EENE ERFTANTE.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
12e Jaargang
Vrijdag 15 Maart 1895.
No. 3589
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIËN:
J.C.
VWIVW
DEZE WEEK
De Diamanten van de
familie PONSONBY.
M0D3S,
Een dag bij den Londenscben
Politierechter.
Uitwerking van den Vorst,
De Mem van den Navel,
Zeilwedstrijd op Schaatsen,
Nieuwe Rebus No. S.
STADSNIEUWS.
Arrondissements- Rechtbank
FEUILLETON-
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers0,05.
Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30.
franco per post 0,37 j.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat X4=, Haarlem. Telefoonnummer 122.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cents per regel.
Abonnementen en Advertentièn worden aangenomen door
onu agenten en door alle boekhandelaren en conrantlen.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM;
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangére G. L. DAÜBE éi Co., JOHN T. JONES, Succ.Parige 316a Faubourg Montmartre.
Nota's, Rekeningen, Wissels, Qui-
tantiën, Brievenhoofden, Memoranda
en alle overige Drukwerken, die op
kantoren voorkomenworden ter
Stoomdrukkerij van dit blad goed-
billijk en vlug gedrukt.
De Directeur-Uitgever,
verschijnt in het Geïllustreerd Zon
dagsblad het vervolg op de boeiende
novelle
(met 4 illustraties).
(met illustratie).
(met 2 illustraties).
Het vervolg op den alom bekenden
en beroemden roman
naar het Engelsch van Rider Haggard.
(met illustratie).
Voorts
VTice-Admiraal Ito en kapitein Mc.
Clure, (met 2 portrteten). De ge
lukkige moeder. Beleediging per
telefoon. Ook een middel. Heel
natuurlijk. Anecdoten. Het top
punt van spaarzaamheid, (met 4 illu
straties). Puzzle. Een beleefde
wenk. Oplossing van Rebus 4.
Onder aangeschotenen, (illustratie).
Lange gezichten. Hoe brengen wij
ons leven door. Damprobleem.
De onwaarschijnlijkheid. Schaakru
briek.
Haarlem14 Maart 1895.
Blijkens de door Bnrg. en Weth.
vastgestelde kiezerslijsten, bedraagt
het getal kiezers voor de Tweede
Kamer 2826, voor de Prov. Staten
2821 enjvoor den Gemeenteraad 8816.
Met ingang van 1 Mei a. s. is bij
koninklijk beeluit benoemd tot direc
teur van het telegraafkantoor alhier
de heer C. Prent van Dalen, thans
•nder-directeur der telegrafie.
Voor het examen nuttige handwer
ken is Woensdag geslaagd te 'sGra-
venhage mej. S. Rab, alhier.
Aanbesteding.
Bij de aanbesteding van een Gym
nastieklokaal met twee schoolver-
trekken bij de beBtaande Christelijke
bewaarschool in de Anthoniestraat
alhier is ingeschreven als volgt:
G. van ICs
H. van 'tWout
J. Boogaard
J. Vander
J. A. Jonker
A. F. Captein
J. H. Daudeij
W. A. van Zanten
J. W. van Santé
Giebels Servellen
B. Hagen
Martens Zn.
B. van Liemt
G. L. Zandvoort
ƒ12223.
11976.
11890.
11736.
11540.
11536.
11500.
„11150.
11103.
11080.
11028.
10990.
9950.
9700.
Gisterenavond had in „Felix Fa-
vore" eene vergadering van timmer-
gezellen plaats, die druk bezocht was.
Verschillende sprekers voerden er het
woord, die allen wezen op het nuttige
van vereenigen. Ook de bekende
sociaal-democraat, Cornelissen, voerde
er het woord. Hij zeide o. a. dat de
vakvereenigingen de macht der toe
komst waren. Zij zouden eenmaal de
wet voorschrijven aan allen en alleen
de macht uitoefenen. Loonquaeetie en
arbeidsduur waren niet te scheiden.
De werklieden, zeide Cornelissen
verder, moeten dwang uitoefenen, dan
zal men hunne eischen toestaan.
Daarom is aaneensluiting noodzake
lijk. De eisch van 28 ets. per uur is
niet te hoog.
Nadat de spr. zijne rede geëindigd
had, gaf de voorzitter, die zich als een
bezadigd man deed kennen, gelegen
heid tot discussie.
De Klerk vroeg het eerst het woord.
Het speet hem, dat de leden van de
St. Jozef Gezellen Vereeniging en an
dere vereenigingen, voor zoover zij
aanwezig waren, thans niets hadden
aan te merken. Later hebben zij soms
heel wat te zeggen, omtrent het be
sluit of het gesprokene. Hij spoorde
allen aan lid te worden der vereeni
ging „Door Eendracht tot Verbete
ring".
Van Sehooten, een andere spreker,
zoude gaarne zien, dat de verschillen
de vakvereenigingen zich aaneen Blo
ten en gezamenlijk optraden. De voor
zitter achtte dit minder noodzakelijk,
althans voor 't oogenblik ging dit
niet.
Na hem voerden nog eenige Bpre-
kers een paar minuten het woord.
Daarop las de voorzitter de volgen
de motie voor, die gericht is aan alle
patroons te Haarlem en die hun zal
worden gezonden.
Aan de Heeren Aannemers en Tim
merlieden-patroons te Haarlem,
„De Vergadering van timmerlieden
gezellen, vergaderd in „Felix Favore,"
op Woensdag 13 Maart 1895, en uit
geschreven vanwege het looncomité,
noodigt U uit, bij de aanbesteding
van timmerwerken in 't algemeen,
reeds te beginnen met 1 April, in
uwe begrooting rekening te houden
met den eiseh der timmerlieden-ge
zellen 28 ets. per uur, bij een werk
dag van des zomers 11 uur en des
winters 10 uur. De vergadering is van
oordeel, dat indien van den kant der
patroons hiertegen wordt ingebracht,
dat voor het nemen van een derge-
lijken maatregel het thans te laat
zou zijn, dit slechts zou bewijzen, dat
zij niet zijn van goeden wil, aange
zien zij van de beweging onder de
Haarl. timmergezellen lang genoeg
en voldoende kennis dragen.
Bij al wat steeds gepraat wordt
over de samenwerking van patroons
en werkman, zou het de gezeilenten
zeerste teleurstellen, wanneer ze weer
moesten ondervinden, dat men bij de
patroons te vroeg of te laat komt,
nooit op tijd, en dat in elk geval de
gezellen geen gehoor vinden voor hun
rechtmatige eischen. Toont gij hee
ren aannemers, patroons en timmer
lieden, dat u althans de samenwer
king in der minne ernst is."
Niemand had op dit schrijven iets
aan te merken, derhalve was de motie
aangenomen en de vergadering ging
uiteen.
Dezer dagen heeft de 17jarige jon
geling Louis Larive, drie kinderen,
wonende in de Pieter Kiesstraat, die
zich roekeloos op het ijs hadden ge
waagd, uit denKinderhuissingelgracht
gered. Over het brooze ijs heenkrui-
pende, had hij het geluk, de kleinen
éen voor éen te grijpen en van een
wissen dood te beheeden.
Zitting van Donderdag 14 Maart.
Magdalena Veenings, dienstbode
van beroep, kwam in den loop van
Maart bij den winkelier G. Schous
en vroeg daar schaatsen op zicht ten
name van mevrouw Muijsken. Ze
kreeg zes paar mee, verder schaat
sen tuig en band. Toen ging zenaar
den winkelier in goud en zilver F.
N. Haan en vroeg daar namens me
vrouw Haremaker, gouden ringen op
zicht. Ze kreeg er zestien mee en
eigende zich die, evenals de schaatsen
toe, want noch mevrouw Muijsken,
noch mevrouw Haremaker hadden
daartoe last gegeven en ze had maar
kalmweg deze namen genoemd, om
de beide winkeliers op te lichten.
Gelukkig kwam de inspecteur van
politie Scherpenhuizen toen de aan
gifte werd gedaan op het denkbeeld
dat volgens het signalement Magda
lena Veenings de dievegge moest
zijn. Zij werd opgezocht en zoo kregen
de Deide winkeliers hun eigendom
nog terug.
Tegen beklaagde, die in voorloopige
hechtenis is, eischt de ambtenaar
van het O. M.j veroordeeling tot ge
vangenisstraf voor den tijd van 6
maanden.
Daarna stonden terecht de drie
mannen, beklaagd van mishandeling
op den heer Jhr. A. E. Barnaart, ge
pleegd in den avond van 11 Febr.
Het zijn G. Heemskerk, herbergier,
Hnbertus Schrama en Martinus
Sprokkelen burg, allen te Vogelenzang.
„Ik ging," zoo zeide de heer Bar
naart, „van het station naar huis,
toen ik drie mannen voor mij zag
uit loopen. Ze waren blijkbaar be
schonken en liepen gearmd liedjes te
zingen. Om geen moeilijkheden met
hen te krijgen ging ik hen voorbij,
daartoe door de sneeuw langs het
voetpad wadende. Plotseling kreeg ik
een serieusen opdouwer, een slag,
schop of stomp in de lenden, zoodat
ik bijna op den grond viel. Mij om-
keerende stond ik voor het drietal dat
een dreigende houding tegen mij aan
nam en van wie ik alleen Heemskerk
kende.
„Wat moet dat beteeken en?" vroeg ik.
„En wat zou dat antwoordde
Heemskerk. Op dat onverschillige
antwoord en tegenover de dreigende
houding die ze aannamen gaf ikHeems-
kerk een slag tegen het hoofd. Daarop
viel Sprokkelen burg op mij aan en
sloeg mij met de schaatsen, die hij
in de hand had^zoodat het bloed mij
over de oogen stroomde.
Ik greep hem aan en wist hem op den
grond te krijgen, waar ik mijn knie
op zijn borst zette. Toen kreeg ik,
van wien weet ik niet, een trap in
den nek en een hand greep mij bq
mijn pols en trok mij op, zoodat ik
vlugger op de been was dan ik zelf
had kunnen denken."
Hiermee was de zaak uit, want in
de nabijheid verschenen de postbode
Smit en zekere Weijers met een honde-
kar. Jhr. Barnaart die Sprokkelenburg
een schaats had ontrukt, wierp die
neer en ging naar huis. Den volgenden
dag liet hij zich door Dr. Goedkoop
behandelen, daar eene van de drie
hoofdwonden pijn deed en telkens
opnieuw bloedde.
Heemskerk en Schrama weten van
niets, ze beweren althans den heer
Barnaart niets te hebben gedaan.
Sprokkelenburg discht met ergerlijke
brutaliteit het belachelijke verhaal
op, dat de heer Barnaart hem eerst
heeft aangegrepen en dat hij zich toen
heeft verweerd. Uit de verklaringen
van Smit en Weijers blijkt zijn schuld
overtuigend en de ambtenaar van het
O. M. vraagt dan ook voor hem 1
maand gevangenisstraf en vrijspraak
voor de anderen.
In zijn requisitoir vestigde mr. Van
Outeren de aandacht op de onjuist
heid van het naar aanleiding van
deze mishandeling in sommige bladen
medegedeelde, dat de omstreken van
Haarlem onveilig zouden zijn in den
laatsten tijd door aanrandingen. In
het jaar 1894 bracht spreker slechts
eene aanranding bij de rechtbank aan,
te Haarlem in de kermisweek ge
schied. Mishandelingen komen altijd
en overal, ook in huizen en herbergen,
voor, maar van talrijke aanrandingen
in dit arrondissement mag geen sprake
zijn.
Tot voorzitter der kiesvereeniging
„Kennemerland" is gekozen de heer
M. Teer, in plaats van den heer K.
A. Gonlag, die wegens drukke bezig
heden bedankte; tot bestuursleden
werden benoemd de heeren H. K.
Tegel en K. A. Gonlag en tot afge
vaardigde gekozen de heer J. W.
Schuit.
Ook de secretaris de heer Hooge-
veen legde zijne functie neer wegens
vertrek naar Arnhem.
Tot Voorzitter van het Bestuur van
den Vijfhuizerpolder onder Haarlem-
merliede c. a. is gekozen jhr. W. Ph.
Teding van Berkhout, burgemeester
dier gemeente, te Haarlem.
Naar het engelsch
van A. B. ROMNEY.
25)
HOOFDSTUK XHI.
„Misschien bevindt rich de ring in de werkdooB," riep Amy
haastig uit. „Laat mij maar eens kijken."
„Heb maar gednld Amy," zeide haar vader. „Ik zal zelf
eerst alles doorzoeken. Wanneer je dat wilt kan je dat later
ook doen."
Al de fleechjes werden nu uit den koffer gelegd, de papie
ren goed heen en weer geschud en de enveloppen geopend.
Hierna nam de majoor de werkdoos ter hand. Het was een
van die ouderwetsche doozen, gemaakt van rozehout, inge
legd met paarlemoer. Zij bevatte eene kleine schuiflade ter
wijl de ruimte binnenin verdeeld was in verscheidene kleine
vakjes met deksels, voor strengetjes katoen, draad, naal
den enz.
De majoor lichtte alle dekseltjes op en onderzoeht zelfs of
de ring er ook achter de lade was gevallen, keerde de dooB om,
schudde haar goed, maar alles te vergeefs; geen ring werd
gevonden.
„Ja," riep de majoor moedeloos uit, „dat is het zonder
lingste geval, dat mij ooit is overkomen. Hoe kan die ring
verdwenen zijn?"
„Weet u waaraan ik gedacht heb?" riep Amy haastig uit.
„Waaraan dan?" zeide Jane.
„Heelt tante Hawkins niet iets gezegd over den „rechter
kant" vóór zij stierf
„Ja," zeide Squelsh, „dat is waar juffrouw."
„Dan kunt u er zeker van zijn," vervolgde Amy triomfan
telijk, „dat rij aan den ring heeft gedacht. Zij heeft dien
verborgen aan den rechterkant van het een of ander."
„Dat kan zijn," stemde de majoor toe, „maar ik zie niet
in, wat ons dat verder brengt. Je kunt anders zelve eens
gaan zoeken. Ik ben te vermoeid om iets meer te doen,"
Het gevolg was, dat de meisjes opnieuw gingen zoeken;
steeds vol verwachting iets te vinden in den rechterhoek van
het een of ander van een kast, tafellade of koffer, zelfs
de rechterzijde van het ledikant werd zorgvuldig doorzocht;
toen dit echter was afgeloopen waren zij genoodzaakt plaats
te nemen, uitgeput als hun vader en te bekennen, dat zij ten
einde raad waren.
„Vervelend ding 1" riep Amy gemelijk uit. „Waar ter we
reld zou zij het verborgen hebben Ik heb van alles den
rechterkant doorzocht, en hier bevindt zich alleen een spel
denkussen."
Terwijl zij dit zeide trok zij de werkdoos naar zich to e
Aan de rechterzijde bevond zich een klein, rood satijnen
speldenkussen, passende in het vierkant bakje.
„Wie weetl" riep zij uit, „misschien is het hier? Mag ik
even uw penuemes vader, dan zal ik het er uitlichten?"
Haar vader gaf haar zijn mes.
„Ik verzeker u," riep een oogenblik later Amy opgewon
den uit, „dat ik hem heb I"
„Ach, het is toch niet waar 1" riepen allen uit en verdron
gen zich rondom haar.
Het kussentje had zij gemakkelijk er uit gelicht en daar
onder lag een klein pakje, met een draadje dichtgebonden.
Bevende van verrukking en opgewondenheid greep Amy
het en zeide „Ik heb u wel gezegd, dat het aan den rech
terkant ergens in moest zijn. Ik heb altijd gelijk wanneer
ik mij zeker gevoel van iets."
Haastig brak zij den draad en wikkelde het witte papiertje
los. Er zat nog een papier omheen. Dit verwijderde zij, en
vond er nog een.
„Het is inderdaad genoeg ingepakt I" riep Jane uit.
Amy wikkelde er nog een papiertje af.
„Hier is het, ik voel het nu I" riep zij uit.
Terwijl zij dit zeide vouwde zij het laatste papier open en
daar lag een bizonder groote, holle kies
Met open oogen staarden de leden der familie Dudley een
oogenblik allen op de verre van fraaie reliquie van hunne tante.
Hunne verbazing, toorn en teleurstelling waren te groot om
het eerste oogenblik woorden te vinden.