„Weldadigheid naar Versagen". Haagsche Brieven. vat in het slot van het ter zake door de oommissie voor de verzoekschrif ten uitgebracht rapport, besloten „aan „adressanten te berichten, dat op de „voorgestelde wijze hun naenschlie- „vend doel niet zon worden bereikt, „want dat de door hen verlangde „dwangmaatregel niet zon zijn in het „belang der werklieden in het al- ^epieen en ook piet JOU in het yb«kng der gemèèntê, W&èïom aan hunnen wensch niet kan worden „Vóidaaii." In gelijken geest werd besloten in de raadsvergaderingen van 24 Augus tus 1892 onder no. 12 en 14 Septem ber d. a. v. onder no. 8. Ik wil beginnen met op te merken, dat de qualificatie „mensehlievend doel" mij minder juist voorkomt. Het geldt hier immers niet een philantro- pischen maatregel, die aan enkelen ten goede zal komen, eene bedeeling of uitdeeling, waarvoor men de ge meentekas gebruiken wil, maar on verkrijgbaar voor hes, die niet in dienst der gemeente werkzaam zijn Naar mijne opvatting moet het doel hier zijn, dat door de gemeente het voorbeeld worde gegeven, terwijl ik zal trachten aan te toonen, dat dit voorbeeld geene opofferingen van de gemeentekas zal vorderen, maar ten gevolge zal hebben, dat haar voor den zelfden prijs beter werk wordt geleverd, Ook acht ik het in het algemeen belang, dus ook in dat der egmeente. dat de arbeiders beter dan vroeger de gelegenheid zullen hebben zich geestelijk te ontwikkelen en hun hui selijk leven te veraangenamen, om dat zij daarvoor den tijd zullen heb ben, die hun vroeger ontbrakdaar door zal de ontevredenheid onder de arbeidende klassen verminderen, om dat zij in de gelegenheid zullen zijn alles wat betreft de inrichting onzer hedendaagsche Maatschappij te be grijpen en veel wat hun tot nog toe onverklaarbaar voorkwam, hun dui delijker zal worden. Ik houd er mij van overtuigd, dat wanneer een kortere en geheel met des menechen physieke en intellec- tueele krachten overeenkomende werk tijd ingevoerd zal worden, eene belang rijke schrede is gedaan tot oplossing der sociale quaestie. Deze beschouwingen hebben in het bijzonder betrekking op openbare werken, die bij aanneming worden uitgevoerd. Mocht te dien opzichte tot verandering van stelsel worden besloten, dan vloeit daaruit voort, dat ook bij die werken in eigen beheer uitgevoerd, gelijke beginselen zullen moeten worden gevolgd en zal dienen overwogen te worden, of deze nog ruimere toepassing zullen kunnen vinden. Ik vestig a'zoo in de eerst-; plaats Uwe aandacht op de nadeelen, voort vloeiende uit het thans vigeerende stelsel van aanneming, waarbij de aannemer geheel vrij wordt gelaten in de regeling van den duur en de belooning van den arbeid. De ondervinding, zoowel in mijne tegenwoordige als in eene vroegere betrekking en in het gewone maat schappelijk leven opgedaan, heelt mij steeds meer overtuigd van de waarheid, dat ofschoon ik nu wel niet zoo ver wil gaan als gezegd wordt in the Report ©f the Comiltee of office of Works contracts for ordinary Works and Repairs to the Right Hble. Lords Comm. of Her Majesty's Treasury. November 1890, die het een „vicious system" noemen, ik toch wei als de grootste zoo niet uitsluitende aanbe veling van het stelsel van aanneming kan noemengoedkoop werk. Goedkoop werk aanvankelijk, maar ook op den duur? Ik geloof het niet. Dat de resultaten van het stelsel ongunstig zijn, behoeft echter niette verwonderen. Regel toch is, dat er een aanzienlijk verschil bestaat Inweken den hoogsten en den laagsten ia-4 echryvingspr|s. Daar de prijs der, materialen voor alle insohrij vers gelijk is, ligt als verklaring van dit verschil voor de hand, dat bet meet gelegen zijn in het loon, dat aan de arbeiders zal worden uitbetaald. De lagere prijs, die de gemeente daardoor voor het werk oetaaR, spruit dus yoort uit het lagere loon, dat aan den arbeider wordt uitbetaald, zoodat hij het is, die de goedkoopte aanbrengt en dat er dus van liefde voor zijn arbeid, de eerste voorwaarde voorgoed en de gelijk werk, geen sprake kan zijn, be hoeft geen betoog. Én datjnog te meer, zoo de arbeider beseft, dat er, zooals men zoo dikwijls kan zien, misbruik van de werkloosheid gemaakt wordt. Alvorens te trachten aan te toonen, dat het voorschrijven van bepalingen betreffende minimum-loon en maxi mum-arbeidsduur in het belang der gemeente is, dient nog de vraag be antwoord te worden waarom de ge meente hiermede voorgaan moet. Mijn antwoord luidt: omdat in de eerste plaats van de gemeente, en te recht, goed werk moet en mag ver wacht worden de gemeente mag geen tweedehandsch werk aannemen nog leveren en ook, omdat zij door hare verschillende ambtenaren veel meer dan een particulier aan de ge maakte bepalingen uitvoering kan ve zekeren. Bovendien behoeft de gemeente, zelfs bij den tegenwoordigen toestand harer financiën, zich niet, zooais zoo menig werkgever, te laten weerhou den door de vrees, dat het misluk ken eener proefneming financieëien ondergang na zich zal slepen. Na aldus zijne meening over de zaak te hebben gegeven, licht de heer Bureel die nader toe. Zijns inziens taï invoerinvan een minimum loon en een maximum arbeidsduur de navol gende voordeelen opleveren bij niet noemenswaardige verhooging van kosten betere hoedanigheid van ket werk stijging der productie; ge egenheid voor den arbeider tot zijne verdere ontwikkelingverbetering van den ge zondheidstoestandvermindering der heerschende ontevredenheidmeerdere vlijt bij en liefde voor den arbeid vermindering van het misbruik van sterken drank. Op de vraag waarem, indien de voordeelen van een korteren arbeids dag voor de werklieden zoo groot zijn, de zorg voor de invoering daarvan niet aaa hen zei ven kan worden over gelaten, wijst steller op het gemis eener kr&ehtige organisatie onder de arbeiders en onbekendheid met de aan een korteren arbeidsduur verben den voordeelen. Vooits weerlegt de Burgemeester een aantal bezwaren, die in 1891 door de Commissie voor de verzoekschrif ten tegen de zaak zijn aangevoerd, als dwang op aannemer ea werklieden voordeel voor een klein aantal en het lokken van arbeider naar Haar lem dat het toch vaak noodig zal zijn van den beperkten werktijd af te wijken; dat bij slapte van werk meer werklieden zuilen worden afge dankt; dat de werktijd in de hui zen zal toenemen dat aankomefin- gen op de werken zullen moeten worden geweerd, evenals ouden van dagen en minder bekwamen Ten slotte behandelt de heer Boreei nog eenige bezwaren, die door anderen tegen de zaak worden ingebracht. Tot ons leedwezen verhindert de beschikbare ruimte on«, uit het be toog van onzen Burgemeester, althans op dit .oogenblik meer mede te deelen. Het stuk beslaat in zijn geheel bij kans 15 blz. druks. Wellicht hebben wij gelegenheid er in volgende Nrs. op terug te komen. Zooveel is zeker dat de werklieden zich mogen gelukwensehen met de aanwinst van dezen kampieen. Het stuk is niet alleen merkwaardig we gens het standpunt dat de Burge meester daardoor toent in te nemen maar ook en vooral omdat daaruit blijkt zijne toewijding aan het belang rijke ambt door hem bekleed. het gevaar, dat de brand eene be langrijke uitbreiding zou nemen, •peedig was geweken, «menlde ket vunr ten 8 ure nog kevig. De Onderofficlèrsvêreeniging der dd. schutterij „Hasselaar" alhier en de Weerbaarheidsvereeniging „Voor Va derland en Koning", hielden beide Zaterdagavond eene feestelijke bijeen komst, eerstgenoemde in de groote zaal van „de Kroon", de tweede in de ,Groote Vauxhal". Het afwisselend programma van „Hasselaar" ving aan met een ope ningsrede van den voorziiter. Verder bevatte dit eenige partijen schermen op degen, sabel, geweer, lange en korte stok, fraai uitgevoerde colonne- en carré-geweer en twee tooneeLtukjes, „Een lastige Overbuur", kluchtspel door A. A. van den Stempel, welks vertolking de lachspieren herhaalde lijk in beweging bracht en „Onze Dienstboden", blijspel door M. Gillissen, dat ook goed werd gespeeld. Verder werden er nog verscheidene voordrachten gehouden, strekkende tot opluistering dezer goed geslaagde soirée. De zaal in de „Groote Vauxhal". die de leden en genoodigden van „Voor Vaderland en Koning" her bergde, was met vlaggen en groen versierd. Van de op het programma voor komende nummers voldeed in zon- derheid „De bedrogen Kastelein", blijspel met zang. De lezing door den heer Jansen ge houden, getiteld „Manus de Kruier' van Justus van Maurik, verwierf veel succes. Verder bevatte het programma zang nummers en verschillende partijen schennen, en een colenne geweer, waarmede bovengenoemde vereeniging te Rotterdam op het internationaal schermconoours een prijs behaalde. Het behoeft bijna niet vermeld te worden, dat beide bijeenkomsten met een bal besloten werden. Na 18 Febr. nog ingekomen Tan N. N. f 100met vuorg. f4458. Afdeeling: „Werkverschaffing"- Van 1 N»v. tot 25 Febraari hebben lich de volgende personen aangemeld 44 voor werkvrouw, 5 voorwasch- vrouw, 9 voor naaister, 6 voor grond werker, 19 voor loopwerk, 3 voor brei werk, 14 voor loopknecht, 6 voor op passer, 3 voor koffiehuisbediende, voor schoenmaker, 4 voor schrijf werk, 1 voor stuoadoor, 2 voor koet sier, 3 voor kantoorbediende, 6 voor schilder, 12 voor los werkman, 3 voor kleedermaker, 2 voor timmerman, voor sigarenmaker, 2 voor licht werk, 1 voor dames-laarzenmaker, 2 voor mangelwerk, 1 voor bloemistknecht voor baker, 1 voor brood bakkers knecht, 2 voor waakster, 1 voer smid, 1 voor strijkster, 1 voor nood hulp, 1 voor zadelmaker. Partioulieren en werkgevers, die van bovenstaande aanbiedingen ge bruik wenschen te maken, wordt beleefd verzocht hunne aanvragen schriftelijk tot het Bestuur te rieh- tea. Het Duïtsehe schip „Dorothea" dat onlangs wegens averij te IJmui den was jbinneugeloopen en ter re paratie naar Amsterdam werd ge sleept, ligt reeds eenige dagen te Bui tenhuizen het heeft het aldaar ge loste kruit weder ingenomen en zal bij ontvangst der documenten zee kiezen. De booten ZaandamAmsterdam (directie Bosman) zouden heden den dienst weder openen. De Haarlemsehe «toomboeten „Jor- dens" en „Haarlem Packet" die reeds Zaterdag het Spaarne tot Spaarndam opeubr&ken en heden den tocht naar het Noordseekanaal voortzetten, had den voor de reis HaarlemSpaarn dam 5 uur noodig. Woensdag 6 Maart e. k. zal de op richter van de Centrale Apotheek alhier P. J. yan Hernert, zich voor den kantonrechter hebben te verant woorden wegens het onbevoegd uit oefenen der artsenij bereid kunst (phar- macie). Hem wordt ten laste igelögd, dat hij die geen apotheker, maar slschts assistent-apotheker was, op een re- «ept een drankje heelt gereed ge maakt en afgeleverd, h^tge.m alleen een geëxamineerd apotheker of een assitent onder toezicht van een apo theker, geoorloofd is. Ais getuigen treden op de heer A. H. van Tubergen, die het reeept schreef, de heer Pieijte die het in leverde en het drankje meenam met een kopie van het recept en de heer Sweris, lid van den geneeskundigen Raad voor Noord-Holland. Hedenmiddag ongeveer kwartier na twaalven brak brand uit in het bo- veainagazijn van perceel fi in do Korte Veerstraat, een der perceelen, waarin de zaak der heeren Gebr. van Vries land is gevestigd. Weldra waren aan wezig de slangen wagen der politie en spuit 10 en 10a. De vrij willigersspuit gaf het eerst water. yDoor de spoedige hulp bleel de brand tot het magazijn op do eerste verdieping beperkt. De waterschade is zeer groot. Alles was verzekerd. De oorzaak van den brand is vooralsnog niet bekend. Hoe wei Door ©en Duitschea visechersmnn is op zee drijvende gevonden, op sleeptouw genomen en te IJmuiden binnengebracht een groete ijzeren boei met een meter of 15 zware ket ting eraan en gemerkt W. I., ver moedelijk dus van den Weaermond afkomstig. Goederenvervoer. Gi8terennamiddag (Zondag) reed van hier naar Amsterdam een goe derentrein, bestaande uit niet minder dan 75 wagens; de trein van Rotterdam komende, kwam met drie uur ver traging te Amsterdam binnen. Te Haarlemmermeer bij Halfweg is Zaterdagavond de woning vau en bewoond door Rijlaarsdam met den inboedel, geheel verbrand. Een en ander was laag verzekerd. VIII. Onder de vraagstukken die deel uitmaken van dat éeno groote, dat men de sociale quaestie pleegt te noemen, neemt ongetwijfeld het wo ningvraagstuk een zeer belangrijke in. Het beheerscht thans zelfs de voor genomen reis der Koninginnen naar de zuidelijke provinciën, des lands en het is niet onmogelijk dat van die reis dit jaar zal worden afgezien, uit sluitend wijl de gelegenheid tet behoorlijke huisvesting der beide Vorstinnen in Noordbrabant niet aan wezig is, omdat de verbouwing van de woning des Koninklijken Commis saris te 's-Hertogenboseh niet tijdig gereed zal zijn iets waarop ik in een vroegeren brief reeds wees. Na het inderdaad geem kleinigheid twee Vorstinnen bekoorlijk, d. w. z, overeenkomstig de aan haar rang verschuldigde deferentie, onder dak te brengen. Het ig bijv. een feit, dat by het bezoek der Koninginnen aan het Noorden een onderzoek naar de gouvernements-paleizen (zoo noemt men die daar) voorafging, evenals thans in Noordbrabant, en dat als gevolg daarvan o. m. een verbouwing volgde in een dier heerenhuizingen en wel aan een vertrek, dat men in fatsoenlijk gezelschap niet nader pleegt aan te duiden. Dat grapje kostte f 12000 (zegge twaalf duizend gulden) 1 Maar de muren van dat vertrek zijn sedert dan ook opgetrokken uit de fraaiste faience-tegels. Nu kan ik nog maar niet inzien waarom de Noordbrabanders om de bovengenoemde redenen verstoken zouden moeten blijven van het voor recht om H.H. MM. in hun midden te zien. Als men wel eens in een der Bossche hotels gelogeerd heeft beel ordentelijk voor een burgerman dan zal men toegeven, dat zij slecht geschikt of in te richten zijn voor een vorstelijk verblijf. Maar er zijn tech magnifieke hui zen in den Boseh, ook inwendig met luxe en «omfort ingericht en bewoond door gefortuneerden. Waarom biedt niet een hunner aijn woning aan, ter beschikking der Koninginnen en haar gevolg? Misschien zou het aanbod niet geaccepteerd worden zal men bevroeden. Maar dat behoeft toch een beletsel te zijn om het te offree- ren Zoo deze tüdelijke huisvesting der Vorstinnen hooi wat hoofdbreken kost aan tal van autoriteiten, in niet mindere mate wordt veler aandacht bij voortduring beziggehouden met het vraagstuk dor minder tijdelijke huisves ting van arbeidersgezinnen. Op dit ge bied is hier reeds veel gedaan, ook met behulp der coöperatie of naar buiten- landzeh voorbeeld. Dat een der coöpe ratieve bouwondernemingen het heeft afgelegd en tot verkoop heeft moeten overgaan, behoeft niet af te schrikken. Men had hier te doen naet „vices d'ori- giae" de grondslagen der vereeni ging deugden niet en daardoor was het bijv. mogelijk, dat een tot be- taling van huur onwillig huurder (tevens medo-eigenaar) zelf niet door de wet kon gedwongen worden het perceel te verlaten. Intusechen al is er veel gedaan er blijft nog een massa te duen ©Yer. Dat heeft de Vereeniging voor „Han del, Nijverheid en Gemeentebelangen" begrepen, toen zij zeer onlangs een Commissie in het leven riep om het woningvraagstuk in den Haag te onderzoeken en middelen te beramen om tot verbetering te komen van on mogelijke toestanden. Toestanden die indruiachen tegen de meest elemen taire eischen van gezondheid en hy giëne. Zonderling alleen was het afgescheiden van de vraag of die plaatselijke enquête practisch veel nut zul hebben dat in de vrij uitge breide commissie slechts aan één werkman een plaats werd ingeruimd. Eu nu diens arbeid hun niet veroor loofde een werkzaam aandeel te nemen aan het. onderzoek der commissie en hij zijn ontslag nam, heeft men hem vervangen door een ingenieur. Dat ziju zoo van die dingen waar ik niet best bij kan. Vragewas er geen ander werkman te vinden, die wat meer tijd had Het praetisch nut eener enquête zijne hand omklemde: „Je weet, dat je hem zonder dat toch kunt huwen." „Tot zoover is het goed," zeide miss Hawkins en wendde zich nu tot mevrouw Dudley„En u, weigert u ook uwe toestemming De arme mevrouw Dudley keek verbijsterd voor zich, barstte in tranen uit, zag haar echtgenoot smeekend aan en zeide snikkend, dat zij alles wilde doen wat in het voordeel van hare lieve Nellie zou zijn. „Onzin!" was misa Hawkins uitroep. „Je hebt niet meer verstand dan een kikvorsch haar op zijn rug 1 Nu is het jeu beurt Jane. „Wil je weigeren tegen je zuster te spreken of met haar iets willen te maken hebben wanneer zij met mijnheer Wainwright trouwt?" Jane keek eenigszins beschaamd, en antwoordde dat zij alles wilde doen wat tante Hawkins voor voegzaam hield. „En jij Amy?" vervolgde miss Hawkins. „Ik zal inderdaad weigeren mij met haar in te laten," riep Amy., haastig uit, „want het komt mij voor, dat zij dat rijkelijk verdient wanneer zij zulk eene groote dwaas is om u te mishagen." „Het doet mij genoegen te bemerken, dat je wat gezond verstand bezit, want daaromtrent heb ik steeds eenigen twij fel gekoesterd," merkte miss Hawkins op. „En jij mijnheer Hubert?" „Ik ben van meening," riep Hubert uit en stond haastig op uit den gemakkelijken stoel, waarin hij zich had neer gevleid, „dat het werkelijk laag is te handelen zooals u doet waardoor u iedereen zelfzuchtig enonge ukirig maakt, terwijl u het toeh in uwe macht heeft hen zoo gelukkig te maken; en wanneer Nellie van plan is Wainwright trouw te blijven, dan ben ik bereid haar hem ter huwelijk te geven als vader het niet wil. En verder heb ik niets meer te zeggen dan dat het mij geen lor kan schelen wanneer u mij geen cent nalaat En Hubert verliet d© kamer en sloeg de deur hard achter zich dicht. Een blos van toorn verfde de ingevallen wangen van miss Hawkins rood. Zij wendde zich tot Lawrence Wainwright en zeide „Vertel mij nu eens mijnheer wat u te zeggen hebt. Zijt gij van plan om Nellie aan haar woord te houden en bare vooruitzichten op een aardig fortuin te vernietigen - want begrijp mij goed, wanneer Nellie zegt, dat zij met u wil trou wen, dan krijgt zij geen cent." „Mijn eenige wensch is om NellieTs geluk en voorspoed bevorderlijk te zijn," zeide Wainwright met nadruk. „Dan wordt aan jou de beslissing overgelaten Nellie," riep miss Hawkins uit. Doe nu een kems, of je mijne erfgename wilt zijn of de verloofde van dezen jongen man, die vóór er een jaar verloopen is al genoeg van je heeft en je hand vraagt ter wille van je vooruitzichten. Kies „Ik heb reeds gekozenzeide Nellie en greep Lawrenees hand, terwijl zij tot hem opkeek met oogen gevuld met tra nen van geluk en trots „ik heb reeds gekozen tante Haw kins en al de schatten der wereld zouden mijne liefde voor hem niet kunnen doen verdwijnen. Ik ben bereid om te wachten en te vertrouwen, want ik weet dat zijne genegen heid voor mij even oprecht en duurzaam is als de mijne voor hem." „Lieveling!" zeide Lawrence; „wanneer mijne liefde je kan schadeloos stellen, dan zal je keus je nooit berouwen." „Dat zijn zeer mooie woorden," r.ep miss Hawkins uit, „maar laat ik je zeggen, dat je een paar dwazen bent. Ik zal die dwaasheid echter niet vergeten, en gij beiden zult er de vruchten van oogsten. Hm, hm, hm 1" Miss Hawkins stond onmiddellijk uit haar stoel op, wei- erde den steun van den majoors arm en verliet met afge meten pas de kamer. Majoor Dudley mompelde zoo iets, dat het tijd werd om zich voor het middagmaal te kleeden en ging ook de kamer uit, gevolgd door Amy en Jane. „Nellie," zeide Wainwright, „ik vrees zeer zelfzuchtig te hebben gehandeld." „Dat heb ik gedaan," zeide Nellie, met «en blos en ©en glimlach, „want ik heb gekozen wat ik het liefste had. Ga nu zitten Lawrence, je moet er nog niet aan denken nu reeds te gaan." (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1895 | | pagina 2