Arrondissements-Rechtbank
„Weldadigheid naar VernrapiT.
BINNENLAND,
Dit weinige zij voorloopig genoeg.
Alleen nog melden wij, dat de jury
voor de bloemen, hedenmorgen (Don
derdag) te negen uur aan hare taak
ie begonnen. Bij het ter perse gaan
van ons blad was de jury met haar
werk nog niet gereed, zoodat wij ook
met het oog op de plaatsruimte,slechte
de eerste prijzen (gouden medailles)
van de bekroningen kunnen vermel
den. Zij volgen hier:
100 verscheidenheden bloeiende
Hyacinten, in potten. Goud. med. en
f 25. A. J. Guldemond en Co. te Lisse.
Vijf-en-zeventig enKele Hyacinthen,
in potten, in 25 verscheidenheden.
Goud. Med. No. 14. firma van Wave-
ren Turner te Hillegom.
75 verscheidenheden bloeiende Hya
cinthen, op glazen. Gouden Med. en
f25. G. van der Meij, te Lisse.
100 verscheidene bloeiende Tulpen,
in potten. Gouden med. en f25 aan
J. W. Daudeij Hz., te Haarlem.
100 verscheidene bloeiende Tulpen,
in potten. Gouden med. M. v. Wa-
vere'n Zonen, te Hillegom.
50 potten bloeiende dubbele Tul
pen, 36 vers. Goud. med. M. v. Wa-
veren Zonen, te Hillegom.
90 bloeiende dubbele Tulpen.80 vers.
Goud. med., M. v. Waveren Zonen,
te Hillegom.
50 potten bloeiende enkele en dub
bele Narcissen. Gouden Med. Jan. W.
Roozen Hz., te O verveen.
Eene verzameling bloeiende Iris,
verscheidenheid. Gouden Med. C. G.
van Tubergen, te Haarlem.
12 bloeiende Imanteophyllum (Cli
via). Gouden med., C. G. van Tuber-
bergen Jr., te Haarlem.
50 potten ot pannen bloeiende bol-
en knolgewassen. Gouden Med. en
f 25. C. G. van Tubergen, te Haarlem
Gouden Med. J. W. Daudeij, te
Haarlem.
Zitting van Donderdag 21 Maart.
De Rechtbank heden uitspraak
doende in de zaak van Willem
Umans uitdrager alhier, beklaagd van
mishandeling, ontsloeg hem van alle
rechtsvervolging.Zooals men weet heeft
Umans op een bende jongens, die hem
kwelden en met steenen wierpen, ge
schoten en een hunner daarbij ver
wond.
De Rechtbank overwoog daarbij,
dat Umans na twee jaar op hoogst
wederrechtelijke en afkeurenswaardige
wijze te zijn lastig gevallen, bij het
lossen der schoten gehandeld heeft
ter noodzakelijke verdediging van ei
gen lijf en goed en dat zijn daad in
ieder geval het gevolg is geweest, van
een heftige gemoedsbeweging, veroor
zaakt door talrijke schandelijke aan
randingen.
Dit vonnis zal zeker de aandacht
trekken allereerst en allermeest
naar wij hopen van diegenen, die
harteloos en ongevoelig genoeg zijn
ëen oud man op zoo verregaande wijze
te kwellen als zij Umans hebben ge
daan. Hun mag het tot een les ver
strekken
Voor eenige weken deelden wij een
geval mede van vermoedelijke zeer
ernstige mishandeling van een kind
van weinige maanden door de vrouw,
die het had geadopteerd. Na een
langdurige en moeilijke instructie
stond heden de vrouw ter zake van
deze mishandelingen terecht.
Het is Emma Rike, 27 jaar, zonder
beroep, eene magere, bleeke vrouw met
holle oogen. Den eersten Juli 1894
nam zij uit eigen beweging het doch
tertje tot zich van eene ongehuwde
dienstbode, dat den 23sten Juni
daaraan voorafgaande geboren was.
Den 2den November werd het kind
aan het Gasthuis gebracht in de
interne afdeeling welke door Dr. Van
Linden van den Heuvell wordt be
heerd. Deze liet na een onderzoek
weldra het kind naar de chirurgische
afdeeling brengen, waar het bij ont
stentenis van Dr. Kouwer, door den
heer Lodewijks, arts, werd behan
deld.
De toestand van het wurm was
toen allerellendigst. De kaak was
gebroken, de neus ontveld en stuk, de
rechterwang blauw en opgezwollen,
het rechter-opperarnibeen en de bei
de linker voorarmbeenen gebroken.
Om het lijfje was een stuk finnen ge
naaid, zóó vast dat de ademhaling
van het kind er door be emmerd was
en bovendien nog om het lichaampje
met haken en oogen een doek ge
wonden, waarvan de twee plooien een
diepen indruk in het lijfje achter
lieten.
Naar beklaagde zegt heeft zij het
kind die doeken omgebonden, om
het rechtop te laten zitten en omdat
het een kippeborst kreeg.
Van deze schromelijke mLhandeling
nu is Emma Rike beklaagd. Het kind
is intusschen aan longontsteking over
leden en een van de vier medici die
als deskundigen worden gehoord, dr.
v. Linden van den Heuvell, verklaart
dat deze longontsteking weldegelijk,
het gevolg van de gepleegde mishan
deling wezen kan. Toen de kaak stuk
was, zakte ook de tong naar achte
ren en moeten nu en dan zoowel de
ademhaling als het slikken belem
merd zijn geweest.
Na de deskundigen treedt als getuige
de moeder van het kind op en deelt
mee, dat zij aanvankelijk afge-proken
had aan beklaagde een gulden per
week te betalen, maar dat reeds na
een week Emma Rike zich bereid
verklaarde het kind te eigenen zoodat
de moeder geen kostgeld meer be
hoefde te betalen.
De beklaagde zelf ontkent de mis
handeling en schrijft alles toe aan
een val van den stoel, waarop het
lag. Men begrijpt de ongeloofwaardig
heid van zulk een beweren tegenover
de vele en velerlei wonden en breuken
die het kind had. De doctoren die
zich uit den aard der -zaak altijd zeer
voorzichtig uitdrukken, noemen het
hoogst onwaarschijnlijk dat met name
de armbreuken door een val vaneen
stoel zouden zijn veroorzaakt.
Maar er is meer. Van de buurvrou
wen die als getuigen zijn gedagvaard
weten verscheidene te verhalen van
verschillende mishandelingeneens
zelfs sloeg ze het kind zoo heftig, dat
een der buurvrouwen haar waar
schuwde voor de gevangenis. Als
't kind pas gegeten had, ging het
vrouwspersoon er mee hossen tot het
'teten weer teruggaf.
Alle raadgevingen van de toen nog
geen kwaad vermoedende buren om
er een dokter bij te halen, Bloeg zij
onder allerlei voorwendsels in den
wind. Het is dan ook niet door haar
toedoen in 't gasthuis gekomen, maar
door de moeder die, ziende in welk
een toestand het ten slotte verkeerde,
het kind door een buurvrouw liet
weghalen.
Aan vrouwen die haar onderhielden
over haar gruwelijk slaan van het
kind, zi beklaagde dat de heer
Bückmann, arts, haar den raad had
gegeven 't kind maar te slaan als het
huilde. Natuurlijk is daar niets van
aan. De heer Bückmann heeft de
vrouw met dit kind nooit bij zich
gezien, wel heeft hij haar vroeger in
het Buitenhuis behandeld als femina
publica.
De vraag doet zich voorwat kan
de oorzaak tot deze gruwelijke mis
handelingen zijn geweest? Het ant
woord daarop is niet licht te geven.
Het kind was niet meer in een be-
grafenisbos: op die wijze was dus aan
den dood van 't wurm geen voordeel
te behalen. Krankzinnig schijnt de
vrouw, althans naar de meening van
den directeur van het Buitenhuis,
niet te wezen. De eenige denkbare
oplossing zou zijn, dat ei tusschen
de moeder en Emma Rike een over
eenkomst heeft bestaan, dat laatst
genoemde als de moeder het terug
haalde, een gulden zou krijgen voor
iedere week dat ze het verpleegd
had en dat ze om die reden het kind
mishandelde om de moeder te nood
zaken het terug te halen. Beklaagde
zelf zegt, dat deze overeenkomst be
stond, maar de moeder ontkent die.
De naaste buurvrouwen van be
klaagde deelen nu een en ander mee.
De eene heeft vaak gehoord, dat zij
het kind neersmeet op den grond
hetgeen de breuken van de armen en
van de kaak verklaart. Een ander
zegt„Aanvankelijk gilde het, maar
later kon het niet meer dan kreunen."
Vaak vloekte het mensch tegen het
kind en dreigde „ik zal je smoren 1
ik zal je vermoorden 1" Aldus een
derde.
De subs. offi. v. Just. Mr. Joh. P.
van Outeren, noemt de zaak belangrijk
en de beklaagde een zeer ongunstige
persoonlijkheid. Zich baseerende op
het rapport der deskundigen, betoogt
spreker uitvoerig de schuld van be
klaagde aan het haar ten laste gelegde.
Het doel der mishandeling is spre
ker een raadsel. Financiëel voordeel
was er niet te behalen. Niettemin zal
spreker een -zware straf eischen en wel
de hoogste straf toegestaan bij art.
300 van het W. v. S., te weten 2 jaar
gevangenisstraf.
In dezelfde zitting werd veroor
deeld, Magdalena Veenings, dienst
bode, wegens het zich doen afgeven
van schaatsen valschelijk, op naam
van mevrouw Muijsken en van gouden
ringen op naam van mevrouw Hare
maker over eenkomstig den eisch van
den ambtenaar van het O. M. tot zes
maanden gevangenisstraf, onder aftrek
van de voorloopige hechtenis.
Martinus Sprokkelenburg,G. Heems
kerk en Hubertus Schrama, allen
wonende in den Vogelenzang werden
vrijgesproken van het hun ten laste;
gelegde omtrent mishandeling op den
heer jhr. A. E. Barnaart.
Afdeeling„Werkverschaffing
Van 1 Nov. tot 21 Maart hebben
zich de volgende personen aangemeld
50 voor werkvrouw, 6 voor wasch-
vrouw, 9 voor naaister, 6 voor grond
werker, 22 voor loopwerk, 3 voor brei
werk, 17 voor loopknecht, 6 voor op
passer, 3 voor koffiehuisbediende, 2
voor schoenmaker, 4 voor schrijf
werk, 1 voor stucadoor, 2 voor koet
sier, 3 voor kantoorbediende, 6 voor
schilder, 12 voor los werkman, 3 voor
kleedermaker, 2 voor timmerman, 1
voor sigarenmaker, 2 voor licht werk,
1 voor dames-laarzenmaker, 2 voor
mangelwerk, 1 voor bloemistknecht
2 voor baker, 1 voor broodbak
kersknecht, 1 voor waakster,
1 voor strijkster, 1 voor nood
hulp, 1 voor zadelmaker, 1 voor zie-
ken-oppasser, 1 voor waker.
Particulieren en werkgevers, die
van bovenstaande aanbiedingen ge
bruik wenschen te maken, wordt
beleefd verzocht hunne aanvragen
schriftelijk tot het Bestuur te rich
ten. (Bus Doelen en Stadhuis.)
Inlichtingen kunnen dagelijks van
9—1 en van 3—5 uur verkregen wor
den bij den Administrateur, bureau
Doelen.
In het college van hoofdingelanden
van den Haarlemmermeerpolder (va
catur e C. W. graaf van Limburg Sti-
rum, mr. E. de Vries en P. Koppes)
zijn gekozen de heeren Jhr. P. Tedinj
van Berkhout, te Heemstede, Jhr. Ch.
van de Poll, te Haarlem en R. W.
Lammerts te Haarlemmermeer.
De heer P. Cnoop Gzn. werd her
kozen.
Te Haarlemmermeer treden dit jaar
ais leden van den Raad afde heeren
P. Knaap, H. F. Bultman, wethouder,
A. J. G. Timmerman, wethouder, B.
Biesheuvel, J. H. M. Evelein en F.
L. Faas.
De 3 eersten hebben al ongeveer
25 jaar en langer zitting in dat
college.
Gisterenavond gaf de Zandvoortsche
zangvereeniging eene Uitvoering voor
de kunstlievende leden en genoodig-
den. Niet alleen werden eenige zang
stukken ten gehoore gebracht, die zeer
voldeden, maar ook werden eenige
voordrachten gehouden en een blijspel
„Eene kleine Vergissing" opgevoerd,
dat de lachspieren der aanwezigen
ten zeerste prikkelde.
Ook een komisch duet ,,'t Monni
kerdammer paartje" viel zeer in den
smaak en de verschillende voordrach
ten hadden veel bijval. „De gezellige
bijeenkomst", zooals op het programma
stond, is waarlijk gezellig geweest en
het applaus, dat den leden ten deel
viel, was wel verdiend.
Zaterdag a.s., des namiddags ten
ure, zal te Zandvoort een proeftocht
met de reddingboot plaats hebben.
Heden wordt ons geseind dat de
motieDobbelman door de Tweede
Kamer is verworpen met 52 tegen 33
stemmen.
Parlementaire praatjes.
„Ik zal maar eindigen, mijnheer de
Voorzitter I Want aan alles moeteen
einde komen" zeide de beer Truyen
heden (Woensdag) middag, aan het
slot van zijn repliek over de motie
Dobbelman, die hij verdedigde.
Dat woord vond algemeene instem
ming. Want waarlijk het protectionis
tisch en anti-protectionistisch debat
was zoo goed als uitgeput en de zes
nog ingeschreven sprekers, die den
Minister van Buitenlandsche Zaken
het eerst aan het woord lieten komen,
openden geen enkel nieuw gezichts
punt en bepaalden zich ertoe de
argumenten van tegenstanders aan
critiek te onderwerpen. Zoo deden de
heeren Lucasse, van den Berck van
Heemstede, Tijdens en Heemskerk
bij het verdedigen, de heer van
Karneteek bij het bestrijden der
motie.
Aan de zijde der tegenstanders
schaarde zich, namens de Regeering,
de Min. RoëlI, die ontkende, dat de
landbouw in het algemeen en de
nijverheid in kwijnenden staat zouden
verkeeren. Protectie, zoowel voorden
landbouw als voor de industrie be
streed de Min. ten sterkste als on
doeltreffend en nadeelig, zoowel voor
de veeteelt als voor de industrie en
voor den werkenden stand die hoo-
gere broodprijzen zou hebben te beta
len, terwijl de voordeelen van be
schermende rechten voor den land
bouw alleen zouden terechtkomen in
de zakken der grondeigenaren en van
bescherming der industrie de voor
deelen al spoedig voor achteruitgang
zouden plaats maken, Voor een en
ander beriep de Min. zich op het
buitenland. Ook dat de schatkist
belangrijk voordeel zou hebben van
beschermende rechten kon de Min.
niet toegeven, daar een zeer belangrijk
deel van de inkomsten door de kosten
van vermeerderd toezicht zou worden
opgewogen. Wat voor den Min. zeer
zwaar woog, was dat de handel het
kind van de rekening zou worden.
Nóch in beschermende rechten, nóch
in verbetering van het muntstelsel
dat ongetwijfeld tot de malaise had
bijgedragen, zag hij een panacé. De
geschiedenis van ons land leerde z.i,
dat landbouw en industrie tijden van
nood met flinkheid en energie konden
te boven komen.
Natuurlijk konden geneesmiddelen I
worden bijgebracht in den vorm van
vermeerdering van kennis, verbetering
van verkeerswegen door de industrie,
wijziging van het paehtcontract, ver
betering van den bodem voor den
landbouw. Maar nimmer wilde de
Min. een middel zien aanvaard, dat, I
ten nadeele van het algemeen slechts
weinigen bevoordeelend, reeds daarom
een rechtsgrond miste. Zonder voor
ingenomenheid sprekende over dere
zaak, die gelukkig geen partijzaak
was, moest de Reg. dan ook het vol
gen van 's heeren Dobbelmans's voor-1
stel ontraden en zij hoopte en ver-1
trouwde, dat de Kamer de motie niet I
zou aannemen.
Er klonken bravo's van de banken I
der linkerzijde na het ministerieel
woord.
Zooals ik reeds zeide, de overige I
redevoeringen leerden absoluut niets I
nieuws en tevergeefs spanden de spre-1
kers zich in de aandacht der Kamer I
bezig te houden. Van de redevoerin-1
gen der heeren Lucasse en Van Kar-
nebeek was wegens het gedruisch ia I
de Kamer absoluut niets te verstaan, I
althans geen bijzonderheden. Men kon
alleen begrijpen dat de één vóór,
ander tegen de motie was.
De Kamer ververlde zich. Een en-1
kei maal werd er gelachen, 't Was I
toen de heer Heemskerk, die wel eens I
meer malle dingen heeft gezegd, eenl
rechtsgrond kwam bijbrengen voor|
het stelsel van protectie. Die rechts
grond was hetzelfde als die voor alle I
belastingen, nl. dat de Staat gelijke-1
lijk heelt te zorgen voor alle belangen. I
De belastingen toch moesten denl
Staat mogelijk maken „de goeden tel
beschermen en de kwaden te straffen." I
En waarom beweerde de heer|
Heemskerk dit?
Wèt 't stond in Romeinen XIII! I
Morgen (Donderdag) kan de beslis-f
sing verwacht worden.
G. Jr.
Bij de herstemming voor de ver-1
kiezing van twee leden van den Am-
sterdamschen gemeenteraad.zijo uitge-l
bracht 3717 Btemmenvan on-|
waarde 20.
Mr. W. F. van Leeuwen verwierf I
1979, dr. A. Voüte 1993, H. M. J. I
Bouvy 1675 en de heer P. W. Suto-I
rius 1699 Btemmen, zoodat de heeren I
Van Leeuwen en Voüte gekozen zijn. r
Do dynamiatontploffing bij
Lobit
Bij deze ramp zijn, naar nader ga-I
meld wordt, omgekomen schipper P. I
Vermaas met zijn zoon en dochter
(het schip „De Vier Gebroeders"), d
vrouw van schipper J. van Meekeren I
en de knecht van de „Maria Odelia'', I
schipper H. Reymers en zijn knecht I
van het schip „Elizabeth", een broe-f
der van schipper H. Gerritsen vanl
het schip „De Hoop", benevens 5l
werklieden van de fabriek uit Paral
bij Keulen, vanwaar het dynamiet I
afkomstig was. Zeven lijken zijn terug-1
gevonden.
Verwond zijn: Vrouw Vermaas,!
schipper J. van Meekeren, schipper I
W. Leenders en zijn knecht. Zijwor-I
den verpleegd in het ziekenhuis te
Kleef.
Het gerecht te Kleef heeft een on-1
derzoek naar de oorzaak ingesteld.
was hij den Lawrence Wainwright gelijk, dien ik had lief
gehad in al zijne jeugdige kracht en schoonheid.
„Hij was onveranderd, maar ik o I hoezeer was ik ver
anderd Hij zag mij kalm aan en nam glimlachende Nellie's
hand. Van dat oo6enblik af haatte ik haar. Ik had een ge
voel alsof ik ging sterven. Langzaam keerden mijn afgedwaalde
zinnen weer terug. Ik vond zelfs eenige voldoening in de
gedachte Nellie spoedig te zullen zien schreien, zooals ik ge
schreid had, om de valschheid van haar verloofde dat
een andere het bittere zielelijden, dat ik gekend had, ook
zou leeren kennen.
„Ik wachtte totdat hunne fluisterend gewisselde groeten
hadden plaats gehad, en ook de begroetingen met de andere
aanwezigen, waarna ik besloot de proef te nemen en Nellie
te bewijzen, dat ik alleen haar liefhad. Haar vader, moeder,
broeder, zusters en verloofde allen zouden voor de macht
van het goud buigen en Nellie zou alleen de mijne zijn.
„Wat ik voorzag gebeurde allen behalve den jongen Hu-
bert bogen zich voor mij. Weinig besef had hij ervan, hoe
zeer zijne woorden mijn hart doorboorden. Hij heeft het
zoete der wraak nog niet gekend.
„Toen kwam de beurt aan Nellie en haar verloofde. Ik
beefde toen ik hare hand greep. Ik kon het nauwelijks be
seffen toen ik zag, toen ik hoorde, dat zij elkaar en hunne
liefde trouw bleven.
„Zijne stem was voor mij grievend genot toen hg zijne
liefde voor Nellie verklaarde en zij hem met een blik vol
onwrikbaar vertrouwen aanzag.
„Ik kon het niet langer dulden. In eens herleefde de oude
liefde van vroeger en ik had den jongen man voor mij lief,
zooals ik in lang vervlogen dagen Lawrence Wainwright had
liefgehad. Denkt niet, dat het hart ooit te oud is om lief te
hebben of pijn te lijden. Ik zocht de eenzaamheid van mijne
kamer op en schreide daar, hoewel ik meende, dat reeds
jaren geleden mijne tranen waren opgedroogd. Ik schreide
weer en verheugde mij er over, dat er nog liefde, hoewel
niet voor mij, in deze wereld te vinden was.
„Ik weet niet of het komt door den terugkeer van vroe
gere gewaarwordingen of door de vreugde over het weerzien
van Lawrence Wainwright, maar ik voel, dat mijne zwakte
is toegenomen en mijn gezicht slechter wordt. Met moeite
heb ik dit geschreven om mijne redenen te verklaren waar
om ik mijn geld nalaat zooals ik heb gedaan.
„Al mijn geld, eigendommen en mijn huis vermaak ik aan
Lawrence Wainwright, met uitzondering van £5000, die ik
vermaak aan Hubert Dudley, als blijk mijner waardeering
voor zijne eerlijkheid en oprechtheid. Aan mijne andere fa
milieleden en aan Squelsh laat ik na wat hun toekomt
namelijk niets.
„Ik voorzag dat Amy en Jane hare nieuwsgierigheid niet
zouden kunnen bedwingen wat betreft den inhoud van mijn
testament; daarom had ik een klein plannetje beraamd,
waarvan zjj met vermakelijken spoed slachtoffers zijn gewor
den, als men nagaat welk een paar vlugge jonge dames zij
meenen te zijn. Ik wensch haar geluk als zij slagen in hare
plannen 1
„Mijn testament als hierboven beschreven is opgemaakt I
door mijn notaris, den heer Sparkes, en in zijn bezit."
Sparkes zweeg. De aanwezigen barstten in luide kreten van I
verbazing uit. Black Crum werd rood, om niet te zeggen I
paars in zijn gezicht.
Amy zeide tot troost: „In ieder geval krijgt Jane het niet,
Alles kan ik verdragen maar dat zou ik niet kunnen."
Amy barstte in tranen uit; miss Sleat insgelijks.
Samuel was stom van verbazing en teleurstelling.
„Nellie, lieveling I" riep Lawrence uit, „al mijn geluk heb
ik jou te danken."
„Neen," zeide Nellie, „dat is niet zoo. Ik wist dat tante I
Hawkins je moest liefhebben wanneer zij je had gezien,
maar ik heb nooit...."
„Onzin I" riep Hubert uit. „Het is alles aan tante Haw
kins plannetje te danken en aan niets anders. Kom, een
driewerf hoera voor haar erfgenaam
EINDE.