DE FAMILIE KING.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
12e 'Jaargang
Donderdag 28 Maart 1895.
No. 3600
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIËN:
J.C.
STADSNIEUWS.
BINNENLAND.
F EUILLb I ON
Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20.
Franco door bet geheele Ryk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers0,05.
Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30.
franco per post 0,37 j.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- i
Bureau: Kleine Houtstraat X-3=, Haarlem. Telefoonnummer 122.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cents per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiers.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale d» Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONESSuce., Paryt 31 bit Faubourg Montmartro.
Nota's, Rekeningen, Wissels, Qui-
tantiën, Brievenhoofden, Memoranda
8n alle overige Drukwerken, die op
kantoren voorkomenworden ter
Stoomdrukkerij van dit blad goéd-
billijk en vlug gedrukt.
De Directeur-Uitgever
Haarlem, 27 Maart 1895.
Zondag 7 April zal het Koor a
Capelia onder directie van den heer
E. F. Bruijn steen, in de bovenzaal
der Sociëteit Vereeniging eene uit
voering geven.
Het koor, dat reeds vele malen
een zeer welgeslaagd concert gaf, zal
voorzeker ook nu niet over gebrek
aan belangstelling te klagen hebben.
S De heer Samuel Mok, die pas in
Augustus van 't vorige jaar een win
kel begon in de Lange Yeerstraat
(No. 2) had daarin weldra zooveel
succes, dat hij naar een grooter per
ceel moest uitzien en dat vond in het
voormalig kantoor van de firma Mrs.
'tHooft en Spoor, Lange Veerstraat
No. 11. Dit perceel is verbouwd en
thans gereed gekomen.
Met Kindermanns gasgloeilicht ver
licht maakt de nieuwe winkel een
zeer goed effect. En pleit het niet
voor den koopman, die het volle
licht op zijn artikelen durft laten
vallen Die artikelen zijn bij den
heer Mok manufacturen, garen, band,
garneering, kanten, strooken enz. De
verbouwing geschiedde, volgens ont
werp van den architect Doeg]as, door
den aannemer Captein, terwijl Jonker
het metsel-, de Vries het stucadoor-
en Boeree het schilderwerk bezorgde.
De firma Schornagel zorgde voor een
netten, ingelegden vloer.
De eigenaar heeft zijn nieuw ma
gazijn den sierlijken naam Modebazar
gegeven.
den, waardoor de toenmaals geleden
schade vergoed is.
Met groote ingenomenheid vermel
den wij deze daad van loffelijke
reparatie.
Hedenmorgen is bij den heer P. C.
C. Jacobi, Kruisstraat alhier, een po
ging tot inbraak gepleegd. De daders
hebben vuil linnen uit een kist ge
haald en in zakken gepakt, met het
kennelijk doel die mede te nemen.
Tot uitvoering van dat plan is het
echter niet gekomen, waardoor is
onbekend.
Als verdacht van medeplichtigheid
aan diefstal van een kistje met geld
in het Kenaupark, zijn nog aange
houden en naar het Huis van Be
waring overgebracht de glazenwas-
schers Lasschuit en Vreeswijk.
Op den stal van den landbouwer
G. van Lieshout, wonende Nieuwe
Spaarnwouderstraat 14, is eene koe
aan miltvuur gestorven.
In de heden gehouden zitting van
het kantongerecht alhier, werd door
het O.M. geëiecht: wegens het ver-
koopen van sterken drank in 't klein
zonder vergunning tegen J. Hartveld
en A. F. van Dijk beide eene boete
van f25, subs. 10 dagen.
Voorts tegen de Wed. C. Badekamp,
bierhuishoudster te IJmuiden wegens
het na sluitingstijd open hebben van
haar lokaal, f15 subs. 3 dagenen
tegen P. Lanser, wegens het houden
eener partij in zijn lokaal na slui
tingstijd, f3 subs. 3 d. Uitspraak
in al deze zaken over 8 dagen.
Men zal zich herinneren, dat inder
tijd de klerk der Stadsbank van Lee
ning Raimond door verschillende
malversaties de gemeente benadeelde
voor een som van f 234.50.
Thans heeft Raimond, die in Zuid
Afrika een zeer eervolle betrek
king bekleedt, aan de Bank van Lee
ning een som van f235.toegezon
Te Haarlemmermeer is gearresteerd
en gevankelijk naar Haarlem over
gebracht, de zoon van de vleeschhou-
wer K. aldaar, welke arrestatie in
verband staat met den dood van zijn
21 jarige broeder M., die in de maand
Januari dood in een schuur werd
gevonden.
Donderdagmiddag te halt twee ver
gadert de gemeenteraad van Bloe-
menriaal.
Dinsdag kwam te Zandvoort aan
1 zandvoortsche bomschuit. Besom
ming 170,De prijzen der visch wa
ren bakschol f4,tot f7,pieter
man 12,per mand; tong f0.40 tot
fl,20, tarbot f4,griet f0,30 tot
11,en bomschol 10,25 tot f 0,80
per stuk.
Parlementaire praatjes.
Er werd heden (Dinsdag) in de
Kamer veel gesproken over verveling...
pardon vervening. Het was naar aan
leiding van het wetsontwerp houdende
„bepalingen omtrent verveningen".
Wat onder vervening moet worden
verstaan, wilde de heer Meesters uit
drukkelijk in de wet gestipuleerd zien,
hij maakte er echter geen voorstel van
en de Minister ging er niet op in.
Maar wat verveling is, kon men in de
Kamer best merken.
Het was dan ook zware kost, zoo
zwaar als de bonk aarde die de heer
Smeenge op alle afgegraven hoog veen
wilde zien behouden, in het belang
van eventueele ontginning der on
dergelegen gronden, een voorschrift,
dat hij in de wet wilde zien opgeno
men, doch dat de Comm. van Rapp.
en de Minister ter regeling aan de
provinciale besturen wilde overlaten.
Een amendement van den heer
Smeenge werd evenwel verworpen met
54 tegen 14 stemmen. Dat was bij
ari. 4.
Doch nu ben ik al de discussie
vooruitgeloopen. Het stelsel der wet
werd trouwens niet bestreden, doch
ti euejuicht door de heeren Willinge,
Bastert en de Beaufort (Wijk). De
wet, arbeid van een staatscommissie,
is het gevolg van de grondwet die
aan den Koning het oppertoezicht
over de veenschappen opdraagt. Het
toezicht berust in handen der Pro
vinciale Staten, die veenschappen en
veenpolders kunnen oprichten en
reglementeeren, ook de bestaande. De
verdere bepalingen der wet komen op
het volgende neer.
Aan de Prov. Staten wordt opge
dragen het vastellen onder goedkeu
ring der Kroon van de voorschriften
omtrent hooge en lage verveningen.
Voor het vervenen wordt vergunning
gevorderd van Ged. Staten, voor
zoover het niet bij prov. verordening
uitdrukkelijk, hetzij voorwaardelijk,
hetzij onvoorwaardelijk is vrijgelaten.
De prov. verordening kan het ook
op aan te wijzen plaatsen onvoor
waardelijk verbieden. Zij wijst op de
yevallen, waarin een vergunning door
Ged. Staten kan worden gewijzigd
of ingetrokken. Zij stelt regels en
voorwaarden voor de vervening, daar
onder, waar mogelijk, de voorwaarde,
dat zij geschiedt volgens een voor
Ged. Staten goedgekeurd werkplan.
Van besluiten van Ged. Staten om
trent aanvragen tot vervening staat
beroep open van belanghebbenden en
van den Commissaris der Koningin.
Verordeningen door het vroeger be
voegde gezag uitgevaardigd, kunnen
door de prov. verordening onder
goedkeuring der Kroon worden inge
trokken. De Staten kunnen veen
schappen of veenpolders oprichten
en stellen reglementen voor die in
stellingen vast. De bestaande wetten
ten aanzien der rechten en verplich
tingen van waterschappen, gelden
voor die lichamen. Het geven van
nadere voorschriften omtrent verve
ningen kan bij prov. verordening aan
waterschappen, veenschappen of veen-
polders worden opgedragen, en de te
dien opzichte bestaande bevoegdheden
blijven gehandhaafd, voor zoover niet
de Staten onder goedkeuring der
Kroon anders bepalen. Waarop dan
nog eenige strafbepalingen volgen.
Zooals gezegd, tegen het beymsel der
wet werd geen bezwaar gemaakt.
De bezwaren kwamen in den vorm
van amendementen bij de artikelen
aan het licht. Dat het amend, van
den heer Smeenge geen succès had
meldde ik reedseen gelijk lot trof
het amendement van den heer Pij t-
tersen, die ook regelen verlangde voor
het inpolderen en in cultuur brengen
van al- en uitgeveende gronden.
Daarentegen ging een amendement
door van den heer van Dedem, om
voor het verleenen van vergunning
tot verveningen in waterschappen,
veenschappen enz. het advies der
betrokken besturen te vragen. En
ook werd aangenomen een amend,
van den heer Gerritsen om, waar art.
4 voorschreef, dat de prov. verorde
ning onder meer zal voorschrijven
het bijeenbrengen van fondsen ter
voorziening in de kosten van aanleg
en onderhoud der noodige werken,
is de betaling der lasten en in de
kosten van inpoldering en droogma
king, tevens bepalingen te vorderen
betreffende het beheer der londsen
en hun geheele of gedeeltelijke terug
gaaf naar gelang het doel, waarvoor
zij werden bijee gebraeht, is bereikt.
De Kamer, die haar afdeelingen
opnieuw samenstelde, braoht eenige
wijziging in haar werkprogram. We
gens een verlies dat de heer Hartogh
trof, werd de behandeling van diens
wetsvoorstel verschoven tot Dinsdag
a. 8. De interpellatie-Lohman en de
motie-Tydeman zijn,wegens ongesteld
heid dier heeren, voorloopig van de
werklijst afgevoerd.
De Kamer vorderde tot art. 5 van
het aanhangig wetsvoorstel.
G. Jr.
H.M. de [Koningin-Regentes heeft
Zondag aan tafel vereenigdmevrouw
de barones Van Versehuer, dame dn
palais van H.M.; kolonel baron Schim
melpen ninck van der Oye, kamerheer
en adjudant in buitengewonen dienst
van wijlen den Koningbaron L.N.
Taets jvan Amerongen, kamerheer in
buitengewonen dienst van wijlen den
Koning, oudhofmaarschalk van prins
HendrikJ. J. baron Taets van Ame
rongen, kamerheer in buitengewonen
dienst van wijlen Z. M., en mr. C. J. E.
graaf van Bylandt, lid van Gedepu
teerde Staten van Zuid-Holland.
In de Maandag aangevangen Munt
en Penningveiling, welke onder lei
ding van den expert J. Schulman
uit Amersfoort, in bet hotel Kraa-
napolsky te Amsterdam plaatsheeft,
werden voor sommige stukken aan
zienlijke prijzen betaald.
De voor eene penningveiling goed
gevulde zaal bewees, dat de liefheb
berij in ons land grooter is dan in
de laatste jaren het geval was.
No. 3. Een stalen medaille met
BI. van Karei V van het jaar 1530
bracht f30 op; No. 13, bronzen
medaille van Tscopo Trezzo met bi.
van Maria van Engeland, f25; No.
15, een looden medaillon van Isabella
Orsini, f 12.50No. 36, kleine br. med.
met b. b. van Philip II op het verlies
van de onverwinnelijke vloot f21.
No. 47. Inname van Turnhout f20.
No. 47a. Huwelijk van Christiaan
van Denemarken f20. No. 61. Am
bassadeurspenning f20. No. 64. Ver
guld bronzen medaillon van prins
Manrits 15. No. 77. Verrassing van
Wesel f16. No. 83. Med. met borst
beeld van Frederik Hendrik op de
inname van Maastricht f69. No. 87.
Inname van Breda f34. No. 95.
Sneuvelen van admiraal Tromp f50.
No. 96. Vrede van Westminster f 36.
No. 98. Johan Woifert van Brederode
f28.50. No. 119. de Graaf de Mon
terey f40. No. 133. Medaille op het
overlijden van vrouwe Maria Vegelin
van Claerbergen f28. No. 159. Kleine
medaille op de vrede van Rijswijk
f26. No. 161. Medaille van Boskam
op dezelfde vrede f 40. No. 163a. Gou
den medaille op de inname van Kei
zers weert f 155. No. 169 Dood van
Godard van Reede f24. No. 74. Ge
boorte van Prins van Oranje, zoon
van den Koning van Pruisen f 24.
No. 271. Draagteeken met Bb. van
Willem V f 12, en No. 276. Draagtee
ken der Brabantsche revolutie f12.
De dienstbode van den heer G. B.
M. aan de Gedempte Binnenrotte no.
116 te Rotterdam zat Dinsdagnamid
dag rustig in hare keuken, toen eens
klaps een aap aie zich door een raam
den toegang had verschaft, daar bin-
Naar hei engetuch
van P. L. Mc. DERMOTT
3)
HOOFDSTUK I.
Eene familieramp.
Hierna geleidde Rowan haar terug naar de pastorie en
sprak geen enkel woord gedurende den rit van twaalf mijlen.
Zij was hem dankbaar voor zijn stilzwijgen, wat hare be
traande oogen hem ook zeiden toen hij haar binnenleidde
in het huis, waaruit haar echtgenoot was verdwenen.
„Houd goeden moed Florence," zeide hij slechts. „Charlie
is even dapper als Agnes. Spoediger dan wij verwach
ten zal alles aan het licht komen. Ik zal de zaak niet laten
rusten alvorens dat is geschied."
„Hij zal sterven in die afschuwelijke gevangenis hij zal
er sterven 1" snikte zij en liet zich op eene sofa neervallen.
Rowan zocht zijn toevlucht tot den bekwaamsten detec
tive, die voor geld zijne diensten beschikbaar ete'de, en
maanden lang was deze bezig met te trachten het geheim
van de vervalschte cheque op te lossen. Ten slotte verscheen
hij op Yewle en deelde mede, dat hij niet was geslaagd. Het
was duidelijk, dat de detective overtuigd was van de schuld
van den predikant, maar de strenge blik van Rowan King
weerhield hem dat ronduit te zeggen.
Mevrouw King en haar dochter bleven in de pastorie wo
nen, daar een hulpprediker benoemd was om den dienst
waar te nemen. Evenwel ontvingen zij niemand, behalve
Rowan King, die nu en dan en zijn secretaris, die zeer dik
wijls kwam. Deze jonge man was de zoon van een verre nicht
van de Kings, van wie Rowan in zijn jeugd veel gehouden
had. Zij was met haar echtgenoot naar Canada vertrokken
en had daar haar man door den dood verloren. Op zijne
reizen ontdekte Rowan haar en beloofde haar voor den knaap
te zorgen. Na haar dood nam hij den jongen Francis Gray
mede en thans bemerkte hij, dat de jongeling tot over de
ooren verliefd was op zijn nichtje. Met woord noch teeken
gaf hij zijn instemming of zijn tegenzin daarmee te kennen.
Hun dagelij ksche ontmoeting gal daartoe ook veel aanleiding
en wanneer de arme mevrouw King minder in hare smart
was verdiept geweest, zou zij het ook wel hebben bemerkt.
„Frank," zeide Rowan King op zekeren dag tot zijn secre
tarie, „heb je wel eens nagedacht over die zaak van de
valeche cheque?"
„Zeker meneer, dikwijls."
„Welnu?"
„Ik heb er nog geen licht in kunnen vinden."
„Beteekent dat je voornemen om er verdere nasporingen
over te doen Ik vrees dat het niet veel baten zal. Over een
jaar of zoo iets zal mijn broeder de gevangenis verlaten en
dan zeer zekér naar een ander werelddeel vertrekken. Dat
zal het einde zijn."
„Ik hoop van niet, mijnheer. Het zou al te droevig zijn,
zoo de schandvlek altijd op hem bleef kleven."
„En op zijn vrouw en kind tevens, niet waar? Arme
Agnes 1" zei Rowan King met een zucht.
Het bloed steeg den jongen man naar het gelaat. „Zelfs
wanneer haar vader schuldig wap, mijnheer, zou dit zijn
dochter niet kunnen treffen."
„Toch wel, op verschillende wijze," antwoordde Rowan
King en zijn lip krulde, als in minachting voor de opinie
van de wereld. „Het publiek zal haar met den vinger na
wijzen als de dochter van een misdadiger en daarom moeten
zij van hier vertrekken en in een ander land een anderen
naam aannemen. Naar ik vermoed, heeft de hulpprediker
reeds een oogje op de pastorie."
„Ik hoop, dat hij de plaats niet zal krijgen," zei de jonge
man driftig. Ik heb geen sympathie voor hem, hij is te in
tiem met mijnheer Richard."
„Dat is zoo. Richard vertegenwoordigt de opgaande zon.
Mijn broeder zou anders mijn natuurlijke erfgenaam zijn,
maar daar dit om de reden die ik zooeven genoemd heb,
niet mogelijk is, komt Richard in aanmerking."
„Ik hoop dan, dat hij in elk geval lang zal moeten
wachten."
„Missshien wel," zei Rowan King nadenkend en daarop