chef voor zijne minderen. Helmolt, kameraad, rust in vrede 1" Een woord van afscheid aan den overledene werd daarop gespreken door den kapitein van den Heuvel Rijnders en door den lBte luitenant C. M. J. Rinck uit's-Gravenhage, pro- motiegenoot van den overledene. Met een wooed van dank door den broeder van den doode eindigde de droeve plechtigheid. Tal van kran sen sierden de lijkkist, waaronder een van de officieren van het 4e re giment, een van de officieren van het 3e bataljon van dat regiment, een van de manschappen der compagnie waarbij luit. Helmolt was ingedeeld en verder van de familieleden. Dat de begrafenis niet is geschied met militaire eer, is een gevolg van een verzoek der familie. Dinsdag 12 Maart a.e. zal te Leeu warden eene algemeens vergadering worden gehouden, van de in de maand October des vorigen jaars opgerichte vereeniging „Door arbeid tot verbe tering". Doel dezer vereeniging is, zooveel mogelijk de sociale nooden in Fries land te bespreken en te trachten dewer- keloosheid te beperken. In eene Donderdagavond gehouden vergadering van kapiteins, luitenants en kader der brandweer is besloten den commandant, den heer D. E. L. van den Arend te verzoeken terug te kernen op zijn besluit om als zoodanig af te treden. Naar wat wij zeo hier en daar ver nemen, beteekent het eventueel af treden van den heer van den Arend niet alleen het verlies van een be kwam en tactvol commandant, maar zal het ook tengevolge hebben dat verscheidene officieren hunne functie neerleggen. Zondagsrust der Bakkers. Een „vriend der Zondagsrust" zendt ons naar aanleiding van het laatBte Zaterdagavondpraatje van Fidelio een lang ingezonden stuk, dat wij om dien omvang, maar vooral om het misverstand dat er in heerscht niet in zijn geheel kunnen opnemen, maar slechts de hoofdpunten er uit kunnen aanstippen. Inzender is het namelijk, hoewel hij Fidelio erkentelijk is voor zijn sympathie met de zaak der Zondags rust voor de bakkersgezellen, niet met dezen eens dat door het verza melen van handteekeniagen op lijsten iets goeds te bereiken is en hij grondt zijn meening op een beschouwing over de wijze van optreden van een van de Directeuren der Broodfabriek en wijst verder op den onwil der patroons van wie hij er een met name neemt. Hier nu schuilt het misverstand. Fidelio heeft uitdrukkelijk gewezen op den steun van 't publiek, niet op de medewerking van de patroons, die zelf niet vrij zijn in hun doen en laten zoolang het publiek nog versch brood op Zondag wil. Later blijkt dat de inzender dat toch ook wel inziet, want aan 't ein de van zijn stuk schrijft hij „Neen, Fidelio, hoe het ook ge- „wenscht is met kalmte te werken, „maar tegenover de meeste bakkers- „patroons niet; want bij de meesten „schijnt alle gevoel van menschen- „waarde gedoofd te zijn. Met Fidelio „zoude ik :t willen neerschrijvenKon ,ik met een pennestreek de Zon dagsrust geven, ze was er al lang „geweest." Doch laat ons niet wan- „hopen, vertrouwende dat er bij 't „publiek van Haarlem 'n gevoel van „deernis moge ontwaken, om door „medewerking van op Zondag geen „brood te nemen, het lot der gezellen „te verbeterenom hun een dag te „schenken, waarop zij mogen rusten „vanden vermoeienden arbeiden met „hunne kinderen en alles wat hun „lief en dierbaar is te mogen bege- „ven". Ja juist, van het publiek moet het komen 1 Ik heb een middel aangeraden, dat nog niet beproefd is. De iBzender kan dus niet van tevoren zeggen dat bet niethelpen zal en met vermoe dens en profetiën komen we niet verder. Waarom dat middel dan niet geprobeerd? De bakker kan er nooit slechter maar wellicht beter van worden en de moeite zal hij er toch wel voor over hebben. Van sommige personen, die den werkman wijzen op de wenschelijk- heid van verbetering van zijn maat- schappelijken toestand, krijgt men wel eens den indruk, alsof het hun aangenaam is een middel van agitatie te bezitten en dat het hun leed zou doen, als het middel, door verbetering van dien toestand, hun werd ont nomen. Van inzender mag dit niet worden verondersteld, maar dan is ook van hem te verwachten dat hij eene vreedzame oplossing van de zaak zal bevorderen en een middel daar toe meent Fidelio te hebben aange geven. In ieder geval ziet hij daar in meer heil dan in krasse maatre gelen, die het publiek zullen prik kelen tot verzet. Kunst zij ons Doel. De korte mededeelingen welke wij geven over de kunstbeschouwingen van bovengenoemde vereeniging be hoeven zich niet op kritisch gebied te bewegen en doen dat dan ook niet. Ware dit wel het geval, dan zouden wij met de teekeningen, lithografieën en houtsneden van Ch. Ricketts en Ch. Shannon, die Donderdag werden geëxposeerd, wel wat verlegen zitten. Deze artisten vergen van de gezichts zenuw van den toeschouwer tamelijk wat inspanning. Niet altijd is het mogelijk bij eerste beschouwing een duidelijk denkbeeld te krijgen van wat de figuren voorstellen en ver richten. De etandenstudies vooral vergen aandachtige beschouwing en een zeker vertrouwen in den juisten blik der beide teekenaare. Opper vlakkig toch zou men anders mee- nen, dat in enkele dier studies de verhouding van de lichaamsdeel™ afwijkt van de in deze materie getroffen regeling door de natuur. Onder de lithografieën vooral von den wij veel moois, fraai afgekeken houdingen en bijzonder mooi getee- kende gewaden, zoodat in elk geval ook voor hem die liever niet in het onzekere blijft over de juiste beteeke- nis van een afbeelding, de expositie aangename oogenblikken moet heb ben opgeleverd. Gedurende het badseizoen 1894, heb ben van de zwem en badinrichting aan de Houtvaart 747 personen ge bruik gemaakt, 580 heeren en jonge lieden en 167 dames en meisjes. Ruim 40 jongens en 23 meisjes zijn als ge oefend in het zwemmen tot de groote bassins toegelaten. Den 4den Juli 1894 had voor de leden van de zwemschool aan de Houtvaart een wedstrijd plaats. Den 4den Augustus 1894 werd het zwemmen en baden, op verzoek van Burgemeester en Wethouders van Haarlem, wegens het heersohen van de cholera, verboden. Voor de geabon- neerden was zulks een groote teleur stelling en voor de inrichting veel schade. Door den heer E. C. van Manen, leerling der inrichting, is op 1 Juli 1894 een meisje uit de Nieuwe Graeht alhier gered, door met kalmte en overleg, geheel de regels bij het red den van drenkelingen gesteld, in toe passing te brengen. Voor deze daad werd hem een zilveren medailie toe gekend. Onder politietoezicht is in het ver brande perceel van den winkelier van Deurzen in de Zijlstraat gevonden ruim 300 gulden aan goud eu zilver geld geheel ougesohonden en effecten gedeeltelijk verbrand toebehoorende aan den wethouder, den heer de Kanter, henevens gouden en zilveren sieraden, het eigendom van den heer Van Deurzen. In de zitting van Donderdag 21 Februari veroordeelde de Rechtbank Nicolaas Bakker wegens het verduis teren van eene Bom van f140, tot 18 maanden gevangenisstraf, onder altrek van voorloopige hechtenis. De zaak Nol de Munnik van Be verwijk is uitgesteld omdat er meer getuigen moeten worden gehoord. In deze zaak werd de getuige Zonneveld, oud 16 jaar, in arrest genomen wegens het vermoedelijk af leggen van een valscben eed. In de zaak van den uitdrager Umans, die zooals men weet, een schot loste op jongens die hem plaagden en een hunner daarbij wondde, is Donderdag nog geen vonnis gewezen. Naa het engilsch van A. B. ROMNEY. 9) HOOFDSTUK V. Onder het diner bewaarde tante Hawkins een volkomen stilzwijgen. Mevrouw Dudley maakte zich hierover zenuwaehtig, trachtte haar over allerlei onderwerpen aan het spreken te brengen, maar miss Hawkins bleef hardnekkig doof en stom en on middellijk na het diner begaf zij zich naar hare kamer. „Ik vrees," zeide mevrouw Dudley, „dat tante Hawkins zich door het een of ander beleedigd gevoelt, ot dat zij niet wel is." „Nn. in iednr geval heeft zij de tafel alle eer aangedaan," merkte Hubert op. „Het is zeer ongelukkig, dat zij zulk een afschuw koestert voor den naam Wainwright. Toen ik haar Bprak over Nellie's verloving, keek zij mij werkelijk boos aan, en zeide, dat zij er zeker va i was, dat het nooit goed zou afloopen. Zij wond er zich zeer door op," sprak mevrouw Dudley. „Ja, en wat was zij nieuwsgierig om hem te zien," voegde Amy er bij. „Vanmiddag riep zij mij bij zich in hare kamer en deed mij ontelbare vragen over hem en telkens en telkens moest ik eene beschrijving van hem geven." „Wat heb je gezegd?" vroeg Jane. „Ik herinnerde mij gelukkig die oude photegrafie, die dokter Crum van ons allen nam ter gelegenheid vau de tennis-match verl> den zomer en ik liet haar die zien. Her inner je je wel, dat Lawrence Wainwright aan Nellie's voe ten zat, zoo romantisch mogelijk?" „En wat zeide zij daarvan vroeg Jane. „Zij zeide niets, maar legde ze in haar werkmand, en be- lnuliie mij, dat zij ze later zou teruggeven," vervolgde Amy. „Een geluk is het," merkt» Jane op, „dat Nellie feitelijk nog iuet verloofd is met den jongen Wainwright, zoodat het voo, haar niet inoeiolijk is om zich terug te trekken; na tuurlijk zal zij er geen oogenblik aan denken hem te huwen nu hij geen cent bezit." „Dat weet ik nog niet," zeide Amy. „Heb je niet opge merkt, hee opgewekt zij keek aan tafel, en dat zij gezegd heeft er zeker van t# zijn, dat hij in staat is geld genoeg te verdienen „Wat een onzin I Alsof bij eene manier weet om geld te verdienen merkte Jane verontwaardigd op. „Mij dunkt, dat bij wel verplicht zal zijn eene armzalige betrekking van kan toorbediende aan te nemen of zijn fortuin te zoeken in de koloniën. Geld verdienenNaar hetgeen ik er van gehoord heb, is dat zoo gemakkelijk niet, en ofschoon ik gehoord heb, dat hij aan de universiteit prachtige examens heelt ge maakt, helpt hem dat niets wat betreft geld verdienen." „En toch, wat er ook gebeure," zeide Amy, „geloofik, dat zij niet van hem zal willen afzien. Ik veronderstel, dat zij denkt nooit weer een huwelijksaanzoek te zullen krijgen." „Dan is zij eene groote zottin I" antwoordde Jane kortaf. HOOFDSTUK VI. Den volgenden morgen kwam een briefje van Lawrence Wainwright aan Nellie gericht, waarin hij haar toestemming vroeg haar dien middag te mogen komen bezoeken. Zijn vader was iets beter, meldde hij. Miss Hawkins zag Nellie's gelukkig gelaat, toen deze me vrouw Dudley het briefje liet lezen. „Wanneer die jonge man hier vanmiddag komt," merkte zij «p, „dan zou ik gaarne willen, dat alle familieleden aan wezig waren, want ik wil weten of hunne meeningen en de mijne over een zeker punt overeenstemmen. Ook zou je mij zeer verplichten Emily, wanneer je zoo vriendelijk zoudt willen zijn aan mijn notaris, Sparkes, te schrijven en hem te verzoeken hier morgenochtend te komen, want ik wil een nieuw testament schrijven. Zeer gejaagd beloofde mevrouw Dudley, dat alle loden van

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1895 | | pagina 1